Uw zoekacties: Stadsgerecht Rhenen

066 Stadsgerecht Rhenen ( Regionaal Archief Zuid-Utrecht )

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
066   Stadsgerecht Rhenen
Inleiding
1. Stadsgerecht
2. Archief en inventaris
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
4. Literatuur en bronnen
laatste wijziging 11-06-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden

Kenmerken

Datering:
1438-1812
Plaatsnaam:
Rhenen
Omvang:
36,5
Openbaarheid:
Geheel openbaar
Soort archief:
Archieven van rechterlijke organen
Herkomst:
Overheid_R
Auteur:
D.T. Koen, D. Ruiter, H.J. Postema
Rechtsvoorgangers:
Kantongerecht, Arrondissementsrechtbank, Notarissen, ambtenaren Burgerlijke Stand
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Regionaal Archief Zuid-Utrecht, Wijk bij Duurstede. Toegang 066 Stadsgerecht Rhenen 1438-1812
VERKORT:
NL-WbdRAZU. 066
Categorie:
laatste wijziging 11-06-2024
15.229 beschreven archiefstukken
21 gedigitaliseerd
totaal 156 bestanden
Gevonden archiefstukken
10-12-1765: Aaltje van Wijk, Stijn Vinck, Eva Vinck en Jacob van Wijck en zijn huisvrouw. Straatschending te Veenendaal op 8-8-1765. ’t Gerecht houd deese saak bij provisie in staate. Zij krijgen op 17-12-1765 tweede citatie.
6-12-1642: Harman Joosten, Huijbert Thonisz, Weijm Bos. Kemp versocht default. ’t Gerecht ordonneert Thonis Alertsen, die voor de voorsz gedaegde instaet te compareren voor commissarissen omme dese saecke taccorderen op vrijdach smorgens. Arien van Leuven, Beernt Wesselsz, Claes Jacobsz, Dirck van Wijck, Cornelis Jansz Boschman ut supra. Kemp ut supra ende appointement op het decretement ter tijt toe etc ende dat de vordere exploiten mogen geschieden bij clockluijdinge.
11-9-1660: Dirck van Wijck en Olof Philipsz hebben op 14-8-1660 met messen gevochten. Boete 100 gulden.
18-9-1660: Olof Philipsz en Dirck van Wijck, Jan Huijbertsz en Anthonij de Kremer. De officier versoekt voltreckinge van appoinctement van de rechten.
20-11-1660: Olof Philipsz en Cornelis van Schoonhoven, Olof Philipsz en Dirck van Wijck. Appointement. Zie ook 27-11-1660.
14-9-1669: Johan van Wijck, Domheer, een boete van 25 gulden omdat hij dhr. Peter Levestone in de school te Veenendaal heeft geslagten.
26-10-1669: Johan van Wijck, domheer en dhr. Pieter Levestone. Gilpin verzoekt voltrekking van appointement.
30-11-1669: Ariaan van Wijck en Jan Arisz de Waell boete van 16 gulden omdat zij op 25 en 26-11-1669 bij het huis van Herbert Croll hebben gevochten.
14-12-1669: Ariaan van Wijck en Jan Arisz de Vael. Jan Aertsz de Vael dat niet bewezen kan worden dat hij met Adriaen heeft gevochten.
2-6-1675: Dirck van Wijck. Boete van 100 gl omdat hij met Daniel Holl op 17-5-1675 in zijn huis heeft gevochten.
28-10-1675: Dirk van Wijck. Ut supra.
11-1-1671: Adriaen van Wijck accordeert voor 15 gl wegens vechten.
7-6-1704: Elisabeth Everts, huisvrouw van Berents Aertsz van Geer, accordeert wegens haar zoon Geurt van Geer wegens kwestie op de weg van Achterberg met Alert van Wijck, voor 5 ducatons.
7-11-1707: Willem van Wijck accordeert voor 15 gl wegens vechten van zijn knecht Jan op 31-10-1707 ten huize van Willem Arissen.
ca. 1666: Op het aanzeggen dat de dochter van Cornelis Roelofsz, won. aan het Veeneind op de hofstede van Domheer Johan van Wijck soude van den donder doot geslaegen sijn, heeft het gerecht haar geschouwd. Het gaat om Grietje Cornelis, voorleden Martini 1665 out geweest sijnde sestien jaeren.
29-6 Attestatie van Adriaentgen Reijers. Er is gevochten tussen Cornelis van Wijck en Otto van Gelder, heer van de Well
30-11 Getuigenverklaring van Jan Huijbertsz en Willem Lijster ten verzoeke van George Williamson, luitenant van de compagnie van luitenant-kolonel Solman. Verhoor van Elsge Olofsen Schout van Alwij. En van Gerard van Harn. En van Bernard Dedan. En van Frans Christiaensz. En van Evert Evertsz Dionijs en Geurt Gouda. En van mr. Adolp Plaesz, chirurgijn. Request van Diderick Godert van Oestrum, schout. Met attestatie van Haesken Huijberts van Ijsendoorn, weerdin in Tiel. En van Jan van Thiel. Evert Wijnen en Willem Anthonissen van Geijn hebben ten huize van Antoni van Brenck, waard in Tiel, gevochten. Over steekpartij door Evert Wijnen, soldaat van de compagnie van sergeant-majoor Hardenbroeck. Ten huize van Niclaes Verhel in de Groe Sijdelcamer hebben Gerrit van Amerongen, Jan van Wijck, luitenant van kapitein Panhuijsen, en Evert Wijnen gevochten
33-5 Attestatie van jonker Johan Vosch en Huijbert van Wijck, schepenen, op verzoek van jonker Diderick Godert van Oestrum, schout. Dat zij op 30-9-1653 hebben gezien dat Reijnier van Huijssum lakenkoper twee grote lichten met sant vanden stadts ende borger-gemeente heeft gehaelt
35-2 Johan van Wijck canonick van St. Pieter, op verzoek van N.N. Pauwelsz. Getuigenverklaring
35-19 Getuigenverklaring van Johan Elis op verzoek van Job Jansen van Wijck, won. Rijswijk. Of hij niet in 1656 bij Job in huis zat te eten en toen een groot geroep hoorde dat het huis van Cornelis Jansen in brand stond. Het vuur vloog over naar het huis van Job
38-11 Verhoor van Gijsbert Fransz. En van Hendrick Jansz. En van Cornelis Jansz Bruijnsweert. En van Beernt Aertsz en Jan Croll. In de Vissersstraat heeft Dirck van Wijck met Oloff Philipsz gescholden
41-16 Jan Jacobsz van Varick, schepen contra Jantje Peters van Noort; Jantje Peters van Noort, huisvrouw van Peter van Wijck heeft ten huize van Grietje Boonsaijer schepen Van Varick uitgescholden. Dat heet ook Peter Hendricksz van Noort, oud-schepen en raad, gedaan op de markt. Met verhoor van Maria Clock, huisvrouw van Anthonij van Brenck, lakenkoper, Grietje Boonsaijers, Nieske en Jantge Huijberts van Ijsendoorn, Cornelis Evertsz van Bruijnsweert, Joost Boonsaijer, Dirck Cornelisz Vermeer
43-15 Verhoor van Merriken Reijers, huisvrouw van Peter de Karman. En van Arriaentien van Wijck, huisvrouw van Alerdt van Laer. En van Geerlich Reijndersz. En van Harman Cornelisz van Ede en zijn vrouw Elsken. Getuigenverklaring van Gerrit Harmansz van Eeden, Jannichien Evertsen wed. Jan Gerritsz Stip, en Gijsbert Jansen van Maenen; Toen Coendertien Beeck in de kraam gekomen is, drie dagen daarna de huisvrouw van Gerrit Bernsz bij Merriken Reijers is gekomen, klagende dat haar man, Gerrit Cornelisz karman van Gerrit Harmansz van Ede, Coendertie de stomme zekerlijk met kinders hadde gemaeckt en van haar wil scheiden. Merriken heeft dit ook tegen de vrouw van Alert van Laer verteld
43-16 Attestatie van Cornelis de Beet en Lambert Roelofsen van Hardevelt; Dat zij in de school van Veenendaal hebben gezien dat na enige weijnige woorden Peter Levengstonne heeft gevochten met domheer Johan van Wijck
43-22 Domheer Johan van Wijck contra Peter Levengstone. Attestatie van Cornelis de Beet en Lambert Roelofsz van Hardevelt dat zij in de school van Veenendaal hebben gezien Peter Levengstone die met grote hevigheid domheer van Wijck heeft geaggresseerd en aangerand
44-11 Verhoor van Hendrick van Zegen, Willem Breunisz en zijn huisvrouw Hilligje van Schoonhoven; Of zij uit de Greb naar Rhenen kwamen met cameraar Adriaen van Wijck en diens vrouw met Louwies de Beer. Toen heeft Jan Bernartsz seer onfatsoenlijck questie gemaakt met de cameraar, en gevochten
45-14 Getuigenverklaring van Goosen van Hoeven of hij ten huize van Jan Willemsz van Geijn gehoord heeft dat Herbert Jansz de Wijs tegen Dirck van Wijck gezegd heeft dat Jan van Helden drie stuivers uit zijn zak had gehaald
45-15 Adriaen van Wijck contra Willem van Schadijck. Attestatie van Peter Thonissen Kouwenhoven, op verzoek van Jacob van Holten. En attestatie van Gerrit Cornelissen en van Harmen Tuuren, substituut-schout van Veenendaal. Attestatie van Gerridt Cornelissen ten verzoeke van Gerridt Volwens. Peter Kouwenhoven heeft ten huize van Peter Jansen, waard aan de Dwarsweg, gedronken met Willem van Schadick, die zonder reden heeft gevochten met Jacob van Holten. Willem heeft ook gevochten met chirurgijn Gerrit Volwens
46-4 Attestatie van Gerard Verweij, schepen, en Adriaen van Wijck, raad, dat zij naast Jan ter Horst hadden gevonden ten huize van Zeger Jansen, herbergier te Kesteren, de schout Adriaen Verwoert, met ondervraging door Verwoert en verklaring aan Gerrit Holl, koster te Kesteren
47-13 Verhoor van schepen Jan van Geijn en Thonis Bercheijck, raad. Harman van Leeuwen heeft met een poederdoosje onder de neus van Adriaen van Wijck gestreken, die zich betoverd voelde. Zij hebben gevochten
51-3 Verhoor van oud-schepen Van Dolder, dr. Nicolaes Schreurs, rector van de Latijnse school. En van Johan Palmerts en Feijsje, dienstmaagd van Dirck van Coten. Ten huize van Dirck van Coten, hospes in de Romer, kwam Philippus Cornelius Tollius. Zij hebben gesproken over het ingooien van de ramen van procureur Adriaen van Wijck in de Kovijsstraat. Tollius zegt dat hij dat vaak gedaan heeft
51-5 Verhoor van Harman van Winkeler. Getuigenverklaring van Cornelis Huijbertsz, Jacob Willemsen en Woutertje Henricxsen, allen wonende en in dienst ten huijse van de weduwe Boll, op verzoek van Philippus Cornelius Tollius. Attestatie van Christoffel Smolenskij, adjudant van de compagnie Artillerij onder het commando van den heere Capiteijn Ijssel ten verzoeke van procureur Adriaen van Wijck. En getuigenverklaring van N.N. Lodders, soldaat en soetelaer onder de compagnie van dhr. kapitein Ijssel; Over soldaat Hermen Winckelaer van de compagnie vande hantlangers die de ruiten van procurator van Wijck heeft ingegooid in de Kruisstraat. Advocaat Tollius heeft soldaat Herman Winckelaer omgekocht om de ramen in te gooien bij procureur Adriaen van Wijck
9-7-1610: Idem contra Pelgrom van Wijck tot betaling van 10 gulden van een geheel schaar.
24-9-1610: Hendrick van Rempst contra jonker Frederick van Rheede, heer van Amerongen om te verantwoorden zijn gearresteerde goederen onder Pelgrum van Wijck gearresteerd om te kennen of ontkennen zijn handtekening staande onder obligatie van 20-4-1604.
10-12-1616: Idem contra Jan van Wijck om te kennen of ontkennen zijn handtekening onder huurcedulle. In state.
18-1-1620: Anthonis Jansz van Geijn contra Pelgrum van Wijck tot ontvangen van de eiser van twee hoet rogge en een schepel voor de winkoop.
25-1-1620: Jan van Wijck contra Wigger Noest. Het gerecht verleent default.
1-2-1620: Jan van Wijck contra Wigger Noest. Het tweede default.
8-2-1620: Jan van Wijck contra Wigger Noest. Het derde default.
15-1-1622: Pelgrom van Wijck contra Anthonis Jansen van Geijn.
21-2-1592: Cors Aelbertsz contra Jasper Jansz van Wijck.
16-4-1594: Oth van Wijck en Johan van Wijck voor zichzelf en als uitgekocht hebbende Nicolaes van Drueten n.u., erfgenamen van Gerrit van Wijck contra jonker Frans van Lienden, heer van Hemmen, als getrouwd hebbende een dochter van jonker Dirck van Lienden, in leven heer van Hemmen.
z.j.: Hubert Lijster, Walraven Lijster c.s. als erfgenamen van Evert? Lijster Thijmans? contra Willem van Ewick als erfgenaam ex testamento vande voorsz Elisabeth van Wijck
20-12-1649: Huijbert van Wijck, raad, stelt zich borg voor Truijchje Walraven contra Gerard van Rhede
5-8-1652: Diderick Vonck van Lhienden, en Johan Vosch committeren dhr van Wijck, schepen, om advies van rechtsgeleerden te halen
19-12-1656: Declaratie van kosten vanwege Thonis van Wijck contra Jan Berntsz van Borcken
23-12-1679: Johan van Wijck, kanunnik St. Pieter, beroept zich op het Hof van Utrecht tegen de sententie van preferentie tussen hem en de andere crediteuren van de nagelaten boedel van Mattheus Gerritsz van Langelaar en Annigje Peters
7-6-1681: Adriaen van Ommeren als gehuwd met Susanna Boonsaijer voor zichzelf en namens de andere erfgenamen van Cornelis Boonsaijer en Merrigje van Triest contra Jan van Brenck. Adriaen van Wijck komt met een acte
28-3-1682: Adriaen van Wijck en Reijer van Manen als executeurs van de testamente van Jannigje de Bruijn wed Cornelis Willemsz van de Perck, contra Adriaen van Dolder als cessie van actie hebbende van zijn zwager Beernt de Kemp als een mede-erfgenaam van advocaat de Kemp
5-10-1685: Aelbert van Lith contra de gezamenlijke erfgenamen van Huijbert van Wijck, in leven rentmeester van zijn furstelijke genade van Waldexq Piemont en Culemborgse goederen in Neder-Betuwe, en diens vrouw Geertruijt van Hattem
23-11-1685: Jacob Gijsbertsz de Bruijn voor zichzelf en Cornelis Beernts als man van Neeltje Gijsberts de Bruijn contra Adriaen van Wijck, procureur, en Reijer van Man als executeurs van den testamente van Jantje de Bruijn
27-11-1685: Adriaen van Dolder, chirurgijn, contra procureur van Wijck
29-6-1686: Aantekeningen over deurwaarder Lijster, Adriaen van Wijck, Johan Willem Dillenburg die zich beroepen op Hof van Utrecht
6-7-1686: Adriaen van Dolder, chirurgijn, contra Adriaen van Wijck
20-8-1686: Cunera van Lennip, wed. Thomas Bercheijck contra de erfgenamen van Huijbert van Wijck en Geertruijt van Hattum
20-8-1686: Adriaen van Wijck beroept zich op het Hof van Utrecht in de zaak tegen Adriaen van Dolder
22-8-1686: Declaratie van kosten van Cunera van Lennip, weduwe Thomas Bercheijck contra de erfgenamen van rentmeester Huijbert van Wijck en Geertruijt van Hattum
18-1-1687: Jan van Reumelaar en Evert Lijster verklaren ten verzoeke van de kinderen en erfgenamen van Huijbert van Wijck en Hilligje Boonsaijer uit kracht van condemnatie tegen Willem van Versevelt executie te hebben gedirigeerd aan het tabaksland buiten de Bergpoort en aan het huis bij het kerkhof
26-5-1687: Substituut-schout Reumelaer en deurwaarder Lijster verklaren op verzoek van de weduwe van procureur Bercheijck executie te hebben gedirigeerd aan de kooppenningen van een huis onder Peter Dircksz berustende, toekomende de erfgenamen van de rentmeester Huijbert van Wijck
27-6-1687: Procurotor van Wijck als gemachtigde in de zaak van Johanna Tol, wed. van Thiel, voor zichzelf en namens de andere mede-erfgenamen van haar ouders contra Dirck Vermeer voor zichzelf, Jan van Driell, n.u., en beiden namens Gerrit Bor, hun zwager, n.u., tezamen kinderen en erfgenamen van Cornelis Dircksz Vermeer
4-10-1687: Specificatie van salaris van Adriaen van Wijck in de zaak van Maria Clock, wed. Jan Willemsz van Geijn als nevens van Laer en Wijckersloot gewezen pachters van wijnen
12-11-1687: Adriaen van Dolder, chirurgijn, contra Adriaen van Wijck
13-2-1688: Adriaen van Wijck als weduwnaar van Beligje van Hoeven en Gosen van Hoeven, kinderen van Dirck van Hoeven, contra de kinderen en erfgenamen van majoor Johan Quint en Willemina Verweij
13-2-1688: Jacob Gijsbertsz de Bruijn voor zichzelf en Cornelis Beernts als man van Neeltje Gijsberts de Bruijn contra Adriaen van Wijck, raad en procureur, en Reijer van Manen als executeurs van den testamente van Janneken de Bruijn
21-5-1688: Specificatie van salaris verdiend door Adriaen van Wijck van Aelbert Snoeck q.q.
5-6-1688: Adriaen van Wijck als procureur van Matthias van Beeck beroept zich op Hof van Utrecht tegen de sententie ten voordele van Frederick Klerck
28-8-1688: Adriaen van Wijck als procureur van Johannes Groenevelt beroept zich op Hof van Utrecht aangaande het gevecht met Jan van Noort en Rudolph Roetroff
24-9-1689: Adriaen van Wijck als procureur van Matthias van Beeck beroept zich op Hof van Utrecht
12-11-1689: Adriaen van Wijck, procureur, exhibeert de pachtcondities in naam van de stad Wageningen dat Anthonij Cornelisz, Jan van Dort en Evert van Hemert mogen worden gecondemneerd
15-8-1690: Substituut-schout van Deventer en Hendrick Vastrick verklaren op naam van Geertruida van Dilsen executie gedirigeerd te hebben aan huis, hofstede, berg, schuur en aanhorige landerijen te Achterberg, toekomende Gijsbert van Cruijsbergen en de onmondige kinderen van Pontiaan van Wijck verwekt bij Maria van Cruijsbergen, waarvan momber is Hendrick van Wijck, burger en lakenkoper te Utrecht, in pacht gebruikt wordende bij Gerrit Huijbertsz
11-11-1690: Specificatie van kosten van procureur van Wijck inzake juffr. Geertruijt van Dilsen contra Gijsbert van Cruijsbergen en Hendrick van Wijck q.q.
17-11-1690: Johannes van Deventer geeft te kennen op verzoek van Adriaen van Wijck, procureur, als rentmeester van het Agnietenconvent, executie te hebben gedirigeerd op de bouwing Schonevelt in Achterberg, waarvan possesseur is Rijck Cornelisz, mitsgaders 12 morgen bouwland in Veldereng, 18 morgen weiland aan de Cuneraweg en 6 morgen hooiland in Velderbroek en in de Maten en in de Ackers
17-1-1691: Specificatie van kosten van Adriaen van Wijck inzake Susanna Boonzaijer weduwe Adriaen van Ommeren contra Willem van Schadijck. NB. in het boek staat dit op datum 17-1-1695
9-2-1691: Johannes van Deventer, substituut-schout, en Hendrick Vastrick, deurwaarder, verklaren wegens Gillis van Wijck, oud-raad in de vroedschap van Utrecht, executie te hebben gedirigeerd aan een stuk goed in Veenendaal genaamd Engelenburgh, waarvan possesseur is Hendrick Jacobsz van Essen
5-4-1692: Adriaen van Wijck als bediende en gelast van Lucas Willem van Essen, heer van Schaffelaar, landdrost van Veluwe, mitsgaders Philippus Theodorus Tollius gehuwd met Johanna van Dilsen, wed. Cornelis van der Son verzoeken in de inhoud van de volgende arbitrale uitspraak te worden gecondemneerd
6-5-1692: Adriaen van Wijck, procureur als bediende van Gerard van der Hem van Nedersteijn, contra kinderen van Gerard Bolderman, beroept zich op Hof van Utrecht
6-5-1692: Godert Quint voor zichzelf en namens zijn onmondige zusters en broers, tezamen kinderen en erfgenamen van Johan Quint en Willemina Verweij, vervolgende het proces bij zijn vader als zoon en erfgenaam van Johan Quint den ouden geëntenteerd, en waarvan zijn moeder de arrementen had aangenomen, contra Adriaen van Wijck als weduwnaar van Beligje van Hoeven en Gosen van Hoeven, die kinderen waren van Dirck van Hoeven
6-5-1692: Gerrit van Zwoll, procureur, beroept zich wegens Godart Quint op het Hof van Utrecht contra Adriaen van Wijck en Gosen van Hoeven s.s.g. zijn
1-5-1693: Specificatie van salarais van secretaris Cornelis Klerck en procureur Adriaen van Wijck als curators over de nagelaten boedel van Gijsbert van Seventer
23-1-1694: Inventaris van goederen die substituut-schout van Deventer en de deurwaarder hebben geëxecuteerd van oud-burgemeester Cornelis van Wijck voor 161-19-8 die hij aan de stad schuldig was: 11 schapen die gebracht zijn in de schuur van schepen van Laar
8-2-1694: Acte van preferentie van Johan van Muijden, kanunnik St. Jan te Utrecht, en Geertruida van Dilsen, mede-crediteuren van Gijsbert van Cruijsbergen en de onmondige kinderen van Maria van Cruijsbergen bij Pontiaen van Wijck
27-2-1694: Na voorgaande sommatie en renovatie is executie gedaan aan een mergen hooiland te Achterberg in de Maat, voorheen van Huijbert Tonissen, nu van Jan Teunis Jan om daaraan te verhalen wegens het weeshuis een rente van 100 gl: Adriaen van Wijck als weesmeester, Alert van Laar, Gerrit Bolderman, weesmeester Joost Boonsaijer
6-7-1696: Substituut-schout van Deventer stelt in handen van het gerecht 3 morgen land in de Nude eerst hebbende gestaan op naam van oud-burgemeester van Wijck en nu op naam van Jacob van Manen, 11 morgen drie hond op naam van de kinderen van Gerrit Bolderman, 12 morgen toekomende de Dijckers Achterberg, in pacht bij Hermen Willemsz, 8 morgen van Mor Jansz
16-11-1696: Adriaen van Wijck als rentmeester van Agnietenconvent contra Maria Klock wed. Johan van Geijn s.s.g. is
15-6-1697: Schout contra oud-burgemeester van Wijck
22-6-1697: Mondeling pleidooi van de advocaten van Cleeff en de Wijs inzake schout contra oud-burgemeester Cornelis van Wijck
4-1-1698: Schout contra Cornelis van Wijck, oud-burgemeester
11-1-1698: Adriaen van Wijck als procureur van de schout beroept zich op Hof van Utrecht contra Cornelis van Wijck
z.j.: Goosen van Wijck contra Christiaen Marcelis Soonen en Jan Marcelis Soonen tot betaling van 60-15 wegens weigeld
13-6-1651: Lijst van ingezetenen die op de paardenmarkt zijn geweest op 13-15 juni 1651. Elst: Huijbert Thonisz van Miltenburg, N.N. Petersz, Bart Quint. Remmerden: Jan Rutgersz en Aert Rutgersz, N.N. Gerritsz. Onder de berg en in de Greb: Dirck van Wijck, Wouter Thonisz, Wessel van Kesteren, Jan Gerritsz Achterberg, Geurt Cornelisz, Ewit Cornelisz, Gijsbert Beijer, Cors Arisz, Aelbert Cornelisz. Thonis Cornelisz, Peter Rutgersz, Dirck Jaspersz, Peter N.N., Jasper Beijer, Peter Jansz, Cornelis Thonisz, Huijbert Claesz, Jan Thonisz, de zoon van Jan Thonisz, Cornelis Pothoven, Huijbert Gerritsz, Reijer Arisz, Frans Rijcksz, Jan Jorisz, Hendrick Woutersz, Aert Jacobsz, Jan Thonisz in de Hoochsteegh, den Doorneball, Jan Arisz, Hermen Cornelisz, Willem Hendricksz, weduwe van Alert Rutgers, Dries Hendrickz, Dirck Petersz, Willem Gijsbertsz, Hendrick Arisz, Ewit Alertsz, Looij Jacobsz, Jan Gijsberts, Geurt Roeleven, de boer op borgemeester Vonckengoet, Jacob Roeleven, Cornelis Hendricksz, Reijer, Aris Thijsz, Lambert van Campen, Rijck Jansz, Hendrick Weertgens, de zoon van Peter Reijersz, Evert Jansz op Staten stee, Cornelis Bosch, Dirck Geurtsz, Theus Bosch, de boer op Gosen Hendricksz stee, Jacob Evertsz, Huijbert Thonisz, de weduwe van Cornelis Jaspersz, Gijsbert Willemsz, Maes Willemsz, Johannes, Mor Pelen, Pauwels Jansz, Hendrick Sijmensz, Gerrit Roetersz, Hermen Jansz. Venendaal. Marsch. Hierna volgt een lijst met dezelfde namen
27-2-1694: Na voorgaande sommatie en renovatie is executie gedaan aan een mergen hooiland te Achterberg in de Maat, voorheen van Huijbert Tonissen, nu van Jan Teunis Jan om daaraan te verhalen wegens het weeshuis een rente van 100 gl: Adriaen van Wijck als weesmeester, Alert van Laar, Gerrit Bolderman, weesmeester Joost Boonsaijer
17-10-1701: Adriaen van Wijck, raet en procureur, constitueert zich op het Hof van Utrecht wegens den heere Huijbert van Wijckerslooth, M.D., contra Hermen Kersten van Bogen.
17-10-1701: Adriaen van Wijck als procureur beroept zich op het Hof van Utrecht wegens de erfgenamen Warnsingh contra Cornelia van Rietbeeck.
17-10-1701: Adriaen van Wijck als procureur constitueert zich op het Hof van Utrecht contra Johan Carel Smissaert geëligeerde raad ter vergadering van Staten als gewezen hoofschout ende ten voordeele van mevrouwe Klerck van Nijmegen.
5-7-1649: Dirck van Wijck en Thonis Hendricksz Cammeraet, won. Heijmenberch, verklaren dat Michiel Wijnen gehuwd met Anneke Geman, nu hebbende drie kinderen, 3 jaren gewoond hebben in het huis van Thonis Hendricksz voornoemt, en zich goed gedragen hebben
24-12-1649: Attestatie van gerecht dat Aletta van Wijck, huisvrouw van schepen Aelbert Pieck, nog levend is.
27-6-1650: Attestatie van gerecht dat Hillegonda van Wijck nog levend is.
10-9-1651: Schepenen Cornelis van Wijck en Gerard van Rhede zijn op verzoek van Johan Bor, pander, geweest ten huize van Frans Christiaensz en hebben daar niets bevonden dat ijts weerdich was, tot betaling van zijn achterstallige impositien.
23-11-1653: Attestatie van gerecht dat Jan Lubberden, burger en schipper onser stadt vanden Heere Huijbert van Wijck Camelaer en schepen deser stadt heeft tabak geladen voor 's Hertogenbosch
9-3-1665: Gerard van Hattem verklaart ontslagen te hebben Arien van Wijck van alsodanige vestenisse van 500 gulden op twee akkers bouwland inde Neuw onder Wageningen. Hij vestigt dit op zijn huis in Wageningen, naast de schuld van Jan van Hattem.
5-2-1666: Jan Jacopsz van Varick, schepen en Cornelis van Wijck, oudschepen, verklaren op verzoek van kapitein Gerard van Rhede dat zij in Veenendaal zijn geweest en daar hebben gesproken Henrick Christiaensz, Henrick Henricksz Broer, Jan Henricksz Haen en Willem Henricksz, soldaten van de compagnie van Rhede, en wonende in Veenendaal en gevraagd waarom zij Rhede niet naar Utrecht zijn gevolgd.
5-2-1666: Jan Toll laat twee attestaties zien aan het gerecht uit Den Haag op verzoek van mr. Jacob Sijffie bij Elias Gijsberts van Diepen en Henrick op de Kamp, coopman, dat juffr. Hildegonda van Wijck, huisvrouw van Jacob Casembroot, tegenwoordig baljuw op Batavia, in december 1669 nog gezond was. Zij is dochter van Jacob Asch van Wijck zaliger.
18-1-1668: Attestatie van secretaris van Rhenen op verzoek van Aelbert Steck, brouwer in Veenendaal dat juffr. Aletta van Wijck, dochter van dhr. Jacob van Asch van Wijck en Elijsabeth WttenEngh nog levend is. Ook gedateerd 18-1-1669.
17-7-1675: Attestatie van gerecht dat Huijbert van Wijck in leven burgemeester van deze stad is geweest en dus vrijheid van tol had.
5-5-1681: Attestatie van gerecht dat Adriaen van Wijck raat en procureur deser stadt is een sufficant man die goederen heeft te Rhenen en in de provintie Gelderland.
8-5-1690: Attestatie van gerecht dat Adriaen van Wijck is een legaal notaris aan het Hof van Utrecht, houdende sijn residentie alhier binnen dese stadt.
10-5-1697: Joost Boonzaijer, schepen, stelt zich borg voor Anthonij van Wijck, canonicq St Pieters tot Utrecht, en Cornelis Klerck, secretaris deser stadt, tbv Geurt Otten, won. Achterberg, om het gewijsde van desen gereghte te voldoen.
8-12-1705: Wiegman Reijnders, burger, verklaart wel te kennen Jenneken Kosten, dochter van zaliger Jan Koster en Sijgje Willems, en dat zij nog levend is en te Utrecht woont en getrouwd is met Pieter van Wijck. Jan Kosten en Sijgjen Willems hebben drie kinderen nagelaten: Willem, Henrik en Jenneke. Henrik is in 1674 als soldaat in de compagnie van kapitein Eck off Levingston, garnizoen houdende te Heusden, gekomen tot ’s Hertogenbosch, en daar dodelijk is gekwetst en overleden en begraven, zonder ooit getrouwd geweest te zijn. Jan en Sijgje zijn enkele jaren daarna te Heusden overleden en begraven.
30-7-1702: Estimatie op verzoek van de mombers van de kinderen van Henrick Fuijck en Henrica van Wijck in leven echtelieden en gewoond hebbende binnen Utrecht, van 2/12 of 1/6 van een huis in de Kruisstraat, sijnde de portien vande twee kinderen die bij 't leven vande moeder, en dus op deselve gestorven sijn, en dan nogh ¼ van dit huis, in aensien van het kint, twelck nae dode van de voors haer moeder en mitsdoen op haer drie nogh in leven sijnde susters en broeder gestorven is.
194-4 Jonker Johan Vonck van Lhienden als volmachtiger vanden WelEd. Gebooren Heere van Alckemade contra Dirck van Wijck als mede borch voor Huijbert Thoenis. Citatie tot betaling van 40 gulden van derdehalue mergen weijt in 1642. Medeborg is Peter Rutgertsz
196-5 Attestatie van Huijbert van Wijck, Jan Vastrick en Hendrick de Vriendt, op verzoek van Cornelis Boonsaijer over bedreiging door pander Bor
198-8 De pachters van de impost op de bieren. De pachters, Jan Huijbertsz van Helden, Willem Verweij, Gerrit Gerritsz van Bronckhorst en Evert Cornelisz van Bruijnsweert als collecteur en medestander van Wessel van Kesteren, verklaren de aanbreng te hebben gedaan van de twee tonnen Amerongens bier bij Huijbert Thonisz van Miltenburg. Geurt Gouda attesteert ook, evenals Jan Hillebrants, gerechtsdienaar, Hendrick Hertgensz, Cornelis van Wijck, Nicolaas Verhel, schepen, Jan Egbertsz, knecht van Huijbert Thonisz van Miltenburg en Beernt Andriesz
199-10 Claes Gerritsz contra Willem Willemsz. Huijbert van Wijck vraagt advies van rechtsgeleerden
201-9 Verhoor van Cornelis van Wijck, Peter van Kesteren, Nicolaes Verhel, schepenen, Gerrit van Amerongen, jonker Johan Vonck van Lienden, Geurt Gouda, Aernt Jansz, Evert Evertsz, Dionijs Gerritsz Ruemelaer en Jan Gerritsz Ruemelaer. Zij waren ten gelage bij Nicolaes Verhel, waard in de Vergulde Sleutels. Daar kwam Jacob Casembrooth, schout van Rhenen, binnen. Zij kregen verschil van mening over een garf die hij van Maria van Wijck had ontvangen
204-3 Frans Jansz contra Diderick Vonck van Lienden, burgemeester, en jonker Johan Vosch, schepen. Gerecht committeert dhr. C. van Wijck, schepen, om advies van rechtsgeleerden in te winnen
210-5 Getuigenverklaring van Arien Gijsbertsz en Jacob Jansz op verzoek van Gerard Vonck van Lhienden vaandrager. Of zij voor Vonck hebben gesneden in de ketelaers-weert, waar ook Henrick van Wijck kwam die hun dat recht ontzegde
211-5 Thonis van Wijck contra Jan Beerntsz van Borcken. Declaratie van kosten
215-1 Willem van Someren. Met verhoor van Huijbert Hendricksz van Ijsendoorn, schepen en Huijbert van Wijck, burgemeester. Ten huize van Jan Jacobsz van Varick, schepen, is kwestie geweest over 350 gl die Van Someren ten lote waren gevallen van Maijcken Wesselen, die Varick aan Someren als een mede-erfgenaam van Maijcken Wesselen schuldig was, beloofd had te betalen
218-8 Huijbert van Wijck, burgemeester, representerende de plaats van de hoofdofficier contra Jelis Anthonisz de Ridder. Specificatie van kosten
218-11 Cornelis Willemsz van Wolfswinkel contra Dirck Geurtsz gehuwd met Geertgen Goosens, mede nagelaten dochter van Goosen Roelofsz en Griet van Wijck. Specificatie van kosten
219-15 Aelbert Steck en domheer Johan van Wijck pro so et nomine uxoris, erfgenamen van Anthonis Aelbertsz Steck contra Jelis Anthonisz de Ridder. Jelis moet hen schadeloos houden van de borgtocht van Anthonis Aelbertsz Steck t.b.v. Evert Jaspers en zijn erven voor 300 gulden
223 Cornelis Klerck, oud-raad der admiraliteit van het Noorderkwartier, als cessie van actie hebbende van Jan van Wijck en Rutger Cornelisz, contra Adriaen Teunisz Vereest. Vereest heeft als geërfde in de Marsche met Jan van Wijck en Rutger Cornelissen, won. in de Marsche en enige van de mede-geërfden, waarvan enigen heemraden zijn, gemeend dat het aanstellen van een secretaris tot hun arbitrage en macht stond. Zij hebben tot secretaris aangesteld Jacob Boumeester. Er wordt ook geprocedeerd tegen mr. Steven van Eijndhoven en de weduwe van Assuerus Anthonisz Vereest
224-7 Johan van Wijck, domheer, gehuwd met Aletta Steck, en dus mede-erfgenaam van Anthonis Aelbertsz Steck, en bij loting tot de navolgende plecht gerechtigd, contra de weduwe van Cornelis Petersz en mr. Frederick Klerck, advocaat en secretaris, als curator over de boedel van Annigje Peters, weduwe eerst van Matheus Geurtsz van Langelaar, en laatst gehuwd geweest met Jelis Anthonisz de Ridder; Cornelis Petersz gehuwd met Marreke Rutgers hebben op 9-8-1652 t.b.v. Anthonis Aelbertsz Steck geleend 1100 gl, met als onderpand hun huis en hofstad waar zij toen woonden met dertiendehalff mergen land. Zij hebben op 17-11-1670 getransporteerd aan Anneken Peters weduwe Matheus Gertsen van Langelaer
228-14 Aletta Boom, vrouw van Dirck van Wijck, contra Arien van Aelst. Met een request van Dirck van Wijck en Aletta Boom dat zij willen trouwen en dat er kwaadsprekers zijn die dit willen verhinderen, dd. 16-6-1663 te Utrecht. Zij hebben op 5-8-1675 met Adriaen van Aelst afgerekend. Adriaen ontkent meer kostpenningen van Aletta of haar zuster zaliger Grietje Boom te moeten betalen
230-2 Crediteuren van Annigje Peters wed Mattheus Gerritsz van Langelaer. Gerecht ordonneert kanunnik Johan van Wijck en Adriaen van Eck nomine uxoris z.s.m. gezuiverde stukken te leveren
230-4 Crediteuren van Jan Willemsz op de Scheur contra Nenneken, Lijsbeth, Willempjen en Agniesken Jans, kinderen van Jan Willemsz verwekt bij Jannichje van Wijck. Advies van rechtsgeleerden. Met verklaring dat in 1677 de goederen van Jan Willemsz, destijds wonende op de Scheur tot Elst, bij executie zijn verkocht, en niet alle crediteurs zijn voldaan
230-10 Regenten van het weeshuis te Utrecht en Cornelis Meertens contra de crediteuren van Geertje Peters, laatst weduwe Tijmon Wouters als ten behoeve van Arris Faesz. Adriaen van Wijck is door het gerecht aangesteld als curator van deze boedel
232-6 Adriaen van Wijck als gewezen cameraar contra de erfgenamen van burgemeester Adriaen Verhuet als possesseurs van zekere hof buiten de Rijnpoort aan de Hofdam. Specificatie van kosten
234-5 Attestatie van Meijndert Henricksz gehuwd met Dircktjen Claes, op verzoek van Johanna Redrietten. Dat zij in huis te minnen hebben gehad een jong kind van juffr. Redriete, dat daar is overleden en is te Veenendaal begraven. Ook genoemd Johan de Kock van Delwijnen (vader), proponent Van Laar en Johanna van Wijck, j.d. van Utrecht
235-1 Erfgenamen cameraar Boonsaaijer contra schepen Ijsendoorn. Specificatie van kosten van procureur Adriaen van Wijck
235-10 Aelbert van Lith de Jeude, advocaat, voor het Hof van Gelderland, contra de erfgenamen van Huijbert van Wijck en Geertruijt van Hattum. Over verdiend salaris
236-5 Adriaen van Wijck als gehuwd met Maria van Cleef, die weduwe was van ds. Paulus Andringa, in leven predikant te Rhenen, contra Geurt Ewidden en Willem Ewidden, s.s.geroepen zijn. Geurt en Willem waren borg voor hun moeder Geertje Cornelisdr weduwe Ewit Alertsz voor 181 gl volgens obligatie van 16-1-1676
237-9 De kinderen en erfgenamen van burgemeester Huijbert van Wijck contra Metje Tonis, wed. Roelof Jansen van Schaeijck. Verhoor van de weduwe over schuld van 49-13
240-2 Adriaen van Wijck als rentmeester van Agnietenconvent contra Aertje van Manen, weduwe Gerrit Evertsz. Zij is possesseur van het huis en schuur in betreffende plecht van 11-8-1653 bij Jan Hillebrantsen gehuwd met Agniet van Dam gepasseerd. Van Wijck eist betaling van drie jaren rente van 345-70
240-4 Johan Kupius, oud-burgemeester, en Adriaen van Wijck, procureur, contra Harmen Vonck. Verhoor van Rutger Adriaensen, zoon van Adriaen Tonissen, won. op de Steenoven in de Marsche, of hij gezien heeft dat de koeien van Harmen Vonck in de wei van schepen Aelwijck en van Kupius hebben gelopen
240-7 Godart Quint voor zichzelf en namens zijn onmondige zusters en broers, tezamen kinderen en erfgenamen van Johan Quint en Wilhelmina Verweij, vervolgende het proces van wijlen zijn vader als zoon en erfgenaam van Jan Quint den ouden, contra Adriaen van Wijck als weduwnaar van Beligje van Houve en Goosen van Houve, kinderen van Dirck van Hoeven
240-14 Jufr. Bergeijck contra erfgenamen van Huijbert van Wijck. Extract declaratie van executie
241-3 Kinderen en erfgenamen van Huijbert van Wijck en Hilligje Boonsaijer contra Willem van Verssevelt. Over hypotheek van 12-11-1678 met drie jaren rente
241-4 Cunera van Lennip, wed. Thomas Bercheijck contra de erfgenamen van Huijbert van Wijck en Geertruijt van Hattum. Extract van hetgeen Bercheijck heeft verdiend aan Van Wijck
242-11 Jacomina van Stralen contra Gerardt van Heijnevoort. Jacob Gijsbertsz de Bruijn contra de executeurs van de testamente van de weduwe van Vande Varick. Adriaen van Wijck contra Quint. De curateurs van de boedel van Arien Jorisz Bunt contra Willem Jansz Ebbenhorst. Jan Masen van Schaffelaer contra erfgenamen van Cornelis Bosch. Verzoek om advies van rechtsgeleerden
243-2 Jacob Gijsbertsz de Bruijn voor hemzelf en Cornelis Berntsz gehuwd met Neeltje Gijsberts de Bruijn contra Adriaen van Wijck, raad en procureur en Reijer van Manen als executeurs van het testament van Janneke de Bruijn. De gedaagden moeten aan de eisers betalen het legaat van 250 gl ieder conform testament van 19-10-1669 binnen Utrecht gepasseerd, en codicil van 4-8-1680 te Rhenen gepasseerd
243-14 Adriaen van Wijck, procureur, contra Jan van Brenck. Specificatie van salaris in de zaak van Jan van Brenck contra Willem van Verssevelt in 1681
246-6 Adriaen van Wijck, procureur als rentmeester van Agnietenconvent, contra Rijck Cornelissen als possesseur van de 246-hofstede Schonevelt te Achterberg. Tot betaling van 2 jaren rente van 1000 guldens wegens resterende kooppenningen
246-15 Geertruida van Dilsen contra Gijsbert van Cruijsbergen en de onmondige kinderen van Pontiaen van Wijck verwekt bij Maria van Cruijsbergen, waarvan momber is Hendrick van Wijck, lakenkoper te Utrecht. Het gaat om de hofstede in Achterberg die Gerrit Huijbertsz heeft gepacht. Er moet 630 gl worden betaald
248-2 Gillis van Wijck, oud-raad in de vroedschap van Utrecht, contra Hendrick Jacobsz van Essen. Over hypotheek genaamd Engelenburg groot 14 morgen in Veenendaal dd 7-5-1682
248-4 Susanna Boonsaijer weduwe Adriaen van Ommeren contra Willem van Schadijck. Specificatie van kosten van Adriaen van Wijck, procureur
249-1 Aelbert van Ingen, hop- en koornkoper te Utrecht, contra Richarda Bosch weduwe Gijsbert Nieuwenrode. Weduwe Abraham Ijsacqsz contra Jan van Brenck. Idem contra Gijsbert van Seventer. Dirck van Coten getrouwd met Susanna Boonzaeijer weduwe Adriaen van Ommeren contra Anthonij Cornelisz. Erfgenamen van Sijbilla van Hattem contra de kinderen en erfgenamen van Huijgh Petersz. De heer Vander Hem contra Henrick Aertsz van Stuijvenbergh. Mr. Godert Quint contra Adriaen van Wijck en Gosen van Hoeven. Henrik vander Does contra Aert Jansz Poel. De heer vander Hem contra Gerrit Bolderman. Intenditten
254-9 Adriaen van Wijck als rentmeester van Agnieten-Convent contra Hermen Kersten van Bogen, weduwnaar van Mechtelt Everts Dionijs, en Johannes Spijck gehuwd met Elisabeth van Bogen, en Hendrick van Seijll gehuwd met Hillegonda van Bogen, en Aert van Leuwen gehuwd met Everijna van Bogen. Attestatie van Jan Richolt, zoon van Evert Richolt, dat hij in 1657 nog in Doorn woonde en dat hij bij Gerrit Volckens, in leven meestertimmerman in Nederlangbroek, is gaan wonen. Zijn vader is toen naar Deventer gegaan, waar hij woonde op de Brink in de herberg den Romer. Daar heeft hij maar 1 jaar gewoond. Hij heeft daarna ¾ van de Sleutels in Rhenen gehuurd van Evert Evertsz Dionijs en het resterende ¼ van Aert Jacobsz te Wageningen. Evert Richolt heeft daar gewoond van 1658-1663. Met attestatie van Hendrickje Richolt, eerder weduwe van Hendrick van Noorthoorn, won. Amsterdam. Zij beaamt de attestatie van haar broer. Haar vader is in 1663 weer naar Doorn gegaan. Zij heeft met haar man daar ook gewoond tot 1666
255-3 Adriaen van Wijck als rentmeester van Agnieten-convent contra Maria Klock, weduwe Johan van Geijn s.s.g. is. Van Wijck meent dat Klock nog moet betalen. Zij beroept zich op Hof van Utrecht
255-11 Gerecht contra overste Steiart/Stuart. Memorie voor de deurwaarder dat het getimmer op de weert van de erfgenamen van Anthonis van den Berch in eigendom kan worden overgenomen door overste Steiart. Met getuigenverklaring van deurwaarder Coenraat Beeck. En getuigenverklaring van Frans Palmers, brouwer alhier, op verzoek van Cornelis van Wijck, oud-burgemeester
255-12 Hoofdofficier Smissaert contra Cornelis van Wijck, oud-burgemeester. Gerecht condemneert de gedaagde in de boete van 50 guldens
256-8 Hendrick Klaarbosch contra Willem van Middelwijck. Verhoor van Cornelis van Wijck, oud-burgemeester van Rhenen of hij present was toen Hendrick zijn zoon bij Willem van Middelwijck bestelde om als grutter te dienen
257-5 Huijbert van Wijckersloot als rentmeester van Agnietenconvent als aangenomen hebbende dearrementen van proces bij Adriaen van Wijck aangeheven contra weduwe van Jacob Robberts en Breunis Aerts, Matthijs de Wolf gehuwd met Woutertje Aerts, Elbert Aertsz, Gerrit Aerts en Brant Aertsz, en hun zuster alsmede Jacob Willemsz, Robbert Willemsz, Michiel Jans gehuwd met Willemken Aerts, Peter Robberts en de weduwe van Jan Hendricksz de Wit, tezamen erfgenamen van Jacob Robberts. Over schuld
258-1 Cornelis van Broeckhuijsen, Gerrit Jacobsz van Essen, Smissaert contra mevrouw Klerck, Cornelia van Riebeeck contra de kinderen en erfgenamen van weduwe Kupius, en contra de erfgenamen Warnsingh. Adriaen van Wijck als rentmeester van het convent alhier en naderhant Huijbert van Wijckersloot contra Hermen Kiesz? Memorie van het gebesoigneerde
258-9 Dr. Huijbert van Wijckersloot, rentmeester van Agnietenconvent als aangenomen hebbende de arrementen van proces bij Adriaen van Wijck, aangeheven contra de kinderen en erfgenamen van Maria Roest, weduwe dr. Kupius, als aangenomen hebbende de arrementen van proces bij hun moeder geïntenteerd. Ook dit gaat over de verjaarde acte van condemnatie op de plecht van 6-4-1665 bij Willem Verweij en Elisabeth Cornelis Budding tbv Agnietenconvent gepasseerd
15-11-1641: Lijst van alle transporten en vestenissen te Rhenen en vrijheid in 1640. Op 3-1-1640 heeft Jan Cornelisz van Haef, schipper, getransporteerd aan Jan Dircks mandemaker en Hendrick Bentsen, schutmeester, een huis in Veenendaal bij ’t Swaluwenstart. Op 6-1-1640 heeft Jan Cornelissen getransporteerd aan Jan Hendricksz de Cruijff een huis te Elst. Op 21-1-1640 heeft Meijnsken Dircks van Wijck, wed. Oth Hendricksz getransporteerd aan Gerrit Gerritsen van Bronckhorst, bakker, een huis te Rhenen. Op 8-2-1640 heeft Hendrick Jansen bij Jan Gijsbertsz in zijn huis gevestigd 150 gl. Op 9-3-1640 heeft Aert van Steenbeeck getransporteerd aan Adriaan Anthonissen en Assuerus Anthonissen 4 hont bergland. Op 9-3-1640 heeft Adriaantje Gijsberts weduwe Claes Hendricksen Lam, tbv kinderen van Willem Goijersen in een stuk land de Heuvel genaamd gevestigd 500 gl. Op 23-3-1640 heeft Aeltgen Jans c.s. getransporteerd aan Frans Jansen brouwer een huis te Rhenen. Op 30-3-1640 heeft jonker Aernt van Deuverden van Voort tbv Cornelis van Pallaes gevestigd in zijn hofstede te Achterberg 400 gl. Op 2-4-1640 heeft Isak Bosch getransporteerd tbv Geurt Rutgersen een huis in Veenendaal. Op 4-5-1640 heeft Jan van Steenbeeck getransporteerd aan mr. Jan Lijndenius een huis te Rhenen. Op 9-5-1640 heeft Cornelis Jacobsen Lam getransporteerd aan Jacob Ernsten Tin een huis te Rhenen. Op 5-6-1640 hebben directeuren van de boedel van Jacob Jansen getransporteerd aan Jan Toll een huis te Rhenen. Op 11-6-1640 heeft Bartholomeus Bercheijck als gemachtigde van Adriaantje Gijsberts gevestigd in haar landerijen die zij in erfpacht heeft van Ottho van Hemert 3200 gl tbv het weeshuis te Utrecht en 300 gl tbv Jacob van Sipenes. Op 11-6-1640 heeft Adriaantje Gijsbertsz in het voorsz goed gevestigd tbv Anthonis Aelbertsen Steck, Gerard Klerck en Willem Klerck, 1700 gl. Op 22-6-1640 heeft Jelis van Stoutenburch als curator van de boedel van Merri Rijksen getransporteerd aan Gerrit Arisen Vastrick een huis te R
29-1-1576: Adriana Willem Adriaensz weduwe, 63 jaren, heeft op verzoek van Johan van Wijck en Jelis van Wijck lijflicken aen Godt ende ten heijligen gezworen waar te zijn dat zij en haar man alle pachten van 12 morgen land in de Marsche genaamd joffr. Lambertsland/Amlertsland heeft betaald.
1-10-1602: Reijer van Hattem x Francisca van Wijck bekennen schuldig te zijn aan Pelgrum Cornelisz x Anna Gerritsdr een jaarlijkse losrente van 20 gl op huis, hof, en hofstede met 2 schuren die zij heden hebben getransporteerd.
30-11-1625: Hypotheekstelling volgens akte van 30-11-1623. Aert Claesz x Aertgen Herre Jansdr, won. Veenendaal, mitsgaders Thomas Hubertsz van Bemmel x Alidt van Wijck, won. Rhenen, als borgen, bekennen verkocht te hebben en schuldig te zijn aan Josina van Lienden, huisvrouw van jonkheer Cornelis de Wael van Vronesteijn, 300 gulden. Zij stellen als onderpand op 30-11-1625 de helft van huis en hofstede in Veenendaal, oostwaarts Peter Hendricksz en westwaarts Jan Sweren c.s.
2-3-1550: Herbert van Setten heeft beslagen Marten Jansz, schout, in absentie van Beernt van Wijck en Herman Vonck, schepenen, alzulke rente met de hoofdsom als Mechtelt Lijsters Hendrick Block schuldig is.
30-12-1550: Hendrick Jansz Cloet, won. Helmond, voor zichzelf en als voogd over Dirck, zijn zoon, verwekt bij Beth Dirck van Cleeffsdochter zaliger, constitueert Beernt van Wijck, Willem Lijster, won. Rhenen, Gijsbert Hermansz van der Cuijl en Engel Engelsz, won. Utrecht, om te Rhenen te transporteren aan Sander van Bommell de helft van een stuk veen te Veenendaal in het Middelwijkse lot, daar oostwaarts Willem Ricoutsz te Amersfoort, zuidwaarts de berg, westwaarts Dirck van Breenvelt en noordwaarts de Veluwe.
10-4-1551: Meerten Jansz Tulman, schout, Beernt van Wijck, Dirck Everwijn, Herman Vonck, Herbert van Setten, schepenen, hebben in vrede gelegd Jan de Keijser en Dirck Lijster, en Dirck ook namens zijn moeder, alle correctie als men vredebrekers behoort te doen.
10-6-1551: Willem Lijster Willemsz x Elisabeth transporteren aan Lucia Jansdr wed Gijsbert van Wijck huis en hofstede in de Visscherstraat daar oostwaarts Aernt de Coemen, zuidwaarts de gemene straat, westwaarts Alit van Banebos en noordwaarts Beert Melisz. Momenteel woont Lucia hier al in. Zij transporteren ook een eigendomsbrief van 12-11-1502.
29-6-1551: Dirck van Ermelen belooft dat hij de nabeschreven schulden lossen zal en de brieven in handen van jufr. van Cronenburch en Olifier van Weeze gecanseleerd leveren zal op Odulphusdag 1552. Ten eerste de brief van de kerk van Rhenen van 600 gulden. Ten tweede twee brieven van Dirck de Bruijn van 150 gulden en 200 gulden. En een brief van Zeger van Wijck van 300 gulden. En een brief van Weijm Keijsers van 300 gulden. En een van Lijsbeth Mommen van 225 gulen. En een van Willem Beijer van 150 gulden. Dirck Hendricksz 90 gulden. Jorden de schipper 75 gulden, Agniet van Buchel 100 gulden en Jan Stevensz 160 gulden.
15-7-1551: Jan de Roij, schout, Marten Tulman en Beernt van Wijck, burgemeesters, doen handsluiting en bevel aan Gerrit de Wit dat hij niet malen zou op de rosmolen tenzij tussen Gerrit en Sander Jansz hun kwestie door het gerecht gedecideerd was.
22-7-1551: Beernt van Wijck, cameraar-burgemeester, en Herbert van Setten, schepen, hebben geïnventariseerd, op verzoek van Hendrick Woutersz, alle goederen die Hensken van Coeten binnen Rhenen heeft, nl. een tresoir, een bed met toebehoren en alle kleine huisraad en dat zij dit niet verkopen zal voordat Hendrick Woutersz voldaan is.
3-7-1556: Heer Dirck Hol Jansz, priester, met als momber zijn broer Frederick Hol, en Frederick Hol voor zichzelf, en Adriaen Beijer x Aeltgen, mr. Gerrit Bock x Henrixsken, heer Jan van Hattem met als momber Dirck van Hattem, zijn broer, en Dirck van Hattem x Eecht, Adriaen van Hattum x Anna, Thonis Jansz x Anna, Hendrick Stevensz x Jut, Jan Dircksz x Harman, Hendrick Dircksz x Henricksje, Dircksken, wed., met Hendrick Dircksz, haar momber, Jan Segersz x Anna, Hilleken Thonis en Janneken met Elis Sensz, hun momber, Cornelis Stevensz x Cornelia, Jelis Hol x Merry, Gerrit Hol x Ubbel, Adriaen Hol x Bij, Hendrick Woutersz x Margriet, Wouter van Suijlen x Anna, Roelof van Hattem x Merrij, mr. Adriaen x Janna, heer Jan van Wijck, met Gelis van Wijck, zijn momber, Gelis van Wijck x Gerit, Hendrick van Wijck x N.N. , Willem Adriaensz x Adriaen, Janneke van Wijck, met Gelis van Wijck, haar momber, Dirck van Hattem x Griet, als vrienden en magen transporteren aan Claes Lijster x Elisabeth alle erfenis binnen en buiten Rhenen, in de Nude, op de berg en over de berg en de rente uit Kostverloren, uit de Petantenweerdt met nog een akkertje bij Lienden, hen aanbestoven van Hendrick Mom x Elisabeth.
17-3-1557: Anna van Buren, wed. Adriaen van Lienden, bekent schuldig te zijn aan Bernt van Wijck, 5 gulden wegens beluchting op Adriaen van Liendens graf. Zij is ook schuldig aan Wouter van Suijlen 12 gulden wegens 2 jaren rente.
12-8-1557: Bernt van Wijck stelt zich borg voor Jacob Sijmonsz als momber van zijn onmondige kinderen verwekt bij zaliger Geertruijt van Lijnden.
15-2-1558: Cornelis Jansz x Maria als principaal en Jochem Cornelisz x Sophia, Dirck Gosensz x Anna als borgen bekennen schuldig te zijn aan Bernt van Wijck x Met 56 gulden.
7-3-1558: Cunera Lijsters, wed. mr. Pouwels Netelroet, met Jacob van Harn Gerritsz, haar gekoren momber, transporteert aan Alert Jansz x Dorothea van Harn 0,5 morgen land gemeen liggende met Dirck Lijster en de kinderen van Geertruijt van Lijnden, in de Neder-Nude, daar oostwaarts Bernt van Wijck, zuidwaarts de weidijk, westwaarts de erfgenamen van Gerrit van Harn en noordwaarts de Eem. Alert Jansz x Dorothea van Harn bekennen schuldig te zijn aan Cunera Lisjters 6 Philipsguldens per jaar.
8-3-1558: Jacob Sijmonsz als vader en momber van zijn onmondige kinderen verwekt bij Geertruijt van Lijnden, en Willem Lijster Dircksz als mede-momber, mitsgaders Jacob van Renen en Frans Verwaij als weesmeesters, transporteren aan Dirck Lijsters x Maria Voncken 1 morgen land van de twee morgen gemeen met Evert Lijsters erfgenamen in de Neder-Nude, tussen Bernt van Wijck en Gerrit van Harns erfgenamen.
29-3-1558: Evert Lijster x Alijt, Hendrick Hol x Peternella, Elisabeth en Hilligje Lijsters, met hun gekoren momber Evert Lijsters en Hendrick Hol, bekennen schuldig te zijn aan Bernt van Wijck x Mechtelt 75 gulden. Zij stellen als onderpand hun venen in Rhenen en Veenendaal.
2-4-1559: Claes Lijster, cameraar-kerkmeester, Bernt van Wijck, Eerst van Ewijck, kerkmeesters te Rhenen, bekennen ontvangen te hebben van jonker Hermen van Westerholt, heer tot Westerholt, etc., x Johanna van Duvenvoirde 700 gulden volgens de rentebrief van St. Petersavont ad Cathedram 1521, sprekende op de goederen van zaliger Balthazar van Wees x Margriet van Leeffdael.
26-6-1559: Bernt van Wijck bekent schuldig te zijn aan Goessen van Lijnden x Alit Lijsters 52 gulden.
29-12-1559: Evert Lijster x Aeltgen Jacob die Geestedr, Hendrick Hol x Peternella Lijsters, Jan van Wijck x Beligen Lijsters, en Evert Lijster als momber van Hillitgen Lijsters, zijn zuster, renuntieert van 2 morgen land bij de Galgenberg waar zij comparanten twee morgen bezijden hebben liggen, en dat als erfgenamen van Sijmon Voel en t.b.v. het gasthuis te Rhenen
17-3-1560: Evert Lijster x Alijt de Geest, Hendrick Hol x Peternella Lijsters, en hen sterk makende voor Jan van Wijck x Bet, en ook Evert Lijster als momber van Hillitgen Lijsters, zijn zuster, transporteren aan Peter van Manen x Alijt Hendricksdr 2 morgen bergland in Remmertereng daar oostwaarts het gasthuis, zuidwaarts de Rijn, westwaarts de kerk van Rhenen.
8-7-1559: Maakgescheid tussen Jacob van Harn Gerritsz ter eenre en zijn kinderen verwekt bij zaliger Aeltgen Eijnberts, zijn nagelaten weduwe, ter andere zijde. Willem van Harn Gerritsz vanwege Jacob van Harn, zijn broer, ter eenre, Ludolf Lodewijcksz, won. Zwolle, als een oom zoon van zaliger Aeltgen Eijnberts, nagelaten huisvrouw van Jacob van Harnen rechte momber over de twee onmondige kinderen van zaliger Aeltgen verwekt bij Jacob van Harn, namelijk Eijnbert Jacobsz van Harn en Heijlwich Jacobsdr, heer Bernt Rijcks, pastoor te Kesteren, en Bernt van Wijck, vanwege deze kinderen gebeden zijnde, ter andere zijde, maken een maakgescheid.
10-5-1561: Bernt van Wijck x Mechtelt bekennen schuldig te zijn aan Cornelis Jansz x Maria. Zij stellen als onderpand een huis binnen Rhenen aan de Langeherenstraat daar Cornelis en Maria nu in wonen. Op 14-5-1561heeft Cornelis Jansz bekent de inhoud voldaan te zijn.
5-11-1561: Jacob van Harn Gerritsz als momber van alle onmondige kinderen van Jan van Harn Gerritsz en Jan van Harn Willemsz als voogd en momber van Elisabeth van Harn, die Jan van Harn Gerritsz verwekt heeft bij Judith van Wijck, zijn eerste huisvrouw, Cornelis Evertsz voor zichzelf en als vader en momber over Janna, zijn dochter verwekt bij zaliger Janna Maesendr, zijn eerste huisvrouw, mitsgaders Roelof Jansz als momber van de kinderen van Janna Maesendr verwekt bij Jan van Harn Gerritsz, transporteren aan Cornelis Jansz x Maria Geesonsdr de helft van een schuur met erf en grond waar Elisabeth Dirck Melisz weduwe met de wederhelft noordwaarts naast gelegen is, daar oostwaarts Claes Lijster, zuidwaarts Henrick Jansz Bloem en westwaarts de Herenstraat. De wederhelft wordt op dezelfde tijd getransporteerd aan Elisabeth Dirck Meliszweduwe.
27-1-1563: Bernt van Wijck x Mechtelt bekennen schuldig te zijn van Cornelis Jan Roelofsz 51 gulden van overgezette penningen van zaliger Jan van Gelre van het huis waar Cornelis Jansz voornoemd nu in woont, staande aan de Lange Herenstraat, daar oostwaarts Walraven Woutersz, westwaarts Jan van Harn Petersz. Op 14-5 heeft Cornelis Jansz deze brief, die volgens hem vermist was, weer tevoorschijn gebracht.
19-12-1564: Goert Bogert en Cornelis van Kessel constitueren Bernt van Wijck, Philips Ram, Verweij, Jacob Tonisz, Willem Lubbertsz, Meijert Aertsz en Henrick Gerritsz.
25-4-1565: Johan de Keijser, cameraar, Bernt van Wijck en Goossen van Lynden, kerkmeesters vanwege de Cunerakerk, volgens ordonnantie van 11-2-1561, transporteren aan heer Henrick van Wijck, priester en vicaris te Rhenen, een huis met hof en hofstede zoals Bernt van Wijck deze gebruikt heeft, behorende tot St. Anthonisvicarie, daar zuidwaarts de stadsmuur, westwaarts de kerk nu Margrit Lulofsz weduwe van Frans van Oert, en noordwaarts het kerkhof. Verder transporteren zij aan heer Adriaen van Rents, pastoor te Bennekom en vicaris te Rhenen, een huis binnen Rhenen waar oostwaarts de markt, zuidwaarts Huijbert Lijsters huis, westwaarts en noordwaarts het kerkhof. En aan Margriet Lulofsz, wed. Frans van Oert een huis binnen Rhenen daar oostwaarts de kerk, nu heer Henrick van Wijck, zuidwaarts de stadsmuur, westwaarts de stadswal en noordwaarts het kerkhof.
4-6-1565: Christina, wed. Henrick Bugel, constitueert Dirck van IJselsteijn, Jan van Wijck, en Hermen Spijcker.
25-1-1566: Neeltgen Henrick Kemerlysdr, weduwe van Jan van Harn Petersz, bekent schuldig te zijn aan Bernt van Wijck 39-7 wegens weipacht.
6-2-1571: Janna Lijster, nagelaten weduwe van Claes Lijster, constitueert Henrick Lijster, haar zwager, Aelbert Verweij en Bergeijck, wegens 5 hont land gelegen in de Marsch aan het Oude Veer, die haar zoon Dirck Lijster heeft opgedragen aan Jan van Wijck Henricksz.
14-4-1574: Gerrit Gerritsz x Vreechgen Woutersdr transporteren aan Jan Aelbertsz x Alijt Rijcksdr 2 morgen hooiland met erf en grond te Achterberg, daar oostwaarts heer Henrick van Wijck met zijn vicarie, zuidwaarts de Maatsteeg, westwaarts de Poelscampen en noordwaarts de cromme over de Grift.
22-6-1574: Jan Dircksz van Afterberch stelt in handen van de pander wegens heer Frederick van Toutenborch, door Gods genade aartsbisschop van Utrecht, al zijn gerede en ongerede goederen, te weten een huis, berg en getimmer, waar hij in woont, vier koeien, een morgen rogge op zijn hofstede op de grond van Mechtelt van Wijck, twee bedden en twee potten, om daaraan te verhalen 300 gulden.
16-8-1574: Cornelis Gerritsz Clerck en Jan Aertsz Huijges hebben verkocht aan Egbert Jansz van Wijck de windkorenmolen met huis, erf, land en grond met toebehoren buiten de Westpoort, uitgenomen het getimmer van de schuur met de stenen waarin de legger en de vervallen berg daarbij gelegen.
30-12-1574: Dhr Henrick van Wijck, vicaris in de Cunerakerk, bekent met Peter van Surrekesteijn, zijn gekoren voogd in deze zaak, schuldig te zijn aan de gasthuismeesters van Rhenen, 3 gulden per jaar. Hij stelt als onderpand de alinge huijsinge met erf en grond staande op het kerkhof, waar hij in woont, waar zuidwaarts de stadsmuur en noordwaarts het kerkhof.
19-3-1575: Dr. Henrick Lijster voor zichzelf en namens Henrick Lijster, Jan Lijster en Alijt Lijsters, zijn broers en zuster, allen kinderen en erfgenamen van Claes Lijster, transporteert aan Jan Evertsz x Elisabet van Wijck de nederste helft van een huis en hofstede met de schuur of stal daaraan behorende, staande binnen Rhenen, genaamd De Sleutel, daar oostwaarts de kamer van dit huis, welke kamer is tinsgoed van zijne koninklijke majesteit, zuidwaarts Willem Vastrick of daar hij het met recht gelaten heeft, westwaarts een gemene steeg en noordwaarts de Herenstraat. Jan en Elisabeth bekennen schuldig te zijn aan dr. Henrick Lijster c.s. 18-17 per jaar en 12 gulden per jaar.
19-3-1575: Judith Lijster, wed. Evert Jansz, transporteert aan dr. Henrick Lijster c.s. vierdehalfhonderd gulden die zij sprekende heeft op de grote elswaard gelegen in de Marsch waar Jan Dircksz indertijd bruiker van was, gekomen van juffr. Clemens van der A, nagelaten weduwe van Dirck van Culenborch, volgens maakgescheid berustende onder dr. Henrick Lijster, van 22-4-1547. Zij bekent schuldig te zijn aan dr. Henrick Lijster c.s. 3 gulden per jaar wegens een stal en schuur met erf en grond binnen Rhenen, zoals Willem van Harn die heeft gekocht t.b.v. Jan Evertsz x Elisabeth van Wijck.
27-2-1576: Aelbert Jansz van Amerongen transporteert aan Jan Jansz x Geertruij Brant Stevensz een hofstede met erf en grond te Elst, daar oostwaarts Jan Neut te Wijk, zuidwaarts Renes van Wulp, westwaarts juffr. van Wijck te Utrecht met haar adherenten, en noordwaarts de gemene Herenstraat.
31-5-1576: Gerrit Vastrick x Hillegont Anthonisdr bekennen schuldig te zijn aan Henrick van Wijck, priester en vicaris in de Cunerakerk, Willem Vastrick en Peter van Surrekesteijn, als testamentoren van zaliger Marie Hubertsdr, t.b.v. twee eerbare, schamele vrouwen, hetzij maagden of weduwen, die het huis van Marie Hubertsdr bewonen en gebruiken zullen, volgens de dispositie door Marie Hubertsdr gemaakt, ten eeuwige dage gedurende, de som van 3 gulden per jaar.
1-6-1576: Judith Lijsters, nagelaten weduwe van Evert Jansz, als enige erfgename van Jan Evertsz, haar zoon, heeft volgens maakgescheid gemaakt tussen haar ter eenre en Elisabeth van Wijck, nagelaten weduwe van Jan Evertsz, ter andere zijde, op 25-10-1575, getransporteerd aan mr. Wouter Suyrmont x Heijlwich van Harn het huis met schuur of stal daar achter gelegen met erf en grond, genaamd de Sleutel, daar oostwaarts de kamer van de Sleutel, zuidwaarts de afgebrande of vervallen hofstede met de erfgenamen van Teunis Stevensz Sprot, westwaarts een gemene steeg en noordwaarts de Herenstraat. En nog en schuur met erf en grond daar oostwaarts de Herenstraat, zuidwaarts Henrick Jacobsz, westwaarts de erfgenamen van Henrick Jansz Bloem en noordwaarts Pelgrum Cornelisz. Wouter en Heijlwich bekennen schuldig te zijn aan Judith Lijsters 12 gulden per jaar.
18-6-1576: Henrick van Wijck, Steven Ijsbrants, Johan Luijlofsz en Anthonie Evertsz, priesters en vicarissen in de Cunerakerk, mr. Guert Berntsz, currentor en schoolmeester, en Wouter Henricksz, koster van deze kerk, constitueren Henrick de Ome?, Splinter van Hamersfelt, procureurs voor de geestelijke rechter te Utrecht, om recht te spreken tegen Damiaen Vonck.
30-1-1577: Jan Thonisz bekent schuldig te zijn aan Goessen van IJngen en Jan van Wijck Hubertsz 50 gulden.
18-2-1577: Gerrit Hermansz van Wijck bij Duurstede constitueert Bergeijck.
25-9-1577: Willem van Harn heeft uit kracht van procuratie gepasseerd te Culemborg door Alaert Jansz, brouwer, Amelis Alertsz x Henrickgen Aert Robbendr, Anthonis Alertsz en Jan Alertsz, broers, Peter van Groetfelt x Mergriet Alert Jansdr en Joesken Alertsdr, met Alaert Jansz, haar vader en momber in deze zaak, allen kinderen van Alaert Jansz en Dorothea van Harn, zijn overleden huisvrouw, transporteert aan Cornelis Thonisz x Anna, Jerefaes Engberts x Judit, 4 morgen land met erf en grond in de Rhenense Nuede, daar oostwaarts de erfgenamen van Bernt van Wijck, zuidwaarts de Weijdick, westwaarts St. Pieter en noordwaarts de Eem. Cornelis en Jerefaes bekennen schuldig te zijn aan Alert Jansz c.s. 375 gulden als rest wegens levering van dit land. Op 11-8-1578 hebben Cornelis Thonisz en Jerefaes Engbertsz 187-5 betaald aan handen van Jan Alertsz.
19-10-1577: Anthonia Vastrick Gerritsdr zweert dat het land gelegen aan de Ingense dijk niet meer bezwaard is dan met 50 gulden die Willem van Wijck daaruit heeft.
28-2-1578: Peter Claesz op Prattenburgh x Anna bekennen schuldig te zijn aan Tonis Jansz en Adriaen Petersz, inwoners van Utrecht, t.b.v. Jan van Wijck, hun vader, als erfgenamen van Jannigjen, zijn overleden dochter, die huisvrouw geweest is van Brant Jansz, 37-10 als rest wegens de erfenis van Jan van Wijck hem aangekomen door dode van Jannigje.
30-4-1578: Elisabeth van Drueten, nagelaten weduwe van Jochum van Ghent, voor haarzelf en als boedelhoudster van Adriaen van Ghent, haar zoon, en hen beiden sterk makende voor Jacob van Gent, hun innocente zoon en broer, transporteren aan Elisabeth en Mechtelt van Wijck, zusters, een stuk erf en land in de Nuede, houdende omtrent 3 morgen, daar oostwaarts Johan de Keijser de Jonge met zijn erfpachtgoed van de heren van St. Pieter, zuidwaarts de Bandijk, westwaarts de erfgenamen van Henrick Valckener en noordwaarts de erfgenamen van Gerrit van Harn.
28-5-1578: Gerrit van Aken, pater van St. Agnietenconvent te Rhenen, Anna Jansdr, mater, Elisabeth van Wijck, procuratorster bekennen met approbatie van Willem van Horssen, generaal minister der derde orde van penitentie van St. Franciscus, kopen een morgen land in de Marsch en nemen een lening op van 100 gulden bij Adriaen Roelofsz. Zie ook deze akte van datum 14-6-1578.
18-11-1578: Pelgrum Cornelisz x Anna Gerritsdr bekennen schuldig te zijn aan Elisabeth en Mechtelt van Wijck, zusters, 9 gulden per jaar. Zij stellen als onderpand de helft van 4 morgen land met de grond, genaamd De Lange Akkers, daar oostwaarts de Wudenbergse kampen, zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts de erfgenamen van Joest Vastrick en noordwaarts de Weijdick.
12-12-1585: Jan Gerritsz, schipper, constitueert Verweij om te kennen Jelis Willemsz zulke som geld, en te bekennen schuldig te zijn aan Alert van Wijck 78-10.
21-1-1586: Willem van Lienair x Mechtelt van Wijck, mitsgaders Elisabeth van Wijck, met Jochem Stevensz, haar gekoren momber in deze zaak, transporteren aan Alit Aelberts een rentebrief van 150 gulden, waarvan 50 gulden betaald zijn. De brief dateert van 23-10-1578.
4-7-1584: Peter Denisz van Culemborg bekent schuldig te zijn aan de onmondige kinderen van Pons Bertsz 100 keizersguldens. Op [datum niet ingevuld] bekent Gijsbert Ponsz uit handen van Peter Denisz van Culemborg als borg voor Claes Petersz van Wijck vanwege de onmondige kinderen van Pons Bartsz ontvangen te hebben 100 gulden.
25-10-1585: Anthonis Cornelisz stelt zich borg voor Dirck Jerephaesz van Wijck, Jan Jansz en Jacob Aertsz beroerende het bovenstaande appel bij Jan Tulman heden doen aantekenen.
3-4-1589: Cornelis Cornelisz Clercq x Adriana van Wijck, met als borg Jan Aelbertsz Toll, bekennen schuldig te zijn aan Wilger van Moerendael, kanunnik St. Pieter, 25 gulden per jaar wegens 200 guldens hoofdsom, ten lijve van Jacob en Claes, kinderen van Cornelis de Hont Claesz, bij Maria Moerendael verwekt, of de langstlevende van hen beiden. Zij stellen als onderpand 13 roeden veen in Veenendaal in Cappellenlot, bepaald oostwaarts de weduwe van mr. Henrick Lijster, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Herman Scherpinck en noordwaarts de gemene grift.
29-4-1588: Rochus van Dulcken constitueert Aert van den Zande, procureur voor het Hof van Utrecht, Jan Suermondt en N. Schadenbroeck, procureurs voor de stad Utrecht, mitsgaders Jan van Wijck Hendricksz om te doen arresteren twee ruiterpaarden toebehorende Jan Knol, gewezen korporaal van kapitein Boucker, tegenwoordig binnen Utrecht zijnde, om daaraan 64 gulden te verhalen wegens verteerde kosten.
16-3-1590: Hendrick Cornelisz van Amerongen constitueert heer Herman van Amerongen, pastoor te Rijswijk, en Huijbert van Wijck.
16-7-1590: Peter Dircksz de Wit x Elisabeth Sandersdr, met Aelbert Verweij, haar gekoren momber in deze zaak, bekennen schuldig te zijn aan Jan van Wijck Jansz 53 gulden wegens geleend geld. Zij stellen als onderpand hun huis en schuur binnen Rhenen aan de wal en Kruisstraat.
21-9-1590: Gerrit Dircksz en Dirck Roelofsz met zijn vrouw, mitsgaders Anthonia Dircksdr, tezamen erfgename van Alidt van Wijck, geprofesseerde zuster, in haar leven van St. Agnietenklooster te Rhenen, bekennen ontvangen te hebben van Wouter Hendricksz, koster te Rhenen, 50 gulden die Alidt van Wijck in haar leven t.b.v. Sebastiaen van Thiels kinderen uitgezet had.
7-1-1591: Frans van Ewick x Elisabeth van Wijck, enige erfgename van heer Henrick van Wijck, haar broer, constitueert Willem van Zomeren en Herbert van Haeften en Rochus van Hardinxvelt.
5-1591: Jelis Willemsz x Meecken Joachimsdr bekennen schuldig te zijn aan Frans van Ewick x Elisabeth van Wijck 163-10 wegens overgenomen penningen vanwege Adriana van Wijck, wed. Willem Adriaensz, hun moeder. Zij stellen als onderpand hun land in de Marsch.
26-11-1591: Jan Aelbertsz Toll x Aeltgen Rijcksdr transporteren aan Cornelis Cornelisz Clerck x Adriana van Wijck 13 roeden veen daar oostwaarts de erfgenamen van Johan de Keijser de oude, zuidwaarts Cuneraweg, noordwaarts de gemene grift en westwaarts Herman Scherpinck.
28-12-1591: Jan Herbertsz, burger te Rhenen, transporteert aan Andries van Bemmel een schuldbrief van 300 gulden die hij sprekende had aan de conventualen te Rhenen wegens geleende gelden, ondertekend door zaliger Gerrit van Aecken als administrateur, Beatrix Claesdr, mater, en Elisabeth van Wijck, procuratrix op 14-10-1587. Andries van Bemmel bekent schuldig te zijn aan Jan Herbertsz 59-7½.
25-1-1592: Adriana van Wijck, wed. Willem Adriaensz, met Rochus van Dulcken, haar gekoren momber in deze zaak, constitueert Aelbert Verweij. Dulcken stelt zich borg voor Adriana van Wijck in de zaak tegen Jelis Willemsz.
17-1-1592: Dircxken Dirck van Wijck, wed. Adriaen van Wijck, met Andries van Bemmel, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteert aan Elisabeth van Wijck, haar dochter, zekere rentebrief van zes zilveren Joachimdaalders per jaar, of 30 goede stuivers Brabants, die zij sprekende heeft op het convent of klooster genaamd Mariengaarde te Heusden in de Nederbetuwe gelegen, dd. 22-12-1568, en dat wegens de getrouwe diensten van Elisabeth van Wijck aan haar bewezen.
23-4-1592: Huijbert Aertsz de Bruijn x Anna Zegersdr, mitsgaders Claes Ponsz x Willemken Jansdr, Feijsken van Wijck, wed. Pons Cornelisz, met Steven Stoffelsz, haar gekoren voogd in deze zaak, met nog Bernt Willemsz x Aritgen Cornelisdr, mitsgaders Steven Stoffelsz x Goesentken Ariaensdr en Huijbert Gijsbertsz x Trijn Stoffelsdr, Jan Petersz de jonge x Aeltgen Stoffelsdr, voor henzelf en namens Jacob Jansz x Margriet Stoffelsdr, hun zuster, allen erfgenamen van zaliger Lijs de Bruijn, gewezen huisvrouw van zaliger Hendrick Aertsz vander Horst, transporteren voor de helft, mitsgaders Henricxgen Henricx, nagelaten weduwe van Hendrick Henricksz, die erfgenaam was van Hendrick Aertsz van der Horst, en gebleken zijnde dat zij haar dochter Sara, verwekt bij Hendrick Hendricksz, haar zaliger man, had uitgekocht van haar vaders erfenis, met Cornelis Thonisz Budding, haar gekoren momber in deze zaak, voor de andere helft, een huis en hofstede aan Michiel Petersz van Hulst x Margriet Jansdr, daar oostwaarts Jan Petersz van der Horst de oude, zuidwaarts de Herenstraat, westwaarts de weduwe en erfgenamen van Pauwels Tets en noordwaarts Engel de slotenmaker, won. Lienden, naast gelegen zijn.
26-4-1593: Pieter Hendricksz van Heusden stelt zich borg voor 15 mudden zomergerst liggende ten huize van Jan Tulman, toebehorende jonker Frans van Lienden, heer tho Cronenburch, die Oth van Wijck en Jan van Wijck hadden laten arresteren.
9-11-1594: Cornelis Clerck x Adriana van Wijck transporteren aan Dirck Cornelisz Dunharn 13 roeden veen met het weiland en bouwland daarvan aangemaakt zijnde, door Cornelis Clercks vader gekocht van Johan Aelbertsz Toll, daar oostwaarts de erfgenamen van Johan de Keijser de oude, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Herman Scherpinck, noordwaarts de grift.
2-3-1596: Jan Gerritsz x Francisca Willemsdr transporteren aan Rochus van Dulcken x Agnesa Willemsdr de helft van een stuk land van 6 morgen in de Middelnude, van welke 6 morgen Frans van Ewick x Elisabeth van Wijck de wederhelft competeren, daar oostwaarts St. Niclaasvicarie, zuidwaarts de gemene Affweg, westwaarts Cornelis van Stoutenborch x Heijlwich van Harn met haar kinderen, en noordwaarts de gemene Weidijk.
25-4-1603: Frans van Ewick x Elizabeth van Wijck transporteren aan Anthonis Hermansz metzelaer x Marie Jeriphaesdr een huis, hof en hofstede aan het kerkhof van Rhenen, bepaald oostwaarts de vicarie van St. Anthonis, zuidwaarts de stadswal, westwaarts Belij van Oirt en noordwaarts het kerkhof. En dat voor een vrij eigen goed, uitgezonderd 3 gulden die het gasthuis te Rhenen daaruit jaarlijks heeft. Anthonie en Marie bekennen schuldig te zijn aan Frans en Elizabeth 281-5 als rest van de kooppenningen.
27-5-1609: Weijndelmoet van Assch, wed. Johan van Wijck, met Hendrick van Rempst, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteert aan Sweer Goortsz de helft van huis en hofstede met de verbeterschap van de erfpacht staande op de grond van de weduwe van Renes van Moermont c.s. in Veenendaal, op de last van de halve erfpacht uit de grond waarop dit huis staat, bedragende 4-2-8 per jaar.
7-2-1638: Jan Cornelisz van der Poll x Judich Dirx Soet transporteren aan dr. Jan Dommissen Blenckvliet te Rotterdam, alle akte en pretentie van de verkochte caschuijt als zij daarop gehad hebben, verkocht aan Teunis Cornelissen van Wijck, schipper, op 8-3-1637 voor 1650 gulden.
29-6-1641: Neeltgen van Triest, wed. Hendrick Aertsen, met Joost Aertsen, haar gekoren voogd in deze zaak, transporteert aan Dirck Hendricksen ¼ van 4 morgen weiland in de Marsch buitendijks, waarvan de helft competeert Dirck Hendricksen en ¼ Grietgen van Triest, noordwaarts wed. Huijbert van Wijck, oostwaarts het convent, zuidwaarts Cornelis van Wijck en westwaarts de erfgenamen van de secretaris, vrij eigen goed.
31-12-1641: Cornelis van Wijck, schepen, x Elisabeth Hendricks de Cock lijftochten elkaar in al hun goederen.
31-12-1644: Johan Toll als het recht hebbende van het jus patronatus van een vicarie gefundeerd in de kerk van Rhenen op St. Anthonisaltaar, heeft volgens akte van consent van Johan van Wijck als proost en archidiacon St. Pieter te Utrecht, als superintendenten van deze vicarie, van 3-6-1643, gecedeerd aan Cornelis van Schoonhoven x Metgen Gudders zeker erf te Achterberg daar oostwaarts Jan Toll, westwaarts Cornelis van Schoonhoven, zuidwaarts Vonck en noordwaarts de Cuneraweg, vrij eigen erf en goed, uitgezonderd 2 gulden en 1,5 capoen jaarlijks die burgemeester Stoutenburg daaruit heeft.
19-6-1645: Antonia Lamberts, wed. Steven Jansen, Lambert Brantsen en Dirck Jaspersen, als vader en voogd van zijn onmondige kind verwekt bij Barbara Brantsdr, transporteren aan Hendrick Jansen ter Horst x Peterke Hendricksdr de helft van een huis, erf en schuur dar oostwaarts de gemene straat, zuidwaarts Huijbert van Wijck, westwaarts de Kruisstraat en noordwaarts de weduwe van Jan Rutgersen, thijnsgoed van Culemborg.
5-10-1648: Gosen Roelofsen x Margaretha van Wijck constitueren Jorden Thonissen, gerechtsbode te Wageningen, om daar te bekennen schuldig te zijn aan Gerard Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, 800 gulden. Als onderpand stellen zij 13 morgen wei- en bouwland te Lakemond onder Wageningen.
30-12-1648: Neelcken Lijsters, wed. Willem Huijberts Budding, en schepen Cornelis van Wijck als een gekoren momber in deze zaak, institueert tot haar erfgenamen Evert en Rutger Budding, haar zonen, in al haar goederen, mits dat zij zullen uitkeren aan Jan, Elbert en Huijbert Jacobsz, kinderen van haar zaliger dochter Marrigje Elberts, die Jacob Jansen aan haar verwekt heeft, 450 gulden.
4-4-1649: Rutger Budding voor zichzelf en als vader en momber over zijn onmondige kind aan Maria Voncken zaliger verwekt, nevens Pelgrum Vonck als oom en mede-momber van dat kind, Adriaenjt Vonck voor zichzelf en als moeder en momberse over de twee onmondige kinderen bij Jan Jansz van Locherberg aan haar verwekt, met Willem Verweij haar gekoren voogd in deze zaak en als momber over deze twee kinderen, transporteren aan Hendrick Jansz ter Horst x Peterke Hendricks de helft van een huis, erf en schuur in de Kruisstraat, waarvan de kopers de wederhelft competeren, daar oostwaarts de gemene Gasthuisstraat, zuidwaarts Huijbert van Wijck, westwaarts de Kruisstraat en noordwaarts de weduwe van Jan Rutgersz, thijnsgoed van Culemborg.
16-4-1649: Willem van Wijck, schepen, als gemachtigde van Willem Gerritsz Lam en Gerrit Willemsz Lam, diens zoon, beide won. Veenendaal, heeft t.b.v. mr. Cornelis de Vianen, advocaat van Utrecht, voor 1800 gulden verbonden heeft een huis en brouwerij met toebehoren in Veenendaal en nog in de helft van de helft van 36 roeden veen en veld gekomen van Rijcout van Montfoort, mede in Veenendaal gelegen, en nog het deel dat Willem Gerritsz Lam heeft in een half stuk veen achter Prattenburg, door de Staten van Utrecht voor een jaarlijkse pacht of erfpacht uitgeslagen en door hem gekocht van de erfgenamen van Joost Adriaensz van Driebergen, in leven won. Utrecht. Op 22-5-1649 ratificeren Jacobje Jacobs, huisvrouw van Willem Gerritsz Lam, en Judikje Lam, huisvrouw van Gerrit Willemsz Lam, deze vestenis.
14-6-1649: Jan Quint, substituut-schout, Dirck Vonck van Lienden, burgemeester, en Cornelis van Wijck, schepen van Rhenen, hebben op verzoek van de erfgenamen van Jannigje Matheus van Langeler, die huisvrouw was van Jacob van Sijl, geëstimeerd de helft van een stuk goed in Veenendaal, genaamd De Rode Deur, groot in het geheel 9 morgen, belast met 600 gulden kapitaal t.b.v. het convent, op 600 gulden. En de helft van een huis en landerijen daartoe behorende, groot 8 morgen in Veenendaal, op 1100 gulden. En de helft van het goed en slijk met huis en hofstede in Veenendaal bij Swaluwestart schut op 3000 gulden. En ¼ van het goed van Durnharn in Veenendaal op 200 gulden. En ¼ van het Spanjaardsveen in Veenendaal op 100 gulden. En de helft van 2 morgen hooiland in Achterberg bij Helmichsmaet op 75 gulden.
1-2-1650: Jacob Casembroot, schout van Rhenen, x Hillegonda van Wijck bekennen schuldig te zijn aan Nicolaes Derout als momber over de gezamenlijke kinderen van wijlen jonker Dirck van der Borgh, residerende binnen Utrecht, een jaarlijkse losrente van 300 gulden wegens 6000 gulden hoofdsom. Als onderpand stelt hij twee huizen en verder getimmer met 7,5 morgen weiland, 7 morgen bos en 1,5 morgen hof en boomgaard, daaraan behorende en annex gelegen, daar zuidwaarts Cuneraweg, oostwaarts de Kerkewijk, west- en noordwaarts Jan Petersz en het kerkhof, vrij eigen goed.
15-12-1650: Aelbert Steck, schepen, x Aletta van Wijck, transporteren aan Willem Aelbertsz x Neeltken Cornelis de helft van 6 morgen genaamd de Schulenburgse Camp in de Rhenense Nude, daar oostwaarts Jerephaes Dircksen, westwaarts de commandeur, zuidwaarts de afweg en noordwaarts de weidijk.
21-10-1651: Aelbert Steck, schepen te Rhenen, x Aletta van Wijck transporteren aan Jan Thonisz Jasper x Geertje Simons de helft van 6 morgen bouwland in de Nude, genaamd de Schuijlenburgse kamp, daar oostwaarts Jeriphaas Dircksz Soet, westwaarts de commanderie, zuidwaarts de afweg en noordwaarts de Weidijk.
24-11-1651: Te Utrecht gepasseerd. Godert van Dael, raad ordinaris in het Hof van Utrecht, en Frans Uitenbogaert, ontvanger van de Staten van Utrecht, als executeurs van het testament van Geurt van Poll die universele erfgenaam was van zijn oom Floris Thin in leven advocaat van de Staten, constitueren Bartholomeus van Bergeijck, advocaat voor het Hof van Utrecht, won. Rhenen, om te Rhenen of elders t.b.v. Johan Baron van Rhede, heer van Renswoude, te transporteren 4 morgen hooiland in Velderbroek te Achterberg, gemeendervoor in 12 morgen waarvan de andere 8 morgen de erfgenamen van Craijvanger competeren. Deze 4 morgen waren voorheen in pacht bij Jasper Gerritsen en daarna bij Aert Cornelisz Hardeman en laatst bij de bruikers van de goederen van dhr. Asch van Wijck op de Emminkhuizerberg gelegen. Transport vindt plaats op 27-11-1651.
17-5-1652: Jacob Casembrooth, veenraad en commies, x Hillegonda van Wijck bekennen schuldig te zijn aan de weesmeesters van Utrecht een jaarlijkse losrente van 100 gulden wegens lening van 2000 gulden. Zij stellen als onderpand twee huizen met 1,5 morgen hof en boomgaard met 14 morgen en een hof zo weiland als bos daar oostwaarts de Kerkenwijk, zuidwaarts Cuneraweg, west- en noordwaarts Jan Petersz en het kerkhof.
24-5-1652: Joost Jansz voor zichzelf en namens Huijbert Willemsz transporteert aan jonker Bitter van Rhede, kapitein, een huis, hofstede, boomgaard, weide genaamd De Fontijn, gelegen onder de berg bij de Grebbe, daar oostwaarts de zwager van dhr. Loon, zuidwaarts de grift naar de sluis toe, westwaarts Dirck van Wijck en noordwaarts de gemene weg tussen het huis in. Erfpachtgoed van de stad Rhenen voor 4 gulden per jaar.
8-10-1654: Jacob Casembrooth x Hildegonda van Wijck, won. Veenendaal, constitueren Peter Hendricksz van Noort, raad van Rhenen, om te bekennen schuldig te zijn aan Peter van der Laanen, koopman te Rotterdam, een jaarlijkse losrente van 150 gulden voor een kapitaal van 3000 gulden. Zij stellen als onderpand huis, stal, getimmer, hof, wei- en bosland in Veenendaal, groot 70 morgen, vrij allodiaal goed, uitgezonderd de Heuvel, zijnde erfpacht van het convent van Rhenen, daar oostwaarts de Kerkenweg, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Jan Petersz c.s. en noordwaarts de markt. Met de erfpacht van 2 huisjes westwaarts hun goed staande. Met akte van bekentenis van 10-10-1654.
25-5-1655: Jacob Casembrooth, commies, x Hillegonda van Wijck cederen aan de weesmeesters te Rhenen een lijfrentebrief staande ten lijve van juffr. van Wijck op het kantoor van het Kwartier van Veluwe voor 150 gulden jaarlijks.
22-8-1655: Adriaen Verhuijdt transporteert aan Jeriphaes van Wijck, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, de helft van 14 morgen uiterwaard buiten de Grebbedijk, daar oostwaarts Wouter in de Grebbe c.s., zuidwaarts Jeriphaes van Wijck, westwaarts de Rijn en noordwaarts Wessel Gosensz en Huijbert Hendricksz Isendoorn, schepen.
11-12-1655: Gepasseerd te Rotterdam. Andries Seury, oud-burgemeester, raad en vroedschap van Rotterdam, x Johanna van der Duijn constitueren Cornelis Boonzaaijer, te Rhenen, om te transporteren 5 morgen land in de Grebbe, belend ten noorden de commandeur en ten oosten de erfgenamen van Jan Dircks van Brenck. Op 2-1-1656 transporteerde Cornelis Boonzaaijer dit aan Wessel van Kesteren en de erfgenamen van Lijsbet Meijers. Wessel van Kesteren als weduwnaar van Elisabeth Meijers, en Maria van Kesteren voor zichzelf en namens haar zuster Willem Maesz Roest, Reijnier van Osenbrugge en de weesmeesters in naam van Jacob Hendricksz en Jenneke van Osenbrugge, erfgenamen van Elisabeth Meijers, transporteren dit dezelfde dag aan Jeriphaes van Wijck, domheer.
10-8-1656: Anthonis van Brenck x Haeske Huijberts bekennen schuldig te zijn aan Joriphaes van Wijck, domheer, 1000 gulden. Als onderpand stellen zij de helft van 5 morgen uiterwaard in de Grebbe, daar oostwaarts en zuidwaarts de domheer zelf, westwaarts de commandeur en noordwaarts de Dijk. Op 4-5-1670 afgelost door Huijbert Hendricksz van IJsendoorn aan Jean Coene, man van Anna Andriessens, te voren weduwe van domheer Joriphaes van Wijck. Anthonis en Haesge transporteren het 10-8-1656 aan Huijbert Hendricksz van Isendoorn.
21-8-1656: Cornelis van Wijck, oud-schepen en raad van Rhenen, consenteert dat het weeshuis op de lijdrente monterende jaarlijks 150 gulden, staande ten lijve van jonkvrouw Hillegonda van Wijck, huisvrouw van Jacob Casembroot, ten laste van het kwartier van Veluwe, voor hen zullen worden geprefereerd met achterwezen dat het weeshuis competeert het arrest door schepen Wijck gedaan.
17-9-1656: Burgemeester Clerck en Huijbert van Wijck hebben ten overstaan van mr. Dirck de Leeuw, ontvanger-generaal van deze provincie van 30 en 40e penning, geëstimeerd een perceel slijk en veen door Annigje de Bont nagelaten in Veenendaal aan het benedeneind. En een perceel veld en grond op 600 gulden. En een huis en hofstede met 8 morgen te Achterberg, door Evert Wijnen nagelaten op 1400 gulden. En een huis in de Kruisstraat door Evert Wijnen nagelaten op 1500 gulden. En een vierendeel te Rhenen door Gijsbertje Taets nagelaten op 125 gulden. En van jonker Jan van der Meesche in collaterale linie nagelaten erfpacht 24 gulden jaarlijks in Veenendaal en uitgeslagen zonder volgens heer van Urck rakende aan de Witse van Molen. En een huis van de burgemeester Peter van Kesteren in de Lange Herenstraat op 2500 gulden.
23-9-1656: Cornelis Petersz x Marreke Rutgers bekennen schuldig te zijn aan mr. Johan van Wijck, domheer te Utrecht, en Aletta Steck 377 gulden, wegens gehaalde bieren en rente van Anthonis Aelbertsz Steck gehaald, welke schuld Johan van Wijck als mede-erfgenaam van Steck ten dele is gevallen. Als onderpand stelt hij 15 morgen bouw- en weiland en rulling in Veenendaal aan het Benedeneind, daar oostwaarts Gerrit Goijertsz, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Hendrick Fransz en Marcelis Jansz Waecker, noordwaarts de gemene grift. Zijnde erfpacht van het weeshuis te Utrecht. En het goed naast zijn huis genaamd Boomkensgoet, dat zij met haar zuster gedeeld en gemeen hebben, groot in het geheel 6 morgen.
25-10-1656: Aelbert Steck cedeert aan domheer Johan van Wijck 600 gulden ten laste van Claes Pauwelsz en zijn huisvrouw wegens bieren, volgens afrekening dhr. Steck en dhr. van Wijck nomine uxoris door het overlijden van Anthonis Aelbertsz Steck ten dele gevallen.
27-10-1656: Dick Robbertsz, raad te Rhenen, x Anna Bongarts stellen tot erfgenamen hun kinderen, mits dat hun twee jongste dochters vooruit uit de boedel zal worden geälimenteerd. Zij stellen tot mombers Assuerus Anthonisz Vereest en Cornelis van Wijck, burgers van Rhenen, Jan Robbertsz, Gosen Bongarts, burgers te Wageningen, hun broeders.
8-2-1656: Huijbert van Wijck, burgemeester, x Hilleke Boonzaaijer hebben verkocht aan mr. Bartholomeus, advocaat voor het Hof van Utrecht, x Geertruijt Heurnius een hof buiten de Westpoort daar oostwaarts de herenweg, zuidwaarts Wouter Thonisz in de Greb c.s., westwaarts Oth de hoedenmaker, noordwaarts de weg tussen de hoven gelegen. Erfpachtgoed van de kerk van Rhenen die hieruit jaarlijks 2 gulden hebben.
24-2-1657: Gijsbertje, wed. Adriaen Jansz, bekent schuldig te zijn aan domheer Johan van Wijck 235 gulden wegens geleverde bieren. Als onderpand stelt zij haar huis, hof en land waarin zij woont, in Veenendaal, daar oostwaarts Tinneweide en westwaarts Schoutenweide.
4-6-1657: Anna Pleijsters, wed. burgemeester Kesteren, en Alard van Wijck x Mechtelt van Kesteren, universele erfgenamen van burgemeester Kesteren, transporteren aan Frans Jansen van Bruijnsweert x Elisabeth van Schevikhoven een weertje met bepoting en gerechtigheid en een kamp land daar oostwaarts het weertje de koper, zuidwaarts de Rijn en westwaarts tot aan de kalkoven toe of daar die gestaan heeft en noordwaarts het kampje voorschreven tot aan de weg toe.
12-6-1657: De weduwe van Gerrit Rutgersen voor zichzelf, Rutje, Claes en Jan Gerritsen de Cruijf en Evert Reijersen x Marreken de Cruijf, universele erfgenamen van Gerrit Rutgersen de Cruijff, transporteren aan Jan Toll een huis en schuur in de Muntstraat tussen de huizen van de erfgenamen van burgemeester Vonck en Willem van Wijck. Op de last van 8-15 die het gasthuis jaarlijks competeert.
11-1-1658: Gerard Clerck n.u. en Johan Vonck van Lienden voor zichzelf en namens zijn zuster en broers, erfgenamen van Dirck Vonck van Lienden, voor de helft, en Johan Vonck van Lienden als momber over de kinderen van Hendrick Vonck van Lienden en Anna Vonck van Lienden voor de wederhelft, transporteren aan Huijbert van Wijck, burgemeester, een huis en schuur aan de Rijnpoort, daar oostwaarts Jan van Thiel, zuidwaarts Geurt Lubberden, westwaarts de herenstraat en noordwaarts de Visserstraat, liggende met een hof tegenover het huis aan de noordzijde van de Visserstraat, de kinderen van Aert Boonzaaijer zullen door die hof geen doorgang mogen hebben. Vrij goed, uitgezonderd dat de Cunerakerk 1 gulden jaarlijks hieruit competeert.
28-1-1658: Jantje Jans, wed. geweest van Gijsbert Jansen en nu gehuwd met Thomas Claesen, bekent schuldig te zijn aan Johan van Wijck, domheer te Utrecht, 150 gulden. Als onderpand stelt zij haar inboedel en drie koeien nevens het slijk in haar erfpachtjes waarop zij woont.
25-7-1658: Grietje Aerts Boonzaaijer, Hendrick Boonzaaijer x Lijsbeth Gentmans, mede-erfgenamen van Aert Boonzaijer x Trijntje Aerts, Cornelis Boonzaaijer en Huijbert van Wijck, burgemeester, als mombers over Arien, Neeltje, Jantje en Lijsbet Aerts Boonzaaijer, mede-erfgenamen van Aert Boonzaaijer x Trijntje Aerts, en Cornelis Boonzaijer namens Jan van Arckhem x Maria Aerts Boonzaijer, transporteren aan Thonis Cornelisz 2 morgen land De Lange Akkers, in de Nude, met advocaat Bercheijck en de weduwe van Gouda Geurts gemeen, daar oostwaarts dhr. van Imminkhuizen, zuidwaarts de Achterweg, westwaarts Cornelis Boonzaaijer c.s. en noordwaarts de Weidijk.
3-1-1659: Rijck Tielemansz x Marreke Dircks transporteren aan Theus Bosch x Gijsbertje Geurts de helft van 2 morgen bouwland en boomgaard te Achterberg tussen de hofstede van advocaat Bercheijck en de hofstede van Willem van Wijck daar de kerk jaarlijks 1-2 uit competeert. Op de last van de tins die dhr. van Amerongen daaruit competeert. Jan Jacobsz van Varick stelt zich borg.
22-3-1659: Cornelis Willemsz van Wolfswinkel, molenaar te Rhenen, voor zichzelf en als weduwnaar van Uijltge van Wijck, bekent schuldig te zijn aan Johan de Kemp, secretaris, 250 gulden van geleend geld aan zijn zoon Willem afgerekend. Hij stelt als onderpand de westmolen, huis en land daarbij gelegen, zijnde 2 morgen groot, daar oost- en zuidwaarts de weg, westwaarts de del van cameraar Taets en noordwaarts burgemeester Clerck c.s.
12-9-1659: De magistraat autoriseert de commissaris Huijbert van Wijck, burgemeester, en Jan Jacobsz van Varick, schepen, als curators tot de verkoop van het huis van Barbara de Basu aan Jan de Kemp tegen Boudewijn Schenckel te handhaven. Boudewijn Schenckel verzocht hiervan kopie op 13 september. Hierna volgen diverse stukken die op deze rechtszaak betrekking hebben.
1-12-1660: Neeltje Mollen, wed. Jan Aertsz, bekent schuldig te zijn aan Huijbert van Wijck, burgemeester, 400 gulden. Zij stelt als onderpand haar huis, brouwerij, schuur en hof in de Visserstraat, waarin zij woont, daar oostwaarts Frans Thomasz, zuidwaarts de stadsmuur, westwaarts schepen Ijsendoorn en noordwaarts de Visserstraat. Op 4-7-1668 is deze akte geroijeerd.
8-6-1661: Beernt Jerephaesz x Catharina Everts, mitsgaders Harmen Jerephaes x Aeltge Gerrits van Rumelaar transporteren aan Gerrit Arisz Bolderman x Neeltgen Aeles een huis daar oostwaarts en zuidwaarts de gemene straat, westwaarts en noordwaarts Willem van Wijck, binnen Rhenen, eigen goed op een jaarlijkse uitgang aan de kerk.
6-8-1661: Cornelis Willemsz, molenaar en burger te Rhenen, won. buiten de Westpoort, wed. Ultgen van Wijck, bij wie hij kinderen heeft, bekent schuldig te zijn aan Mor Morren, won. Utrecht, 150 gulden. Hij stelt als onderpand zijn huis en erf en windkorenmolen met 2 morgen bouwland daar annex, buiten de Westpoort, daar ten noorden Gerrit Klerck, burgemeester, ten oosten Jan Toll, ten zuiden de gemene weg en ten westen de gemene weg naar Utrecht. Op 1-10-1696 bekent Herbert de Wijs als mede-eigenaar van deze hypotheek voldaan te zijn.
10-9-1661: Diderick Vonck van Lienden x Yda Caesarius transporteren aan Huijbert van Wijck, burgemeester, x Hillitge Boonzaaijer 1,5 morgen bouwland buiten de Bergpoort, vrij, eigen goed, daar oostwaarts het gasthuis, westwaarts Cornelis Boonzaaijer, zuid- en noordwaarts de gemene weg.
26-10-1661: Cornelis Boonzaaijer namens Arien Hartman, oud-burgemeester van Rotterdam, conform procuratie te Utrecht gepasseerd op 1-3-1661, transporteert aan Johan van Wijck, domheer van St. Pieter, een stuk wei- en bouwland van 31 morgen 108 roeden in Veenendaal, strekkende uit Bisschop Davidsgrift uit ten noorden tot aan de Cuneraweg, belend ten oosten Jan Beerntsz c.s., westwaarts Jan Mertensz baggerman.
22-10-1662: Aelbert Steck, brouwer in Veenendaal, x Alida van Wijck bekennen schuldig te zijn aan Dirck de Goijert, domheer van St. Marie, 3000 gl. Zij stellen tot onderpand hun huis, bouwinge en hofstede en land en 3 morgen 9 roeden hooijland in de Maten conform transport 9-6-1645 bij het Agnietenconvent t.b.v. Anthonis Aelberts Steck gedaan, en nog een hofstede de Kloijersgoet groot 7 morgen aan het Benedeneind te Veenendaal, aangekomen op 3-4-1656 van Johan van Wijck x Aletta Steck.
4-8-1663: Cornelis van Rijsoort, advocaat voor het Hof van Holland, namens zijn moeder Geertruijt Noest, wed. Rijsoort, transporteert aan Arien Deijs van Voorn x Margriet Dircks een huis met de bedstede in de binnenkamer staande tussen het huis van Cornelis van Wijck, oudschepen, en Herbert Crol.
27-8-1663: Willem Everwijn x Geertruijt Kelfken transporteren aan Anna Andries, wed. Jeriphaes van Wijck, in leven domheer te Utrecht, een uiterwaard bij de Grebbe, genaamd de Grebsche of Levendaalsche weert.
20-1-1664: Willem van Wijck, wed. Hilleken Huijberts van Bemmel bekent schuldig te zijn aan Cornelius ab Diemerbroeck, predikant, 600 gl. Hij stelt als onderpand zijn huis te Rhenen.
16-2-1664: Jan Tol laat een procuratie zien van jonker Steven van Lienden, heer tot Hoevelaken, raad en rentmeester-generaal van de Domeinen van Utrecht, op hem gepasseerd, en transporteert aan Johan van Wijck, domheer te Utrecht, 6 morgen veld in Veenendaal aan de Stichtse zijde, hetwelk voorheen door Jan Teunisz van de Mij als getrouwd hebbende de weduwe van Teunis Rijcksz van de Domeinen in erfpacht gehouden is en lange jaren desolaat gelegen heeft.
26-3-1664: Adriaen Deijs van Voorn x Margrita Dircks bekennen schuldig te zijn aan Susanna van Deuverden, wed. Cornelis van Deuverden, 750 gulden. Als onderpand stellen zij hun grote huis dat zij bewonen, daar op de ene zijde Cornelis van Wijck, oudschepen en op de andere zijde de comparanten met hun kleine huis naast gehuisd zijn, staande in de Kraijstraat. Op 26-4-1670 afgelost.
4-4-1664: Jan Tol x Judith Smit transporteren aan Anna Andries, wed. Jeriphaes van Wijck een akker bouwland zijnde de eerste akker naast de Grebbedijk, van vier akkers van Gelderland, daar oostwaarts de verkopers zelf zuidwaarts de Afweg, westwaarts de commandeurs van Rhenen en noordwaarts de verkopers.
13-6-1664: Cornelis Petersz x Weijmpke Hendricks bekennen schuldig te zijn aan Johan van Wijck, domheer te Utrecht, 260 gulden. Als onderpand stellen zij 15 morgen bouw-, weiland en rulling te Veenendaal aan het Benedeneind daar oostwaarts Gerrit Goijersz, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Hendrick Fransen en noordwaarts de gemene grift. Erfpachtgoed van het weeshuis te Utrecht. En het goed waar de comparanten hebben gewoond, groot 13,5 morgen, oostwaarts Anneke Wessels, zuidwaarts 5 morgen die Maesken Goijers en Sweer Thonisz daarvan hebben gekocht, westwaarts de erfgenamen van Jan Gijsbertsz en noordwaarts de gemen grift.
28-6-1665: Willem van Wijck, wed. Hilligje Thomas van Bemmel, transportert aan Evert Joosten Krekel x Evertje Brands een hof buiten de Bergpoort daar oostwaarts de weduwe en erfgenamen van Gerrit Gerritsz van Bronckhorst, zuid- en westwaarts de gemene weg en noordwaarts Jan Steck lakenkoper. Erfpacht van de stad voor 2 gulden per jaar volgens de eerste vergunning aan Thomas Huijbertsen van Bemmel gedaan.
20-12-1667: Adriaen Jacobsen machtigt Geertruijt Verhel, zijn huisvrouw, om te Rhenen ten voordele van Alard van Laer en Adriana van Wijck te transporteren 1/4 van een huis aan de Hoogstraat, genaamd de Sleutel, daar oostwaarts de kinderen en erfgenamen van secretaris N. Hoogenhouck, westwaarts het steegje, zuidwaarts Neeltje Verhell en noordwaarts de genoemde straat. Ook tot waarborg te stellen de rijswaard met de boomgaard en het huis daarop staande hen toebehorende.Transport op 21-12-1667. Koopcontract van 18-12-1667.
5-6-1668: Willem van Wijck, wed. Hilletje Huijberts van Bemmel, transporteert aan Sybilla Nunts, wed. Johan van Rijswijck, in leven luitenant van de compagnie cavallerie van dhr. Van Ginckel, een huis en schuur, belast met een kapitaal van 600 gulden t.b.v. de weduwe van ds. Diemerbroeck, volgens plechtbrief van 20-1-1664, zullende de plecht van 1129-14 Dirck van Hogen, won. Arnhem, in dit huis toekomende, in dato 2-6-1665, worden geannulleerd. Het huis staat in de Lange Herenstraat, daar oostwaarts Gerrit Arissen Bolderman en de Muntstraat, zuidwaarts de Herenstraat, noordwaarts Jan Vonck van Lienden en noordwaarts Jan Toll. Hem aangekomen volgens decreetbrief van 8-6-1643.
16-5-1668: Verzoekschrift aan de magistraat van Rhenen door Rutger Budding, oud-schepen en raad, dat hij in 1653 van de kerk te Rhenen heeft gekocht de helft van 1 morgen land buiten de Bergpoot, waar zijn broer Evert Buddingh de wederhelft van gekocht heeft voor 260 gulden. Hij heeft daarop aan zijn zoon Willem Budding voor zijn moederlijk goed bewezen 173-6-12. Hij verzoekt de magistraat de kerkmeesters te ordonneren dit land aan zijn zoon te transporteren. Op 2-6-1668 vindt het transport plaats aan Willem Budding. Willem Budding x Deliana Steen transporteren het direct aan Evert Budding. De belendingen zijn: oostwaarts Evert Budding, zuidwaarts Arien van Wijck en Dirck Pauwelsen Taets, westwaarts Hermen van Essen en noordwarts de weg.
16-12-1668: Neeltje Verhel, wed. Evert Evertsz Dionijs, Hermen Kersten x Mechtelt Everts Dionijs, Anthonij Dionijs en Gerrit Dionijs, zoons en schoonzoons van Neeltje Verhel en Evert Evertsz Dionijs voor zichzelf en als mombers van Grietje en Dorothe Dionijs, hun zusters, transporteren aan Alert van Laer x Adriaana van Wijck 3/4 van het huis genaamd de Sleutels, daar noordwaarts de Herenstraat, oostwaarts de erfgenamen van secretaris Hogenhouck, zuidwaarts de verkopers zelf en westwaarts de Bouwhuissteeg. De koper heeft 1/4 van Arien Jacobsz gekocht. Er zit een uitgang op van 2-10 t.b.v. de vicarie waar juffrouw van Brederode possesseur van is. En 2-10 t.b.v. de Nicolaaskerk te Utrecht. En 1-4 t.b.v. de commandeur te Rhenen. En 1 stuiver uit de grote kamer tot tins t.b.v. de Domeinen.
16-9-1669: Jan Jansen van Varick, schepen, geeft over aan Huijbert van Wijck, rentmeester van de graaf van Culemborg, alle tabak die hij in dit jaar gebouwd heeft.
26-10-1669: Naardien Jan van Wijck en Rutger Cornelisz ten behoeve van Cornelis Clerck onderhands gepasseerd hadden een akte waarin staat dat Cornelis Clerck aan hen heeft betaald 1780 gulden tot betaliing van een akkertje gevallen in het proces door Jerephaes Foeijers als dijkgraaf van de Marsch. Het is hen onmogelijk om de rente van de afgelopen 6 jaren te betalen.
6-4-1670: Johan van der Dussen, schout nomine officii, verkoopt openbaar op verzoek van het weeshuis van Utrecht 15 morgen land in Veenendaal, zoals de weduwe van Cornelis Petersz daarna en tevoren Peter Harmansz het van het weeshuis en erfpacht gebruikt hebben, daar westwaarts Hendrick Fransz en Jannigje Marcelis, oostwaarts Rijck Jansz cum suis, noordwaarts de gemene grift, zuidwaarts de Cuneraweg. Ingezet door Jacob Woutersz voor 1400 gulden. Is verhoogd door domheer Johan van Wijck met 200 gulden. Tot borgen gesteld: Jacob Fransz en Ewit Petersz.
5-5-1670: Huijbert van Ijsendoorn x Aeltje van Brenck, nagelaten dochter van Jan Dircksz van Brenck en in die hoedanigheid eigenaar van 2/4 van de weerd die hem op 10-8-1636 voor het gerecht van Rhenen van zijn vrouwsbroeder Antonij van Brenck als 1/4 erfgenaam van Jan Dircksz van Brenck aanbestorven en het andere 1/4 deel hen aangekomen door permutatie met zijn broer Cornelis Jans van Brenck gedaan tegen enkele obligaties, monterende 800 gulden, dus eigenaar voor 3/4 en Bor de jonge, burger en grutter te Utrecht voor het andere 1/4 deel als getrouwd zijnde aan Nieske van Geijn, welkers moeder was Jantje van Brenck, een nagelaten dochter van Jan Dircksz van Brenck, volgens maaggescheid van 16-12-1636, hebben verkocht aan Thomas Maisonder tot Levendaal als vader van zijn kinderen bij Francoise Keller 5 morgen min een hond en 25 roeden uiterwaardland in de Grebbe naast de waard van de commandeur van Rhenen, strekkende van de Nudijk af tot de weert tegenwoordig toekomende Johan Coenen, getrouwd met de weduwe van domheer Jerephaes van Wijck en tevoren scholaster Wijck van het convent gekocht.
20-1-1671: Cornelis Hendricksz x Geertje Hendricks, won. Veenendaal, machtigen Gijsbert Aertsz om te transporteren aan Johan van Wijck, domheer te Utrecht, weduwnaar van Aletta Steck, 4,5 morgen bouw- en weiland aan het Benedeneind in Veenendaal, daar oostwaarts Hendrick Fransz van Hoeven, westwaarts Gerrit Metman en Egbert Aelbertsz, zuidwaarts Jan Aertsz en noordwaarts Jacob Woutersz van Essen. Welk land de comparanten van hem op 2-12-1666 hebben gekocht. Transport vindt plaats op 12-1-1671.
28-4-1671: Dezelfde curatoren verkopen een lijst met mobiele goederen van Rutger van Brenck voornamelijk bestaande uit lapjes stof. Hierbij worden de volgende kopers genoemd: Sanderus, Izak uit Veenendaal, Willem Hol, Hendrik Jelisz van Ginkel, Sweer Vereest, Verhuet, Geurt Jansz, vrouw Van Brenck, Cornelis Woutersz in de Marsch, Johan Vonck, Marrigje van Hoeven, Peter van Hoeven, Geertje Jans uit Veenendaal, Schaijck, Kupius, Huijbert Jansz Achterberg, Louis Rosen, Jelis Papevelt, Roelof Wiggerden, Abraham, Lucas Beeck, Lijsbet Vereest, Jantje Jaspers, Johan Vonck van Lienden, Frans van Helden, Peter Jansz van Orsouw, Geertruijt van Heusden, Beeringen, Wessel Petersz, Betje Simons, Jan van Geijn, weduwe van Teunis Woutersz, Roest, Jacob Verweij, Lijsbet Taets, Lijsbet van IJsendoorn, Boumeister, Reijer Ebben, Alteren, Beth Jans, Eijckepas, Brant Gerritsz, Dirck van Wijck, Cornelis Thijsz, Aelbert Woutersz, Hendrick Jensz, Tollen, Jan Baers, Van Laer, Gerrit Bolderman, Geertje Wolfswinkel, Palmert, Hendrick Jelisz, Jan Aertsz de Vael
17-5-1671: Margriet Dircks Schaets, weduwe van Ariaen Deijs, met toestemming van Jacob Deijs, grootvader en naaste bloedmomber over haar twee onmondige kinderen, transporteert aan Rijck van Hooft x Sophia Heuf een huis en erf waar oudschepen Cornelis van Wijck oostwaarts en zuidwaarts, westwaarts de Kruisstraat en noordwaarts Hebert Crol, zoals het op 4-8-1663 van advocaat Rijsoort aan de comparante getransporteerd is. Belast met een jaarlijkse tins t.b.v. de graaf van Culemborg. En een jaarlijkse uitgang van 3-12 t.b.v. Cunerakerk.
13-7-1671: Jacob Fransz, weduwnaar van Gerrigje Aerts en tevoren getrouwd met Maagje Peters Backer, dochter van Anne Anthonis, weduwe van Peter Willemsz Backer, transporteert aan Aelbert Steck x Aletta van Wijck een huis met een gedeelte van een stuk goed boven Merrijhesen schut, genaamd Verhuetsgoed.
24-1-1672: Hendrick van Zegen x Maria Gauda transporteren aan Huijbert van Wijck, burgemeester van Rhenen, een hof buiten de Westpoort daar oostwaarts Louis de Beer, westwaarts schepen Aelwijck, zuidwaarts en noordwaarts de gemene weg. Belast met 4-12 t.b.v. het gasthuis voor erfpacht.
7-2-1673: Aert Boonzaijer weduwnaar van Geertruijt van Hooft transporteert aan Dirck van Wijck x Aletta Boom een huis in de Lange Herenstraat, daar oostwaarts de weduwe van Jerephaes Dircksz Soet, westwaarts Evert de Wijs, noordwaarts de straat en zuidwaarts Gerrit Eijckepas apotheker en Willem van der Lip. Belast met 1 gulden t.b.v. juffrouw Van Brederode per jaar.
18-6-1673: Dirck van Wijck x Aletta van Boom transporteren aan Hendrick van de Wael x Mesken Soet een huis met het ledikantje en bedstede in de Lange Herenstraat, tussen de huizen van Anna van Triest, weduwe van Jerephaes Dircksz Soet en Evert Rutgersz de Wijs. Belast met 1 gulden t.b.v. de erfgenamen van juffrouw Van Brederode.
6-5-1674: Huijbert van Ijsendoorn als gemachtigde van Johan Coenen, weduwnaar van Anna Andriessen, mitsgaders lijftochtenaar van haar en haar erfgenamen, en namens Joan Otto van de Weert als vader en voogd van zijn zoon Johannes van de Weert en van Antonis van Berg x Meijnsken Huijberts als voogden van hun dochter Anna van Bergh en van Sebedeus Duijm x Meijnsken Dircks als voordeel van hun zoon Joriphaes Duim, respectieve legataris van Anna Andriesen, verklaren Joan Otto van de Weert voor 1/4, en als voogd over Jeriphaes Duim en Anna van der Bergh voor 1/4, en t.b.v. Meijnsken huisvrouw van Antonis van den Bergh voor 1/4 en t.b.v. Meijnsken Dircks, huisvrouw van Sebedeus Duijm, ook voor 1/4 erfgenamen van Jeriphaes van Wijck, van 19 morgen weert van de Grebbedijk in 3 partijen op 15-10-1638, 22-8-1655 en 1-6-1656 aan Jeriphaes getransporteerd, waarvan de helft aan Anna Andriessen, zijn weduwe, toebehoort. Die helft is nu getransporteerd aan Joan Coenen.
11-11-1674: Dirck Pouwelsz Taets voor zichzelf en Jannigje van Noort als gemachtigde van haar man Peter van Wijck, nagelaten kinderen en erfgenamen van Peter Hendricksz van Noort x Elisabeth Willems, transporteren aan Gerrit Cornelisz x Fijtje Teunis 1/3 van 1,5-2 morgen in de Nude, waarvan Gerrit Cornelisz 2/3 toekomt, eerst van dhr. Van der Wel en laatst van de erfgenamen van Jan Tol gekomen en 7-1-1671 op hem getransporteerd.
Anthonij Beeck, gasthuismeester en raad, x Anna Boonzaaijer, Dirck de Cruijff x Willemke Taets, Elisabeth Taets, als mombers van Coenraadje Beeck, hun sprakeloze zuster, tezamen kinderen en erfgenamen van schepen Anthonis Taets x Weijmke Jans, transporteren aan Hendrick Taets x Maijken Boonzaaijer een huis en hof, grond met de schuur daarachter, in de Lange Herenstraat, daar oostwaarts Ariaentje Biedd den Beeck, zuidwaarts de stal van de koning van Bohemen, westwaarts de Doodstraat en noordwaarts de Lange Herenstraat. Belast met 800 gulden die de comparanten van Jacob van Wijck, kanunnik St. Marie te Utrecht, volgens obligatie van 16-4-1659 zijn verschuldigd geweest. En 400 gulden Elisabeth de Bruijn, weduwe secretaris Harn competerende.
Johan Carel Smissaeert, hoofdofficier van Rhenen, nomine officii, en op verzoek van Dirck Klock als gemachtigde van Jan Costen van Aken, triumphant tegen Dirkje Otten, weduwe van Gijsbert Jansz c.s., wil bij decreet verkopen een huis in de Kruisstraat, tegenwoordig bewoond door de weduwe van Gijsbert Jansz, daar oostwaarts Cornelis Boonzaaijer, westwaarts de gemene straat, noordwaarts de weduw van Cornelis van Wijck en zuidwaarts Wouter van Zuijlens erfgenamen. De slag is opgehouden op 460 gulden.
Geurt Jansz de Cock als gemachtigde van zijn moei Elisabeth de Cock, weduwe Cornelis van Wijck, in leven schepen van Rhenen, met consent van Jan Beerntsz van Wijck en Jerephaes Beerntsz van Wijck, broers, wonende te Utrecht, en naaste erfgenamen van schepen Van Wijck, transporteert aan Rijck van Hooft, burgemeester, x Sophia Heuff een erfje recht achter het huis van burgemeester Van Hooft, zulks voorts oostwaarts strekkende tott de vervallen huis en erf dat de oude heer Van Duckenborch voorheen t.b.v. het gasthuis heeft laten gebruiken.
Anthonij de Bijl x Jannigje Cornelis van Eijckevelt, voor henzelf en namens de drie mondige voorkinderen van Jannigje, genaamd Marij, Geliman en Elisabeth Waeckers, verwekt bij Marcelis Waecker, transporteren aan Jan Cornelisz en diens broer Aelbert Cornelisz een stuk bouw- en weiland van 3 morgen in Veenendaal aan het Benedeneind, daar oostwaarts de gemene grift, zuidwaarts domheer Johan van Wijck, westwaarts Teunis Evertsz c.s. en noordwaarts weduwe van Wouter Stevensz.
Joost Boonzaaijer, gasthuismeester, transporteert aan de erfgenamen van schepen Van Noort een kampje land genaamd de Melaatsekamp, daar west- en noordwaarts de koper, zuid- en oostwaarts de gemene weg. Dezelfde dag Jannigje van Noord, huisvrouw van Pieter van Wijck, commissaris te Muiden, mitsgaders Dirck Pauwels Taets, beide erfgenamen van Peter Hendricksz van Noort x Elisabetha Willems transporteren aan Herman van Aelwijck x Aeltje Reumelaer het land genaamd Melatenkamp.
Adriaen van Wijck, notaris voor het hof van Utrecht, als door het gerecht van Rhenen aangestelde curator over de boedel van Geertje Peters, laatst weduwe van Tijman Woutersz en voorheen van Arris Faessen, transporteert aan Gerrit Cornelisz x Cornelisje Jans een huis, berg en schuur met het wei- en bouwland daaraan behorende in Veenendaal achter de kerk daar oostwaarts het Agnietenconvent, zuidwaarts Cuneraweg, westwaarts Jan Petersz en Evert Willemsz en noordwaarts Jan Cornelisz c.s. Erfpachtgoed van Christina van der Burch, weduwe van Jacob van Sijpenesse voor 89-10 per jaar.
Adriaen van Wijck, notaris voor het Hof van Utrecht, als gemachtigde van Beernt de Kemp, zoon en mede-erfgenaam van Johan van de Kemp, in leven advocaat voor het Hof van Utrecht, volgens maaggescheid, transporteert aan Herbert de Wijs, molenaar te Rhenen, 1 morgen min 10 roeden bergland buiten de Bergpoort daar oostwaarts Hendrick de Vrindt, zuidwaarts weduwe tussen het land van Aert Lam, westwaarts de Duisteresteeg en noordwaarts de Grebseweg. Zoals De Kemp dit van de Cunerakerk heeft gekocht in 1662.
Jan Beerntsz van Bomas en Dirck Berentsz van Bomas, broers, won. Veenendaal, voor zichzelf en namens Trijntje en Elisabeth Beernts, hun zusters, kinderen en erfgenamen van Beernt Dircksz van Bomas x Aechje Jans, transporteren aan Hilligje Boonzaaijer, weduwe van Huijbert van Wijck, een huis en erf of hofje in de Koningstraat te Rhenen, daar oostwaarts Jan Jansz van Benthem, zuidwaarts Jan Hendricksz van der Does, westwaarts weduwe en erfgenamen van Cornelis Jacobsz Michielen en noordwaarts de Voorstraat. Belast met 4 stuivers voor de kerk en 6 stuivers voor het gasthuis per jaar.
Aert Boonzaaijer, schepen, transporteertt aan Peter Jansz Rocxel een hof buiten de Bergpoort daar zuidwaarts Adriaen van Wijck, noordwaarts de erfgenamen van Cornelis van Schoonhoven. Waaruit dit het recht hebben van Cromminga 1 gulden en de stad Rhenen 8 stuivers per jaasr aan erfpacht toekomen.
Op 24-1-1679 te Utrecht gepasseerd. Margaretha Coenen, David Coenen en Johan Otto van de Weert als vader en voogd van Johanna van de Weerdt voor zichzelf en namens Pieter Coenen, tezamen erfgeamen van Johan Coenen, ter eenre en Johan Otto van de Weerdt voor zichzelf en als voogd van Jerifaes Duijm en Anna van de Berg, mitsgaders Anthonis van den Berg x Meesken Huijberts en Sebedeus Duijm x Meesken Dircks ter andere zijde, alzo Margaretha Coenen c.s. competerende de helft van 19 morgen weerd aan de Grebbendijk, zoals die in het geheel aan Jerifaes van Wijck getransporteerd is aan 15-10-1638, 22-8-1655 en 2-1-1656, en de andere helft Johan Otto van de Weert c.s. en Sebedeus Duijm en Anthonis van den Bergh en diens vrouw houden boedelscheiding. Sebedeus en Anthonis krijgen 5 morgen uiterwaard begrepen in het transport door Wessel van Kesteren c.s. op 2-1-1656 t.b.v. Jerifaes van Wijck gedaan. Zij machtigen Willem van Wijck om dit te transporteren. Dat gebeurt op 14-3-1679.
Justus van Cuijlenburg, exploicteur van de Staten, verkoopt bij decreet een huis in de Gasthuisstraat, daar oost- en zuidwaarts de gasthuisstraat, westwaarts burgemeester Van Hooft en noordwaarts Jacob Robberts, competerende Kerst Huijbertsz. Ingezet door Alart van Laar als weesmeester voor 210 gulden. En het grote huis van Gerrit van Amerongen in de Gasthuisstraat, zuid- en westwaarts de straat, noordwaarts Gerrit de karman en oostwaarts juffr. van Gelder. Ingezet door Jan van Amerongen voor 1000 gulden. Door hem verhoogd met 365 gulden. Borgen Bitter van Reede en Herman van Leeuwen. En een huis van Gerrit van Amerongen in de Horststraat, ten noorden De Wael, ten zuiden Geerlof de grutter, ten westen de straat en ten oosten de wal. Gekocht door Jan van Amerongen voor 400 gulden. Borg Bitter van Reede. En een huis van Neel Mollen in de Visserstraat, ten noorden de straat, ten zuiden de wal, ten oosten Wessel Aertsz, ten westen Huijbert Hendricksz van IJsendoorn. Gekocht door Adriaen van Wijck voor 220 gulden. Borgen: dhr. Wijckersloot en Alart van Laar. En een huis van Neel Mollen in de Visserstraat daar ten zuiden de straat, ten westen de schuur van Hendrick Jelisz, ten oosten Peter Wijnands Visser. Gekocht door Adriaen van Wijck voor 50 gulden. En een huis van Johan Vosch in de Kruisstraat, westwaarts de straat, noordwaarts Willem van der Lip, zuidwaarts Adriaen van Wijck, oostwaarts het gasthuis. Ingezet door Gijsbert van Noort. Verhoogd door Hendrick van Brienen. Gekocht door schepen Verweij voor 190 gulden.
Estimatie op verzoek van dhr. Drakenborg als ontvanger, van een uiterwaard van 30 morgen, die Johan Coenen heeft nagelaten, voor 6500 gulden. En de helft van 19 morgen uiterwaard nagelaten door dezelfde op 2100 gulden. En een huis in de Kruisstraat nagelaten door de weduwe van Cornelis van Wijck, op 315 gulden. En de hof buiten de Rijnpoort, erfpachtgoed, nagelaten door dezelfde, op 50 gulden. En de helft van 15 morgen hooiland in Velderbroek en de Maten in 3 percelen door Cornelis Ros nagelaten, op 750 gulden. En de helft van de hofstede nagelaten door Cornelis Rosch, op 200 gulden. En de hofstede waar Cornelis Rosch overleden is, op 400 gulden. En het huis Op de Trappen, nagelaten door de weduwe van Dirck Vonck van Lienden, op 300 gulden.
Willem van Wijck als gemachtigde van David Coenen, koopman te Amsterdam, transporteert aan Johannes van de Weerdt, zoon van Jean Otto van de Weerdt, won. Amsterdam, 1/4 van een uiterwaard omtrent de Grebbe, genaamd de Levendaalse of Grebse weerd. En 1/4 van 19 morgen uiterwaard omtrent de Grebbe, zoals David Coenen het heeft geërfd van zijn broer Johan Coenen.
Wilhelmus Philippius als gemachtigde van de gezamenlijke erfgenamen van Hermen Bolnes en dus voor 2/3 deel eigenaar, en Philippius tevoren gemachtigde van Claasje Teunis van Suijlen, weduwe van Teunis Jansz van Harn, als mede-erfgenaam en namens de andere erfgenamen, voor 1/3, transporteert aan Johan van Wijck, domheer van St. Pieter te Utrecht, 55 morgen zoals die eerst door de staten aan Cornelis van Stael c.s. en naderhand aan domheer Van Wijck verkocht is. Voor vrij eigen goed.
Johannes Cupius, als gemachtigde van Johan Quint x Willemina Verweij, won. Amerongen, transporteert aan Henricus Fuijck, lakenkoper te Utrecht, x Hendrina van Wijck, een huis dat hij heeft verkocht aan Hilligje Boonzaaijer, in haar leven weduwe van Huijbert van Wijck, in de Kruisstraat, daar oostwaarts het gasthuis of predikantshuis, zuidwaarts de Gasthuisstraat, westwaarts de Kruisstraat en noordwaarts burgemeester Wijckerslooth.
Jan Willemsz op de Scheur verklaart alzo hij aan zijn drie voorkinderen, verwekt bij zijn eerste vrouw Jannigje van Wijck, schuldig was 500 gulden als rest van hun moedersgoed, en aan Johan van Geijn 177-18 wegens geleend geld en hij in de nalatenschap van zijn neef Jan Jansz Bosch, gewoond hebbende te Scherpenzeel, die onlangs is overleden, voor 1/6 mede-erfgenaam is, cedeert hij zijn portie.
Johan Carel Smissaert verkoopt op verzoek van Johan van Wijckersloot als rentmeester van het Agnietenconvent, ofwel op verzoek van diens weduwe, een huis en schuur toebehorende Hermen Kersten, in de Kruisstraat, daar oostwaarts de straat, zuidwaarts de weduwe en erfgenamen van Rutger Buddingh en de erfgenamen van Adriaen Verhuet, westwaarts de straat achter het bouwhuis een Alart van Laar, noordwaarts Alart van Laar en Peter van Hoeven. Tegenwoordig bewoond door Cornelis de Cruijff, rademaker. Ingezet door procueur Adrian van Wijck voor 250 gulden en door hem verhoogd met 20 gulden.
Johan Carel Smissaert verkoopt op verzoek van de weduwe van Johan van Wijckersloot als ontfanger van het Huisgeld een huis en hofplaatsje daarachter toegekomen hebbende Ariaentje Cornelis of Biedt den Beck, in de Herenstraat, daar oostwaarts Tonis Wijersz, west- en zuidwarts de weduwe Hendrick Taets en noordwaarts de straat. Ingezet door procureur Adriaen van Wijck voor 44 gulden. Verhoogd door Hermen van Aelwijck met 6 gulden.
Bartholt Breull, schepen van Nijmegen, zoon en universele erfgenaam van Elisabeth de Beijer, wedu dr. Breull, transporteert aan Geurt Jansz de Cock, won. Maurik, als erfgenaam van zijn tante Elisabeth de Cock en het recht van de erfgenamen van haar man Cornelis van Wijck, in leven schepen van Rhenen, verkregen hebbende, een huis en hofje met het achterhuis in de Kruisstraat, daar oost- en noordwaarts de weduwe Van Hooft, zuidwaarts Jan Koster van Aken, westwaarts de Kruisstraat. Tijnsgoed van dhr. van Culemborg. Geurt Jansz de Cock transporteert het direct aan Willem Huijbertsz van Griethuijsen x Gerrigje Jans.
Willemtje Jans, weduwe Gijsbert de Bruijn, transporteert aan Cornelis van Wijck x Susanna Soete een huis en hof bij de Bontekoeij, daar zuidwaarts de Vissersstraat, noordwaarts het erfje gekomen van ds. Van Hien, oostwaarts de Achterstraat en westwaarts de looikuipen van Hendrick van Noort.
Adriaen van Wijck, procureur voor het gerecht van Rhenen, als gemachtigde van Catharina van Sijpenesse, wed. Artus Honinga, als enige en universele erfgenaam van Jacob van Sijpenesse, haar overleden broer, en van Mechtelt Canter en Maria Canter, met hun nabenoemde broer tezamen erfgenamen van Christina Verburgh, laatst weduwe van Jacob van Sijpenesse, transporteren aan Everhard Canter, apothecaris en burger te Utrecht, mede-erfgenaam van zijn tante, x Elisabeth van Rietvelt vier erfpachten tezamen 100 gulden per jaar, nl. 89-10 uit de hofstede van Gerrit Cornelisz in Veenendaal, strekkende van de Gelderse rade tot de Cuneraweg, 4-10 uit huis en hofstede van Willem Celen van Dijl, 3 gulden uit huis en hofstede van Hermen Petersz van Rhenen en 3 gulden uit het erf van Jorden Jansz.
Anthonis van den Bergh x Meijnske Huijberts, mitsgaders Sebedeus Duijm x Meijnsken Dircks transporteren aan Johan Otto van de Weert, koopman te Amsterdam, een uiterwaard van 5 morgen omtrent de Grebbe, hen door erfenis aangekomen van Jerifaes van Wijck, in leven domheer te Utrecht, daar oostwaarts dhr. Van de Weert zelf, zuidwaarts de Rijn, westwaarts de commanderij en noordwaarts overste luitenant Frederick van der Velde.
Adriaen van Wijck, procureur, als gemachtigde van Catharina van Sijpenesse, wed. Artus Honinga, als enige en universele erfgenaam van Jacob van Sijpenesse, haar broer, mitsgaders Everard Maria en Mechtelt Canter, broer en zus als erfgenamen van Christina van den Burgh, laatst weduwe van dhr. Sijpenesse, hun overleden tante, transporteren aan Helena van Stavenisse, wed. Joriaen Vosch, in leven heer van Sevenhoven, 24 erfpachten in Veenendaal. Met uitvoerige beschrijving van deze erfpachten en de gebruikers ervan.
Het gerecht estimeert het huis van Adriaen van Ommeren, substituutschout, in de Kruisstraat, daar oostwaarts de Kruisstraat, westwaarts de steeg achter het bouwhuis, zuidwaarts wed. Johan van Geijn en noordwaarts Jan van Gilsen, op 250 gulden. En het huis van de weduwe van Johan van Geijn, aan het Kerkhof, waar de Frissen Romer uithangt, zoals zij dat tegen elkaar hebben geruild, op 1750 gulden. En het huis toegekomen hebbende Neeltje Mollen, zoals Adriaen van Wijck bij decreet heeft gekocht, met de schuur, waar de bouwerij voorheen is geweest en door ruil aan Wessel de Visser heeft overgedaan, op 450 gulden. En het huis van Wessel de Visser op 100 gulden.
Cornelis Polner x Christina Jacobs van Essen, transporteert aan Cornelis Suckel een morgen en een vierendeel weiland genaamd Claes Pauwelsweijtje, in Veenendaal aan het Benedeneind, daar ten westen Gerrit Metman, ten noorden de gemene veengrift, ten oosten de weduwe van Hendrick Petersz Waecker te Arnhem en ten zuiden de erfgenamen van domheer Johan van Wijck.
Reijer van Manen en Adriaen van Wijck, procureur, als executeurs van het testament van Jantje de Bruijn, die weduwe was van schepen Van de Perck, transporteren aan Eesken Peters, weduwe van Jeroen Pickaerts, een huis aan de Markt, daar oostwaarts Arend van Cranenburg, zuidwaarts de stadswal, westwaarts de weduwe van Willem Klerck en noordwaarts de Markt. Belast met een jaarlijkse uitgang van 1-6 t.b.v. Cunerakerk.
Peter van Hoeven als testamentaire voogd van Naleken van Valckesteijn, onmondige nagelaten dochter van Jan van Valckesteijn en Agatha Ladenius, en namens Peter Jansen van Valckesteijn als medemomber over dat kind, transporteert aan Cornelis van Wijck een huis en hofje en schuur in de Lange Herenstraat, daar ten oosten Elisabeth Lijster, ten zuiden de hof van het huis waar dr. Pieck woont, ten westen de koper zelf en ten noorden de straat. Belast met 3-12 aan het gasthuis.
Adriaen van Wijck, procureur, x Maria van Cleeff transporteren aan Jan Hendricksz van der Does x Jenneke Harmansdr een tabaksschuur in de Visserstraat te Rhenen, daar oostwaarts Wessel Petersz en Maria Pickaerts met hun huis heden door de comparanten aan hen getransporteerd, zuidwaarts de stadswal, westwaarts schepen IJsendoorn en noordwaarts de straat.
Adriaen van Wijck, procureur x Maria van Cleeff transporteren aan Wessel Petersen Visser x Maria Pickaerts een huis met de plaats daarachter in de Visserstraat met het erfje aan de oostzijde van die plaats achter des verkopers tabaksschuur tegenwoordig door Joost de Vrint gehuurd, daar oostwaarts de verkopers met hun tabaksschuur en met het huisje en erfje tegen de kopers vermangeld, zuid de stadswal, west Jan Hendricksen van der Does met de schuur en het erfje onlangs van de verkopers getransporteerd en noord de straat.
Wessel Petersz Visscher x Maria Pickaerts transporteren aan Adriaen van Wijck x Maria van Cleeff een huisje en het hofje daar achter in de Visserstraat daar oostwaarts Hendrick Jansen van der Does, zuidwaarts de stadswal, westwaarts Adriaen van Wijck en de comparanten zelf en noordwaarts de straat.
Jan van Amerongen, procureur, en Adriaen Verhuet als gemachtigde van Jan van Dijck en van Aelbert Krunski x Beatrix Willemina van Dijck, en van Hendrick van Sleden, korporaal onder de compagnie van kapitein Keppel, x Anna van Dijck, tezamen kinderen en erfgenamen van Jan Vincent van Dijck x Wendel Focking, alsmede van hun overleden zuster Jacob van Dijck, en Jannigje van Rosendael, wed. Hendrick van Wijck, geassisteerd met haar schoonzoon Jerifaes van Triest, als erfgenamen van Maria van Eck, wed. Johan Vincent van Dijck, transporteren aan Gijsbert van Seventer een huis met hof daarachter daar oost- en zuidwaarts de gemene straat en noordwaarts en westwaarts Jacob Bouwmeester.
Hendrick van der Elburg x Aletta Bor transporteren aan Alard van Laer x Aletta van Rijnevelt een huis in de Kruisstraat daar oostwaarts het gasthuis en Anna van Triest, of nu burgemeester Wijck, zuidwaarts procureur van Wijck, westwaarts de Kruisstraat en noordwaarts Willem van der Lip en Hendrick van der Wael. Belast met een uitgang van het gasthuis.
Peterken van der Son, wed. Cornelis van Cruijsbergen, ook namens haar twee onmondige kinderen bij Pontianus van Wijck verwekt, en namens haar zoon Gijsbert Cruijsbergen, transporteert aan Evert Jacobsz 4-5 morgen land te Achterberg omtrent het Veeneind daar oostwaarts de erfgenamen van domheer Wijck, zuidwaarts de verkoper haar bosje, westwaarts Aelbert Steck en Jan Quint of diens weduwe en noordwaarts Cuneraweg.
Gosen van Hoeven x Aletta van Wijck transporteren aan Dirck Arrisz de helft van 1,5 morgen tabaksland aan de Grebseweg buiten de Bergpoort, genaamd den Houten Godt, waarvan de wederhelft de weduwe van burgemeester Wijckersloot toekomt, daar oostwaarts het gasthuis, zuidwaarts de Grebseweg, westwaarts substittuutschout Adriaen van Ommeren en noordwaarts weduwe Wijckerslooth.
Adriaen van Wijck, procureur, als gemachtigde van Aelbert Snoeck, secretaris te Muiden, voor zichzelf en als vader en voogd van zijn zoontje bij Helena Schanterne verwekt, transporteert aan Godert Adriaan baron de Reede, vrijheer van Amerongen, een rijs- en weiweerd aan de Rijn daar oost- en noordwaarts Cunerakerk, zuidwaarts de Rijn en westwaarts de Klinkhamerweerd. Zoals gekomen uit de boedel van Huijbert Tonisz van Miltenburg en door de constituant bij decreet gekocht.
Adriaen van Wijck, notaris voor het Hof van Utrecht, als rentmeester van het Agnietenconvent te Rhenen, zal bij decreet verkopen een huis en schuur in de Lange Herenstraat daar oostwaarts het Stijlstraatje, zuidwaarts Hendrick van Zwoll, westwaarts Jan Arnouts dragonder en noordwarts de Herenstraat, toebehorende de weduwe en erfgenamen van Gerrit Evertsz. Gekocht door procureur Van Wijck t.b.v. het convent voor 300 gulden.
28-9-1657: Cornelis Boonsaijer, Huijbert Van Wijck, burgemeester, Huijbert Hendricksz van Ijsendoorn, schepen in naam van Gosen Stevensz, Willem van Zomeren en Gerrit ter Horst voor zichzelven en als n.u., tezamen erfgenamen van Maijgje Wessels, hebben gedeeld de obligaties, plechten en inschulden hen aangeërfd.
18-6-1690: Matheus de Leeuw, advocaat, als gemachtigde van Hendrick Jacobsz van Essen x Elisabeth Harmans Tuijren, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Gillis van Wijck, oud-raad te Utrecht, 2000 gl. Als hypotheek stelt hij hofstede groot 14 morgen in Veenendaal, genaamd Engelenburg.
2-2-1701: De kinderen en erfgenamen van Huijbert van Wijck x Hilletje Boonsaijer hebben ten laste van Willem van Versevelt en zijn eerste huisvrouw Judith een plecht van 300 gl gevestigd in het tabaksland buiten de Bergpoort aan de Grebbeweg, waarvan alsnu eigenaar is substituut-schout van Deventer.
18-6-1690: Matheus de Leeuw, advocaat, als gemachtigde van Hendrick Jacobsz van Essen x Elisabeth Harmans Tuijren, won. Veenendaal, bekent schuldig te zijn aan Gillis van Wijck, oud-raad te Utrecht, 2000 gl. Als hypotheek stelt hij hofstede groot 14 morgen in Veenendaal, genaamd Engelenburg.
2-2-1701: De kinderen en erfgenamen van Huijbert van Wijck x Hilletje Boonsaijer hebben ten laste van Willem van Versevelt en zijn eerste huisvrouw Judith een plecht van 300 gl gevestigd in het tabaksland buiten de Bergpoort aan de Grebbeweg, waarvan alsnu eigenaar is substituut-schout van Deventer.
25-8-1669: Burgemeester Huijbert van Wijck en Hilleken Boonsaijers lijftochten elkaar. Hilleken is ziek.
29-7-1678: Meerten van Wijck, sieck van lichaem ende te bedde leggende, stelt tot zijn universele erfgenamen de kinderen van zijn overleden broer Huijbert van Wijck, in leven burgemeester van Rhenen, met name Maria, Aeltje, Anneke, Grietje, Adriana, Adriaen Hederina en Neeltje van Wijck, met seclusie van alle anderen, mits nochtans dat Hilligje Boonsaijers, zijn broers weduwe daaraan behoudt het vruchtgebruik levenslang.
9-12-1690: Maria van Cleeff tevoren wed. Paulus Andringa en nu hertrouwd met Adriaen van Wijck heeft voorheen tot mombers over haar kinderen Maria en Paulina Andringa, gesteld haar broer Johan van Cleef, advocaat voor het Hof van Utrecht, en haar zwager Cornelis Verweij, schepen te Amerongen. Paulina is nog onmondig. Zij stelt over haar als mombers haar zwager Johannes van Deventer en haar schoonzoon Johan Wernart Fijttingh.
1-2-1713: Johan van Deventer x Margareta van Wijck sieck te bedde leggende, tonen een besloten testament met het signet van burgemeester van Zwoll.
22-11-1713: Jasper Aelbertsz x Gerrigje van Wijck, won. Achterberg, sluiten de weeskamer uit als momber over hun kinderen.
15-2-1675: Elisabeth de Cock, wed. Cornelis van Wijck, in leven schepen van Rhenen, prelegateert aan haar neef Geurt Jansz de Cock de helft van haar goederen in dit gerecht, namelijk de helft van het huis in de Kruisstraat, waar zij en haar man hebben gewoond, waar burgemeester Van Hooft noordwaarts en de weduwe van Gijsbert Jansz van Manen naast gehuisd zijn. en de helft van de hof buiten de Rijnpoort naast de lijnbaan en de helft van 800 gulden staande ten laste van wed. Jan Steck. De wederhelft komt toe de erfgenamen van Cornelis van Wijck.
29-5-1678: Meerten van Wijck, ziek en te bed liggende, stelt tot zijn universele erfgenamen de kinderen van zijn overleden broer Huijbert van Wijck, in leven burgemeester van Rhenen, met namen Maria, Aeltje, Anneken, Grietje, Adriana, Adriaen, Hendrina en Neeltje van Wijck. Mits nochtans dat Hilligje Boonsaaijer, wed. van zijn broer, daaraan behoudt het vruchtgebruik.
9-12-1690: Maria van Cleeff, tevoren wed. ds. Paulus Andringa, en nu getrouwd met Adriaen van Wijck, procureur revoceert de akte van momberschap op haar broer Johan van Cleeff en haar zwager Cornelis Verweij, over haar twee voorkinderen Anna Maria en Paulina Andringa en stelt in plaats daarvan aan Johannes van Deventer, haar zwager, en Johan Warnard Fijttijngh, haar schoonzoon.
1-2-1713: Johan van Deventer, oud-burgemeester en schepen van Rhenen, x Margareta van Wijck, de laatste ziek te bed liggende, tonen een gesloten testament.
22-11-1713: Jasper Aelbertsz x Gerrigje van Wijck lijftochten elkaar.
19-4-1649: Huijbert van Wijck en Jan Strick en Hendrick de Vriendt, burger van Rhenen, verklaren op verzoek van Cornelis Boonsaaijer dat heden om 4 uur nanoen een zekere persoon, naar gissing een assistent van pander Bor, ten huize van Boonzaaijer is gekomen en heeft gedreigd dat Boonzaaijer binnen een half uur moet komen bij Bor.
5-7-1649: Dirck van Wijck en Teunis Hendricksz Cammeraet, won. onder Heimenberg, verklaren dat Michiel Wijnen x Anneke Gemen drie kinderen hebben, en 3 jaren gewoond hebben in een van de huizen van Teunis Hendricksz Cammeraet en zich goed hebben gedragen.
9-10-1649: Burgemeester Dirck Vonck van Lienden en Willem van Wijck, schepen, verklaren op verzoek van Catharina van Harn, wed. Jan Both contra Elisabeth de Beijer. Evenals Willem Costen.
24-12-1649: Aletta van Wijck, huisvrouw van schepen Aelbert Steck, leeft nog en woont in Rhenen.
3-4-1650: Het gerecht verklaart dat Huijbert van Wijck raadsheer van Rhenen is en heemraad van de Marsch. Hij moet advies van rechtsgeleerden halen in de zaak van Claes Gerritsz contra Willem Willemsz.
9-5-1650: Verhoor van Elsge Olofs (28), schout van Alten op verzoek van George Williamsoom, luitenant van de compagnie van kolonel Dolman. Of zij op maandagnacht 25 maart ten huize van Nicolaes Verhell is geweest met George Williamsoon en Gerrit van Amerongen, Jan van Wijck, luitenant van kapitein Panhuijsen, en Evert Wijnen. Daar is onenigheid geweest tussen George en Gerrit.
27-6-1650: Het gerecht verklaart dat Hillegonda van Wijck nog leeft.
7-10-1650: Geurt Gouda op het verzoek van de pachters contra Huijbert Thonisz van Miltenburg wordt opnieuw verhoord. Frans Christiaensz (36) blijft bij zijn attestatie van 23-8-1650. Ook Jan Hillebrantsz, dienaar, wordt opnieuw verhoord in deze zaak. Evenals Cornelis van Wijck en Nicolaes Verhel.
18-1-1651: Verhoor van Cornelis van Wijck, Peter van Kesteren en Nicolaes Verhel, schepenen, Gerrit van Amerongen, jonker Johan Vonck van Lienden (23-24), Geurt Gouda (39), Aernt Jansz (63), Evert Evertsz Dionijs (54)en Jan Gerritsz Reumelaar (36) op verzoek van Bartholomeus Bercheijck, advocaat voor het Hof van Utrecht. Zij zijn in huis geweest bij Nicolaas Verhel, waard in de Vergulde Sleutels. Daar kwam ook Jacob Casembrooth, schout van Rhenen. Zij kregen onenigheid over een hoed gerst die Bercheijck van Maria van Wijck had ontvangen. Daarop noemde Casembrooth hem een schelm omdat hij geen weduwen en wezen ontzag en hen onderdrukte.
3-10-1653: Jonker Johan Vosch en Huijbert van Wijck, schepenen, verklaren op verzoek van jonker Diderick Godert van Oestrum, schout, nomine officii, dat zij hebben gezien dat Reijnier van Huijssum, lakenkoper, 2 grote lichters met zand van de stad en burgergemeente heeft gehaald.
23-12-1693: Oud-burgemeester Cornelis van Wijck heeft geconsigneerd 290 gl van de kooppenningen van het huis toegekomen hebbende Lucas Beeck door Cornelis gekocht.
21-1-1696: Procureur Adriaen van Wijck consigneert wegens Dirck en Elisabeth van de Wael, kinderen van Hendrick van de Wael 34-18-8 waarover tussen hen en de wed. van Coten proces is.
19-11-1648: Hendrick van Wijck, raad ter admiraliteit te Rotterdam, Carel van Willigen, baljuw te Oudewater, Jacob Casenbroot, schout te Rhenen, Aelbert Steck, won. Rhenen, als getrouwd hebbende Wijnanda, Hillegonda en Aletta van Wijck, zoon en dochters van wijlen Jacob van Asch van Wijck, eerste raad in de geëligeerde ter vergadering van de Ed. Mog. Heren Staten van Utrecht, constitueren Hugo Didericq van Ruijsch Waijesteijn, heer tot Waijesteijn, mr. Frans Wttenbogaert, domheer, hun zwagers, en mr. Gerard van Wassenaer, advocaat voor het Hof van Utrecht, om met dhr. Parmentier q.q. te ontbieden alle crediteuren van de boedel van dhr van Asch van Wijck en zijn vrouw Elisabeth Wttenengh.
5-6-1649: Aletta van Wijck, dochter van wijlen Jacob Asch van Wijck en Elisabeth Uyttenengh, leeft nog en woont in Rhenen en is getrouwd met Aelbert Steck, schepen. Zij constitueert Lubbert Ongroeven om op het kantoor van burgemeester Aert van Dans te ontvangen de lijfrente.
5-5-1651: Elsebe van Gelder, huisvrouw van Daniel van Bedaride, heer van de Gelderse Weert en kapitein van een compagnie ten dienste van de Staten Generaal, heeft schepen Van Wijck gekoren tot momber van de koopcedul met Johan vrijheer van Schellaert Dorewaert, heer te Rosant dd 3-5-1651 binnen Utrecht gepasseerd.
25-11-1732: Henrik van Asch van Wijck voor zichzelf en als voogd over de kinderen van Johan van Wijk in leven vaandrig, en Jacob van Berk, raad in de vroedschap van Utrecht, als weduwnaar van Aletta Maria van Wijk, en als vader en voogd van zijn onmondige kind, tezamen erfgenamen van Anthonij van Wijk, in leven raad in de vroedschap van Utrecht, en Clara Jacoba Brouwers, constitueren Jacobus van Langevelt, won. Veenendaal, om te transporteren aan Gerrit Verburg en Hillegunda Stip een hofstede in Veenendaal aan het Pannenhuis, gebruikt door Cornelis Ellecoot, groot 10 morgen wei- en bouwland.
534-13 Boedelinventaris door de kinderen van Dirck Jansen en Hendrickje van Wijck
536-10 Jacob Roelofsz van Varick, metselaar, als bestevader en naaste momber over Reijnier Roelofsz en Steven Roelofsz, onmondige kinderen van Roelof Jacobsz van Varick, zijn zoon, verwekt bij Hendrickje van Wijck. Request dat Evert Joriaensz gehuwd met Hendrickje van Wijck op 15-11-1629 Jacob Roelofsz hebben uitgekocht. Hij heeft hen onderhouden en wil uitbetaling
536-11 De weesmeesters en Thomas Huijbertsen van Bemmel, oud-schepen, als oom en verzochte vriend, maken akkoord over maakgescheid tussen Willem van Ewijck, wed. van Lucia van Wijck, en zijn vier kinderen Jannigje, Gijsbertje, Oth en Neeltje van Ewijck
550-3 Herman Cornelisz van Ede, Peter van Kesteren, Gosen van Suijlen en Anthoni Walraven en Jan Hillebrantsz, attesteren ten verzoeke van Willem van Wijck dat zij in pacht hebben gehad van Van Wijck 7 morgen bergland in percelen gelegen voor 4 jaren, en omdat Willem van Harn, secretaris, dat bergland heeft verkocht aan Cornelis Boonsaijer en Anthonis Vereest getuigen wij dat wij nog 2 jaren pacht aan dat land hebben
551-15 Johan Willemsz, won. Elst op de Scheur, wed. Jannigje van Wijck. Boedelinventaris
557-5 Aelbert Steck attesteert ten verzoeke van schepen Huijbert Hendricksz Isendoorn als gewezen weeshuismeester dat Hillegond van Wijck, dochter van Jacob van Asch van Wijck op 15-12-1660 nog levend was. Hij weet dit omdat zijn vrouw op die datum een brief van haar ontvangen heeft
563-6 Aelbert Steck gehuwd met Aletta van Wijck verzoekt dat zijn schoonzuster Josina van Wijck heeft nagelaten een dochtertje Elisabeth, verwekt bij Witte de Kater. Witte heeft geen vaste woonplaats en neemt de zorg van zijn dochter niet op zich. Aelbert heeft haar in huis opgenomen. Moeder Josina is in Rhenen overleden
566-4 Adriaen van Wijck, notaris te Utrecht, als curator over de boedel van Geertje Peters, laatst wed. Tijmen Woutersen en tevoren van Arris Faessen, verkoopt openbaar een huis, berg en schuur, wei- en bouwland in Veenendaal. Koper is Hermen Turen. De huismeesters van het weeshuis te Utrecht verkopen het koorngewas van de hofstede laatst bij de wed. Tijmen Woutersz gepossideerd, in Veenendaal, aan Jan Maessen. Met boedelinventaris
567-7 Stukken betreffende Adriaen van Wijck
568-13 Nicolaes van Beeftingh gehuwd met Mechtelt Gerrits van wijck, tevoren wed. Evert Willemsz van Kempen, heeft laten lichten de boeken en andere geschriften behorende tot de boedel van Evert Willemsen van Kempen
571-14 Adriaen van Wijck, procureur, als gemachtigde van Helena van Stavenisse, douariere van Jurrien Vosch, en als moeder van Balthazar Anthonij Vosch, transporteert aan Johan Cupius, oud-burgemeester van Rhenen, 30 morgen land op de berg, genaamd Den Horst, met het schaapschot daarop staande en het heiveld en het recht tot het bos gelegen boven Remmerden, vanouds genaamd Zuilensbosch en de helft van 2 morgen hooiland in Achterberg in de Maten, conform transportbrief van 21-12-1669
578-10 Dirk van de Waal, koopman in wijnen te Rotterdam, revoceert van de procuratie aan Adriaen van Wijck, procureur te Rhenen, voor hen en zijn zuster Elisabeth van de Waal te eisen van zijn vader Hendrick van de Waal boedelscheiding wegens overlijden van zijn grootvader Dirck Hendricksz van de Wael en grootmoeder Elisabeth van Gelder
581-4 Maria van Cleef, wed. Adriaen van Wijck, ook namens haar absente en mondige dochter Hillegonda van Wijck, cedeert aan Adriaen Sueck en Hendrina Sueck, kinderen en erfgenamen van mr. Sueck, het recht van een plechtbrief van 512-10 sprekende op de erfgenamen van Beth Jans, wed. Aert Rutgers en gevestigd in een wei- en rijsweerd genaamd Dulckenweert
602-14 De mombers van het nagelaten kind van Gerrit Hendricksz in Oudewater bij Grietje van Wijck verwekt, houden maaggescheid
646 Lijst van de protocollen van notaris Adriaen van Wijck, 1703