De doorgang vanaf de zuidwestzijde van het gebouw van de gemeentelijke sociale dienst tot aan de Niersprinkstraat is genoemd naar de componist Maurice Ravel, geboren in 1875 te Ciboure (Fr), overleden in 1937 te Parijs. Zijn muziek onderging aanvankelijk impressionistische invloeden, vertoonde daarna neoklassieke kenmerken om vervolgens meer naar het abstracte te neigen. Alom bekend van hem is de Bolero.

Bedoeld is het pad dat eertijds, als aftakking van de Einderstraat naast het pand Einderstraat 44, naar een waterbron voerde. Hierin ligt tevens de verklaring van de naam. In Kerkrade werd alles puts-je genoemd waar men (drink)water kon scheppen aan een bron. Daaruit is ook het veelvuldig voorkomen van de benaming 'bergputs-je' te verklaren. Vóór de aanleg van het miljoenenlijntje bereikte men via de Putgang de Schutterstraat. De tegenwoordige Putgang verbindt de Kapellaan met de Stationsstraat. Deze verbindingsweg is in hetzelfde gebied gelegen als de historische Putgang.

Deze straat, die nu afgesloten is door het complex van het Wijngrachttheater, vormde eertijds een onderdeel van de belangrijke middeleeuwse handelsweg Keulen-Vlaanderen. Deze liep, komend vanuit 's-Hertogenrade, dwars door Kerkrade langs Imstenrade in de richting Valkenburg en Maastricht. Wijn was de voornaamste handelswaar die vanuit Keulen over de weg werd vervoerd. Ter plaatse moest de weg over een steile helling naar beneden; deze was gedeeltelijk uitgespoeld, zodat de weg als het ware via een 'gracht' omlaag liep.

Naar aanleiding van de vestiging van het provinciaal museum Industrion kreeg het Stationsplein een andere naam, die meer de aandacht op dit gebouw vestigt. In de verzameling van dit museum is ook opgenomen de collectie van het mijnmuseum, dat van 1974 tot 1994 in Rolduc was gehuisvest.