Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
1  zoekresultaat
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Openlucht-theater Valkenburg : De schelmstreken van Scapin. Leentje uit 't hemelrijk
Datering:
1936
Titel:
Openlucht-theater Valkenburg : De schelmstreken van Scapin. Leentje uit 't hemelrijk
Titel tijdschrift:
De Limburger
Afleveringsnummer:
De Limburger, 30/6/1936
Samenvatting:
Het stuk van Molière is overbekend. Wij zagen het voor het eerst te Rolduc in het jaar 1892, toen de titelrol op voortreffelijke wijze werd vervuld door een student der Rhétorica, dien wij familiair „Miel Ribbergh” plachten te noemen en die thans pastoor is in het vriendelijke Houthem, na een jarenlang leeraarschap aan de aloude abdij, waar hij als student zijn eerste theaterlauweren oogstte.

Wij hebben ’t stuk destijds in de hoogste klas van ’t Gymnasium gelezen en de beroemde passage over de tallooze zwarigheden, die reeds in Molière’s tijd aan het voeren van een burgerlijk proces waren verbonden, van buiten geleerd.

Wanneer men met dergelijke jeugdherinneringen na vier-en-twintig jaar een beroemd tooneelstuk terugziet in ’n vertaling, die onvermijdelijk iets van de oorspronkelijke „verve et saveur” verloren doet gaan, dan is er groote kans, dat men een bittere teleurstelling ervaart.

Dank zij het uitmuntend spel van Jan Cammans, die thans de titelrol vertolkte en op de lachwekkendste wijze werd bijgestaan door de heeren Arthur van Thillo en Jos. Gevers als de ietwat onnoozele vaders, en door de dames Jenny van Santvoort en Greta Lens als de verliefde dochters, is ons deze teleurstelling bespaard gebleven. Molière blijft nog steeds de koning der Fransche blijspeldichters en het rappe spel der Vlamingen laat aan zijn onsterflijken humor volle recht wedervaren.

Maar dit neemt niet weg, dat de Vlaamsche klucht, waarmee de genotvolle avond werd besloten, onze lachspieren nog leutiger- prikkelde. Want hier zagen wij de Antwerpsche artisten op hun allerbest: in hun eigen sappig dialect en in hun eigen vroolijke sfeer. „Leentjen uit t hemelrijk” werd gespeeld door de jeugdige artiste Greta Lens, die wij hier voor het eerst ineen titelrol zagen. Zij was beurtelings zedig en dartel, schroomvallig en ondeugend, verschrikt en verliefd; en heel deze wisseling van emoties wist zij uitte beelden als een echt natuurkind van den Vlaamschen buiten.

Samenvatting2:
Ook de beide oudere dames, de bazige Aspasie en de kwezelige Febronie werden naar den eisch vertolkt door Dolly de Gruyter en Liza van Camp. En de oude welgestelde boeren, Désiré en Auguste, die de jonge herbergdeerne om beurten pótsierlijk het hof maken, werden meesterlijk nagebootst door Edward Gorlé en Jos. Gevers, terwijl Charles Janssens als Thuurke den leutigen vrijer inden boerenkiel onweerstaanbaar aantrekkelijk wist te maken. Wij zien zoo dikwijls Vlaamsche stukken opvoeren, waarbij de goede wil der artisten vastloopt op de onoverkomelijke moeilijkheden van de taal en de onbekendheid met de zeden en gewoonten van het gindsche platteland, dat wij allen, die inde heel eigenaardige cultuur van onze zuiderburen belang stellen, niet genoeg kunnen aanraden dezen levensechten 'eenacter te gaan zien. Zjj zullen dan leeren, hoe zulke stukken gespeeld moeten worden om den toeschouwers een volledig genot en het spel een daverend succes te verzekeren.
Trefwoorden:
Geografische namen: