Maar liefst honderdvijftig Nederlandse gasten in de beroemde Kroningszaal van het voormalige Heilige Roomse Rijk in het Rathaus in Aken. Een absoluut record, wist professor doctor dr. h.c. Ulrich Daldrup woensdagavond te vertellen voorafgaand aan de uitreiking van de Unternehmerpreis 2022 aan voormalig hotelier Camille Oostwegel sr. De voorzitter van de Business Club Aachen Maastricht had het voor de zekerheid nog even nagevraagd, maar zelfs toen toenmalig koningin Beatrix op 16 mei 1996 in dezelfde statige zaal de prestigieuze Karlspreis in ontvangst nam, waren er niet zoveel Nederlanders vertegenwoordigd als nu. Misschien eindelijk, opperde Daldrup met zoveel woorden, een teken dat Limburg en de regio Aken op zakelijk gebied een beetje naar elkaar toegroeien. Het zou hoog tijd worden.
In totaal waren zo’n 350 genodigden aanwezig bij de uitreiking van de Unternehmerpreis. Die wordt sinds 2007 jaarlijks uitgereikt aan mensen die zeer succesvol waren of zijn als ondernemer, duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan en zich daarnaast bekommeren om zaken op sociaal, sportief, cultureel, humanitair of wetenschappelijk terrein. De grondlegger van de hotel- en restaurantketen Oostwegel Collection nam op 1 januari 2020 officieel afscheid van zijn familiebedrijf. Hij is de eerste Nederlander die de prijs in ontvangst heeft mogen nemen.

De bijeenkomst werd bijgewoond door onder anderen Sibylle Keupen, Oberbürgermeisterin van de stad Aken. Zij werd in 2020 als eerste vrouw in de geschiedenis, met overweldigende meerderheid, gekozen tot burgemeester van haar stad. Maar liefst 256 mannen gingen haar voor.

AKEN - Voormalig hotelier Camille Oostwegel sr. krijgt de Unternehmerpreis 2022 van de Business Club Aachen Maastricht.
Dat is een netwerkorganisatie voor ondernemers in het grensgebied.
Oostwegel neemt de onderscheiding op woensdag 5 oktober in ontvangst in het Raadhuis op de Markt in de Karelstad. Volgens de Business Club Aachen Maastricht krijgt Oostwegel de prijs omdat hij zich gedurende zijn veertigjarige carrière als zelfstandig ondernemer heeft bewezen door op een duurzame manier historische ruïnes en kloosters te behoeden voor verval en er 'oriëntatiepunten van gastronomische wereldklasse' van te maken.

Na tot inkeer te zijn gekomen leidde Gerlach een vroom en boetvaardig leven. Zo liep hij bijna dagelijks naar Maastricht, naar het graf van St. Servaas, om daar te bidden. Maar s zaterdags trok hij te voet naar Aken, naar het Maria heiligdom aldaar, dat rond het jaar 800 door Karel de Grote gesticht is. In het overlijdensjaar van Gerlach, 1165, werd Karel de Grote heilig verklaard. Waarschijnlijk trokken dus in de jaren daarvoor, met Gerlach, velen naar Aken. De expositie toont een aantal objecten van verering van Maria (en van Karel de Grote) in Aken. Ook zijn sporen die Gerlach, vaak ver na zijn dood, in Aken heeft achtergelaten gezocht en deels naar Houthem gebracht. Dankzij de welwillende medewerking van de Schatkamer van de Dom van Aken en van het kerkbestuur van de St. Jakobus parochie is een aantal unieke objecten in de tentoonstelting te zien. De expositie wordt gecompleteerd met een aantal fraaie foto's van de dom en de St. Jakobskerk. De belangrijkste relikwieën die in de dom van Aken bewaard worden zijn de windselen en de lendendoek van Jezus Christus, de tuniek van Maria en de onthoofdingsdoek van Johannes de Doper. Deze relikwieën worden bewaard in het zogenaamde Mariaschrijn, uit de late 12e, vroege 13e eeuw, die tot de topstukken van Maaslandse edelsmeedkunst behoort. Deze relikwieën zijn op veel tekeningen, schilderingen en afdrukken uitgebeeld. De pelgrims kregen deze alleen bij hoge uitzondering te zien, tegenwoordig eens in de 7 jaren tijdens de heiligdomsvaart. Daarnaast bezit de dom een miraculeus Mariabeeld met het Jezuskind op de arm ook wel het genadebeeld genoemd. Eens in de 6 weken wordt de mantel van het beeld gewisseld. In de loop van de tijd is een groot aantal mantels gemaakt en in de volksmond wordt het beeld wel de dame met de mooiste garderobe van Aken genoemd. Een van deze mantels, met een 3D kopie van het genadebeeld is in de tentoonstelling te zien.

Op de site van de Oorlogsgravenstichting kwam ik een tweetal in Houthem geboren oorlogsslachtoffers tegen, die mij niet bekend waren.
Het betreft Jan Otten (1910-1944) en Maria Anna Hubertina Geuskens (1852-1942).

KNIL-militair Jan Otten
Johannes Franciscus (Jan) Otten werd geboren te Houthem-St. Gerlach op 7 januari 1910. Hij overleed op 8 juni 1944 te Tarakan. Jan was toen sergeant bij de Infanterie van de KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch leger), naar over¬levering behorende bij een sectie mortieren.
Hij is volgens zijn grafkaart waarschijnlijk overleden aan beri-beri/uitputting in gevangenschap. Jan Otten werd begraven op het ereveld Kembang Koening te Soerabaja, grafnr. AAA-335. Hij was ongehuwd bij overlijden en laat voor zover bekend, geen kinderen na. Zijn oudste broer J.P.C. (Jos) Otten was tevens KNIL-militair (marechaussee), maar hij heeft de oorlog overleefd.
Hun moeder, Alida Otten-Vroomans, een kranige jonge vrouw, geboortig uit
’s-Gravenhage, beviel in Heerlen op 25 april 1916 van een dochtertje Eugenie. De bevalling zal niet al te voorspoedig zijn verlopen, want amper twee weken later overleed zij - slechts 37 jaar oud - in het kraambed op 6 mei. Het baby’tje stierf, 4 weken oud, op 23 mei te Heerlen. Vader Johan bleef achter met zes jonge in Houthem (Broekhem) geboren kinderen.
Het jonge gezin woonde in ’t Straatje en later aan de Grote Straat.

Maria Anna Hubertina Geuskens
Joannes Arnoldus Geuskens, geboren te Houthem op 31 december 1800 trouwde op 26 december 1832 in Houthem met de Heerlense Maria Gertrudis à Campo. Zij werd daar geboren op 26 december 1804. Het echtpaar woonde in Heerlen en kreeg 5 kinderen. Als pachters hadden zij enige grote hoeven in Heerlen.