HOUTHEM. Verleden Dinsdag was voor de derde maal verkiezing voor één lid van den gemeenteraad. Bij enkele candidaatstelling werd gekoozen dhr. B. Duiizings, landbouwer te Houthemerberg-Viilt. Dat gehucht had voor deden nóóit de eer een vertegenwoordiger in den Raad te hebben.

Zondagnamiddag werd in de Plenkert uit de Geul het lijk opgehaald van een persoon uit KERKRADE, zekeren P. R. Direct ai aangifte gedaan bij de marechaussee, die het lijk hebben overgebracht naar het lijkenhuis te Houthem. Deze persoon is tot nog toe onbekende oorzaak in het water gekomen en met den stroom meegevoerd.

Verdronken.
Zaterdagmiddag viel te Vilt een jongentje van vijf jaar van dhr. Fr. Roebroeks in een poel water achter het huis. Toen het knaapje eruit gehaald was, werden vele pogingen aangewend om de levensgeesten weer op te wekken, helaas zonder resultaat.

26 Maart. Zaterdag-namiddag is de geheele heideoppervlakte, vanaf Geulem tot Vilt afgebrand. Wegens den feestdag van M. Boodscbap waren er veel toeschouwers die beweerden, dat zij de heide over zulk een uitgestrektheid nooit hadden zien branden. Naar mijn meening zijn een kleine vijftig bunders in rook en vlammen opgegaan. Zulks is hoogst waarschijnlijk aan kwaadwilligheid toe te schrijven.

Zoo’n heidebrand berokkent natuurlijk geen schade maar de zuidelijke helling van den berg is overal begroeid met hakhout. Wanneer het vernielend element ook daar begint om zich heen te grijpen, is de schade natuurlijk zeer aanzienlijk. Eenige personen met allerhande werktuigen gewapend doofden bij het bosch de vlammen, zoodat dit gespaard bleef en de schade dus heel weinig zal beteekernen. Integendeel zal het weinige gras dat op de heide groeit het volgend jaar veel weliger opschieten, zoodat de menschen die er hun vee hoeden, den brand met welgevallen zullen hebben gadegeslagen. Toch blijft het inbrandsteken der heide altijd gevaarlijk wanneer gedeelten ervan zijn ontgonnen tot bosch.

HOUTHEM Zaterdag-namiddag is de geheele heideoppervlakte, vanaf Geulem tot Vilt afgebrand. Wegens den feestdag van M. Boodschap waren er veel toeschouwers die beweerden, dat zij de heide over zulk een uitgestrektheid nooit hadden zien branden. Naar mijn meening zijn een kleine vijftig bunders in rook en vlammen opgegaan. Zulks is hoogstwaarschijnlijk aan kwaadwilligheld toe te schrijven.