Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
8  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Loopgraven graven en meer
Datering:
2013
Titel:
Loopgraven graven en meer
Auteur:
Mathieu Braeken
Titel tijdschrift:
Markant Berg en Terblijt
Afleveringsnummer:
Markant Berg en Terblijt, 5 (2013) nr. 39 (mei), p. 32-33
Samenvatting:
Vóór 1940 bestond de huidige Sibberweg uit twee gedeelten. Het deel vanaf de Rijksweg tot en met het laatste huis (boerderij Velraeds) heette Dorpsstraat en het tweede deel noemde men in Vilt het Sibberveld en in Sibbe het Vilterveld.
Enkele maanden vóór de Tweede Wereldoorlog bivakkeerde in Vilt een bataljon Nederlandse soldaten bestaande uit ca. 250 man. Dit verhaal is afkomstig van mijn moeder Liza Braeken-Gilissen, mijn oom Frits Gilissen (één van ‘de zes’), familie Kreutzer (Lei Kreutzer met name) en nog enkele oudere inwoners van Vilt...
Vanaf het laatste huis in de Dorpsstraat richting Sibbe hadden de soldaten enkele barakken geplaatst en later een kleine verdedigingslinie opgesteld. Hiertoe behoorden loopgraven en drie stuks kanonnen. Dit waren afgedankte Duitse kanonnen afkomstig uit de Eerste Wereldoorlog. Er zou met deze afgedankte kanonnen zijn geschoten maar niemand werd geraakt of verwond.
Volgens Viltenaar Lei Kreutzer (geboren in 1925) was een gedeelte van het bataljon ondergebracht in café Lamberiks en café Odekerken. In café Grispen was de militaire staf gevestigd. Enkele soldaten bivakkeerden bij bewoners van Vilt. De café’s Lamberiks en Grispen behoorden toen nog bij de gemeente Houthem en café Odekerken bij de gemeente Berg en Terblijt.

Gedeserteerd in WO I
Bij Johanneswilm (Sjeng) Kreutzer, de vader van Lei, waren ook twee soldaten gelegerd. Deze Groningers kwamen uit Sappemeer en Nieuweschans. Vanuit de Tapijnkazerne in Maastricht kwam driemaal daags een wagen met de gaarkeuken.
Hij ging dan aan de ‘mèlkerie’ staan. Hier haalden alle militairen hun maaltijden af. Sjeng Kreutzer (geboren in 1900) was oorspronkelijk een Duitser en kwam uit Aken. Hij was de jongste uit een gezin met tien kinderen bestaande uit acht jongens en twee meisjes. Alle jongens hadden verplicht dienst gedaan in het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog.
Samenvatting2:
Sjeng was in 1918 gedeserteerd. Hij vluchtte de grens over en is bij familie in Vaals gaan wonen. In het neutrale Nederland konden de Duitsers hem niet meer achterhalen. Sjeng bleef vervolgens in Nederland wonen en ging daar werken als orthopedisch schoenmaker.
Hij trouwde in 1922 met Hubertina Pisters (geboren in 1901) en ze vestigden zich in Vilt in de Achterstraat. In 1933 vroeg hij de Nederlandse nationaliteit aan die hij vervolgens in 1935 heeft gekregen.

Praten met de bezetter
Toen de Duitsers in mei 1940 ons land binnenvielen werd de Nederlandse verdedigingslinie meteen onschadelijk gemaakt. Daarna trok men met een tank naar de bivakplaatsen in de café’s. Men vermoedt dat de locatie van deze soldaten verraden was. Er werd geen weerstand geboden, de soldaten werden in een paar grote wagens afgevoerd. De 17 soldaten die bij particulieren waren ondergebracht zijn waarschijnlijk over het hoofd gezien en trokken naar de kleine schoenmakerswerkplaats van Sjeng Kreutzer. De soldaten, en ook de bewoners, waren door de inval overrompeld en hadden angst voor de toekomst. Uiteindelijk werd aan Sjeng Kreutzer gevraagd of hij met de bezetter wilde gaan praten. De Duits sprekende Sjeng deed dit. De aanwezige Ordonnans van de Duitsers verklaarde toen zeer nadrukkelijk: “In Civile Kleidung sind es unsere Freunde aber in Militärische Kleidung unsere Feinde.”

Uniformen uit, burgerkleren aan
Sjeng ging met dit bericht naar huis. Om erger te voorkomen werd besloten dat de Nederlandse uniformen snel vervangen moesten worden door burgerkleding.
In die tijd van schaarste was dit een lastige opgave. Na lang zoeken en vragen bij enkele Viltse bewoners kregen ze toch geschikte kleding. Toentertijd telde Vilt nog maar 210 zielen. Vlak nadat de soldaten zich in burgerkleding hadden gestoken kwam het Duitse leger met een grote hoeveelheid oorlogstuig via de Rijksweg Nederland binnen.
Samenvatting3:
De Nederlandse ‘militaire’ burgers gingen naar buiten en vanuit de Achterstraat (de huidige Pater Tilliestraat) aanschouwden ze de intocht. Ja, daar stond het Nederlandse leger (bataljon) in passende en niet passende werkkleding, boerenkielen, bakkerskleding, overalls enzovoort.
Ondanks de ernst van de situatie kwamen de mensen niet uitgelachen...
Nederlandse leger ontbonden De wagen met de gaarkeuken kon niet meer naar Vilt komen. Toch moesten de soldaten eten. Moeder Hubertina Kreutzer heeft daarom niet alleen voor haar eigen grote gezin maar ook enkele dagen voor de soldaten gekookt en al hun maaltijden verzorgd.
In de tussentijd werden er voorbereidingen getroffen om het Nederlandse leger te ontbinden. De Duitsers hadden er schijnbaar al op gerekend dat er her en der nog soldaten verbleven.
De soldaten moesten alle wapens inleveren en vervolgens konden ze, na ongeveer twee weken, met een vrijkaartje voor het openbaar vervoer terug naar huis. Wat er met de drie kanonnen is gebeurd is niet bekend.

In de vrie
In het begin van de oorlog begon Lei als boerenknecht bij boer Guus Franssen te Sibbe. Hij sliep in de ‘vrie’ bij de paarden. Dit betekende vroeg opstaan, de hond inspannen voor de melkkar en naar het weiland gaan om samen met madam Berta Damoiseaux de 16 koeien te melken.
Na de koffie begon het andere boerenwerk. Het waren zware en lange dagen. Lei verbleef dus intern en verdiende 20 gulden per maand. Hij was hier zeer tevreden mee, het was een goede werkplek.

In de Sibberberg
Lei weet zich nog goed een heel gevaarlijke gebeurtenis te herinneren. Tegen het einde van de oorlog trokken bijna alle bewoners van Sibbe in de Sibberberg. Ze wilden daar uit veiligheidsoverwegingen het einde van de oorlog afwachten. In deze grote en veilige berg kreeg iedere familie een eigen vak dat zij zelf een beetje kon inrichten. Lei reed op 7 en 8 september 1944 vier keer met een volle hondskar naar de berg.
Samenvatting4:
De eerste keer waren het ‘bössele’ stro en daarna volgden de etenswaren enzovoort. De ‘sjinken’ kwamen als laatsten, samen met de tijdelijke bewoners om diefstal van het vlees te voorkomen. Iedereen bleef in de berg, maar ja, de koeien moesten toch worden gemolken. Lei en Berta gingen dus met de hondskar naar het weiland. Plotseling werd er heftig geschoten. Ze dreven de koeien snel in een cirkel bij elkaar en tussen de fluitende kogels door werd er midden in de cirkel toch gewoon gemolken...

Eén schuttersput per dag
In augustus 1944 werd iedere man (vanaf 16 jaar) die geen werkontheffing had opgeroepen om tien dagen onder Duitse begeleiding loopgraven te maken. Lei, die vanuit Sibbe werd opgeroepen, moest tien dagen anderhalf uur vroeger opstaan om de koeien te melken. Daarna meldde hij zich om 8 uur bij café Sjäökske Hendriks in Sibbe. De schoppen gingen op de schouders en onder militaire begeleiding (met geweren) trok de groep gravers naar Houthem. Er werd gegraven in In/Op de Kamp te Strabeek achter de lindebomen en in Vroenhof vanaf het laatste huis tot aan de overweg in Meerssen. Elk persoon kreeg de opdracht één schuttersput per dag te graven.
De plek en de vorm van de loopgraven, die een beetje zigzag liepen en een kleine hoekvorm met twee niveautjes hadden, werden door de Duitsers aangewezen. De gravers moesten zelf voor hun eten zorgen. Toiletten waren er niet maar er waren wel genoeg struiken en bomen. En als die er niet waren dan kon men natuurlijk altijd de loopgraaf en de ‘roffelsjöp’ gebruiken.
’s Avonds na 5 uur gingen ze onder begeleiding van de militairen weer terug naar Sjäökske om zich af te melden. De zo ontstane kilometerslange loopgraven liepen tussen alle dorpen. Na afloop kreeg iedere graver 25 gulden, zo lang de voorraad strekte. Lei was er natuurlijk op tijd bij! De Duitse graaf- en roffelsjöp waar Lei mee gewerkt heeft, is nog steeds in zijn bezit en wordt waar nodig, nog steeds gebruikt.
Samenvatting5:
Protest
Enkele jongens van Vilt onttrokken zich aan het verplicht graven van de loopgraven. Uit protest besloten ze een veilig heenkomen te zoeken op de aangrenzende heide. In die tijd was dat nog een mooie vlakke kale heide. Naderhand is er een bos aangelegd bestaande uit boombeplanting, bospaden enzovoort.
Deze jongens waren Sjo Meertens, Wiel Blom, Pierre en Sjir Lamerichs, Victor (Pierre) Blom en Frits Gilissen (mijn oom). De jongens voelden zich op de hei veilig, discussieerden, stoeiden met elkaar en maakten veel plezier. Duitse soldaten, die zich in Strabeek en Broekhem in de beemden bevonden, hadden hen echter opgemerkt en met verrekijkers bespied. Ze veronderstelden dat het partizanen waren en kwamen met het geweer in de aanslag de hei opgelopen. De jongens zagen hen aankomen en renden snel weg richting dorp. De Duitsers schoten op hen en Willem Lamberiks (‘Kleine Wim’), die toevallig in zijn tuintje stokbonen aan het plukken was, werd geraakt aan een arm.
In de Vinkenweg, waar nog maar één huis (van Sjo Vluggen) stond, kwamen de kogels in de poort van de achtergevel van café Rouvroye-Keydener terecht. De jongens smeten zich op de grond en werden door de Duitsers ingerekend.

De Bril
Men voerde hen af via de Rijksweg en de Cauberg af richting Broekhem. In die tijd was J.J.H. Lamerichs burgemeester van Berg en Terblijt. In de volksmond noemden ze hem ‘de Bril’.
De Duitsers hadden de vermeende partizanen aan de kerk tegen de muur gezet. Wel werden ze nog even ondervraagd, maar men verstond ze niet en geloofden hen niet. Toch werden de zes jongens toen opgesloten.
Samenvatting6:
‘De Bril’, die ondertussen door inwoners van Vilt en anderen was gewaarschuwd om hulp en bemiddeling te bieden, kwam snel in actie. Willem Lamberiks werd door de Duitse militairen naar het jezuïetenklooster in de Kattenbeek gebracht. Dit was geheel door de Duitsers in gebruik genomen. De plaatselijke militaire arts heeft hem toen behandeld en daarna mocht hij weer naar huis, bonen plukken.
De zes jongens moesten voor de krijgsraad verschijnen. Omdat men hen nog steeds als partizanen beschouwden zouden ze de doodstraf krijgen. Ze werden teruggebracht naar de cel. Ondertussen was burgemeester Lamerichs met de leiding van de Sicherheits Polizei in gesprek. Hij overtuigde de Duitsers ervan dat de vermeende partizanen gewoon stoute Viltse jongens waren. Daarna werden ze gelukkig net op tijd, vijf minuten voor de fusillering, vrijgelaten.
Nogmaals dank, meneer ‘de Bril’!
Vilt werd op 14 september 1944 bevrijd.

------

Foto's:
• Lei Kreutzer op de binnenplaats van boerderij Guus Franssen waar hij als jonge boerenknecht in de oorlog gewerkt heeft.
• Duitse graaf- en roffelsjo¨p waarmee loopgraven en schuttersputten gegraven moesten worden.
• Lei Kreutzer bij de voormalige loopgraaf achter de lindenbomen, te Houthem
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Nieuwe schutterslocatie Houthem
Datering:
2013
Titel:
Nieuwe schutterslocatie Houthem
Titel tijdschrift:
Markant Berg en Terblijt
Afleveringsnummer:
Markant Berg en Terblijt, 5 (2013) nr. 39 (mei), p. 20
Samenvatting:
Op zaterdagmiddag 6 april werd bij een ijskoude wind en lage temperaturen de nieuwe schutterslocatie met schietmast en kogelvanger voor de gezamenlijke schutterijen St. Martinus Houthem en de Nobele Schutterijen Valkenburg geopend en officieel in gebruik genomen.

Aansluitend op de goed bezochte Beweegproeverij van de gezamenlijke sport-verenigingen marcheerde om 16.00 uur de gezamenlijke Houthem-Valkenburg schutterij het sportterrein op en liet een demonstratie exercitie zien onder leiding van de commandant voor deze gelegenheid Frederic Lebouille. Bij aankomst bleek de ingang van het terrein van de nieuwe schutterslocatie geblokkeerd door een obstakel en moesten de bielemannen aan de slag met het zogenaamde poalhouwe. Na het wegslaan van de versperring konden de openingshandelingen beginnen. In de toespraak door Maurice de Lange werd toegelicht hoe het na een enorm moeizaam traject uiteindelijk tot de opening van deze schutterslocatie is gekomen, wie hieraan allemaal zijn bijdrage heeft geleverd en wat de toekomstige bijdrage en ontwikkelingen in en aan het sportcomplex en de sociale binding in Houthem kunnen zijn. Na enkele saluutschoten ging de kogelvanger voor het eerst de lucht in en na gelijktijdige schoten van Wim Derks en Henk Tabbers was de kogelvanger officieel ingeschoten. Aansluitend werden er vele schoten gelost door de nieuwsgierige omstanders en verenigingsleden van de beide schutterijen en andere sportverenigingen. De schietploegen van beide schutterijen heten u graag welkom op de vaste za-terdag schietoefening vanaf 17.00 uur. U kunt dan ook zelf schieten met de zware schuttersbuks. U vindt de nieuwe schutterslocatie op sportcomplex De Kromme Steeg aan de Putweg in Houthem - St.Gerlach. Meer informatie op www.schutterijhouthem.nl
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
De mens achter .... Kittie Huntjens-Theunissen
Datering:
2013
Titel:
De mens achter .... Kittie Huntjens-Theunissen
Auteur:
Jos Schols
Foto's door:
Jos Schols
Titel tijdschrift:
Markant Berg en Terblijt
Afleveringsnummer:
Markant Berg en Terblijt, 5 (2013) nr. 39 (mei), p. 9
Samenvatting:
Foto's:
• Kittie Huntjens mag heel graag langlaufen. De foto is gemaakt op de dag toen de dooi in Nederland inzette.
• Kittie en Nico Huntjens en hun hond Bachus genieten thuis op de bank.

Plezier in leidinggeven en zich in anderen verplaatsen Kittie Huntjens-Theunissen (58) uit Vilt is sinds kort 25 jaar voorzitter van Brassband Sint-Gerlach. Zij is ook voorzitter van Muziekfederatie Vriendenkring Crescendo, van Toneelvereniging De Vriendenkring en van de Stichting Restauratie kerk Berg en Terblijt. Bovendien was ze jarenlang voorzitter van de werkgroep Kunst in de Openbare Ruimte (KOR), één van de organisaties waaruit Kunst- en Cultuurraad Valkenburg aan de Geul is ontstaan. Waarom wordt u vaak gevraagd als voorzitter? KH: "Mensen zien waarschijnlijk dat ik belangstelling heb voor het verenigingsleven. Ik vind het plezierig om samen met anderen leiding te geven, mijzelf in anderen te verplaatsen en hen te motiveren. Ik laat iedereen zo veel mogelijk in zijn waarde, maar moet tijdens een vergadering soms de teugels aanhalen. Politica Kittie's maatschappelijke betrokkenheid kwam ook naar voren tijdens haar jarenlange politieke loopbaan. Zij was van 1990 tot 1998 raadslid voor Algemeen Belang in Valkenburg aan de Geul (met een onderbreking van twee jaar). Vanaf 1998 tot 2002 had ze als wethouder de uitgebreide portefeuille breed welzijn, sport, volksgezondheid, monumentenzorg en verving geruime tijd haar collega-wethouder van sociale zaken. "Het boeiende aan het wethouderschap vond ik met name de contacten met de 'gehele' bevolking en de variatie aan onderwerpen. Ik kon mogelijke oplossingen voor problemen meteen in de organisatie uitzetten." Haar inbreng voor de publieke zaak ging verder, want ze bekleedde van 1992 tot 2003 bovendien de functie van lid van Provinciale Staten voor Partij Nieuw Limburg.
Samenvatting2:
Ook beroepshalve, als advocaat, legde zij haar warme gevoelens voor de medemens aan de dag. Perfectionist Hoe typeert u zichzelf? KH: "Ik ben op veel terreinen een perfectionist. Delegeren kan ik niet altijd zo goed. Geregeld ben ik tot in de kleine uurtjes bezig voor verenigingen of andere mensen. Speciale gelegenheden geef ik extra glans, bijvoorbeeld met een persoonlijk gedicht voor jubilarissen. Soms blijven bepaalde dingen in huis, kranten en leeswerk wat langer liggen, maar ik kook meestal elke dag en graag." Ze mag geboeid luisteren naar brassbandmuziek, popmuziek, vooral uit de zestiger jaren van de twintigste eeuw. The Beatles, The Bee Gees, Roy Orbison, Marvin Gay, Elvis Presley en Queen zijn aan haar besteed, maar ook Duitse schlagerzangers onder wie Roy Black. "Ik luister voorts naar klassieke muziek van Mozart, Brahms, Beethoven en Wagner van wiens werk prachtige arrangementen voor brassband zijn gemaakt", deelt Kittie mee. "Bovendien kijk ik met interesse naar bekroonde films als 'Out of Africa', 'Dances with wolves', spektakelfilms die gebaseerd zijn op historische feiten, maar ook natuurfilms en reisprogramma's." Avontuurlijk Reist u graag? Kittie glundert: "Ik reis erg graag. Vroegerben ik in veel landen wereldwijd geweest. Mijn man Nico en ik gaan de laatste jaren enkele keren per jaar relatief kort en dichter bij huis op vakantie. Desondanks staat een bezoek aan de Zuidpool nog op mijn verlanglijstje." "We trekken meestal met de camper door Europa, omdat dit vervoermiddel ons veel vrijheid biedt. Het gaat ons om het verkennen van andere landen en de contacten met hun bewoners. Als zeer gastvrije mensen hebben we Noren en Grieken leren kennen. Helaas proeven we te weinig van de inheemse keukens: Nico geeft de voorkeur aan ons 'eigen' restaurant."
Samenvatting3:
Ze vervolgt: "Ik ben ook dol op sneeuw. Het lijkt me geweldig om in de bergen in Oostenrijk te wonen. Je kunt er in de winter skiën en langlaufen en in de zomer wandelen, bergbeklimmen, paragliden en parachutespringen. Ik houd van avontuur en uitdagingen. Het verenigingsleven brengt trouwens ook wisselende uitdagingen met zich mee." Kittie Huntjens legt onderweg bezienswaardigheden en de mooiste momenten vast op film en foto en stelt fotoboeken en -kalenders samen als extra aandenken.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Judoclub Ko-Tani 50 Jaar : 2de Meester Engelbert Toernooi
Datering:
2013
Titel:
Judoclub Ko-Tani 50 Jaar : 2de Meester Engelbert Toernooi
Titel tijdschrift:
Markant Berg en Terblijt
Afleveringsnummer:
Markant Berg en Terblijt, 5 (2013) nr. 37 (maart), p. 31
Samenvatting:
Foto's:
• Namens Judobond Nederland ontving drijvende kracht Bert Stassen de districtsspeld.
• Eregast was meester Engelbert him self, naamgever van het toernooi en de man die 50 jaar geleden in 1963 Ko-Tani heeft opgericht!

Zondag 3 februari werd in Berg en Terblîjt het 2e 'Meester Engelbert toernooi' georganiseerd, ter ere van het 50 jarig Jubileum van judoclub Ko-Tani. Samen met ouders/vrijwilligers van To-Zai uit Margraten is er veel werk te verzet hetgeen resulteerde in een geweldig geslaagd toernooi, waar iedere deelnemende club vol lof over was. Het was niet zo maar een toernooi, nee het was het jubileum toernooi dat vernoemd is naar de judomeester, Meester Engelbert. Bijna 230 judoka's van 18 judo verenigingen uit Limburg kwamen in actie op de tatami (Japanse mat). Er werd zeer fel gestreden om de hoogste eer, waar bij onze judoka's maar liefst 15 prijzen in de wacht sleepten: lste prijs Sabine Houben en Luc Vluggen 2de prijs Maarten Klaessens, Merel Olislagers, Matthijs Kusters, Michel Leenhouts, Birgit Olislagers , Max Willems, Tijs Whaen en Djavidan Kasoemov. 3de prijs Guy Janssen, Bart van Voorden, Carly Vleugels, Aimee Nijhuis en Turan Kasoemov. 4de prijs Laura Kaessens, Eva Waterval, Chris van Voorden, Iris Drinckwaard en Ole van Ophoven. In het overall klassement werd Judoclub Kai in Sho van Roermond lste met maar liefst 71 puntenl Judoschool Heerlen behaalde 34 punten terwijl Judoclub To-Zal een mooie 3de plaats in de wacht sleepte met 28 punten. Een mooi resultaat voor alle judoka's! We zijn op dit toernooi nieuwe talentvolle judoka's tegengekomen, waarbij niet iedereen in de prijzen is gevallen, maar waar men wel veel ervaring heeft op kunnen doen.
Samenvatting2:
Deze kennis neem je mee naar een volgend toernooi en dan komen de prijzen vanzelf. Vanaf deze plaats wil de organisatie een geweldig woord van dank uitspreken aan de vele hardwerkende vrijwilligers. Zonder hun hulp hadden we dit niet gered! Districtsspel voor Bert Stassen Op het 2de Meester Engelbert toernooi is Bert Stassen onderscheiden met de districtsspeld. Binnen de organisatie van KoTani is hij een lid dat al 45 jaar verbonden is aan de club, waarvan 25 jaar als bestuurslid van Ko-Tani en waarvan de laatste twee jaar ook bestuurder binnen de samenwerking met To-Zai Margraten. Bert is een van de drijvende krachten binnen Judoclub Ko-Tani. Elke training legt hij de matten en organiseert hij naast de tatami de bijzondere activiteiten zoals de Sint Nicolaas viering e.d.. Alle toernooi inschrijvingen gaan via Bert en is hij ook een groot initiatiefnemer van dit toernooi. Hij assisteert op de mat, waarnodig, de leraar. Als actiefjudoka heeft hij (misschien wel de langste periode in onze clubgeschiedenis) ruim 35 jaar de bruine band gedragen. Uiteindelijk is hij (met zachte druk van zijn leraar') in 2011 geslaagd voor zijn lste dangraad. In elke verenging heb je mensen zoals Bert nodig om deze draaiend te houden (want jammer genoeg is dat niet altijd zo). Zonder Bert zou Ko-Tani de laatste jaren een zware tijd tegemoet gegaan zijn. Voor de Judobond Nederland (JBN) is hij dan ook een enorme sportkanjer en kartrekker daarvoor hebben zij Bert terecht onderscheiden met de districtsspeld.
Geografische namen: