Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: Geulrandx
beacon
2.124  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Geulrandvisie
Datering:
1982
Titel:
Geulrandvisie
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1982), nr. 0,(okt.), p. 7
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Wie schrijft, die blijft ...
Datering:
1982
Titel:
Wie schrijft, die blijft ...
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1982), nr. 0,(okt.), p. 5
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
100 jaor "Sjäöpkes"
Datering:
1968, 1983, 1993
Titel:
100 jaor "Sjäöpkes"
Auteur:
Harry Becker
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Land van Valkenburg, Geulrand, Houthems Verleden
Samenvatting:
Iedereen die regelmatig een wandeling in de omgeving van Houthem maakt, heeft ook al eens "um Sjäöpkes" gewandeld, langs de idyllische vakwerkhoeve van Jeanne en Emile Schaepkens, gelegen aan de Stevensweg . Deze hoeve is als beschermd monument opgenomen in het register ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988 en wordt omschreven als: "(Smallenbosch) Vakwerkhuis met schilddak op geschoord dakoverstek, XVIII". Stevensweg 1 ? oude benaming: St. Gerlach 301 (bron: perceelskaarten HKV) Veel is niet bekend over deze 18e eeuwse monumentale hoeve. In Houthems Verleden van H.J.J. Philippens wordt deze hoeve aangeduid als "Hoeve Ronde Bos, oorspronkelijk jagerswoning van Corneli, 1830, nu bezit van H. Schaepkens-Kengen".

Land van Valkenburg, vrijdag 21 juni 1968
Titel: Zonder elektriciteit, maar ook zonder water Subtitel: Idyllische hoeve in Kloosterbos verstoken van alledaags (?) gerief (van een onzer verslaggevers) In 1967 liep nog de aanvraag over de aansluiting op het lichtnet. In 1967 werd door de gemeente Valkenburg-Houthem medegedeeld, dat de slechte financiele positie van de gemeente het niet toeliet de kosten van de aansluiting op het lichtnet geheel of gedeeltelijk op zich te nemen. Deze aansluitkosten bedragen circa fl. 9.000 (thans bijna € 4.100), waarvan fl. 3.000 (circa € 1.360) door het speciale fonds van de Plem voor onrendabele leidingen wordt vergoed. Bij de genoemde fl. 9.000 komen dan nog eens de kosten van de leidingen binnenshuis. Eigenaresse van de boerderij is barones de Selys de Fanson, die echter geen geld voor dit doel beschikbaar wil stellen. De huurders zouden uiteraard zelf wel diep in de beurs willen tasten indien de boerderij hun eigendom was. Niet alleen verstoken van elektriciteit, maar ook leidingwater is een ongekende luxe.
Samenvatting2:
De 40 meter diepe waterput geeft weliswaar goed water, maar is, vooral in de droge periode, meteen leeg. Nabij de boerenhofstede bevindt zich een poel, die buiten de zomerperiode (wanneer de geur van dit water niet bepaald aanlokkelijk is) drinkwater voor het vee levert. Het overige water wordt in de van Caldenborghsweg afgehaald met een "rijdend" vat van 1.000 liter. Op particulier terrein is hier een speciale wateraansluiting voor de familie Schaepkens gemaakt met een eigen meter. Op warme dagen moet men zelfs meerdere keren per dag de lange, moeilijke weg naar de "oase" maken om mens en dier van dit hoognodige vocht te voorzien. De boerderij telt o.a. ruim 20 stuks rundvee. Inmiddels doet zich een groot gevaar voor: noordelijk van de spoorbaan Maastricht-Valkenburg, dus tussen het Kloosterbos en Houthem, is de nieuwe verkeersweg Maastricht-Klimmen-Heerlen gepland. Wanneer deze snelweg er eens zal zijn, zullen eventuele leidingen via een enorme omweg gelegd moeten worden. Het zou zaak zijn, dat bij aanleg van de weg - ook wanneer de elektriciteits- en wateraansluiting nog geen doorgang hebben gevonden - een onderdoorgang voor de later aan te leggen leidingen wordt gelegd. Anders hoeft men daarboven op de idyllische plek aan het Kloosterbos, wel nooit meer op deze alledaagse gerieflijkheden te rekenen.

Geulrand, januari 1993, nummer 41
"Gezien en getekend" Tekst: Jan Notten Tekening: Piet Smulders Wie met eigen ogen wil zien, hoe schilderachtig het dorp Houthem tussen de Geuldalhellingen ligt, moet voor de deur gaan staan bij Emiel Schaepkens. Hoog op de noordelijke helling is dat. De toren van de Gerlachuskerk steekt boven Houthem uit. Het Franciscusoord overheerst.
Samenvatting3:
Veel huizen zijn wit. Aan de overzijde van het dal ligt Kasteel Geulzicht als een arendsnest tegen de beboste helling. Daarboven tekent de kerktoren van Berg zich af tegen de grauwe najaarslucht. Hier wordt het een mens duidelijk waarom sommigen de aanleg van de autoweg Heerlen-Maastricht in 1974 met leedwezen zagen gebeuren. Die snijdt het landschap rigoureus in tweeën. Schaepkens woont aan het verlengde van de Stevensweg. Vlak bij het Rondenbosch, waar Jos Habets vorige eeuw al Romeinse fundamenten blootlegde. Niks geen asfalt hier, niks geen lantaarnpalen. Ongerepte natuur? Voor wie oren en neus dichthoudt wel. De voortrazende auto’s op de snelweg in de diepte zijn hier, althans als de wind uit die richting waait, te horen en, nog erger, te ruiken. Emile Schaepkens en zijn vrouw Jeanne wonen hier als in een paradijs op aarde. Tenminste als het zomer is. In de wintermaanden is hun huis soms moeilijk te bereiken, maar dat moet je ervoor over hebben. "We wonen hier graag", zegt mevrouw Schaepkens. "Twee jaar geleden hebben we het huis van binnen helemaal vernieuwd. De binnenmuren eruit, dat is negen maanden werk geweest. Maar we zijn nu erg tevreden." De bruine plavuizen, de nieuwe ramen, de eikenhouten balken aan het plafond, de veldbrandstenen in de muur bewijzen haar gelijk. Het bezit van de familie Schaepkens bestaat uit meer dan enkel het woonhuis met rode pannen. Aan de achterzijde zitten er een paar schuren aan vast. In de ene staat een tractor. In de andere de aardappelen, in plastic zakken gesorteerd. Duidelijk, dit is een echt boerenbedrijf geweest. De tuin is mooi onderhouden, met dennen, een stuk gras, een betegeld pad naar de voordeur en gezellige zitbankjes.
Samenvatting4:
De tekenaar heeft de achterzijde gekozen. Die naar het Rondenbosch dus. Daar zie je een stuk vakwerkbouw. Gewitte mergel en zwarte houten balken. In de grote poort twee deuren. Achter een van die twee waakt een hond. Er staan - niet getekende - bloempotten naast de poort en achter het kleine gebouwtje rechts - dat lijkt wel een bakkes - ligt warempel een heel klein vijvertje met waterplanten en riet. Goed onderhouden alles. Een schilderij uit vroeger tijden. Aan de Meerssense zijde liggen hoge stapels mooi gekapt hout. Hier kom je wel een winter mee door. En nog meer tractoren staan in schuurtjes. Dit geheel is al voor de derde generatie in handen van de familie Schaepkens. Overgrootvader is hier in 1910 komen wonen, weet mevrouw Schaepkens. En (schoon)vader Hubert was van 1905. Is in 1988 overleden en heet hier zijn hele leven gewerkt. Emiel heeft alles overgenomen in 1970. En toen is er hard gewerkt. Mevrouw herinnert zich nog, dat in huis geen stroom was en geen water. De tijd van de petroleumlamp heeft hier lang geduurd. En van de "sjtal-loch" als je de koeien ging melken. "We hebben toen zelf, dat moest voordat de autoweg werd aangelegd, gezorgd voor telefoonaansluiting, waterleiding en elektriciteit", zegt mevrouw. "We hebben dus een groot stuk leiding moeten
betalen. Als de meteropnemer komt, neemt hij ons verbruik daar ginds ergens bij de autoweg op. Daar begint onze leiding. In 1982 hebben we gekocht van mevrouw de Barones De Selys." De familie Schaepkens bezit een hectare of tien grond. Voor tarwe, suikerbieten, en aardappelen. Maar daar kun je niet van leven. Emiel is rond 1979 opgehouden met "boeren", zoals men dat hier noemt. Hoe oud is - zo mag je het toch wel noemen - dat gebouwencomplex nu? Dat weet niemand. "Voordat de eerste Schaepkens hier kwam wonen, hebben er Schoenmaeckers-en in gezeten," zegt mevrouw Schaepkens.
Samenvatting5:
"Meer weten we niet. Dat zouden we toch eens moeten onderzoeken, in het archief van de gemeente of zo. In oude huuraktes noemen ze het hier "Pachthoeve ’t Róndenbosjke". Teken dat het toch wel oud moet zijn. Trouwens, toen we hier verbouwden stonden de binnenmuren allemaal zonder enig verband tegen mekaar. Daar zie je aan dat hier vroeger al veel verbouwd is geweest. De familie Schaepkens heeft een stereo-installatie, televisie, telefoon en waterleiding, net als ieder mens. Maar toch leven ze een beetje verwijderd van de bewoonde wereld.
"We zouden nergens anders willen wonen", zegt mevrouw nogmaals. En dochterlief heeft plannen om een van de schuren te gaan verbouwen tot woonhuis. Dat gaat dan de volgende generatie Schaepkens worden die hier
woont. Zolang de mensen in Houthem zich herinneren is die naam met dit huis verbonden en daar gaat voorlopig geen verandering in komt.

Hoeve "Ronde Bos", c.q. hoeve Schaepkens. In Houthems Verleden van H.J.J. Philippens, uitgegeven in 1983, staat op blz. 293 een foto van de hoeve Schaepkens met als ondertiteling: "Hoeve "Ronde Bos", oorspronkelijk
jagerswoning van Corneli 1830, nu bezit van H. Schaepkens-Kengen. In de wandelingen van Jacobus Craandijk, een serie in de periode 1875-1884 uitgegeven, is een lithografie opgenomen, met als onderdeel daarvan een
boerenhuis onder Houthem. Op de eerste kadastrale kaart van omstreeks 1840 is een bebouwing ingetekend
op het perceel Houthem sectie A. 836. De digitale O.A.T. is praktisch onleesbaar, maar als eigenaar lijkt M.J. Schoenmaeckers genoteerd te staan. Mathias Jacques(Jacobus) Schoenmaeckers schenkt in 1839 12000 francs aan de kerk van Houthem (Philippens blz. 144). Philippens is (blz. 135) zeer onduidelijk over het tijdstip van het verkrijgen door [Anton] Corneli van onroerende zaken onder Houthem. [Daar wordt ook de datum van 22 juni 1797 genoemd waarop de familie Sleijpen/Schoenmaeckers de kloostergoederen van St. Gerlach verwierf].
Samenvatting6:
Het is mij zeer onduidelijk waar Philippens het gegeven van "jagerswoning van Corneli 1830" vandaan haalt.
Hoeve Ronde Bos wordt in het rijksmonumentenregister omschreven als: Monumentnummer 36803 (Smallenbosch). Vakwerkhuis met schilddak op geschoord dakoverstek, XVIII (18de eeuw). Daaruit mag men dan weer concluderen dat het oorspronkelijke gebouw minimaal vóór 1800 gebouwd werd. in de transportakte
van 22 juni 1797 (voor welke notaris en waar verleden??) zal waarschijnlijk, bij de beschrijving van de oud-kloosterlijke goederen, enige indicatie over de hoeve Ronde Bos/Smallenbosch, gegeven worden. Het ommuurde
kloostergebied, het huidige Chateau St. Gerlach met direct aangrenzende weiden enz., was een Spaanse, later Oostenrijkse enclave. Buiten de enclave bezat het adellijk klooster ook nog goederen, die onder Staats bestuur
stonden. En daarover moest belasting betaald worden, dikwijls naar rato van de waarde. Bij tijd en wijle werden er [opnieuw] staten van aanbrengsten gemaakt: een soort inventarisatie. Maar wanneer en hoe? En waar zijn die
gegevens te vinden? Bouwvergunningen zijn pas na 1900 in de gemeente Valkenburg aan de Geul (en haar vroegere onderhorigheden) geregistreerd. Onder het ancien regime werd bij overgang van onroerend goed (via koop of erfenis) gegicht, d.w.z. in een akte voor de schepenbank bevestigd. a. Probleem is dat niet alle gichten, voor de schepenbank Houthem gepasseerd, bewaard gebleven zijn. b. Het tijdstip waarop het klooster het Kloosterbos, Smallenbos enz. verkregen heeft kan zeer lang in het verleden liggen, waardoor er in het archief van de schepenbank wellicht uberhaupt geen gichtakte te vinden is. Een van de weinige vermeldingen van een bouwsel in/aan het Smallenbosch zou gevonden kunnen worden als er onenigheid tussen pachter en de proost van het klooster tot een geschil voor de schepenbank geleid zou hebben. Of een of andere toevallige speld in de hooiberg2
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Misvattingen in de geschiedschrijving over Valkenburg
Titel:
Misvattingen in de geschiedschrijving over Valkenburg
Auteur:
Lei Deckers
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1993), nr. 43,(juli), p. 27
Samenvatting:
In het vorige nummer van Geulrand werd de Romeinse weg vanaf het plateau van Vilt tot aan Sint Pieter onder de loep genomen, met de bedoeling bestaande misverstanden weg te nemen. We volgen de Romeinse weg verder. Zonder meer betogen diverse historische schrijvers: de Romeinse weg verlaat dan Valkenburg via de Steenstraat naar Walem-Klimmen-Heerlen.
De benaming Steenstraat staat meestal voor een heel oude weg, maar was het wel een Romeinse weg? Daarvoor zijn nooit bewijzen gevonden en ook voor deze weg zou hetzelfde gelden als voor de Trichtergrubbe. De Steenstraat is eveneens over een behoorlijke afstand een holle weg, terwijl links en rechts ervan hoogten liggen, rechtstreeks oplopend naar de Goudsberg. Volgens Romeinse maatstaven zou de Steenstraat dus ook minder geschikt zijn. Ook kan de diepte, het hedendaagse pad, door stromende watermassa's uitgesleten zijn in de loop der tijden.
Voorzichtigheid is geboden bij het uiten van dergelijke beweringen. Onze historie kent echter nog meet door publicaties veroorzaakte, ingeburgerde misvattingen. In Geulrand nummer 29 schreven we reeds dat het gebouw dat we kennen als Spaans Leenhof, nooit als zodanig fungeerde. Nader onderzoek leert ons het volgende. In 1948 verhuisden de R.-K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek van Valkenburg vanuit de Oude Pastorie aan de Kerkstraat naar een gebouw aan de Gosewijnstraat, voorheen dependance van hotel Croix de Bourgogne. (Het hotel is in 1944 door oorlogsgeweld vernield en nooit herbouwd.)
In de vorige eeuw kende men het pand als ,,het huis van burgemeester Quaedvlieg". Bij de verhuizing van de bibliotheek kreeg het een nieuwe naam: ,,Spaans Leenhof".
Samenvatting2:
Pastoor Welters zou deze naam geadviseerd hebben. Toen de bibliotheek jaren later verhuisde naar de Bogaardlaan, is de naam aan het gebouw verbonden gebleven en heeft Valkenburg opeens een Spaans Leenhof: een gouvernementsgebouw. Een misverstand is geboren. Ook de grens van de Spaanse partage leidt tot diverse foutieve of niet onderbouwde uitspraken. Men neemt de Geul als grens en daarbij ook nog de zuidelijke tak, toen nog een gegraven stadsgracht, en niet de noordelijke, de molentak. Pas na de vernieling van de Valkenburgse vestingwerken in 1672 is een tweede tak ontstaan. Men spreekt ook van Spaans gebied, beginnend bij Sint Pieter. Sint Pieter zou dan beginnen bij de banaalmolen. De tegenwoordige Sint Pieterstraat kreeg deze naam pas in het begin van deze eeuw. Daarvoor was het de Landstraat, de Grotestraat, de Groteweg en dergelijke.
Sint Pieter lag, waar de Hekerbeekweg en de Steenstraat samenkomen en een soort pleintje vormden. Dat is nog duidelijk aangegeven op de oude (Franse) kaart van 1817. Ook laat men de grens van de partages samenvallen met de grens Valkenburg - Schin op Geul. Welnu, de huidige Sint Pieterstraat behoorde dan wel tot de parochie Schin op Geul, maar de staatkundige, de gemeentegrens, lag oostelijker, bijna tot bij kasteel Oost. Ook dit blijkt uit voornoemde kaart en uit het feit dat zowel het gebied van de Gosewijnstraat als van de Sint Pieterstraat cijnsplichtig bleef aan staats Valkenburg.
Ook de Grendelput, is zo een voorbeeld. Pastoor Welters en anderen na hem, vertellen ons dat deze ligt in het souterrain van het pand Lebouille (voorheen slagerij Vic Reijnaerts) aan de Kerkstraat.
Samenvatting3:
Bekijken we de kaart van Jacob van Deventer uit de 16e eeuw dan blijkt dat dit niet kan. De put, fungerend als brandput en voor openbare drinkwatervoorziening zou dan namelijk buiten de stadsmuren hebben gelegen. Vóór 1672 was er aan dit gedeelte van de Kerkstraat geen bebouwing mogelijk en de voorgevels van de tegenwoordige huizen staan op de restanten van de gesloopte stadsmuur zoals bij recente werkzaamheden weer eens gebleken is. De Grendelput, het schutten-huis en de schuttenhof moeten we zoeken bij de oude pastorie, daar was wél ruimte voor de stadswal.
We vervolgen met het Valkenburgse Gasthuis, hardnekkig gesitueerd aan de Berkelstraat en op de plaats van het latere huis De Guasco, terwijl toch de jaren door telkens vondsten werden gedaan aan de Muntstraat, welke duidelijk wezen op dit gasthuis. Ontelbare skeletten, een vijzel, zalfpotjes enzovoort.
Jacob van Deventer geeft ter plaatse een groot bouwwerk aan met een toren, mogelijk de kapel. Wijlen Theodoor Dorren beschrijft reeds in 1936 de ligging van het gasthuis aan de Muntstraat aan zijn vriend Robert Smeets, de gemeentesecretaris. Daarbij: ook de gichtregisters (akten van overdrachten en verbintenissen) vertellen ons zeer duidelijk de ligging. Zo kan men nog doorgaan. De ligging van reeds genoemd schuttenhuis, van Fabers wijnhuis, de herkomst van de naam Croix de Bourgogne en zo meer.
Trefwoorden:
Geografische namen: