HOUTHEM - Tijdens de restauratie van de beschilderingen op het plafond in de Houthemse parochiekerk van St. Gerlach heeft men onder de huidige beschilderingen resten van originele fresco's gevonden.

Het betreft hier een plafondschildering van de Oostenrijkse frescoschilder Johannes Adam Schöpf, die rond 1750 het gehele plafond van de Houthemse keek beschilderd heeft.

Volgens oude gegevens zouden de pas herontdekte fresco's de hemelvaart van Christus voorstellen. Zij zijn geschilderd in lichte kleuren, waarbij hemelsblauw de overhand heeft. Rond 1870 werden de fresco's van Schöpf overschilderd, toen Petrus Regout, grondlegger van de huidige Maactrichtse aardewerk-industrie, als dank voor een koorstoel in de kerk het gehele plafond liet overschilderen door de Roermondse schilders Stroucken en Van Dijck. De schilderingen, die toen zijn aangebracht, zijn van een veel geringere kwaliteit dan de oorspronkelijke kunstwerken van Schöpf. Deze maakte echte fresco's.

Geschiedenis
Tot nu toe heeft men hoofd, handen en voeten van een Christusfiguur blootgelegd en een paar engelenkopjes. Uit de geschiedenis van Houthems kerkje blijkt, dat Schöpf, die in Zuid-Europa bekend stond als een belangrijke frescoschilder, dankzij de Norbertijnen naar Houthem is gehaald. Oorspronkelijk was het kerkje in bezit van het klooster der Norbertijnen, waarvan Schöpf de 'hofschilder' was. Hij schilderde direct in de natte kalk, wat een voorbeeld van Italiaanse frescotechniek is.

De ontdekking werd gedaan toen twee restaurateurs van de Dienst Monumentenzorg pogingen deden om het huidige schilderwerk schoon te maken. Bij toeval legde men toen een voet bloot van de Christus van Schöpf. Door middel van berekeningen ontdekte men spoedig daarna het gezicht en de handen. Het is de bedoeling, dat de gehele beschildering zal worden blootgelegd en hersteld De definitieve beslissing hierover valt echter pas eind augustus, gezien de hoge kosten, die aan deze restauratie verbonden zijn. Het rijk betaalt in dat geval 50 %. De provincie draagt 10 % bij en de gemeente nog eens 30 %. Tien procent van de kosten zullen tenslotte door de parochianen zelf moeten worden opgebracht.