Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: veldnamenx
beacon
64  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Valkenburgse veldnamen : over "breukskes" en "hummekes"
Datering:
1987
Titel:
Valkenburgse veldnamen : over "breukskes" en "hummekes"
Auteur:
Huub Duijzings
Illustraties door:
Bèr Schols
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1987), nr. 17 (jan.), p. 55-56
Samenvatting:
Met vermelding en verklaring van de namen van het in Geulhem gelegen Onderbreukske, Mariabreukske en Meulebreukske, Houthem, en de verschillende beemden.


De namen die wij deze keer de revue laten passeren, hebben bijna alle betrekking op het gebied vlak bij de Geul vanaf Meerssen tot Schin op Geul.
Een reeks namen is samengesteld met het woord brook (A.B.N. broek) dat moeras betekent; denk b.v. aan BROEK IN WATERLAND, een plaats bij Amsterdam; en aan HOENSBROEK, genoemd naar Herman Hoen, die in 1360-'68 een kasteel stichtte in een moerassig gebied.
Tussen Geulhem en Meerssen ligt ook een moerassig terrein, bekend onder de naam het (Meerssener)broek. Richting Raar westelijk van het Raarbösjke is het EUVERBREUKSKE en in Geulhem even ten westen van de Geulhemermolen het ONDERBREUKSE, waarbij aangetekend dient te worden, dat die twee namen geen betrekking hebben op eventueel verloren kledingstukken, maar op de ligging (euver = hoog, onder = laag). En alsof dit nog niet genoeg is om het netjes te houden: vlakbij het Onderbreukske ligt het MARIABREUKSKE! Aan de andere kant van de molen ligt het MEULEBREUKSKE, welke naam voor zich spreekt. In BROEKHEM zit hetzelfde woord BROOK gevolgd door HEM (= heem, heim).
Via BROEKHEM zijn we dan bij de HEMMETJES beland, vooral voorkomend in plaatsnamen zoals ROTHEM, HOUTHEM, GEULHEM en ook in EUVEREM en NEERHEM. ROTHEM zal wel afgeleid zijn van rode (vgl. rooien) = ontgonnen woeste grond (waar de bomen gerooid zijn). HOUTHEM zal wel rijk aan hout of bos zijn geweest (1130 Holzheim genoemd, een naam die in Duitsland ook voorkomt als plaatsnaam).
Samenvatting2:
In EUVEREM en NEERHEM zien we dezelfde tegenstelling als in Euver- en Onder-breukske, namelijk hoog- en laaggelegen (heim), Euverem tussen de Schaesberg en de Goudsberg en Neerhem nabij de kabelbaan.
Ais derde reeks is het vermelden waard een aantal BEEMDEN. Beemd betekent oorspronkelijk hooiweide. Het is afgeleid van banu-matha (gemeenschappelijke weide), waarin het woord made te herkennen valt, dat weide betekent (vgl. het Engelse meadow); in Noord-Brabant is hiernaar de plaats Made genoemd. Zo zijn er van west naar Oost: MEERSSENERBEEMDEN, 'S-HIÈREBEEMDEN, PÖTBEEM-
DEN,SINT-GERLACHBEEMDEN, BROOKHEMERBEEMDEN, OOSTERBEEMDEN en eenvoudigweg IN DE BEEMDEN bij Schin op Geul; namen die voor zichzelf spreken, behalve POTBEEMDEN, welke naam erop zou kunnen wijzen dat er misschien een poel is geweest en 'S HIEREBEEMDEN: de beemden van O.L. Heer, gelegen dicht bij het Mariabreukske! Het woord beemd komt voor in een aaneengesloten gebied in het zuiden tussen Rijn en Schelde. Verwant hiermee is het Duitse Band- of Bandegebied, dat weer verwant is met het Limburgse Baant (= grasland); denk aan de BAANDERT in Sittard en de BANEHEI bij Bocholtz.
Tot slot is het misschien aardig om te vermelden, dat in één naam de drie kernwoorden van dit artikel mooi verenigd zijn: de BROOKHEMERBEEMDE! .
Trefwoorden:
 
 
 
 
 
Artikel
Veldnamen in Broekhem benoorden het spoor
Datering:
1986
Titel:
Veldnamen in Broekhem benoorden het spoor
Auteur:
Jan G.M. Notten
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1986), nr. 13 (jan.), p. 29-30
Samenvatting:
O.m. Krejjeberg, Kattebeek, Op de Boud, de Krombunder, Op de Sjteintjes, In de Keel, Roevoet, Op de Huitsjeur, de Stoepert, Op de Gewande.
---
In Geulrand nr. 11, juli 1985, pag. 78, hebben wij een wandeling gemaakt door dat deel van Broekhem dat ten zuiden van de spoorlijn ligt; nu richt zich onze aandacht
naar Broekhem benoorden het spoor.

In vergelijking met het ,,oude" Broek-hem, waarvan al in de zestiende eeuw sprake is en dat men moet zoeken langs Cremerstraat en Koningswinkelstraat, zijn de woonwijken ,,boven de (spoor)baan" betrekkelijk jong. De naam Krejjeberg die nu al weer aan het uitsterven is, is ontstaan na het jaar 1893, toen men een begin maakte met de bouw van het Sint Ignatiuscollege onderaan de Stoepert. Aannemer Habets tekende niet alleen voor de bouw, maar bakte ook de stenen ,,in eigen beheer", zoals men dat nu zou noemen, en er verrezen enkele baksteenovens op het terrein waar thans het Witte Dorp gelegen is. Dat stenen bakken heeft enkele jaren geduurd: het is bekend, dat het zeker voor die tijd immense gebouw ruim zeven miljoen stenen vergde. En de krejje (sintels) die die bakovens opleverden, gebruikte men voor de verharding van de paden die naar het Sint Ignatiuscollege toeleidden. De buurt kreeg een aantal goed berijdbare wegen, hoewel modderig in de winter en stoffig in de zomer. En vandaar de naam Krejjeberg. Zie Geulrand nr. 1, januari 1983, pag. 77.

Kattebeek
De woonwijk Kattebeek dankt haar naam aan het riviertje met die naam, dat in de Stoepert ontspringt en bij het Casino in de Geul stroomt. In oude tijden was het de grensrivier tussen de aloude Gerlachusparochie van Houthem en de in het jaar 1281 ontstane parochie Valkenburg. De naam zal dus wel van na dat jaar zijn. Katte, ook wel geschreven Catze, Caetze of Caetse, betekent grens of grenssteen en dus is de naam gemakkelijk te verklaren. In 1973 heeft de gemeente Valkenburg-Houthem de naam afgeschaft. Zie nogmaals Geulrand nr. 1 januari 1983, pag. 77.
Samenvatting2:
Op de ook in het vorige verhaal over Broekhemse veldnamen genoemde kaart van Jacob van Deventer - van omtrent het jaar 1560 - is duidelijk te zien, dat men ten noorden van de ,,kern" Broekhem, waar nu een groot aantal huizen staat, geen bebouwing aantreft. Het is zeer aannemelijk, dat deze streek veel bosrijker was dan thans het geval is; het is bekend, dat het Ravensbosch in vroeger tijden veel uitgestrekter was dan nu en dat het bijna de gehele noordhelling van ons Geuldal bedekte. Wel liepen er een paar paadjes, allemaal in de richting noord-zuid; het zijn de wegen voor wie vroeger van Valkenburg naar Sittard wilde. De bekendste en belangrijkste was de Sittarderweg die begon op de plaats waar nu Hotel Prinses Juliana ligt en - uiteraard niet gehinderd door een spoorlijn - zijn weg verder via de tegenwoordige Dr. Ariensstraat in noordelijke richting vond. Het navolgende doet sterk aan een open deur denken, maar het moet toch maar eens gezegd: de scheiding die de spoorlijn in Broekhem steeds heeft veroorzaakt en die door sommige Broekhemenaren vooral in sociaal opzicht als erg ingrijpend werd ervaren, de scheiding dus tussen ,,boven" en ,,onder" de baan, is enerzijds zo oud als de woonkern benoorden het spoor, maar anderzijds nog geen honderd jaar oud, want eerder was er immers geen sprake van woningbouw aan de noordzijde.

Op de Boud
Langs de Parallelweg, ten noorden van de spoorlijn, tussen Bosstraat en Cremerstraat ligt een stuk gebied dat ,,Op de Boud" of ook soms ,,Op de Bout" heet. Het hotel van de heer Nabben is zeer terecht en zeer gerechtvaardigd naar deze oude benaming genoemd. Op de Boud is als naam vrij gemakkelijk te verklaren: het is een afleiding van het werkwoord bouwen. Men moet niet denken aan huizenbouw maar aan landbouw. In sommige oude dialekten betekende bouwen: ploegen, dus het land bebouwen, bewerken.
Samenvatting3:
Men kan dus aannemen, dat er vanouds een vruchtbaar, goed te bebouwen stuk land heeft gelegen en in een gebied, waar - zoals hierboven verteld - veel bos voorkwam is een dergelijke benaming, een die samenhangt met de mogelijkheid om er landbouw te plegen, zeer voor de hand liggend.

De Krombunder
Ten noordoosten van de school De Ravensberg, ongeveer waar de Roevoetsstraat zijn vervolg vindt in een smal voetpad, staat op oude kaarten een gebied ingetekend met de naam de Krombunder. Het is een mooi voorbeeld van een benaming voor een stuk grond die samenhangt met de vorm van het terrein. Woorddelen als smal, spits, scherp, schuin en breed komen veelvuldig voor in veldnamen. Kromme, enigszins halvemaanvormige stukken landbouwgrond waren in vroeger tijden geen zeldzaamheid en dat had iets te maken met de zeer oude ossenploeg die men moeilijk kon wenden, tenzij je de percelen kromvormig aanlegde. Het tweede deel van de naam is duidelijk de oppervlaktemaat bunder. Die varieerde in grootte van plaats tot plaats, maar bedroeg steeds een oppervlakte van rond de hectare. De Krombunder zullen we dus moeten zien als een halvemaanvormig stuk landbouwgrond van omtrent een hectare groot.

Op de Sjteinijes
Op de Sjteintjes is een stuk grond ten noordwesten van de school de Ravensberg, dus langs de Bosstraat, ten noorden van huize Aarts. Dat is een vaker voorkomende naam voor een stuk land met een harde ondergrond, dus betrekkelijk ongeschikt om er landbouw te plegen. Ook hier geldt de opmerking, dat men in vroeger tijden heel vaak een naam aan een stuk grond gaf die samenhing met de mogelijkheid om het te ,,bebouwen", dus te bewerken.

In de Keel
En ten noorden daarvan, we zijn nu vlak ten zuiden van de strook waar de autosnelweg Maastricht-Heerlen het landschap doorsnijdt, lag een stuk grond met de naam ,,In de Keel".
Samenvatting4:
Die naam heeft niets te maken met het lichaamsdeel keel, maar gaat terug op een oud, nu uitgestorven woord keel, dialektisch kael, dat betekende: wigvormige greppel, gootje, ook wel inham.
In zijn ,,Woordenlijst van het Valkenburgsch Plat" vertelt Dorren over dit woord, dat het ook de naam was van de goot die men ziet tussen twee naar elkaar toelopende daken op een huis. Daar loopt alle water bij elkaar. Het woorddeel ,,keel" ziet men ook in de naam Keelbos. Dat lag dus kennelijk in een wigvormige uitdieping in het landschap. Later is deze benaming overgegaan op de Keelweg die zijn naam alle eer aandeed: vroeger was die Keelweg niet meer dan een paadje, een karrespoor dat uit het Ravensbosch naar beneden leidde. En in tijden van regenval veranderde het in een klein riviertje, dat boomtakken, stenen en modder mee omlaagvoerde uit het bos: een echte keel, een echte goot. Ten noorden van het schoolgebouw kan men nog een klein gedeelte van de oude Keelweg zien: het is niet veel meer dan een karrespoor.

Roevoet
De veldnaam Roevoet leeft voort in de tegenwoordige Roevoetsstraat. Het stuk land met die naam lag overigens ten Oosten daarvan, dus waar nu de Henri Hermansstraat en de Jos Maenenstraat lopen. De naam is moeilijk te verklaren. Hoogstens kan men zeggen, dat het woordt ,,rou" in het verleden betekende: ruw, onontgonnen, ruig. Het was dus waarschijnlijk een onvriendelijk stuk veld. Het tweede deel voet staat vermoedelijk voor: pas, schrede, stap. Zodat de Roevoetsstraat betekenen zou: paadje door een ruig stuk land.

Op de Huitsjeur
Ten noorden van het gebouw van de Volkshogeschool Geerlingshof ligt een stuk terrein dat in vroeger tijden ,,Op de Huitscheur" of ,,Op de Huitsjeur" heette. De eerlijkheid gebiedt me te schrijven, dat het me niet duidelijk is, wat deze naam betekent.
Samenvatting5:
In alle geval niet, wat sommige lezers misschien denken:
op de hooischuur. Het is veeleer aannemelijk, dat het woord heut een inkorting is van hoogte, dialektisch huègde en dat de naam iets heeft te maken met de in relatie tot zijn omgeving hoge ligging van het gebied.

De Stoepert
Wie van Broekhem naar Hulsberg wil, zal bij voorkeur de Stoepertweg kiezen. De benaming Stoepert is verwant met het Duitse woord Staufe, dat ,,verhoging" betekent. Ook ons gewone woord stoep betekent immers een verhoging. In het westen van ons land is een stoepje een schuin omhooglopend pad tegen een dijk. En de Stoepertweg is een weg die omhoog leidt, de helling op; in dit geval de helling naar Hulsberg toe. Veel meer dan tegenwoordig het geval is, kwam in vroeger tijden de aard van de weg of van de streek in de naam tot uiting; nu we veel gemakkelijker dit soort hellende wegen ,,beklimmen" per auto of fiets, is die behoefte om de aard van de weg te beschrijven lang niet meer zo sterk aanwezig. In oorsprong is de Stoepert overigens het gehele, sterk hellende gebied geweest, later is er een klein gehuchtje tussen Hulsberg en Broekhem van die naam geweest en nog later is de naam overgegaan op de weg.
Samenvatting6:
Gewande en Valkenburg
Noordelijk van , ,In de Huitsjeur", dus naast het kerkhof van Broekhem, komt men de naam ,,Op de Gewande" tegen. In vorige bijdragen in Geulrand is hier al diverse keren over geschreven en ik doe er dus het zwijgen toe.
In dit en andere artikelen over veldnamen is veel verteld over meestal oude en bijna vergeten benamingen, waarvan er vele in het niet verdwenen zijn. Een groot gedeelte vertoonde samenhang met de landbouw en de bewerkingen die deze met zich meebracht. Het is de moeite waard om op te merken, dat het met dit soort namen is als met mensen: ze ontstaan, ze leven gedurende korte of lange tijd en dan gaan ze ten onder. Soms laten ze sporen na, soms niet.
Maar steeds weer ontstaan nieuwe namen en ook in Broekhem is dat het geval. En geheel in overeenstemming met de tijd waarin we leven, zijn dat geen namen die samenhangen met landbouw of veeteelt, maar namen die men kiest voor modernere aangelegenheden, voor dingen die nu ontstaan. De lezer begrijpt waar ik op doel: het nieuwe bedrijfsterrein in Broekhem: de Valkenberg, ten westen van de Bosstraat, in het verlengde van de Parallelweg. Valkenberg is een naam die historisch nergens op gebaseerd lijkt, maar op zich hoeft dat geen overwegend bezwaar te zijn; er zijn ook andere overwegingen bij het kiezen van een naam. Hij ligt goed in het gehoor en doet aan Valkenburg denken. De naam is dus best te verdedigen. Een mens mag ook wel eens iets nieuws bedenken en een gemeente dus ook. Het lijkt niet waarschijnlijk, dat de nieuwe naam Valkenberg op bezwaren zal stuiten bij de bewoners van Broekhem.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Valkenburgse veldnamen (vervolg)
Datering:
1986
Titel:
Valkenburgse veldnamen (vervolg)
Auteur:
Huub Duijzings
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1986), nr. 16,(okt.), p. 62-63
Samenvatting:
Je weet het maar nooit met oude veldnamen. De ene naam is verklaarbaar, de oorsprong van een andere gaat schuil in de nevelen van het verleden.
Ook in deze aflevering van Geulrand komen weer enkele veldnamen in en rond Valkenburg aan de orde.

De HEUNSBERG is de hoogte tussen de Daelhemerweg en de Sibbergrubbe. Volgens de Woordenlijst van het Valkenburgs Plat van Th. Dorren is dit afgeleid van heurnsberg (heurn is dialekt voor hoorn). Het zou dan betekenen: de hoogte tussen Daelhemerweg en Sibbergrubbe, die als een hoorn in het Geuldal dringt, Op de uiterste punt ervan is in de elfde eeuw het kasteel van Valkenburg gebouwd, waarvan nu alleen nog maar de ruïne overeind staat. Ook is er een geslacht bekend met de naam Heurnsberg.

Een stuk land nabij de Heunsberg op de grens van Valkenburg en Oud-Valkenburg heet OP DE PROAN. Dit is waarschijnlijk afgeleid van perroen; dit is een grenssteen, tevens een hoogheidsteken, een teken van macht en waardigheid. Het land dankt zijn naam dus aan een grenssteen die daar lag.

De TEGGERT ligt links van de Daelhemerweg, wat hogerop dan de Heunsberg en meer in de richting van de Sibbergrubbe. De naam is waarschijnlijk een samenkoppeling van ,,tey" en ,,gert"; d.w.z. tey = taai en gert = gaard (= hof, tuin). Het zal dus wel betekenen: een taaie, moeilijk te bewerken hof. De naam Teggert komt in onze kontreien in meer plaatsen voor.

De GOUDSBERG ligt op de hoogte naar Walem. (Dit laatste is overigens afgeleid van Walo (= hoofd) en. heim en betekent dus huis van de hoofdman.) In de veertiende eeuw staat hier nog vermeld ,,mons auris" = berg van goud. Er zou hier een Romeinse wachtpost zijn geweest en er zouden ook verscheidene Romeinse vondsten zijn gedaan langs de Steenstraat, die van Valkenburg in de richting van de Goudsberg loopt. Een andere mening is, dat de naam is afgeleid van Wodan, de Germaanse oppergod; zodat het oorspronkelijk Wodansberg geweest zou moeten zijn.
Samenvatting2:
Dat de letter W aan het begin een G wordt, is niet helemaal vreemd; vergelijk hier maar eens mee het dialektwoord goonsdeg voor woensdag, dat ook van Wodan is afgeleid: Wodansdag-woensdag-goonsdeg.

ACHTER DE ERKE bij het pad tussen het Walramplein langs de Geul naar de Burgemeester Henssingel komt van het Latijnse woord arca, dat kast of kist betekent. Het wordt door de Duitse naamkundige Adolf Bach omschreven als ,,een kistvormige goot, die de druk van het water door vernauwing versterkt," zoals dat bij molens gebruikelijk was. Het betekent ook kistvormig sluisvak. ERKE zal dus wel in verband staan met de sluis op de plaats waar de Geul zich splitst in de oude stadsgracht langs het Walramplein en de molentak.

De STOEPERT, de weg van huize Boslust naar Arensgenhout zou, afkomstig zijn van stoep = verhoging (vgl. Duits Staufen) en aard. Het zou dan hooggelegen aarde betekenen. Een andere, misschien gewaagde verklaring kan zijn, dat het samengesteld is uit stoep (betekenis: kwelgeest, die de mensen op de rug springt) en aars ( = gat); een beetje vrij vertaald: duvelsvot of duvelslaok. Als we in aanmerking nemen, dat het een ietwat huiveringwekkende weg is (vooral 's avonds!) zou deze verklaring nog niet eens zo gek zijn!

Tenslotte nog iets over het GERENDAL (DE GIÈLENDER). In aflevering 13 van GEULRAND werd verband gelegd met een slag van de Eburonen met de Romeinen die daar geleverd zou zijn; maar dit is lang niet zeker. Aannemelijker is het de verklaring te zoeken in de vorm van het dal, dat naar één zijde steeds smaller wordt, een dal dat ,,geert". Het werkwoord geren betekent spits naar elkaar toelopen.
Samenvatting3:
Het woord komt vaker voor in veldnamen, b.v. Op d'r Giër in het Ransdalerveld bij Colmont en de Geerstraat in Heerlen. En om te laten zien hoe weinig zeker je van een verklaring kunt zijn: in de archieven van het adellijke stift staat in 1420 Geraetzdal vermeld. Is er misschien een bewoner of eigenaar Geraetz geweest? We weten het niet. En dit laatste moeten we helaas maar al te vaak zeggen, als we naar een verklaring van een veldnaam zoeken, zelfs als we denken deze gevonden te hebben.
Samenvatting5:
Foto's:
- Eeuwenlang is er in Valkenburg 'n sluis geweest waarmee op de splitsing van de Geul het water geregeld wordt voor de stadsgracht en de molentak. Bovenstaande foto van ,,de Erke" dateert uit het begin van deze eeuw en laat de primitieve voorgangster van de huidige sluis zien.

- De Heunsberg, op de uitloper waarvan ook de ruïne van de Valkenburcht is gelegen, was in 1906 voor de ,, Vereeniging Falcobergia" plaats om een stenen uitzichttoren te bouwen. Uit dat jaar dateert deze foto, waarop duidelijk de reclameboodschappen zijn te zien die ook nu nog 'n beetje in de mergelsteen zichtbaar zijn. Het lichtkruis op deze (Wilhelmina)toren dateert uit de dertiger dertiger jaren.

Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Huidvleisj en Huitsjuur
Datering:
1986
Titel:
Huidvleisj en Huitsjuur
Auteur:
J.N. [Jan G.M. Notten]
Titel tijdschrift:
Geulrand
Afleveringsnummer:
Geulrand, (1986), nr. 16,(okt.), p. 49
Trefwoorden: