Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: vliegtuigenx
beacon
11  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Luchtoorlog boven Houthem : Parachutist 1943 – Geulhem (2/2)
Datering:
2020
Titel:
Luchtoorlog boven Houthem : Parachutist 1943 – Geulhem (2/2)
Auteur:
Rob Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 27 (2020) nr. 53 (zomer), p. 13/22
Samenvatting:
VERVOLG 2/2

Het is opmerkelijk dat na 75 jaar de belevenissen van zowel Wiel Curfs als Paul Shipe vrijwel identiek zijn, terwijl het E&E report van Shipe tot op heden niet gelinkt was aan het voorval in Houthem.
Paul Shipe wist uiteindelijk vanuit Heerlen via Baarle-Nassau in Brussel te komen bij de ontsnappingslijn voor geallieerde piloten, genaamd “Comete”.
Deze organisatie werd in het geheim gerund door Anne Brusselmans, die hem persoonlijk heeft verhoord, en verantwoordelijk is voor de redding van honderden piloten met gevaar voor eigen leven. Daarna is hij naar Bordeaux en Dax verplaatst, en uiteindelijk rond 5 november via de Pyreneeën en Madrid vanuit Gibraltar naar Bristol in Engeland teruggevlogen op 29 november 1943. Een uitgebreide beschrijving van zijn ontspanningsroute is te vinden in zijn E&E rapport.

In 1958 werd Anne Brusselmans geëerd op de Amerikaanse televisie in het bijzijn van haar man, enkele piloten, en ook Paul Shipe, helemaal rechts op de foto.

Paul Shipe overleed op 22 januari 1992 te Danville, Pennsylvania op 73- jarige leeftijd. Hij was getrouwd met Regina Zlotorzynski en had 1 zoon Patrick en 2 dochters Jeanne Mayan en Barbara Buschmann.
Zijn dochter Jeanne Mayan schreef het volgende artikel in 1992:
Samenvatting2:
“I wish to inform you of the death of my father, Paul F. Shipe, who died in January. Dad was a quiet man who rarely spoke of his adventures during the war. He saw much suffering. An example of this was the time a Belgian family were killed because of their aid to American airmen. Once in a while though, Dad related his experiences with much animation. We could tell that he had been profoundly affected by all that had happened to him. “When I saw Anne Brusselmans on ‘I've got a Secret’ I knew she had written a book about the underground but it has been banned in the United States” he told his family. Anne Brusselmans had written to the producers of the TV show that her secret was she had helped hundreds of American soldiers during the war. Gary Moore and the producers asked her to come to New York City to appear on the show and to remember the names of five soldiers she had helped. Dad was one of them she remembered. So, he went to New York and was on live TV. I can't remember the year. It may have been 1958 or 1959. He was such a special person. We all miss him greatly.”


Bronnen

Wiel Curfs interview d.d. 11-11-2017
Joop Geijseninterview op DVD “Onderaards in oorlogstijd” van J. Silvertant, 2007, deel 1
Joop Geijsen“Oorlogsduet tussen Zuid en Noord”, 1992, pagina 52-61
Ron Pütz “Duel in de wolken”, 1994, pagina 58
Martin Middlebrook“The Schweinfurt Regensburg Mission”, 1983, pagina 191
Paul F. ShipeNational Archives, Escape and Evasion report E&E 237
I’ve got a secretAmerikaanse TV-show d.d. 12-10-1958
Jeanne MayanAir Forces Escape and Evasion Society, vol. 6, nr. 3, page 8, October 1992
MACR Missing Air Crew Report MACR 661



Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Luchtoorlog boven Houthem : Parachutist 1943 – Geulhem (1/2)
Datering:
2020
Titel:
Luchtoorlog boven Houthem : Parachutist 1943 – Geulhem (1/2)
Auteur:
Rob Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 27 (2020) nr. 53 (zomer), p. 13/22
Samenvatting:
Ter gelegenheid van haar éénjarig verblijf in Engeland voerde de Amerikaanse 8th Air Force Division op 17 augustus 1943 een ongekend zwaar bombardement uit op Nazi Duitsland, de beruchte Schweinfurt/Regensburg missie.
De Amerikaanse luchtmacht (USAAF) voerde haar missies uit met zwaar bewapende B-17 bommenwerpers, ook wel de “Flying Fortresses” genoemd. Er werd in formaties gevlogen onder begeleiding van P47 Thunderbolt escortejagers, en de intentie was de doelen overdag met hoge precisie uit te schakelen. De bemanning van één bommenwerper bestond uit ongeveer tien man, waarvan ieder een eigen taak had.

Die bewuste dag vlogen er honderden B-17 bommenwerpers over Zuid-Limburg.
Als eerste zouden de Messerschmitt vliegtuigfabrieken in Regensburg gebombardeerd worden, en later op de dag de kogellagerfabrieken in Schweinfurt. Door weersomstandigheden zat er een onvoorziene 3½ uur tijdsverschil tussen de missies, waardoor de Luftwaffe op haar hoede was bij de Schweinfurt missie. Ondanks de verliezen bij de slag om Engeland in oktober 1940 en de discutabele leiding van Hermann Göring was de Luftwaffe nog steeds slagvaardig. De Duitsers hadden inmiddels hun eigen radarstations verder ontwikkeld en konden zo de naderende formaties B-17 bommenwerpers nog beter spotten vanaf diverse locaties in Nederland.

Zo gebeurde het dat rond 11:30 uur een B-17 met nummer 42-3227 in formatie opsteeg vanaf de RAF-basis Ridgewell (bij Cambridge) en reeds rond 13:15 uur boven Geel (België) frontaal werd aangevallen door Duitse jagers. Het toestel was niet meer te redden en verliet de formatie, en de piloot gaf rond 13:30 u opdracht aan de bemanning om eruit te springen nadat hij het op de automatische piloot had gezet met de bommen nog aan boord. Alle inzittenden hebben het overleefd dankzij hun parachute. Het toestel is uiteindelijk doorgevlogen vanuit Geel over Houthem en rond 14:15 uur gecrasht nabij de boerderij van de familie Xhonneux in Obsinnich bij Teuven (België).
Samenvatting2:
Forkner wist onder te duiken in de Brusselsestraat 120 te Maastricht en keerde op 18 september 1943 terug in Engeland via de ontsnappingslijn “Comete”.
Kelly, Hyatt, Stease en Shattuck werden opgepakt door de Duitsers, lot onbekend.

Vincent werd in Geulle opgepakt en belandde in Stalag Luft III (Brandenburg, Duitsland).
Shipe landde in Houthem in de weide nabij de familie Curfs aan de Geulweg, en wist via het verzet en de ontsnappingslijn “Comete” in Engeland terug te keren op 29 november 1943 vanuit Gibraltar.
Horton en Sobolewski landden in Geulle en doken onder op zolder van de familie Hennekens te Beek. Ze wisten via Brussel en de ontsnappingslijn “Comete” in Engeland terug te keren op 24 januari 1944 vanuit Douarnenez (Bretagne, Frankrijk).
Chew werd in Ulestraten opgepakt en belandde in Stalag Luft XVIIB (Krems, Oostenrijk).

Ooggetuige
Ooggetuige Wiel Curfs weet zich de parachutist als volgt te herinneren (letterlijk citaat uit een interview in 2017):
“Er is in 1943 een parachutist afgekomen in een weiland bij de Bronsdalgroeve. Hij zag mij en er kwamen mensen aan die hem hadden zien dalen, en hij wist in eerste instantie niet wat hij moest. Hij kwam neer en stond om zich heen te kijken, pakte zijn hele hebben en houwen bijeen en rende op de Geul aan. Daar smeet hij zijn parachute in het water, maar die dreef niet af en bleef hangen. Er stond een oude veldschuur die was afgesloten met een hekwerk en er stonden twee tonnen. Hij rende achter de schuur, en deed zijn overall uit, waaronder hij een uniform aan had. De overall deed hij in een ton die hij omdraaide. Ik ging naar hem toe en liep met hem mee, deed het hekwerk open. Hij zei tegen mij “good boy”, en liep daarna het bruggetje over, en toen stond ie tussen de mensen in, te kijken. Toen nam een jongeman met een wollen kabeltrui * de parachutist bij de arm, en dat was het einde van mijn observatie.
Hij (de parachutist) was over de brug heen, en de jongeman nam hem mee.
Samenvatting3:
Daar heeft de parachutist zich verschanst achter een ontluchtingskoker, en opeens waren ze weg. De Duitsers hebben daarna grondig naar de parachutist gezocht. Er stond een hooimijt en daar stootten ze in. Toen ze naderhand bij Mam kwamen vragen waar de parachutist gebleven was, zei ze tegen de Duitser: “Weet ik niet, als je hem moet hebben dan zoek je hem maar! Hier is hij niet!” Ik stond naast mijn moeder. Mam zei tegen mij: “Kijk voor je!” Toen stelde de Duitser aan mij dezelfde vraag, en heb ik voor de eerste keer in de loop van een wapen gekeken. Ik dacht “Jesus noch aan toe, dat is afgelopen!” Dat 9 mm gaatje van een Schmeisser werd zo’n gat! Maar het was niet afgelopen, het ging goed, en we kwamen ervan af. De parachutist was veilig!”
“Ze hebben hem niet gekregen. Hij is van daaruit weggebracht op een fiets, en terwijl hij wegfietste bekeek de piloot zich alles heel goed. Ik dacht dat dat nog wat ging geven als die terugkwam in Engeland, waar hij natuurlijk ging rapporteren over hetgeen wat hij gezien had **. En zo was het ook: zes weken later zaten de Spitfires erop! Er is toen gemitrailleerd geworden. Die schoten er zonder pardon op, zo van: we weten waar jullie zitten. Toen werd in allerijl door de Duitsers alles gecamoufleerd, maar het kwaad was geschied. Er zijn toen nog 7 of 8 Belgische werkslaven doodgebleven, vlak boven de ingang tegen de hoge bergwand, omdat ze niet konden wegvluchten. Het geheel duurde maar een ogenblik.”

* dhr. Horsmans, bouwingenieur bij de nabije kalkbranderij van Schunck, met connecties bij het verzet, zou hierbij indirect een rol gespeeld kunnen hebben. Hij zal zeker de Engelse taal hebben beheerst.
** hier refereert Wiel aan de werkzaamheden voor de ondergrondse oorlogswerkplaats van de Duitsers.

Opmerking:
Deze gebeurtenis wordt ook omschreven in het dagboek van de in de grotten ondergedoken Joop Geijsen. Hierin staat een foto van het kompas van de parachutist.
Samenvatting4:
In een gefilmd interview vertelt Joop Geijsen dat hij het kompas in de zoom van het uniform van de piloot heeft gevonden.
Onderstaande afbeeldingen tonen een vergelijkbaar kompas, verstopt in een knoop. Waar het uniform en kompas nu is, is onbekend. Tevens zou er nog een sjaal met landkaartprint van de piloot bestaan.

Parachutist Paul Shipe meldde het volgende bij zijn debriefing in Engeland op 30 november 1943 [vertaald uit het Engels door auteur]:
“Op de weg naar ons doel te Schweinfurt werden we frontaal aangevallen door jachtvliegtuigen [Fw-190 met gele markering] . Motor 1 stond in brand, nr. 2 was geraakt en sproeide olie over mijn geschutskoepel, en nummer 3 haperde. Ik vuurde tevergeefs een lichtkogel af [vanuit de bovenste koepel] om onze escorte jagers te attenderen. Deze waren echter omgedraaid. De piloot Forkner gaf de order eruit te springen, en ik zag Kelly, Hyatt en Vincent springen. Ik deed een parachute aan en Forkner sprong achter me aan. Het vliegtuig stond op de automatische piloot. Ik was eruit boven 6.4 km en was van plan mijn sprong uit te stellen, maar na 15 seconden begon ik duizelig te worden dus trok ik aan het koord. Ik zag een groot dorp onder me maar realiseerde me dat ik ervan wegdreef. Ik landde in een veld nabij de Geul bij Houthem . Er waren enkele mensen een paar honderd meter verderop, allemaal roepend naar mij. Zodra ik uit de parachute was rende ik langs de rivier – niet lettend op de mensen - en stopte een keer om mijn parachute en vliegerslaarzen te verstoppen in een struik. Ongeveer 270 m van waar ik was geland was een brug die ik overging want er waren hoge heggen voor me als ik aan deze kant van de rivier bleef. Van de brug af komend trof ik een grote menigte mensen die schreeuwden “Deutsch? Allemand?”. Het was voor mij onmogelijk te begrijpen wat ze zeiden, en ik wist toen niet wat deze woorden betekenden. In ieder geval kon ik uit hun gebaren niet opmaken welke kant ik uit moest.
Samenvatting5:
Ik ging naar links toen ik de brug over ging om van de mensen weg te komen. De vrouwen hielden hun kinderen terug die me wilden volgen. Een jongeman vloog uit de groep en zat me achterna ondanks dat ik probeerde hem kwijt te raken. Hij bleef me vragen of ik Duits of Nederlands was, zoveel verstond ik nog ondanks dat hij geen Engels sprak. Uiteindelijk, in mijn irritatie, vertelde ik hem dat ik Amerikaan was. Toen hij dat hoorde pakte hij mijn arm en stopte me, zeggend dat hij me kon helpen. Ik volgde hem van de weg af en een helling op waar hij me verstopte in wat struiken. Ik was niet meer dan 100 meter van de brug waar ik overeengekomen was, en ik had een goed overzicht van het landschap waarin ik was geland. Voordat de jongeman vertrok begreep ik dat ik hier blijven moest tot hij terugkwam.
Niet meer dan een paar minuten nadat hij was verdwenen arriveerden zes politiemannen ter plekke en begonnen een zoektocht. Als eerste waren ze in de velden waar ik was neergekomen en een van hun vond mijn parachute en vliegerslaarzen. Hij hield ze omhoog en riep naar alle anderen, die hem vergezelden. Toen zochten ze langs de rivieroever, en uiteindelijk aan de kant van de rivier waar ik verstopt zat. Enkele burgers hielpen de politie en ze gingen door het struikgewas. Een van hen stapte bijna op me ondanks dat ik mij zover mogelijk onder de struik verstopt had als mogelijk was. Hij gaf geen signaal te weten dat ik er verstopt zat, maar door de ijver waarmee hij zocht, en de ijver waarmee hij de exacte plek waar ik lag vermeed, voelde ik dat hij wist dat ik er was.
Nadat de zoekers het struikgewas verlieten kroop ik terug naar waar ik de weg weer kon zien. Een politieman patrouilleerde in mijn zicht iedere paar minuten. Een andere politieman was op de brug en een uur later liep een Duitse officier naar hem toe. Ze spraken ongeveer 30 minuten. Voordat de Duitse officier vertrok vuurde hij meermaals in een struik op de helling boven me.
Samenvatting6:
De politieman bleef patrouilleren, en in de schemering kroop mijn vriend naar me toe door de bosjes. Terwijl hij dit deed leidde een vriend van hem de politieman op de brug af door met hem in gesprek te gaan. Een hoop rare dingen waren gebeurd die ik niet begreep, maar ik denk dat sommige politiemensen wisten waar ik verstopt zat omdat ik hen zag spreken tegen de kinderen, en al wijzend hun hoofd zag schudden, alsof ze de kinderen wilden waarschuwen voor iets.
Toen mijn vriend naar me toe kroop gaf hij me een horloge en wees naar 22:00 u op de wijzer, aangevend dat hij dan zou terugkomen. Hij was rond die tijd terug met drie mannen. Twee van hun hadden fietsen. We fietsten, 2 op een fiets, naar een oude steengroeve, ongeveer op 400 m afstand waar ik civiele kleding aantrok. We fietsten daarna naar een huis in Heerlen waar de rest van mijn reis was gearrangeerd.”


Zie VERVOLG 2/2
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (2/2)
Datering:
2019
Titel:
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (2/2)
Auteur:
Rob Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 26 (2019) nr. 52 (winter), p. 6/18
Samenvatting:
VERVOLG 2/2

Over de overige Engelse bemanningsleden zijn nog de volgende wetenswaardigheden te melden:
De levensloop van Glyn Owens is uitvoerig beschreven in het boek “Duel in de Wolken” van Ron Pütz.
Zijn broer Rhys Owens heeft in 2017 laten weten zeer dankbaar te zijn voor het gedenkkruisje vlakbij de crashsite, dat Frans Bergsteijn samen met Stichting Rotswoning heeft gemaakt ter nagedachtenis van de drie omgekomen bemanningsleden.

Met betrekking tot de andere inzittenden, Wordsworth en Walton, zijn helaas zeer weinig persoonlijke gegevens teruggevonden.

Duitse nachtjager
Over de Duitse nachtjager die toestel AD-937 heeft neergehaald is ook een en ander te vertellen.
Doordat de hevigheid van de bombardementen op Nazi Duitsland toenam had de Luftwaffe zogenaamde “Nachtjagd Geschwader” georganiseerd, om de vijandelijke toestellen ‘s nachts neer te halen. Deze opereerden vanuit verschillende vliegvelden, waaronder het “Fliegerhorst” in Venlo. Messerschmitt-110 toestellen werden hiervoor omgebouwd en na 1942 voorzien van grote radio- antennes om vijandelijke toestellen zelfstandig te kunnen traceren. In 1941 waren ze echter nog afhankelijk van meldingen van grondstations en visueel contact. De bemanning bestond uit 2 man: de piloot en de navigator.
De Duitse nachtjagers waren een ware plaag voor de bommenwerpers. Er waren inmiddels “Nachtjagd Experte” bij de Luftwaffe, waaronder ook piloot Reinhold Knacke en zijn navigator Kurt Bundrock. In de nacht van 7-8 juli 1941 viel naast toestel AD-937 ook een ander toestel ten prooi aan deze nachtjager om 1:25 uur. Bij het neerhalen van AD-937 had het toestel van Knacke/Bundrock motorpech opgelopen waardoor ze nog slechts op 1 motor verder konden vliegen, en derhalve besloten terug te vliegen naar Venlo.
Samenvatting2:
Juist op dat moment zagen ze een Vickers Wellington Mk1c nr. R-1040 uit RAF Honington die terugkwam van een missie naar Keulen, gevangen in zoeklichten ten noorden van Maastricht. Knacke besloot alsnog de aanval in te zetten en na in brand te zijn geschoten stortte dit toestel neer in de Wilhelminasingel in Maastricht, waarbij de 6-koppige bemanning het niet overleefde.

Het duo Knacke-Bundrock was uiteindelijk goed voor het neerhalen van 44 toestellen (waarvan 3 Hampdens), alvorens Knacke in 1943 zelf neerstortte en omkwam in Ede. (*1 januari 1919 – † 4 februari 1943). Bundrock wist zich bij het voorval te Ede te redden met een parachute. Hij werd na diens dood radio- operator van Werner Streib, en overleed in februari 1998 in Liev, Oekraine (*6 februari 1917 – † 6 februari 1998).

Kurt Bundrock heeft na de oorlog zijn ervaringen beschreven in een manuscript “Am nachtlichen Himmel”, dat meermaals is gepubliceerd in het blad “Der Landser”. Hij vertelt dat het neerhalen van een bommenwerper geen makkelijke aangelegenheid was, en dat de tactiek verschilde per toesteltype, waarbij meerdere aanvallen nodig waren. Vaak genoeg werden ze zelf beschoten door de boordschutters, en soms moesten ze hun eigen toestel verlaten. Desalniettemin waren ze meestal succesvol.

Bronnen
Wiel Curfs interview d.d. 11-11-2017
Frans Bergsteijn interview d.d. 19-10-2017
Ron Pütz “Duel in de wolken”, 1994, pagina 49
Ciel de GloireAbschussliste
Heather Simmonse-mails
Ann Kolodzeye-mails
Rhys Owense-mails/brieven
Jef Knols “Gang naar het Verleden”, 2009
Theo Boiten“Nachtjagd Combat Archive Series”
Kurt Bundrock“Am nachtlichen Himmel”,
National Archives AIR 81_7451_1/130 en AIR 27_577_13/14, Operation Record Books
NIMHinventaris 0799-25, foto van Rhys en Teifi Owens
Heemkundevereniging Houthem-St. Gerlach Sjtegelke, jaargang 15 nr. 1, juni 2008
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (1/2)
Datering:
2019
Titel:
Luchtoorlog boven Houthem : vliegtuigcrash 1941 – Vroenhof (1/2)
Auteur:
Rob Odekerken
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 26 (2019) nr. 52 (winter), p. 6/18
Samenvatting:
In het “Operations Record Book” van de Royal Air Force staat beschreven dat in de nacht van 7 op 8 juli 1941 een bombardement werd uitgevoerd op Mönchengladbach. Hoofddoel was het spoorwegstation, maar ondanks de goede weersomstandigheden werd het station door slechts één toestel van de zeven geïdentificeerd. Vier overige toestellen vielen de stadskern van Mönchengladbach aan. Eén toestel werd op de terugweg boven Nederland door een Duitse nachtjager aangevallen en stortte neer in Houthem.

Het neergestorte toestel was van het type “Handley Page Hampden Mk I” van het 61. Squadron met nummer AD-937, en het was om 23:00 uur opgestegen vanaf Hemswell (nabij Lincoln) met een viertallige bemanning. Nadat de missie was volbracht werden ze om 1.17 uur boven Houthem aangevallen door een Duitse nachtjager. Het toestel vloog in de lucht in brand en stortte neer nabij de Nieuweweg (thans Groeve Curfsweg) van mergelbedrijf Curfs. Drie bemanningsleden kwamen hierbij om het leven, alleen de piloot wist zich te redden met zijn parachute.
Ter nagedachtenis is vlakbij de crashlocatie een kruisje geplaatst met de namen van de omgekomen bemanning, die uiteindelijk begraven is in Jonkerbos nabij Nijmegen.

Ooggetuige Wiel Curfs weet zich het neerstorten van het toestel in Vroenhof als volgt te herinneren (letterlijk citaat uit een interview in 2017):
“Mam en ik stonden boven op het balkon te kijken hoe het vliegtuig aangeschoten werd en recht op ons huis afkwam. Mam zei “als we moeten gaan, dan gaan we maar allemaal tegelijk”. Ik herinner me nog dat je de wind door de romp hoorde blazen, en het brandende vliegtuig zich in de lucht deelde in stukken! Het staartgedeelte brak af en viel met een klap op de grond in het weiland vlak achter ons huis op de Pasweg. De rest van de romp tolde door over de Nieuweweg heen, en viel aan de andere kant in het weiland. We zijn toen direct gaan kijken.
Samenvatting2:
Tja, daar lagen ze dan. Dat was een van de keren dat ik doden heb gezien. De jongen die het overleefd had zat op een vleugel en riep zwaaiend: “go back, go back!” Links en rechts ontploften de bommen die ze nog aan boord hadden en die ze niet hadden kunnen lossen. Terwijl de scherven je om de oren vlogen zat de piloot daar gewoon maar te kijken.”

Dit voorval wordt ook beschreven in het Sjtegelke, jaargang 15 nr. 1, juni 2008, citaat van Wiel Curfs:
“Een inzittende lag dood op de rand van de krater die was veroorzaakt door de inslag. De andere inzittende leefde nog, maar had beide benen af. Hij gebaarde nog naar de omstanders om weg te blijven en even later viel hij achterover in het vuur. De Duitsers waren zeer geïnteresseerd in het aluminium van het neergestorte vliegtuig, en de volgende dag trokken zij met enkele paarden het staartstuk van zijn plaats maar men stopte meteen toen er plotseling bloed te zien was. Achter in het staartstuk, tussen de koperen munitievoorraad, lag de dode Engelse staartschutter over zijn boordmitrailleur heen. Een vierde inzittende zou zich met een parachute hebben weten te redden”.

De bemanning van de Handley Page Hampden Mk I, toestel AD-937:

John Geden North BraithwaitePilot/Officer05-10-1920Durham, EnglandPOW† 16-11-2005
Glyndwr OwensPilot04-06-1915Porth, S. WalesKIAJWC 20 G5
Raymond WordsworthWo-Ag1914Preston, LancashireKIAJWC 20 G7
Joseph Frank WaltonWo-Ag1916Ash Vale, SurreyKIAJWC 20 G6

Wo-ag = Wireless operator / Air gunner
JWC = Jonkerbos War Cemetery nabij Nijmegen
KIA = killed in action
POW = prisoner of war

Eind 2017 is J.G.N. Braithwaite, bijgenaamd Jack, getraceerd in Michigan via een overlijdensadvertentie, en is er contact gemaakt met zijn familie. Zijn dochter Heather Simmons-Braithwaite heeft mij het volgende geschreven (vertaald uit het Engels door de auteur):
Samenvatting3:
“In 1939 was mijn vader Jack Braithwaite net afgestudeerd van High School. Zijn familie had geen geld om hem verder te laten studeren vanwege de depressie, en zo was zijn plan om bij de luchtmacht te gaan, ook al was er geen oorlog geweest. Ik heb een karikatuur tekening van zijn unit, waar hij is afgebeeld als de baby omdat hij de jongste was. De andere piloten plaagden hem genadeloos met zijn noordelijk Engels accent, terwijl alle anderen hoog Engels spraken. Hij vloog in een vliegtuig genaamd Hampden, met 4 bemanningsleden. In de lente van 1941 (6 maanden voor Pearl Harbour) werd zijn vliegtuig afgeschoten. Toen hij met zijn parachute uit het vliegtuig sprong vloog z’n broek in brand. Hij landde en was de enige overlevende. Omdat je geacht wordt je vijand geen spullen te laten krijgen probeerde hij zijn parachute te verbranden, maar die was vuurbestendig behandeld, dus dat werkte niet. Toen lokale mensen hem vonden vroeg hij hun hem naar het verzet te brengen, maar ze zeiden hem dat hij te zwaar gewond was en dat ze de autoriteiten moesten waarschuwen. Hij sprak vaak over hoe dankbaar hij was tegenover de mensen die stopten om hem te helpen die nacht. Hij gaf alles van waarde aan de familie die hem in huis nam terwijl hij wachtte op een dokter en de autoriteiten. Hierbij inbegrepen was een gouden horloge waarvan ik zeker ben dat hij wilde dat de Nederlandse familie hem behield.
Samenvatting4:
Hij werd ondervraagd, waarbij de Duitsers zijn naam niet kregen uitgesproken! Ze kwamen niet verder dan “bri-te-vita”. Daarna verbleef hij een jaar in het ziekenhuis, waarschijnlijk in Aken, waar hij huidtransplantaties kreeg voor zijn brandwonden. Hij kreeg goede medische verzorging, hij moest een uur weken in een badkuip voordat het tijd was de verbanden te vervangen. Maar hij moest nog steeds plastische chirurgie ondergaan toen hij uiteindelijk thuis kwam. Hij verbleef een tijdje in een ondervragingscentrum genaamd Dulag Luft, mogelijk in Oberursel nabij Frankfurt, voordat hij werd gestuurd naar Stalag Luft III nabij Sagan, Polen. Het is beroemd vanwege een boek en film genaamd “the great escape”. Ze groeven 3 tunnels, genaamd Tom, Dick en Harry. Een paar jaar voor hij stierf vertelde Jack aan zijn vrouw Dorothy dat zijn kamergenoot was aangewezen om een luchtpomp te maken uit een plunjezak, en dat Jack een idee had voor het ontwerp van de klep om het te laten werken. Na de ontsnappingspoging werd het kamp overgedragen van de Luftwaffe aan de Gestapo, en toen werd het onaangenaam. Hij sprak niet over dit deel. Toen de oorlog eindigde arriveerde Jack terug in Engeland waar hij meerdere chirurgische ingrepen onderging om hem oogleden te geven etc. Hij ging naar Cambridge, en werd een wetenschapper. Hij werkte bij Willow Run Labs, het latere The Environmental Research Institute of Michigan. Hij diende ook als adviseur bij “the National Aeronautics & Space Administration” betreffende Sky Lab”.
Mijn moeder Dorothy is degene die uitvond wat met hem was gebeurd. Zijn familie had het “missing in action - believed killed” telegram ontvangen, en iedereen dacht dat ie dood was, behalve zijn moeder. Hij kon een brief geschreven hebben, maar hij zei dat zijn handen te zwaar waren verbrand (zeker zou iemand zijn dictaat hebben genomen). Hoe dan ook, Dorothy werkte als secretaresse.
Samenvatting5:
Ze wilde in het leger, maar haar ouders wilden dat ze wachtte tot haar zuster oud genoeg was om haar te vergezellen, en zo moest ze een aantal jaar wachten. Een van haar collega’s kreeg een brief van haar vriend zeggende wat een toeval dat het was dat een jongen uit hun buurt lag in het naastgelegen bed, inclusief zijn naam. De collega zei: “Dorothy, was jij niet aan het daten met een jongen genaamd Jack?” Dorothy rende om zijn familie te vertellen dat hij in leven was. Hij kreeg de eerste lichting brieven van thuis in oktober, en slechts één tante herinnerde zich hem een gelukkige 21e verjaardag te wensen.”

Zijn andere dochter Ann Kolodzey schreef het volgende: (vertaald uit het Engels door de auteur):
“Alles wat ik me herinner is dat Pap naar een boerderij ging en vroeg om terug te worden gesmokkeld naar Engeland. De familie vertelde hem dat hij niet in staat was om te reizen, en dat ze een dokter en de Duitse autoriteiten gewaarschuwd hadden. Ze hadden gelijk over de wonden (handen verbrand, gezicht verbrand, oogleden verdwenen en een ernstige wond in zijn dij) omdat hij vele maanden verbleef in een ziekenhuis in Aken voordat hij naar Dulag Luft ging”
Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat Jack Braithwaite nog net uit het vliegtuig is kunnen springen toen het in brand geschoten was, en dat hij met een parachute geland is vlakbij het klooster in Vroenhof.

Jef Knols, zoon van Sjang Knols, woonde destijds op het adres “Vroenhof 419”, in het zuidelijke deel van Huize Gürtsenich. Hij beschrijft het voorval in zijn boek “Gang naar het Verleden” uit 2009:

“Zo werd ook een Engels vliegtuig neergehaald dat als een immense vuurzee loeiend op ons af kwam. Je bent op dat moment ervan overtuigd dat het op je neer komt. Op geringe hoogte vloog het echter verder en kwam nabij het klooster Vroenhof neer. Na een kwartier ongeveer werd er op onze deur geklopt.
Samenvatting6:
Ik deed open en zag een zwarte Engelse militair voor mij. Hij kwam binnen en toen zag ik dat zijn haar tot een zwarte koek verbrand was evenals zijn handen. Na onderzoek door dokter Kettler kwam deze tot de conclusie dat de man in een ziekenhuis opgenomen moest worden.”

Dr. Kettler uit Valkenburg adviseerde Braithwaite naar het Calvarieberg ziekenhuis te Maastricht te gaan vanwege zijn brandwonden aan de handen en het gezicht. Hij is daar een dag geweest en van daaruit door de Duitsers als krijgsgevangene naar Duitsland gebracht. Tijdens zijn gevangenschap heeft hij uiteindelijk via het Nederlandse Rode Kruis vernomen dat de andere bemanningsleden het niet hadden overleefd. In deze periode schreef hij onderstaande brief: [kopie]

Na zijn vrijlating uit Stalag Luft III in februari 1945 keerde Jack Braithwaite terug naar Engeland, waarbij hij werd verhoord door de RAF. Hij trouwde met Dorothy Gargate op 11 augustus 1947, en emigreerde in 1958 naar de USA. Jack Braithwaite overleed op 16 November 2005 in de Henry Ford Village Chapel in Dearborn, Michigan op 85-jarige leeftijd. Hij had drie kinderen: Ann Kolodzey, David Gibson Braithwaite en Heather Jane Edith Simmons-Braithwaite. Hij had twee tweelingbroers, genaamd Derek (†) and Bernard Braithwaite uit Surrey, Engeland.

Zie VERVOLG 2/2
Geografische namen: