Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

Filter: kluizenx
beacon
2  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Een pauselijke zoeaaf op de Schaelsberg
Datering:
2011
Titel:
Een pauselijke zoeaaf op de Schaelsberg
Auteur:
Rob Dijksman
Titel tijdschrift:
Kijk op Valkenburg
Afleveringsnummer:
Kijk op Valkenburg, 2 (2011) nr. 1 (jan.-maart), p. 6-9
Samenvatting:
Drie eeuwen geleden krijgt graaf Gerard Hoen van Cartiels een idee.
De hemel zal voor hem makkelijker open gaan, als hij op zijn landgoed Schaloen een mergelstenen kapelletje bouwt, denkt hij. Met een huisje voor een kluizenaar. Ruim twee eeuwen lang wonen er daarna kluizenaars op de Schaelsberg. Met Henricus Weerts uit Berg ongetwijfeld als de kleurrijkste. Wandel mee en geniet onderweg van Valkenburgs wonderschone natuur en bijzondere historie. In de tuin van de Nicolaas en Barbarakerk in de Pelerinstraat staat een bijzonder kapelletje. Een vijftiende-eeuwse Sint Nicolaas, staf en boek in de hand, bekijkt vanachter een metalen traliewerk goedkeurend de wandelaars die aan hem voorbij trekken. Het is een prima startpunt voor een tocht naar Schin op Geul. Het kooitje van de goedheiligman staat op een zuiltje van Naamse steen. Voor we echt op stap gaan lopen we eerst nog even de kerk binnen. Hij stamt uit de vijftiende eeuw. Ruim honderd jaar geleden leidde de Roermondse architect Pierre Cuypers een ingrijpende verbouwing. Van 1633 tot 1819 was het een simultaankerk. Dat wil zeggen: katholieken en protestanten deelden het gebouw. Het is een prachtkerk. Tot de rijke inventaris behoren twee driehonderd jaar oude beelden van St. Nicolaas en St. Barbara. Mergel Weer buiten gaan we rechtsaf langs banketbakkerij Botterweck de Bogaardlaan in, richting Walramplein. Na de bevallige bronzen dame op het bruggetje volgen we de Geulkade links van hotel Walram. Voor de Rabobank nemen we weer links het voetpad door het Geulpark. We volgen dit pad langs de Betsy Parklaan tot het tweede, witte bruggetje links over de Geul. Dat steken we over richting Kasteeltuin. Na wat immense platanen lopen we bijna tegen het geologisch monument Kasteel Groeve Oost aan. Weggehakt in het hellingbos ligt een oude kalksteengroeve. We blijven richting Kasteeltuin lopen. Perronnetje Bij de St. Jansbron slingert onze route links de helling op.
Samenvatting2:
De bron is genoemd naar Johannes de Doper, de schutspatroon van Oud-Valkenburg. Het water stroomt door het hellingbos van de Schaelsberg naar de Geul. Niet vermengd met het Geulwater, is het bronwater erg helder en goed drinkbaar, vooral dankzij de filtering door de poreuze mergelbodem. De kluizenaars kwamen de berg af om hier hun drinkwater te halen. De plant op het naambord is het pijlkruid. Deze waterplant met zijn pijlvormige bladen, vandaar de naam, is van juni tot augustus getooid met prachtige, witpaarse bloemen. Na een flinke klauterpartij belanden we op een opvallend vlak, recht stuk. Het is een oud perronnetje van de Aken-Maastrichtsche Spoorweg Maatschappij, al kun je dat bijna niet meer zien. De eerste Nederlandse trein die de grens over ging, reed vanaf 1853 op dit lijntje. De bossen op de Schaelsberg waren eigendom van de kasteelheren van Genhoes en Schaloen. In ruil voor de aanleg van de spoorlijn op hun grondgebied hadden zij een stationnetje in hun achtertuin bedongen. Met wat geluk trekt een stoomlocomotief van de ZLSM luid fluitend zijn rijtuigen vol toeristen voorbij als u de spoorbrug oversteekt en verder wandelt naar De Kluis (groene palen). Het Schaelsbergerbos is tegenwoordig een hakhoutreservaat. De loofbomen worden perceelsgewijs en periodiek gekapt. Daardoor valt er veel licht op de bodem. In combinatie met de kalkhoudende grond levert dat een weelderige plantengroei op met maar liefst tweehonderd soorten, waaronder veel orchideeën.
Samenvatting3:
Sjaasbergergank
Frans Provaas uit Walem ontvangt al zon twintig jaar bezoekers in De Kluis. Hij is een van de tientallen vrijwilligers van de Stichting Sjaasbergergank, die de unieke hermitage onderhoudt en beheert. In zijn werkzame leven was Frans molenaar en vervoerde hij vijfentwintig jaar lang gehandicapten. De stichtingsnaam is ontleend aan de bedevaartgangers die vanaf het midden van de achttiende eeuw naar de kapel trokken om voor een goede gezondheid van zichzelf en hun vee te bidden. Nog ieder jaar trekt op de laatste zondag van juni de Sjaasbergergank. Die staat in het teken van Leonardus, een heilige kluizenaar. Vandaar de naam Leienaardskermes voor de festiviteiten na de mis, vertelt Frans. De Kluis is tegenwoordig van Natuurmonumenten, net als het vijftiende-eeuwse kasteel Genhoes met zijn boerderij, graslanden en boomgaarden, beneden in het dal. In 1688 krijgt graaf Jan Gerard Hoen van Cartiels een idee. De hemel zal voor hem en zijn vrouw Agnes waarschijnlijk makkelijker open gaan, als hij op zijn landgoed Schaloen een mergelstenen kapelletje bouwt, denkt hij. Met een huisje voor een kluizenaar. Midden in het bos hebben er daarna zestien kluizenaars een sober, vroom leven geleid. Een van de leefregels verplicht hen zelf in hun onderhoud te voorzien. Wat ze nodig hebben, verbouwen ze in hun tuin. Gaat hun maag echt knagen, dan luiden ze de klok. Boeren uit de omgeving brengen dan wat eten. Als laatste heremiet trekt broeder Lutgerus in 1930 de deur achter zich dicht. Sint Rochus Graaf Jan laat het kapelletje optrekken uit mergel. In 1976 werd de hele Kluis, bestaande uit het koor met de altaaruitbouw, het schip van de kapel en twee eenvoudige kamertjes grondig gerestaureerd. Daarbij kwamen ook de twee frescos op de oudste muurdelen achter het altaar tevoorschijn. In een nisje staat Sint Rochus. Met opgetrokken habijt. Al eeuwenlang wordt de Franse heilige zo afgebeeld. Hij laat de pestbuilen op zijn been zien.
Samenvatting4:
Om niemand te besmetten had hij zich teruggetrokken in een bos. Een trouwe hond bracht hem dagelijks een stuk brood tot hij hersteld was. Die zit naast hem met een stuk brood in de bek. Twee ingemetselde grafstenen markeren de graven van de franciscaner pater Laurentius Ploumen, de eerste, en Arnoldus Haesen, de vijfde kluizenaar. Zoeaaf De kleurrijkste bewoner van De Kluis is zonder enige twijfel de franciscaan Henricus Weerts uit Berg (1827-1889). Hij was in die dagen de enige heremiet in Nederland. Tijdens zijn kluizenaarsbestaan (1860-1880) gaat hij regelmatig op bezoek bij de grafelijke familie Villers de Masbourg op Schaloen. Daar hoort hij dat Garibaldi van het versnipperde Italië een staat wil maken. Ook de paus moet zijn gebied - een flink middendeel van de Italiaanse laars - afstaan. Pius IX heeft daar helemaal geen trek in. Hij ronselt een vrijwilligersleger van vrijgezelle jongemannen. Dat telt uiteindelijk elfduizend man. Nederlanders vormen het grootste contingent met dik drieduizend soldaten. Hun uniformen lijken veel op die van de Noord-Afrikaanse zoeaven in het Franse leger. Ze dragen alleen geen fez. Dat vindt de paus te islamitisch voor een katholieke strijdmacht. Weerts meldt zich in Oudenbosch en vertrekt via Marseille naar Italië. Op 20 september 1870 valt Rome. Een dag later wordt het pauselijk zoeavenleger ontbonden. De Nederlanders, ook Weerts, raken hun staatsburgerschap kwijt omdat ze zonder toestemming in vreemde krijgsdienst zijn getreden. De ex-zoeaaf pakt na drie jaar, met twee pauselijke onderscheidingen op zak, de draad weer op in zijn kluis op de Schaelsberg.
Samenvatting5:
Geuldal
We vervolgen onze route langs de buitenkruisweg uit de tijd van kluizenaar Smitsmans. De veertien witte kapelletjes zijn er in 1843 neergezet. Onder de grote eiken vormen ze een serene cirkel van devotie. Dit stukje bos was een cadeautje van een Maastrichtse kanunnik. Als tegenprestatie moest de kluizenaar op het feest van St. Rochus een mis in de kapel opdragen. We slaan nu rechtsaf, het bos uit, de Molenweg in. Het Geuldal strekt zich in al zijn glorie onder ons uit. Met een beetje mooi weer is zelfs de toren op het Drielandenpunt in Vaals te zien. Na het bungalowpark duiken we een holle weg in. Let onderweg, in het stuk onder de eikenbomen, eens goed op de rechterwand. In een mooie dassenburcht woont een verre nazaat van Gregorius, de verstrooide vriend van Paulus de Boskabouter. Bij de verkeersremmende rotonde in Walem gaan we rechtsaf, langs het Walem-Oost regenwateropvangbekken, naar het viaduct onder de spoorbaan. Om even rond te kijken bij de St. Mauritiuskerk in Schin op Geul nemen we linksaf de Graafstraat. Cornelius Schin op Geul is stokoud. Het wordt al genoemd in het oudste manuscript van een abdij in Reims uit het jaar 847. Het is een perkamentenlijstje met de bezittingen van de abdij. Daarop staat ook Meerssen genoemd. En Schina, dat weer bij het klooster in Meerssen hoorde. Het dorp is bekend door het jaarlijkse Cornelius-octaaf in de dagen rond 16 september. De St Cornelius-verering in Limburg is verspreid vanuit Kornelimünster bij Aken. De devotie in Schin op Geul begint in 1859 als de kerk een reliek van de heilige verwerft. De broeders van Kornelimünster schreven exact voor wat een epilepsiepatiënt moest doen om te genezen van zijn ziekte. Allereerst moet de patiënt zoveel koren verzamelen als hij of zij weegt. De tegenwaarde in geld van dat koren gaat in een offerblok. Daarna volgt een jaar lang vasten. Dat betekent: op vrijdag maar een keer eten.
Samenvatting6:
Tenslotte moet de lijder aan vallende ziekte ieder jaar op de feestdag van Cornelius een zilveren munt naar de kerk brengen. Drie beeldjes We keren terug door de Graafstraat en volgen het pad langs de Geul naar Valkenburg. Let u vooral even op de fotogenieke binnenplaats van In den Graaf, vol rood geverfd landbouwgereedschap. Bij De Drie Beeldjes (Christus, Maria en Johannes de Doper) gaan we links over het bruggetje door een mooie beukenlaan richting kasteel Schaloen. De naamgever van de calvariegroep kon kennelijk niet tot vier tellen. Of hij heeft Sint Rochus, die we al eerder in De Kluis tegenkwamen, over het hoofd gezien. Onze pestheilige zit, net als Sint Nicolaas in Valkenburg, achter de tralies. Verstopt in de sokkel van het kruisbeeld. De kasteelheer van Schaloen liet de beeldengroep in 1739 neerzetten op advies van kluizenaar Arnold Haesen om de boze bosgeest Ruprecht te verdrijven. Telkens als de edelman te paard in de buurt van de brug kwam, steigerde het beest en weigerde het verder te gaan. De beeldentruc werkt tot op de dag van vandaag. Je kunt er nog steeds rondwandelen zonder dat Ruprecht je de stuipen op het lijf komt jagen. De drie beelden zijn van beton. De oorspronkelijke, waardevolle houten beelden werden veertig jaar geleden gestolen. Onze wandeling zit er bijna op. Rond Schaloen volgen we de oprijlaan naar de Oud-Valkenburgerweg, steken die over naar de St. Jansbosweg. Het bankje bij de St. Jansboskapel, op de splitsing van twee veldwegen, is een mooi rustpunt. De veldkapel van mergelsteen wordt ook onderhouden door de Stichting Sjaasbergergank. Het laatste rukje. Bij het begin van het bos, thuis het Poemabos genoemd omdat er in 1996 een poema werd gesignaleerd, gaan we rechts de trap op, steken het weitje over en wandelen tenslotte voldaan over het golvende bospad terug naar Valkenburg.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Van kluizen en kluizenaars
Datering:
1948
Titel:
Van kluizen en kluizenaars
Auteur:
A.J. Toussaint
Titel tijdschrift:
Steenkool
Afleveringsnummer:
Steenkool, 1948, p. 544/546