Uw zoekacties: Artikelen
beacon
149  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
Villa Beukenhof, een bijzonder gebouw
Datering:
2017
Titel:
Villa Beukenhof, een bijzonder gebouw
Auteur:
Jan Schurgers
Foto's door:
Ivo Benders
Afleveringsnummer:
Kijk op Valkenburg, 8 (2017) nr. 1 (febr-mrt-apr), p.24-26
Samenvatting:
Dit jaar is het precies tachtig jaar geleden dat aan de Houthemervillaweg in Broekhem een opmerkelijk gebouw werd neergezet. Langs die weg tussen Houthem en Valkenburg werden aan het begin van de vorige eeuw wel meer bijzondere woningen gebouwd. De straat heette destijds dan ook niet voor niets Houthemervillaweg, later Houthemerweg en nu Broekhem. Een van die fraaie panden is "Villa Beukenhof" vrijwel op de grens tussen Valkenburg en Broekhem gelegen.

De villa wordt in 1937 ontworpen door de Heerlense architect Jan Hubert van den Bongard, ook wel Hans genoemd. Het is een opdracht van de familie van Melzen. En mevrouw van Melzen weet precies wat ze wil.
In de Achterhoek heeft ze een fraaie woning gezien met een groot rieten dak en zoiets moet het gaan worden. Dus rijdt ze met de architect daar naartoe om hem die woning te laten zien, Hans van den Bongard gaat meteen aan de
slag en na goedkeuring door de familie wordt de opdracht gegund aan aannemer Meijers aan de Nieuweweg in Valkenburg, die werkzaam is bij aannemer Duras. Uitvoerder is Bartels eveneens uit Valkenburg. In het najaar van 1937 is de vrijstaande villa klaar en staat er een fraai en monumentaal gebouw met expressionistische invloeden.

De woning is geplaatst op een in de lengterichting geplaatste rechthoekige plattegrond. Ze telt drie bouwlagen en wordt afgedekt met een parabolisch boogdak, gedekt met riet. Het toegepaste bouwmateriaal is baksteen, dat op de eerste verdieping wit gepleisterd is. De voornaamste gevelopeningen bestaan uit houten rechthoekige glas-in-lood vensters en links een houten deur, met daarachter een hal met eveneens speelse glas-in-lood ramen, waarschijnlijk van de hand van Joep Nicolas. Dit volgens mededeling van mevrouw Meys, secretaresse van de aannemer en ook de eigenaar van glashandel Felix uit Maastricht, die later een restauratie uitvoert, is die mening toegedaan.
Samenvatting2:
De gevelindeling is asymmetrisch van opzet. Het middendeel met halfronde erker, met daarbovenop een balkon met hardstenen balustrade is dominant aanwezig in het totaalbeeld van het gebouw. In de rechterzijgevel bevindt zich een dakkapel met rieten dak. Ze maakt deel uit van het grote boogdak met riet. Aan de achtergevel is een uitbouw in één bouwlaag met een plat dak met balkon met bakstenen balustrade.

In het interieur is in de hal een parketvloer aangebracht en een eikenhouten lambrisering. De trapleuning bevat decoratief houtsnijwerk. Ook aan de ramen in art-deco stijl is niets gespaard en de diverse deuren bevatten fraaie glas-in-lood panelen.
Opmerkelijk is het achterste deel van de woning. Daar is een aparte deur waar het dienstdoende personeel binnenkomt en bestellingen afgeleverd kunnen worden. Dat personeel beschikt over de keuken en een toilet. Het inwonende dienstmeisje heeft een eigen kamer op de zolderverdieping. Om de eetkamer te bereiken is er een aparte ingang. De ingang daar de hal mag niet gebruikt worden. Die is voor de familie van Melzen en hun gasten. Nog opmerkelijker is de ondergrondse schuilwoning die de familie laat bouwen in de tuin. Daar komt een keuken met enkele kamers en het geeft de oorlogsdreiging aan die er eind jaren dertig bestond. Die schuilkelder is in de jaren negentig gedempt toen het plan de Valk werd gerealiseerd. De ruimtes stonden toen onder water en op die plek werd een huis gebouwd. Het tuinpad ernaar toe is er wel nog steeds.

Architect van den Bongard
Jan Hubert van den Bongard wordt op 15 juli 1903 in Heerlen geboren. Zijn opleiding krijgt hij in Den Bosch. Na zijn huwelijk met Maria Kaldeberg in 1930, vestigt het paar zich in de Dr. Jaegerstraat in Heerlen in een door hemzelf ontworpen woning annex architectenbureau. Daar heeft hij meer dan veertig jaar, later met zijn zoon, eveneens Hans geheten en eveneens archtect van beroep, gewoond en gewerkt.
Samenvatting3:
In 1973 bouwt hij opnieuw een woning voor zichzelf. Nu in Welten op de Mullender 15. Op hoge leeftijd gaat het echtpaar om gezondheidsredenen naar Huize de Berg eveneens in Heerlen. Daar overlijdt zijn vrouw in november 2000 en hijzelf op honderdjarige leeftijd op 19 augustus 2003. Hans van den Bongard heeft naast de villa "Beukenhof", die tot zijn topontwerpen gerekend kan worden, in Limburg nog meer gebouwen ontworpen. Zo zijn de HEMA en voorheen V&D in Kerkrade van zijn hand en in Simpelveld en Bocholtz ontwerpt hij woningwetwoningen. Na de oorlog heeft hij in Midden-Limburg oorlogsschade opgenomen en restauraties gedaan. In 1948 ontwerpt hij voor de gemeente Simpelveld een gedenkteken ter nagedachtenis aan de oorlogsslachtoffers. Regelmatig wordt hij gevraagd voor verbouwingen en uitbreidingen van kloosters. Zo wordt in 1951 de kapel O.L. Vrouw Sterre der Zee gebouwd aan de Rodeput in Simpelveld, naar een ontwerp van de paters van de Plaar. De gemeente eist echter een officiële handtekening van een architect en die komt van Hans van den Bongard. In St. Oedenrode wordt het huis voor zijn dochter gebouwd naar een ontwerp van zijn hand.

Familie Russel
De familie van Melzen verlaat de woning vlak na de oorlog en dan neemt de familie Russel er haar intrek.
Dat is een familie in goede doen. De heer Russel bezit een steen- en kiezelgroeve in de buurt van Aken en kan zich een auto en het maken van reizen permitteren. Na het overlijden van hef echtpaar blijft dochter Gusta als enige over in het grote huis. De andere drie kinderen zijn inmiddels het huis uit.
Samenvatting4:
De ongehuwde Gusta leidt een teruggetrokken bestaan en komt vrijwel nooit buiten. Wel maakt ze soms een dagtocht naar Aken of bezoekt het zwembad in Broekhem en dan vergezelt Yvonne Meijers, het buurmeisje van de overkant haar regelmatig, wat een geweldig avontuur is voor de jonge Yvonne. Ook gaat Gusta op gezette tijden naar Parijs of Brussel om zich te oriënteren op de nieuwste mode. Op zon- en feestdagen laat ze zich een uitgebreide maaltijd bezorgen vanuit hotel Prinses Juliana, die haar uiteraard door de achterdeur wordt aangereikt.
Tijdens de laatste jaren van haar leven gaat haar gezondheidstoestand achteruit vanwege toenemende dementie en wordt ze opgenomen in de Vijverdal kliniek in Maastricht. Daar overlijdt ze vijf jaar later, in 1991. In die periode is het huis onbewoond of kent het tijdelijke bewoners. Zo woont er enige tijd architect van de Berg, dokter Paul van der Ploeg met zijn gezin en een werknemer van het bedrijf Muurmans.
Na het overlijden van Gusta Russel wordt de woning in juli 1991 door de erfgenamen verkocht aan Martin en Ineke Eurlings.

Familie Eurlings
In de jaren daarna worden op gezette tijden herstelwerkzaamheden verricht aan het dan bijna zestigjarige pand. Leidingen worden vernieuwd en het dak wordt van een nieuwe rietbedekking voorzien, waardoor het gebouw zijn bijzondere uitstraling blijft behouden.
Samenvatting5:
Martin Eurlings begint zijn carrière in het onderwijs onder andere als directeur van de kweekschool Christus Magister in Heerlen. In 1982 wordt hij gekozen in de gemeenteraad in Valkenburg aan de Geul en van 1986 tot 1990 is hij wethouder en loco-burgemeester. In 1991 wordt hij gekozen in de Provinciale Staten van Limburg en neemt dan met zijn gezin intrek in de villa. Een jaar later volgt zijn benoeming tot fractievoorzitter van het CDA. Van 1995 tot 2007 is hij gedeputeerde van Economische Zaken, Onderwijs, Toerisme, Internationalisering en Communicatie. In 2008 gaat hij terug naar Valkenburg, nu als burgemeester, een functie die hij bekleedt tot 2016. Toch komt er dan geen einde aan zijn politieke carrière, want gouverneur Bovens benoemt hem dan als waarnemend burgemeester. Tot 1 maart 2017 is hij in deze functie.

Met dank aan: Ineke Eurlings-Voessen, Yvonne Drent-van den Bongard en Yvonne Beckers-Meijers.

Foto´s:
- Frontgevel van "Villa Beukenhof"
- Portret van Jan Hubert van den Bongard gemeekt rond 1930
- Tekening van de villa "Beukenhof", gemaakt door de architect
- Jan Hubert van den Bongard op bijna honderdjarige leeftijd.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Hotel "Vue des Montagnes" heet nu Hotel "Vue"
Datering:
2016
Titel:
Hotel "Vue des Montagnes" heet nu Hotel "Vue"
Auteur:
Jan Schurgers
Titel tijdschrift:
Kijk op Valkenburg
Afleveringsnummer:
Kijk op Valkenburg, 7 (2016) nr. 3 (aug-sept-okt), p.22-26
Samenvatting:
Foto's:
- Het verbouwde hotel in 1931
- Het pas gebouwde hotel in 1928
- De hotel brochure uit 1931
- Hoekje in de conversatiezaal uit 1931
- 346 Ordenance Depot Company Group 2, US Army. Groepsfoto uit december 1944 in Vue des Montagnes
- Jan Mathijs Cobbenhaegen bij een van zijn autocars (met de voet op de treeplank).


in de afgelopen twee jaar heeft hotel "Vue des Montagnes" aan de Wolfsdriesweg in Geulhem een ware metamorfose ondergaan. De parkeerplaats werd geëgaliseerd, het terras werd uitgebreid, er kwamen kleurige parasols en de speeltuin kreeg forse houten toestellen en klimrekken. En de naam werd ingekort tot hotel "Vue". Tijd om eens in de historie van het gebouw te duiken.

Jan Mathijs Cobbenhaegen
Het hotel wordt in 1927/1928 gebouwd door Jan Mathijs Cobbenhaegen en zijn familie (in de familie wordt ook de naam Cobbenhogen gebruikt). Vader Renier is directeur van de N.V. Limburgsche Waterleidingmaatschappij en woont in het schuin tegenover het bouwperceel gelegen pompstation. Dat belet hem niet om samen met zijn zoon Jan Mathijs (1906-1973) een hotel te bouwen. Renier is een ondernemend man. Hij heeft ook een concessie om mergel te mogen winnen uit de nabijgelegen groeve. In de zo ontstane gangen worden toeristische rondleidingen en fakkeloptochten gehouden en in een grotere ruimte in de Koepelgroeve ontstaat een theater, waar regelmatig druk bezochte voorstellingen plaats vinden. Tussen 1904 en 1946 heeft er op de Wippertse Heide zelfs een uitzichttoren gestaan, die ook enkele jaren geëxploiteerd wordt Kortom, er is voldoende bedrijvigheid rondom de woning en het uitvoeren van zijn plan om een hotel te bouwen is dan ook een goede zet.
Samenvatting2:
Het wordt meteen druk bezocht en al in 1931 is er een uitbreiding nodig. Zoon Jan Mathijs pakt de zaken voortvarend aan. Op dat moment zijn er 48 kamers, alle voorzien van stromend water en één badkamer voor algemeen gebruik. De prospectus meldt dan ook: "Raden, zo mogelijk vooraf bespreken; warme baden f 0,50 met inbegrip van zeep en handdoek.
Er is een restauratiezaal, een ruime waranda en een garage voor zestien auto's.

Unieke ligging langs de Geul
In diezelfde prospectus prijst hij het hotel aan, drukt foto's of van hel interieur en wijst bil vooral op de unieke ligging midden in de natuur, vlak bij de Geul en tegenover de helling richting Berg en Terblijt. Vandaar de naam "Vue des Montagnes".
Een citaat: "Het hotel is prachtig en schaduwrijk gelegen aan doe wandelweg van Geulhem, Valkenburg en Houthem, te midden van alle natuurschoon, als de kabbelende Geul, de Rotswoningen, tegenover den ingang van de Koepelgrot en de Geulhemer Katakomben en don opgang van het Rotspark met IJzeren Uitzichttoren. De wandelweg "Langs de Geul", waaraan het Hotel gelegen is, in de mooiste wandelweg waarop Zuid-Limburg bogen kon, met Geulhem-Houthem als uitgangspunt." En uiteraard worden ook de keukenmogelijkheden aangeprezen. Zo bestaat het diner uit: "soep, vleesch, groenten of fruit of gebak. Op de tafels zoowel als in de keuken wordt zuivere natuurboter gebruikt. Alle overige eetwaren zijn van de 1e kwaliteit, worden overvloedig opgediend en zijn smaakvol onder persoonlijke leiding toebereid."
Jan Mathijs wil het zijn gasten zo goed mogelijk naar de zin maken. Hij beschikt zelfs over twee autocars, waarmee hij dagelijks tochten organiseert door Zuid-Limburg, naar de Ardennen, naar de Eifel en langs de Rijn tot aan het Ahrdal toe. Hij laat ansichtkaarten drukken, zodat zijn gasten, als ze het thuisfront willen informeren, afbeeldingen gebruiken van het hotel, met op de achterkant adres en telefoonnummers.
Samenvatting3:
Diverse bestemmingen
In 1934 trouwt hij met Wilhelmina Wetzels (1907-1968) en samen beginnen ze aan de uitbouw van hun hotel. Helaas gooit het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog roet in het eten. Het aantal gasten loopt terug. In september 1944 nemen de Amerikanen hun intrek in het hotel. Ze gebruiken het als rust- en herstellingsoord van hun manschappen die aan het front hebben gevochten. Afwisselend verblijven er grote groepen in het hotel, die daarna weer worden uitgezonden. Velen zullen in de maanden daarna sneuvelen aan het front in Duitsland en België.

Jan Mathijs neemt in 1945 met zijn gezin intrek in hotel Cremers in de Wilhelminalaan te Valkenburg. Daar overlijdt op 15 oktober 1953 vader Renier op 76-jarige leeftijd. Het gezin Cobbenhaegen-Wetzels exploiteert hotel Cremers tot 1954. In de tussentijd wordt hotel «Vue des Montagnes» eerst ter beschikking gesteld als retraitehuis voor de paters van Spaubeek. Hun gebouw is zwaar beschadigd tijdens de oorlog en dient eerst te worden opgeknapt.
Daarna wordt het hotel verhuurd aan de Oranje Nassau Mijnen. Jonge ingenieurs uit het westen van het land gaan er wonen in afwachting van een woning dichter bij het mijngebied gelegen. Daarna gaat het dienst doen als rustoord voor zieke mijnwerkers.
Samenvatting4:
Vanaf 1950 tot 1959 wordt het gebruikt als opvangcentrum voor gerepatrieerde Indische mensen, die hun land moesten ontvluchten. Dan komen er weer toeristen en van 1963 tot 1968 verblijven er Spaanse gastarbeiders die werken in de Oranje Nassau Mijnen. Jan Mathijs woont in die periode in hotel-pension Schoonzicht, gelegen op de hoek met de Vogelzangweg, oftewel de Brakkenweg. Tegenwoordig is het aanzien flink veranderd. Er is een veranda voorgekomen en onlangs nog een groot terras aan de zijkant. Het heet nu Brasserie Hotel Brakke Berg. Jan Mathijs overlijdt er op 9 juli 1973 en is dan pas 66 jaar oud. Het gedachtenisprentje vermeldt: "De dierbare overledene heeft hard gewerkt in zijn leven, hij heeft iets tot stand gebracht. Hij heeft duizenden mensen aangename dagen bezorgd door tijdens hun vakantie in het hotel zijn beste krachten voor hen te geven ( .... ) Dat zijn twee zonen het hotelbedrijf konden overnemen, stemde hem tot tevredenheid."

Ed Cobbenhagen
Zoon Ed, geboren in 1935 heeft samen met zijn vrouw hotel "Vue des Montagnes" overgenomen. Zijn broer Fons, exploiteert dan, samen met zijn vrouw, het hotel 'Bel Air", het tegenwoordige Fletcherhotel in de Onderstestraat in Houthem. Het hotel bloeit weer op.
Jaarlijks worden er veranderingen en verbouwingen uitgevoerd om het de gasten nog meer naar de zin te maken. Er komt koud en warm stromend water op alle kamers. Er komen douches en badkamers. Kleinere vertrekken worden hij elkaar gevoegd om meer ruimte te creëren. Het aantal kamers daalt daardoor van 48 naar 37, maar ze worden wel steeds comfortabeler. Er komen liften en de conversatiezaal wordt uitgebreid. Rechts van het gebouw laat Ed een zijvleugel bouwen met een eetzaal en later daarbovenop een woning voor zichzelf en zijn gezin. Zo komt er in het hotel steeds meer ruimte ter beschikking.
Samenvatting5:
Veel gezelschappen, bestaande uit oudere mensen, bezoeken het hotel. Ze komen met de bus en blijven meestal een week. Samen met enkele collega's organiseert Ed, net als zijn vader, dagtochten naar Duitsland en België in samenwerking met touringcarbedrijf Mevis. In het Valkenburgse casino houden ze Limburgse avonden met veel muziek, waarbij vaak de Limburgse troubadour Jef Diederen betrokken is.

Wisselende eigenaren en exploitanten
In 1990 nemen Ed en zijn vrouw afscheid van het hotel. Het wordt verkocht aan het Japanse bedrijf Teikyo, dat in kasteel Vliek in Ulestraten een opleiding voor Japanse meisjes heeft en dat studenten in 'Vue des Montagnes« wil onderbrengen. Het komt er niet van. Kort daarop wordt het doorverkocht aan projectontwikkelaar Muurmans uit Roermond. De tegenover het hotel gelegen grot wordt ingericht als accommodatie voor feesten, bruiloften, communiefeesten en party's en krijgt de naam "Caverne de Geulhem". Zowel de grot als het hotel worden in de jaren daarna beheerd door diverse exploitanten waaronder René Naus en Jacques Winkens. In 1983 koopt Jan van Kuik het tegenover het hotel gelegen kasteel "Geulzicht" en begint er een hotel.
Samenvatting6:
In de jaren daarna verwerft hij ook de Caverne de Geulhem en in 2007 hotel 'Vue des Montagnes. Marc Alofs wordt dan de generaal manager. Twee jaar later nemen Johan en Monique van Kuik, zoon en dochter van Jan van Kuik het hotel en de grot over en wordt Geert Fekkers de manager. Dat is ook het moment waarop samenwerking ontstaat met de hotelketen Hampshire, echter alleen op het vlak van centrale boekingen. Diverse jaren zal het bord voor de deur staan. In 2013 trekt manager Fekkers zich terug en kort daarop worden zowel de grot als het hotel verkocht aan Rob Matti en zijn compagnon Jan Peters. De samenwerking met Hampshire wordt beëindigd en vanaf dat moment gaat 'Caverne de Geulhem "Caverne" heten en hotel "Vue des Montagnes" hotel-brasserie "Vue". De nieuwe eigenaars beginnen aan een opwaardering van het hotel. Het terras wordt uitgebreid. Er komen kleurige parasols en nieuwe bloemen in de perken. De parkeerplaats wordt opgeknapt en daarachter wordt een fraaie speeltuin aangelegd voor de kinderen. Kortom, het hotel komt tot leven en krijgt meer uitstraling. In april 2015 neemt Jan Peters afscheid van zijn compagnon en zet Rob Matti de beide locaties alleen voort. Kort daarop stelt hij Robert Willms aan als general manager. De kamers op de eerste verdieping worden aangepast aan de moderne eisen van de tijd. De woning boven de zijvleugel wordt verbouwd tot vergaderzaal, waardoor grotere gezelschappen terecht kunnen voor lezingen en conferenties, maar ook voor bruiloften en partijen. In het najaar krijgen de kamers op de tweede en derde etage een opknapbeurt en volgend jaar zijn het restaurant en de brasserie aan de beurt.
De conclusie mag zijn dat hoewel ze het zicht op de bergen in de naam is kwijt geraakt, de directie toch voldoende vooruitzichten heeft op een florissante toekomst.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Wachtposten 20 en 21 (2/2)
Datering:
2021
Titel:
Wachtposten 20 en 21 (2/2)
Auteur:
Jan Schurgers
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 28 (2021) nr. 55 (zomer), p. 1/12
Samenvatting:
Vervolg 2/2

- Hermans
Al voor de Tweede Wereldoorlog wordt het huis bewoond door de familie Hermans-Lemmens, die afkomstig is van Geulle.
Ze krijgen acht kinderen, die een voor een het huis verlaten bij hun huwelijk. Een van hen is Louis (1917-2005), die huwt met Dora Genders (1921-1997) en als muzikant van 1930 tot 1955 lid is van fanfare St. Gerlach en later van het Houthems Muziekcorps. Hij is ook lid van de fanfare St. Joseph in Broekhem. Zijn ouders vertrekken op 13 augustus 1949 naar Elsloo en worden opgevolgd door Everhard A. Beekhuizen, die afkomstig is van Beesel. Hij woont er meer dan vijf jaar en op 16 oktober 1954 vertrekt hij naar Meerssen.
Op dat moment neemt Corrie van den Bosch, afkomstig uit Rotterdam, haar intrek in wachtpost 21 waarschijnlijk samen met haar echtgenoot Dirk Ariese, die afkomstig is uit Amersfoort. Corrie verlaat de woning echter alweer op 5 augustus 1955, terwijl Dirk er blijft wonen tot 12 februari 1957, als hij naar Wijlre vertrekt.
Zes weken later verhuist Julius Bidlot vanuit Heerlen naar de wachtpost. Hij blijft er tot 27 februari 1962 en vertrekt dan naar Schaesberg.
Op 18 juni van dat jaar neemt het gezin van Gèr Dolmans (1937-2008) hun intrek in het huis. Gèr en zijn echtgenote Tiny Senders (1940) met hun 2 zonen, Wim en Jo, komen vanuit de Kattebeekstraat 61 in Broekhem, waar zij - i.v.m. een interne verbouwing van wachtpost 21 - een halfjaar bij familie inwoonden. Na 4 jaar verhuizen zij op 3 juni 1966 naar de Van Peltstraat 32 in Houthem.
Samenvatting2:
- Laatste bewoners
Diezelfde dag betrekt het gezin Bertrand de woning. Jan Bertrand (1925-2000) is in Schin op Geul geboren in een van de zes huizen in het blok langs de spoorbaan richting Opscheumer, in de straat die nu Langs de Ling wordt genoemd. De woningen zijn gebouwd door de Nederlandse Spoorwegen.
De vader van Jan is spoorwegmedewerker en overkomt tijdens het onkruid verdelgen langs de spoorbaan een zwaar ongeluk. De vloeistof in het reservoir op zijn rug vliegt in brand. Hij wordt zwaargewond naar het ziekenhuis in Maastricht gebracht, waar hij kort daarop overlijdt.
Ook Jan is opgeleid als onderhoudsmonteur en ploegbaas en verhuist in 1966 met zijn gezin vanuit de Neerhem naar de wachtpost aan de Stevensweg. Hij is gehuwd met Lily Ortmans (1927-2016), dochter van de kantonnier in Etenaken en ze hebben twee zonen, Hub (1950) en Sjo (1951).

Jan, ook wel Sjeng genoemd, heeft van 1948 tot 1949 als dienstplichtig soldaat een jaar doorgebracht in Nederlands-Indië en huwt kort na zijn terugkeer. Over zijn verblijf daar heeft hij later niet veel losgelaten, ook al vroegen zijn zonen er af en toe naar.
In die tijd is het nog mogelijk dat de machinist van de toen bekende “Blauwe Engel” vaart mindert bij wachtpost 21, de koffiekan van een paal grist in het voorbijgaan en die weer netjes terugzet op zijn terugreis.
Het gezin Bertrand blijft er wonen tot 28 november 1969 en vertrekt dan naar de Baanweg 1, de woning boven het station in Schin op Geul. Het jaar daarop wordt wachtpost 21 afgebroken, evenals de wachtposten 18, 19 en 20 langs het baanvak Houthem-Valkenburg. Het wordt stil langs de baan. In ieder geval stiller dan het was. De wachthuisjes zijn er niet meer. De bewoners zijn vertrokken. En na verloop van tijd worden de fundamenten overwoekerd door begroeiing, door onkruid en gras.
Samenvatting3:
De groentetuintjes worden opgenomen in het geheel van de natuur rondom of bedekt met asfalt en trottoirtegels. Als je het niet weet, lijkt het alsof er nooit een huis gestaan heeft met daarin menselijke beweging en stemmen van kinderen. Het gefluit van blinkende locomotieven en de uitstoot van donkere rookwolken in de omgeving. Lang vervlogen nu. Want ook de treinen zijn stiller geworden en suizen nu vrijwel geluidloos langs de plekken waar ooit spoorwegbeambten met hun gezinnen woonden, hun werk deden en er hun geld verdienden.

Bronnen
(1) Jos Bielders “Houthem en het NS-station”, ’t Sjtegelke, jrg. 13, nr. 2, 2006, p. 17-20
(2) Fons Heijnens “”Stationchef” Arnold Priem op ansichtkaart uit het jaar 1903”, ’t Sjtegelke, jrg. 17, nr. 1, 2010, p. 10-16
(3) Jan Schurgers “Vier oorlogsslachtoffers in Houthem”, Kijk op Valkenburg nr. 2, 2014, p. 28-29
(4) “Afscheid stationschef P. Houben”, Land van Valkenburg 18-5-1956
(5) [“Namen van haltes gewijzigd”], Nederlandsche Staatscourant, 6-12-1905
(6) “Onbewaakte overweg te Houthem: Wachtpost 21”, Land van Valkenburg 30-10-1953
Bidprentjesverzameling op www.houthem.info/pages/bidprentjes-houthem
Artikelenbestand op www.houthem.info
Woningkaarten gemeente Valkenburg-Houthem

Met dank aan Corrie Bakker-Smeets, Truus Smeets, Hub Bertrand, Jacky Heusschen, Tiny Dolmans-Senders, Fons Heijnens.
Samenvatting4:
Foto's:

- Gezicht op de achterzijde van de wachterswoning wachtpost 20 (ca. 1898-1903) langs de eensporige lijn Maastricht-Aken (foto: archief Heemkundevereniging)
- Foto stoomlocomotief, wachtpost, halte 1903 (foto: archief Heemkundevereniging)
- Wachtpost 20 en stationsgebouw (foto: archief Heemkundevereniging)
- Wachtpost 20, ca. 1970 (foto: archief Heemkundevereniging)
- Willem Martens en zijn vrouw Gertruda in de woonkamer van wachtpost 20
tijdens een potje dammen (foto: archief familie Martens)
- Familie Martens rond 1961 (foto: archief familie Martens)
Achterste rij v.l.n.r. Toos Smeets-Martens, Pierre Smeets, Thea Smeets-Martens, Wiel Smeets
Middelste rij v.l.n.r. Mia Hendriks-Martens, Hendrikus Martens (stationschef), Gertruda Martens-Damen, Lenie Martens-Jeuken, Jacques Martens, Henk Martens
Voorste rij v.l.n.r. Ria Smeets, Truus Smeets, Gera Martens.
- Wethouder Sjo Schurgers speldt Pierre Houben in 1976 de zilveren medaille verbonden aan de orde van Oranje-Nassau op (foto: archief Heemkundevereniging)
- Wachtpost 21 (foto: archief Hub Bertrand)
- Vader Louis Hermans (foto: archief Heemkundevereniging)
- Gèr Dolmans op de overweg bij wachtpost 21 (foto: fotoboek fam. Dolmans)
- Tiny Dolmans-Senders in huiskamer wachtpost 21 (foto: fotoboek fam. Dolmans)
- Wachtpost 21 in een winter¬tafereel (foto: archief Hub Bertrand)
- Wachtpost 21 met op de voorgrond Lily Bertrand-Ortmans (foto: archief Hub Bertrand)
- Jan Bertrand en zijn vrouw Lily in de keuken van wachtpost 21, 1967 (foto: archief Hub Bertrand)
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Wachtposten 20 en 21 (1/2)
Datering:
2021
Titel:
Wachtposten 20 en 21 (1/2)
Auteur:
Jan Schurgers
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 28 (2021) nr. 55 (zomer), p. 1/12
Samenvatting:
In het vorige Sjtegelke (nr. 54, p. 22-27) kwamen de wachtposten 18 en 19 gelegen langs de spoorlijn Houthem-St. Gerlach/Valkenburg ter sprake. In dit artikel gaat de aandacht uit naar de wachtposten 20 en 21, langs het baanvak Houthem-St. Gerlach/Meerssen.

Wachtpost 20
Vermoedelijk staat er al in 1853, als de spoorlijn Maastricht-Aken geopend wordt, aan de Stationsweg in Houthem een gebouw dat dienst doet als wachterswoning. Daarin woont de baanwachter die de overweg zo goed mogelijk beveiligt, zonder veel hulpmiddelen. Slechts sporadisch passeert er een trein. In 1890 wordt het officieel als stationsgebouw in gebruik genomen (1) en uitgebreid aan beide zijkanten. In 1897 gaat de spoorlijn van de Belgische eigenaar over in de Nederlandse handen van de SS (Staatsspoorwegen).
Al snel daarna ontstaan er plannen om naast de wachtpost een station te bouwen. Het gebruik van de trein groeit door de opkomst van het toerisme in Zuid-Limburg en dus ook in Houthem-St. Gerlach. De benodigde gronden worden aangekocht en in 1903 is het zover.
Tijdens de vergadering van de Tweede Kamer op 23 december 1902 over de Staatsbegroting 1903, betuigt de Heer Harm Smeenge (1852-1935), van 1886 tot 1918 Tweede Kamerlid namens het district Meppel, dank aan de minister voor het tot stand komen van een halteverbetering op de stopplaats St. Gerlach bij het station in Houthem. Met genoegen constateert hij dat de bestaande abri zal worden vervangen door een halte-gebouw met wachtkamers, bureaus en ruimte voor bagage. Het is een markant gebouw geworden, waarin veel hout op een speelse manier is verwerkt en daardoor een beetje Oostenrijks aandoet.
Samenvatting2:
De ontwerper krijgt er veel waardering voor en in de volksmond wordt gefluisterd dat de uitvoerder familie is van de opdrachtgever en een houthandel heeft.
Halteplaats St. Gerlach krijgt meer bevoegdheden en een eigen stationschef. De eerste is Arnold Priem (1873-1947), die gehuwd is met Maria Meijers (1873-1939) (2). Hij komt op 27 juni 1903 naar Houthem, woont in de Grootestraat, nu St. Gerlach 10, en vertrekt weer op 13 februari 1909. Cornelis Johannes Stams (1883-1966), getrouwd met Maria Wilhelmina van Iersel volgt hem op. Wie in de jaren daarna stationschef zijn geweest en de wachtpost 20 hebben bewoond is niet bekend. Wel dat er in 1938 een verbouwing van het station plaatsvindt, die helaas iets van de grandeur van het houten gebouw verloren doet gaan.

- Martens
Al voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt wachtpost 20 bewoond door het gezin Martens-Damen. Hendrikus Martens (1897-1974) is afkomstig uit Budel, woont enkele jaren in Hoensbroek en vestigt zich daarna met zijn vrouw Gertruda Damen (1900-1997) in de wachtpost. Ze krijgen zes kinderen, drie meisjes en drie jongens, waarvan er een - slechts 2 weken oud - in 1933 overlijdt. De vierde in de rij, Walter, overkomt op 8-jarige leeftijd op 27 juni 1940 een noodlottig ongeval. De oorlog is dan pas zes weken oud en de eerste schermutselingen zijn achter de rug. De avond tevoren is door een groep jongens een vliegtuigbom gevonden op een akker ten noorden van Houthem. Walter wil die samen met een vriendje wel eens van dichtbij gaan bekijken. Al spelend moeten ze het projectiel hebben aangeraakt, wat een heftige explosie tot gevolg heeft. Walter is op slag dood en zijn vriendje Frans Pluymen overlijdt de volgende dag. Het voorval veroorzaakt binnen het gezin een grote wond die nooit zal helen en waarover vrijwel nooit gesproken zal worden (3).
Samenvatting3:
In 1948 worden de blokwachters van het station vervangen door stationsbeambten waardoor de blokwachters Houben, Martens en Ummels, die afkomstig is van Meerssen, een cursus moeten gaan volgen in Utrecht. Ze slagen glansrijk en zwaaien daarna met harde hand en in schitterende uniformen gestoken, de scepter op het stationsemplacement.
Het gezin Martens woont in de wachtpost tot 1960 en verhuist dan naar het St. Gerlachplein 20. Dochter Thea (1941-2016) trouwt in 1959 met Wiel Smeets (1933-2010) uit Valkenburg en het jonge paar bewoont enkele maanden de wachtpost. Op 14 november verhuizen ze naar de Pastoor Sartonstraat 5A in Valkenburg en zij krijgen later vijf kinderen. Dochter Mia Martens (1924) trouwt met Sjir Hendriks (1915-1991), die bij de Nederlandse spoorwegen werkzaam is geweest als huisschilder. En dochter Toos (1927-2018) treedt in het huwelijk met Pierre Smeets (1923-2007) uit Schin op Geul die ook werkzaam is bij de Spoorwegen, maar geen familie is van zijn zwager Wiel Smeets. De oudste zoon Jacques Martens (1923-1995) tenslotte huwt Lenie Jeuken (1928-1997) en verhuist naar Noord-Limburg, waar hij als politieman regelmatig van woonplaats wisselt.
Samenvatting4:
- Houben
Een van de bekendste stationschefs is zeker Pierre Houben (1895-1985) geweest, hoewel hij niet in de wachtpost heeft gewoond, maar onder aan de Van Caldenborghsweg een huis bouwt. Hij voert zijn functie uit tot mei 1956 als hij met pensioen gaat. Bij zijn afscheid spreken meerdere collega’s, waaronder de stationschef van Valkenburg, de heer Pijl, woorden van dank en waardering uit voor de prettige en collegiale samenwerking. Mevrouw Houben ontvangt een mooi boeket bloemen, terwijl Pierre Houben een envelop met inhoud wordt aangeboden. Hij is daarna nog jarenlang actief bij verschillende verenigingen in Houthem en ontvangt in 1976 een Koninklijke Onderscheiding. Hij overlijdt op 24 juli 1985 en is dan negentig jaar oud (4).

- Laatste bewoners
Op 25 oktober 1960 neemt stationschef Adriaan Beving (1917-2007) zijn intrek in de wachtpost, samen met zijn vrouw Maria Didden (1921-2011) en hun drie kinderen Beb, Hanny en Ineke. Hij voert zijn functie uit tot 4 november 1963 en verhuist dan naar de Van Peltstraat 52.
De laatste bewoner van de wachtpost is Antonius Weijn (1924-2001). Nadat het huis drie maanden heeft leeg gelegen neemt hij er op 3 februari 1964 zijn intrek. Hij is afkomstig van de Steenstraat in Valkenburg en is gehuwd met Martha Colaris (1926-2004). Het gezin woont er meer dan zeven jaar en vertrekt op 2 juni 1971 naar de Asterstraat 8 in Broekhem. Kort daarop wordt wachtpost 20 afgebroken en ontstaat er een lege plek naast het station, die nu als fietsenstalling dienst doet.
En steeds zijn het spoorwegbeambten die het huis bewonen, net zoals in wachtpost 21. Ze zijn baanwachter, onderhoudsmonteur, controleur van de wissels en installaties en houden het baanvak veilig. Het betekent ook dat ze regelmatig met hun gezin moeten verhuizen, vanwege de overplaatsing naar een ander werkterrein. Vandaar de soms korte verblijven in de wachtposten.
Samenvatting5:
- Kostgangers
In de periode na de Tweede Wereldoorlog vinden regelmatig ook kostgangers onderdak in de wachtpost, meestal eveneens voor korte tijd. Zo verblijft Hubertus Vincentius Jansen er van 2 juli 1948 tot 8 november van dat jaar. Hij is afkomstig van Venray en vertrekt naar Eygelshoven. Meestal zijn ze ook werkzaam bij de Nederlandse Spoorwegen en wachten ze op een definitieve standplaats of vertrekken weer als een bepaalde klus is geklaard. Zo verblijft Henricus Sleven afkomstig uit Maasniel er van 30 januari 1950 tot 11 juli van dat jaar en gaat dan weer terug naar Maasniel. Gerardus van Hoof afkomstig uit ’s-Gravenhage verblijft er in 1950 bijna zes maanden en vertrekt dan naar Nuth. Cornelis Kat woont ruim vier jaar in de wachtpost. Hij komt op 2 januari 1952 vanuit Heerlen, vertrekt pas weer op 22 mei 1956 en gaat dan naar de Bogaardlaan in Valkenburg, waar hij een hotel begint. Joseph van Ulft komt van Krabbendijke en woont in de wachtpost als kostganger van 17 augustus 1957 tot 1 maart 1958 en gaat dan in Klimmen wonen. De laatste kostganger is Cornelis Ultee, die er verblijft van 16 juli 1962 tot 4 januari 1963. Hij is van Woerden afkomstig en keert daar ook weer naar terug.

Wachtpost 21
De wachtpost 21 lag aan de onbewaakte overweg aan de Stevensweg in Vroenhof, meteen langs de spoorbaan, die vlak langs het huis liep. Deze wordt in gebruik genomen in 1890 (?). Met ingang van 1 januari 1906 wordt de naam gewijzigd in halte Vroenhof om verwarring met de halte St. Gerlach aan de Stationsweg te voorkomen. Deze gaat dan halte Houthem-St. Gerlach heten. (5)
De wachtpost is tevens stopplaats voor de treinen en de overweg is niet altijd onbewaakt geweest. Die wordt beveiligd door slagbomen die bediend worden door de baanwachter. Boeren die de omliggende akkers bewerken en die hun waren gaan verkopen op de markt in Maastricht maken er gebruik van.
Samenvatting6:
Als er gestopt moet worden waarschuwen de passagiers de conducteur en moeten er mensen met de trein mee, dan wordt er een rode vlag uitgestoken.

- Kockelmans
Een van de eerste bewoners in wachtpost 21 moet de familie Kockelmans zijn geweest, afkomstig uit Wijlre. De in Wittem geboren Laurens Kockelmans (1858-1931) getrouwd met Maria Rekko (1856-1927) is spoorwegwachter/haltechef in Vroenhof. Het echtpaar krijgt vijf kinderen, waarvan de oudste in 1891 in Wijlre geboren is. Vanaf 1894 worden de andere vier in Houthem geboren. Zoon Jos weet zich later nog te herinneren dat zijn vader 1 gulden per dag verdiende en daar zeer tevreden over was.

In 1928 wordt het perron opgeruimd. Er stoppen geen treinen meer en pas vanaf dan is de overweg onbewaakt en wordt beveiligd door een rinkelende bel en knipperende waarschuwingslichten, wanneer er een trein nadert. Dat opruimen gaat niet zonder slag of stoot. Bij de werkzaamheden wordt een bulldozer gebruikt die een 20-aderige kabel losrukt, ten gevolge waarvan de verbinding tussen Maastricht en Valkenburg wordt uitgeschakeld en de treinen danige vertraging ondervinden. Een viertal technici heeft het euvel echter, na enkele uren hard werken, weer verholpen (6).

Zie vervolg 2/2
Trefwoorden:
Geografische namen: