Uw zoekacties: Artikelen

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
9  artikelen
sorteren op:
 
 
 
 
Artikel
De abdis en de zwerver. Marie Coenen en Felix Rutten en hun huwelijksjaren in Geulle
Datering:
2005
Titel:
De abdis en de zwerver. Marie Coenen en Felix Rutten en hun huwelijksjaren in Geulle
Auteur:
Adri Gorissen
Samenvatting:
In Huize Vroenhof te Houthem vond Marie Koenen de rust die ze zo zeer zocht. De twee kamers die ze er had, richtte ze ook eindelijk weer eens volledig in. De vertrekken lagen op de eerste etage in de linkervleugel van het pand, een aan de voorkant en een aan de achterkant. Haar woonwerkkamer lag aan de voorkant en beschikte aan twee zijden over een raam. Aan de voorzijde kon ze de drukke verkeersweg door het Geuldal zien, met daarachter hellingen met akkers, fruitbomen en bossen.
Op het dressoir in de kamer prijkten de zeven delen van De Werken van Marie Koenen. De vele andere boeken van haar hand stonden in de overvolle boekenkasten die deels de wanden van de kamer bedekten. Aan die wanden was ook veel plaats voor schilderijen. Er hing bijvoorbeeld een groot stadsgezicht van Maastricht, geschilderd door haar neef Jan Bogaerts. Van hem waren ook een stilleven, een werk met een middeleeuws ruiterpaar voor het kasteel van Neercanne en een berglandschap in Tirol. Een groot portret van haar vader had Bogaerts eveneens geschilderd. Andere schilderijen waren van Charles Eyck - uit de tijd dat hij haar en Felix Rutten bezocht in Geulle - en Piet Gerrits, de Nijmeegse kunstenaar bij wie ze aan het eind van de oorlog tijdelijk onderdak had gekregen. In de kamer stond ook een bureau, waaraan ze een flink deel van de dag doorbracht met werken.
De kamer aan de achterkant van Huize Vroenhof zag uit op het park en het Geuldal. In het park maakte ze dagelijks haar ommetjes, want ze probeerde haar reumatische knie zoveel mogelijk in beweging te houden. Echt lang kon ze evenwel niet meer wandelen, daarvoor bezorgde de knie haar toch teveel last.
De dag begon voor haar om 08.00 uur met de heilige mis in de kloosterkapel. Dan was er tijd voor het lezen van De Volkskrant en handwerken en na het middageten verzorgde ze haar correspondentie, corrigeerde ze drukproeven of werkte aan nieuwe gedichten, verhalen en romans.
Samenvatting2:
Als er tenminste geen bezoek was, want familieleden, vrienden en kennissen wisten haar nu weer veel beter te vinden. De dag werd besloten met lezen of naar de radio luisteren.
Met haar gezondheid ging het langzaam maar zeker achteruit. Tijdens haar verblijf in Meerssen kreeg ze korte-golfbehandelingen voor haar knie. Daar reageerde ze niet goed op en ze was vaak doodmoe. Nader onderzoek wees uit dat ze leed aan een matige vorm van ouderdomsdiabetes. Injecties met insuline en een streng dieet hielpen haar er weer bovenop. Zodanig zelfs dat de injecties achterwege konden blijven. Echter niet voor lang en vanaf 1952 wisselden periodes met en zonder insuline-inspuitingen zich vervolgens af.
Samenvatting3:
In Maastricht, Geulle, de Heilig Landstichting en Houthem, de plaatsen waar ze het langste woonde, is vrijwel niets dat aan haar herinnert. Wie erg zijn best doet, vindt in het Maastrichtse Centre Céramique een achterafzaaltje dat naar haar vernoemd is. Verder is er nog het grafmonument van de familie Koenen op nummer 747 in vak H van het kerkhof aan de Tongerseweg, met daarvoor een knielbankje.
Geknield wordt er echter niet meer voor Marie Koenen in de geschiedschrijving van de Nederlandse literatuur, In lk probeer mijn pen... Atlas van de Nederlandse Letterkunde, mede samengesteld door de Limburger Fernand Lodewick, uit 1979 wordt haar naam slechts één keer genoemd. Ton Anbeek wijdt in zijn vooraanstaande Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1885-1985 uit 1990 geen woord aan haar. Onvermeld blijft ze ook in Nederlandse literatuur, een geschiedenis uit 1993.
De samenstellers van het Winkler Prins Lexicon van de Nederlandse Letterkunde Uit 1986 vinden haar maar tien regels waard.
Alleen specifiek over de rol van de katholieken in de Nederlandse letteren schrijvende literatuurhistorici kunnen niet om haar heen, zoals Mathijs Sanders in Het spiegelend venster uit 2002. Slechts één keer is er sinds haar dood heel speciaal over haar geschreven. P.A.M. Geurts belichtte in de Publications de la Société Historique er Archéologique dans le Limbourg van 1992 haar rol bij de oprichting en in de eerste periode van De Beiaard. Haar biografie, al tijdens haar leven gepland door H. van Bommel, is er nooit gekomen. Hij overleed in 1978 en had toen - bijna twintig jaar na haar dood - nog geen letter op papier.
Al met al is het niet veel. Afgezet tegen de aandacht die Felix Rutten kreeg, is het zelfs veel te weinig.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Hotelier Camille Oostwegel houdt Limburgse schrijver Frans Erens in ere bij château St. Gerlach
Datering:
2003
Titel:
Hotelier Camille Oostwegel houdt Limburgse schrijver Frans Erens in ere bij château St. Gerlach
Auteur:
Adri Gorissen
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 24/5/2003
Samenvatting:
Met foto van buste van de schrijver Frans Erens. De beeltenis heeft een plaatsje gekregen bij de ingang van het château, vlak bij het beeldenpark. De buste is op initiatief van Camille Oostwegel gemaakt door Chris Rutten, de burgemeester van Breda, die ook al de plaquette maakte die sinds 1984 de Maartenshof in Houthem siert.
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Erflaters: over mannen en vrouwen die hun sporen hebben nagelaten in Limburg : Charles Eyck
Datering:
2003
Titel:
Erflaters: over mannen en vrouwen die hun sporen hebben nagelaten in Limburg : Charles Eyck
Auteur:
Adri Gorissen
Foto's door:
Harry Heuts
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 18/1/2003
Samenvatting:
Beschrijving van de levensloop van Charles Eijck. Met portretfoto en foto van beeldengroep.
Trefwoorden:
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Artikel
Schrijfster Marie Koenen overleden
Datering:
2002
Titel:
Schrijfster Marie Koenen overleden
Auteur:
Adri Gorissen
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 23/1/2002
Samenvatting:
Ze moest eens kunnen zien wat er van haar Limburg is geworden.
Het Limburg dat ze beschreef in boeken als De Moeder, De Korrel in de Voor en Wassend Graan. Het Limburg waarvan de bevolking nog voornamelijk bestond uit eenvoudige boeren, waarin het landschap nog vrijwel niet geschonden was door de industrie en waarin God het nog echt voor het zeggen had. In het Limburg van nu zou Marie Koenen beslist niet willen wonen en schrijven zou ze er zeker niet over. Schrijfster Marie Koenen, geboren op 19 januari 1879 in Den Bosch, bracht het grootste deel van haar leven in Limburg door. Op haar tweede kwam ze met haar vader - de leraar en woordenboekenmaker Mathijs Koenen - en moeder mee naar Maastricht. Daar bleef ze wonen tot aan haar huwelijk met collega-schrijver Felix Rutten op 22 februari 1919. Met hem vestigde ze zich in Geulle. Hun huwelijk werd echter geen succes, reden waarom ze hem in 1926 verliet. Daarna volgde voor de schrijfster een periode van zwerven, die eigenlijk pas eindigde toen ze zich in 1949 in Meerssen en een jaar later in Houthem-St.-Gerlach neerliet. Daar leefde en werkte ze tot haar dood. Op 11 juli 1959 overleed ze in het ziekenhuis van Maastricht. Van haar tachtig levensjaren bracht ze er vijfenvijftig in Limburg door. Geen wonder dus dat de provincie zo vaak voorkwam in haar romans, verhalen, gedichten en journalistieke werk. Al veel van haar eerste verhalen - ze debuteerde in 1900 in de Katholieke Illustratie met het verhaal Tot inkeer gekomen - hadden het heuvelland of de omgeving van Maastricht als decor. Het waren verhalen als Sint Marcoensberg, De klok van Meldaert en Het höfke.
Samenvatting2:
De meeste van haar vroegste verhalen verschenen in het blad Van Onzen Tijd, dat zich tot doel had gesteld een echte rooms-katholieke literatuur te bevorderen. Het roomsche volksdeel was toen nog in een emancipatiestrijd met de protestanten verwikkeld en bouwde hard aan een eigen zuil. Die emancipatiegedachte sprak Koenen heel erg aan en ze wilde maar wat graag mee werken aan wat zij het opbouwen van "een eigentijdsche kunst voor God" noemde. Het was ook de reden waarom zij zich vanaf 1917 verbond aan het tijdschrift De Beiaard, dat nog nadrukkelijker streed voor een eigen katholieke literatuur. Zij leverde aan het blad haar boek De Moeder, een in boekvorm uiterst succesrijk werk dat lange tijd gezien zou worden als de eerste echt katholieke roman in de Nederlandse letteren. Op De Moeder volgden tal van andere succesvolle romans als De Andere, De Wilde Jager, Het Koninkje en De Korrel in de Voor. Met die boeken - maar ook met het andere werk uit haar ongekend omvangrijke oeuvre - bereikte zij een groot publiek. Koenen was zeker in de tijd tussen de twee wereldoorlogen een bestsellerauteur. Zeg maar de Connie Palmen van haar tijd. Direct na de Tweede Wereldoorlog leek het alsof er een nieuwe bloeiperiode voor haar aanbrak. Haar roman Wassend Graan deed het goed bij de lezers, ze kreeg in 1948 van de katholieke uitgevers en boekhandelaren de Br.......
Trefwoorden:
Geografische namen: