Uw zoekacties: Jean Frins schrijft eerste biografie over Frans Erens

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Jean Frins schrijft eerste biografie over Frans Erens
Datering:
2020
Titel:
Jean Frins schrijft eerste biografie over Frans Erens
Auteur:
Hub Bertrand
Foto's door:
Marc Ploum
Titel tijdschrift:
www.limburger.nl
Afleveringsnummer:
www.limburger.nl, 18/5/2020
Samenvatting:
Foto: Jean Frins geniet van Frans Erens’ lievelingslikeur D.O.M. Bénédictine in de tuin van het Oude Poorthuys te Meezenbroek, ooit eigendom van Erens.

‘Gendelettre’ is de titel van het eerste proefschrift gewijd aan het leven van de Limburgse schrijver en criticus Frans Erens. Plaatsgenoot Jean Frins (37) legt er momenteel de laatste hand aan. „Dit is de eerste biografie over Erens, het werd zo zoetjes aan dus wel tijd.”
Zijn ‘magnus opum’, van Erens die in 1857 werd geboren in Huize de Kamp in Schaesberg, verschijnt in 2021. Frins schetst daarin een ander portret van de persoon die vrij algemeen bekend staat als braaf, katholiek, volgzaam en enigszins wereldvreemd. „Nou, dat klopt inderdaad maar ten dele. Er is de Frans Erens van pakweg voor 1900 en eentje van de jaren erna. Vooral na zijn huwelijk in 1906 met de twintig jaar jongere zeer gelovige Sofie Bouvy leidde hij in Houthem - na een langer verblijf in de Vogezen - het godsvruchtig burgermansleven waar we hem van kennen. Mijn proefschrift legt de nadruk op de relatief onbekende periode 1857 – 1893. In het bijzonder vanaf het moment dat Erens in 1876 ging studeren in Leiden, Bonn, Parijs en Amsterdam, hij zich vestigde in Parijs en in contact kwam met de literaire stroming De Tachtigers. Daaruit rijst een tegendraads beeld op. Bijvoorbeeld dat van een man die met Willem Kloos, Lodewijk van Deyssel, Hendrik Biederlack geregeld de kroeg in dook. En van een schrijver die venijnig kritische beschouwingen en toneelrecensies optekende voor het studentenblad Minerva en De Amsterdammer. Ook zijn privécorrespondentie met de schilder Isaac Israëls laat zien dat hij niet altijd een lieverdje was. Daarin wisselde hij onder meer tips uit over bordelen waar het met de dames die er werkten goed ‘toeven’ was.”

Samenvatting2:
Een heerlijke streek

Frins’ proefschrift bevat naast het vroege levensverhaal van de Limburgse prozaïst eveneens een deel van diens nooit herdrukte teksten. Een voorbeeld daarvan is het door Jean Frins ontdekte ‘Een heerlijke streek’ uit 1910. Het is een kritische en prikkelende beschouwing waarin Erens op niet mis te verstane wijze zijn ongenoegen uit over de opkomst en de gevolgen van de mijnindustrie in zijn geboortestreek. De tekst is onlangs gepubliceerd in het historisch magazine ‘Mijnstreek’. „Vergeet niet dat Parkstad in die tijd werd overspoeld met arbeiders uit alle windstreken”, zegt Frins. „En om met Donald Trump te spreken: ‘They were not sending their best men’. Die mijnwerkers kregen het geregeld aan de stok met de autochtone Limburgers uit onze regio: handelslieden, arbeiders en boeren. Vaak genoeg kwam het tot conflicten waarbij verbaal en fysiek geweld niet werd geschuwd. Erens gruwde daarvan en laat dat in zijn verhaal duidelijk blijken.”

Harry Prick

Jean Frins doceerde Nederlands aan universiteit de Sorbonne in Parijs. Daarvoor gaf hij colleges in Belgrado en les op middelbare scholen in heel Nederland. Hij kreeg op het Bernardinuscollege in Heerlen literatuurles van Ben van Melick: docent, publicist en columnist. „Toen al had het werk van Frans Erens mijn belangstelling”, blikt hij terug. „Ik moest in de klas een keer een spreekbeurt over hem houden waarover Van Melick zo enthousiast was dat hij Lodewijk van Deyssel-kenner en Tachtigerspecialist Harry Prick tipte met de mededeling: ‘Harry, ik heb je opvolger!’. Dat ik de eerste Erens-biografie schrijf, overigens begonnen op voorstel van de Sorbonne, vind ik dus wel speciaal. Net als het feit dat ik net als de schrijver uit Schaesberg kom. Dat is voor mij persoonlijk een extra dimensie.”
Samenvatting3:
Vuistdikke biografie

Dat de biografie er nu pas komt is te wijten aan het feit dat Erens’ nalatenschap in privébezit is en niet toegankelijk voor anderen. Frins: „Ik heb desondanks veel materiaal over hem. Nadat ik in 2016 contact kreeg met de familie Erens rijpte het idee voor een biografie en ben ik gericht met archiefonderzoek en schrijven gestart. Mijn promotoren zijn Kees Snoek (hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Sorbonne) en Mary Kemperink (emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde in Groningen).”

‘Gendelettre’ wordt een vuistdikke publicatie met weinig illustraties, blikt Frins vooruit. „De uitdaging is om een wetenschappelijk verantwoorde biografie te schrijven die toch ook prettig leesbaar is. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken.”
Geografische namen: