Uw zoekacties: Veeverzekering Sint-Gerlachus Kinrooi

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Veeverzekering Sint-Gerlachus Kinrooi
Datering:
2012
Titel:
Veeverzekering Sint-Gerlachus Kinrooi
Auteur:
Jaak Verbeek
Titel tijdschrift:
Dao Raostj Get
Afleveringsnummer:
Dao Raostj Get, 31 (2012) nr. 3 (15 sept.), p. 100-102
Samenvatting:
Begin vorige eeuw - 20 mei 1906 om precies te zijn - werd in het kerkdorp Kinrooi (oud-Kinrooi + de Raam) een "Maatschappij van Onderlinge Bijstand" gesticht met als benaming Veeverzekering Sint-Gerlachus.

In het Belgisch Staatsblad van 17 oktober 1906 verschenen de "standregelen ' waarin onder andere de doelstelling, de samenstelling van het bestuur; de Organisatie van de maatschappij en de verplichtingen van de leden in niet minder dan 42 artikels uitvoerig omschreven werden. Het doel van de vereniging was de werkende leden een schadeloosstelling te verlenen in geval van veeverlies en in bepaalde omstandigheden de kosten van de veearts te betalen. Net zoals de omliggende gemeenten was Kin-rooi toen een uitgesproken agrarisch gebied. Het aantal boerderijen was Vrij talrijk, het waren allemaal gemengde bedrijven die qua grootte niet met hedendaagse bedrijven te vergelijken zijn. Een boerderij met tien melkkoeien was in die tijd eerder uitzonderlijk. Het verlies van een koe door ziekte of een andere reden was een zware tegenslag. Onderlinge solidariteit en hulp waren in die tijd geen holle woorden, vermits men elkaar veel meer nodig had dan in deze 'moderne' tijd. De veeverzekering is daarvan een duidelijk voorbeeld. Het stichtend bestuur was als volgt samen¬gesteld: erevoorzitter: R. Van Esser-Orban voorzitter: P. Segers schrijver-schatbewaarder: G.H. Bosmans wijkmeesters: J. Snijkers, M. Coolen, H. Coolen, J. Gielen, J. Breukers, W. Craeghs, L. Rosveids, M. Truyen, M. Christis, C. Renette, H. Geelen en H. Brouns. Sommige lezers zullen in de lijst wellicht de naam van hun (over)grootvader of een ver familielid terugvinden. Taakomschrijving bestuursleden De taak van de voorzitter en die van de schrijver-schatbewaarder zijn wel duidelijk. De taak van de wijkmeesters, eveneens uitvoerig omschreven in de statuten, vraagt wellicht enige toelichting.
Samenvatting2:
Het kerkdorp Kinrooi bestond uit zeven gehuchten of wijken: het Dorp, de Broekhoek, de Bomerstraat, de Driessenstraat, de Schans, de Hagendoren en de Raam. Voor elk gehucht werden er twee wijkmeesters aangesteld. Ze waren onder andere verantwoordelijk voor het aannemen van leden uit hun wijk. Daartoe gingen ze zich ter plaatse vergewissen of de dieren gezond waren en controleerden ze of de stallen waar het vee verbleef, voldeden om de dieren gezond te houden. In onderling overleg werd de waarde van elk dier afzonderlijk geschat en op naam of nummer in een register genoteerd. Het geschatte bedrag was enerzijds van belang voor de berekening van de verzekeringspremie (3%o van de geschatte waarde), maar anderzijds ook voor het bepalen van de vergoeding die de verzekering bij een schadegeval moest uitbetalen. Het bestuur bepaalde een 'minimumschattingsbedrag' voor runderen van eenjaar en een 'maximumbedrag' voor drachtige koeien. Vier keer per jaar, bij het begin van de maanden maart, juni, september en december, bezochten de wijkmeesters de aangesloten leden van hun wijk. Dan werden de geschatte dieren gecontroleerd en werd zo nodig de schattingswaarde in het daartoe bijgehouden register aangepast en de verzekeringspremie voor het volgende kwartaal berekend. Ook bij een schadegeval had de wijkmeester een coördinerende taak. In overleg met de voorzitter of het bestuur werd besloten of het dier nog verder behandeld mocht worden door de veearts of dat het verkocht of geslacht moest worden. Slachten kon alleen als het vlees goedgekeurd kon worden voor consumptie. In noodsituaties moest de wijkmeester al dan niet samen met zijn wijkcollega de beslissing nemen en de verkoop van het bruikbare vlees organiseren. Evolutie van de maatschappij Gedurende haar bestaan heeft de veeverzekering steeds haar afspraken en verplichtingen kunnen nakomen.
Samenvatting3:
Dat verliep niet altijd even gemakkelijk, zeker niet in de oorlogsperiodes of op momenten dat besmettelijke ziektes zoals mond- en klauwzeer of besmettelijk verwerpen de veestapel teisterden. Toch moest er nooit beroep gedaan worden op artikel 31 van de standregelen, waarin bepaald werd dat bij ontoereikendheid van de geldmiddelen het bestuur een bijkomende premie kon opleggen. Zo kon een van die financieel moeilijke periodes overbrugd worden door een lening van een wijkmeester. Later had de invoering van een belangrijk bestuursbesluit een grote financiële impact. Volgens een nieuwe regeling hoefde de verzekering niet meer zelf in te staan voor het slachten en de verkoop van het vlees. De dieren overgegeven aan de verzekering werden aan een veehandelaar toegewezen voor de periode van een jaar. Daartoe werden alle veehandelaars van de streek jaarlijks uitgenodigd om, rekening houdend met een duidelijk reglement, een bod uit te brengen op de dieren die aan de verzekering overgegeven werden. In haar bestuursvergadering op tweede kerstdag werden de inschrijvingen geopend en kreeg de veehandelaar met het hoogste bod alle dieren die het volgende jaar aan de verzekering overgegeven werden. Deze maatregel hielp om de financiële situatie vrij vlug onder controle te krijgen. De betrokken veehandelaar had er immers alle belang bij dat een ziek dier tijdig verhandeld kon worden. Het aantal sterfgevallen, waarvoor de veeverzekering niet kon rekenen op het met de veehandelaar overeengekomen bod, werd daardoor kleiner. Gedurende vele jaren voldeed de veeverzekering aan het gestelde doel.
Samenvatting4:
Voorzitter, secretaris-schatbewaarder en wijkmeesters kweten zich ten volle van hun taak. De bestuursploeg werd zo nodig aangepast; de opvolging van een bestuurslid dat wegviel door leeftijd of overlijden, gebeurde meestal van vader op zoon. Vanaf de jaren 1960 voltrok zich een merkelijke verandering in de landbouwsector. Enerzijds was er de mechanisatie op de boerderijen: zo werden de paarden vervangen door de tractor en de melkmachine maakte het handmelken overbodig. Anderzijds zette de schaalvergroting zich door; ze werd bovendien bespoedigd door het 'plan Mansholt', genoemd naar de toenmalige Europese commissaris van landbouw. Met de sluiting van de melkerij in Kinrooi in 1972 verdween de melkophaling met melkbussen. Oudere lezers zullen zich de elke voormiddag terugkerende drukte van de melkkarren op het plein voor de melken] nog wel herinneren. Het rumoer bij het ledigen van de volle bussen, het snuiven van de paarden en het gekletter van de hoefijzers op de keien herinnert zo aan het bekende liedje van Wim Sonneveld. In plaats van de melkkarren gebeurde de ophaling vanaf dan met een tankwagen; op elk melkveebedrijf moest daartoe een koeltank geïnstalleerd worden. De kosten die daarmee gepaard gingen waren voor de kleine bedrijven veel te hoog, waardoor ze werden stopgezet of overschakelden op een andere bedrijfstak zoals varkens, kippen of mestkuikens. Ook voor de veeverzekering had dat zijn gevolgen; het aantal leden liep sterk terug, temeer omdat de inmiddels grote melkveebedrijven niet meer de behoefte hadden aan een veeverzekering. De driemaandelijks te betalen premie voor meer dan honderd stuks vee liep hoog op, terwijl het risico op een schadegeval met de als maar efficiëntere veeartsenij verminderde. De rekening was dan ook vlug gemaakt.
Samenvatting5:
Opheffing van de verzekeringsmaatschappij De toekomst van de maatschappij kwam voor het eerst aan bod in de bestuursvergadering van 21 februari 1974, waarop een adviseur van de Boerenbond was uitgenodigd. Het besluit van die vergadering luidde om toch verder te doen en het reservebedrag aan te spreken door onder andere het uitbetalingspercentage in geval van schade te verhogen. In de loop van de volgende jaren verminderde het aantal leden en het aantal verzekerde dieren langzaam maar zeker, zodanig zelfs dat er voor enkele wijken geen wijkmeester meer nodig was. Op 8 februari 1987 werd besloten de verzekering op te heffen. Het besluit werd ondertekend door de drie resterende bestuursleden: Leo Meuleneers, wijkmeester van de Raam die in 1981 Renier Brouns als voorzitter was opgevolgd, Theo Breukers, wijkmeester van de Broekhoek sinds 1972 in opvolging van zijn oom Doorke Breukers en ondergetekende (vanaf 1968 nam ik de taak van secretaris-schatbewaarder van mijn vader Pierre Verbeek over). Bij de opheffing waren er nog slechts vier leden met 110 verzekerde dieren in totaal. De veeverzekering, die gedurende tachtig jaar door onderlinge solidariteit haar dienst had bewezen hoorde daarmee tot het verleden. Vanwaar de naam Sint-Gerlachus Ter afsluiting nog een woordje uitleg bij de naam "Sint-Gerlachus". In de tijd van de oprichting van de
Samenvatting6:
verzekering lag het voor de hand dat er gekozen werd voor de naam van een heilige; de namen van schutterijen, gildes of andere verenigingen zijn daarvan duidelijke voorbeelden. Dat er voor Sint-Gerlachus gekozen werd, is ook begrijpelijk. De heilige Gerlachus werd aangeroepen voor de gezondheid van mens en dier, in het bijzonder het hoornvee. Bovendien had de parochie Kinrooi van Rome de toelating voor een speciale verering van de H. Gerlachus, die haar jaarlijkse hoogtepunt had op pinkstermaandag. In een plechtige hoogmis werd -en wordt nog steeds- de relikwie van de H. Gerlachus vereerd. De kerk was vroeger te klein voor de talrijke bedevaarders, niet alleen van de parochie maar ook vele bedevaarders uit de omliggende dorpen. Het was in die tijd de gewoonte dat het gelegenheidssermoen gehouden werd door een priester afkomstig uit de parochie Kinrooi. Aan de ingang van de kerk waren gewijd water en gewijd zand beschikbaar, het een om bij het drinkwater van het vee te voegen, het ander om uit te strooien in de stallen. Het beeld van H. Gerlachus had vroeger een vaste plaats op het rechterzij altaar. Na de restauratie door Frans Costens, werd het echter verplaatst naar een hoekje in de rechter zijbeuk. Alleen op pinkstermaandag wordt het beeld nog voor een dag naast het hoofdaltaar geplaatst.
Geografische namen: