Uw zoekacties: Schrijvers dichten in eigen plat

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Schrijvers dichten in eigen plat
Datering:
2016
Titel:
Schrijvers dichten in eigen plat
Auteur:
René Willems
Foto's door:
Johannes Timmermans
Titel tijdschrift:
De Limburger
Afleveringsnummer:
De Limburger, 19/7/2016
Samenvatting:
Foto: Samensteller Jan Schurgers (rechts) en dichter Els Diederen aan de Geul bij Geulhem: „Het dialect van het Geuldal verschilt van dorp tot dorp.”

Tussen Vaals en Bunde gaapt een gat van amper 35 kilometer. En toch spreken ze aan de monding van de Geul bij Voulwames heel anders dan bij Cottessen, waar het riviertje het land binnenkomt. „In dit kleine stukje Nederland verschillen de dialecten zo dat we elkaar soms nauwelijks verstaan”, zegt Jan Schurgers, een van de samenstellers van het jaarboek van de stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond de Geul. „Juist dat maakt onze streektaal zo rijk.” Met het oog op het 90-jarig bestaan van dialectvereniging Veldeke hebben Schurgers en Mariëtte Paris gedichten van schrijvers uit het Geuldal verzameld. De negen uitgekozen gedichten

In Epen telen ze ‘kuël’ in Wijlre zingen de ‘vuuëgelkes’. En zo heeft , elke plaats in het Heuvelland zijn eigen, specifieke dialectwoorden. De stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal heeft negen gedichten van lokale schrijvers uitgezocht voor haar 26ste jaarboek. In hun eigen dialect, wel te verstaan. Om te laten zien hoe gevarieerd de dialecten in het relatief kleine Geuldal zijn.
larderen het jaarboek 2016, dat verder de gebruikelijke artikelen over regionale thema’s bevat. In de grotere plaatsen is altijd veel geschreven en gedicht in het eigen plat. Daar heeft Schurgers ook niet lang hoeven zoeken naar geschikte gedichten in het plaatselijk dialect. De bijdrage uit Valkenburg is van de hand van Els Diederen: Kèrke / tores / häöf op de huke ’t kruus op zien troan. Jo Kern mijmert in het dialect van Vaals over kleine dingen: ’t Zunt zoe die kling zache wen doe an dieng hemet denks die diesj ’t heemwieë mache. In de kleinere dorpen zijn echter nooit veel dialectteksten gepubliceerd.
Samenvatting2:
„Van Rosalie Sprooten uit Epen ken ik alleen boeken in het Nederlands”, zegt Schurgers. Voor het jaarboek heeft zij een gedicht in het Epens aangeleverd: Der daag hat zich op ’n oer gelaat. Veugel sjeje oet mit zinge. Elders is Schurgers via plaatselijke heemkundeverenigingen in contact gekomen met dialectschrijvers. Uit Bunde komt een ode aan het eigen dorp van Bert Ummels: Es ich dink aan de Geul Dan dink ich aan mien Bung Dat is ’n hjèl speciaal geveul. Niek Gossens beschrijft in het dialect van Wijlre het gevoel als hij ‘s ochtends opstaat: ’n Maele in d’r noeëteboum die holt mich in alle hergods vreugte oet ‘nne lange sjoeëne droum. Hub Steijns heeft het in het Mechels over een dikke steen: Dao liet d’r busj te dreume in alle iwigheed, / en tusje al die beum i,dao liet d’r dieke sjtee. In Ransdaal, Gulpen en Meerssen moet Schurgers terugvallen op gedichten van schrijvers die al overleden zijn: Harie Eussen, Albert Meertens en Sjeng Habets. Dat duidt erop dat steeds minder in het lokaal dialect wordt geschreven. „Misschien kunnen we dat op deze manier toch weer een nieuwe impuls geven”, zegt Schurgers hoopvol.
Het jaarboek 2016 verschijnt eind november. Tot 1 september is het tegen een gereduceerde prijs te koop via info@historiegeuldal.nl.

In dit kleine gebied verschillen de dialecten zo dat we elkaar soms nauwelijks verstaan.
Jan Schurgers