Uw zoekacties: De toewijding van de gemeente Beek aan het H. Hart in 1922 ;...

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
De toewijding van de gemeente Beek aan het H. Hart in 1922 ; Pastoor Voncken
Datering:
2001
Titel:
De toewijding van de gemeente Beek aan het H. Hart in 1922 ; Pastoor Voncken
Titel tijdschrift:
Becha
Afleveringsnummer:
Becha, 15 (2001) nr. 4, p. 55
Samenvatting:
Foto: Pastoor Alphons Voncken (1847-1932) in 1912 bij zijn veertigjarig priesterfeest.

Aanleiding voor de intronisatie van het H. Hart in 1922 vormde het gouden priesterfeest van pastoor Voncken, bij gelegenheid waarvan de parochianen aan hun herder een H. Hartbeeld schonken, dat enkele dagen na zijn zilveren jubile als pastoor van Beek op 26 november werd onthuld. Alphonsus Josephus Voncken werd op 10 april 1847 op de Bockenhof te Schimmert geboren als zoon van Franciscus Wilhelmus en Maria Ida Loyens. Hij was het vijfde kind in een reeks van tien, van wie er twee priester werden. De jongste zoon Johannes Lambertus Florentius overleed in 1906 als pastoor van Urmond. Alphons werd op 16 maart 1872 door mgr. Paredis te Roermond tot priester gewijd. Na achtereenvolgens kapelaan te zijn geweest in Echt, Houthem en Beek, werd hij in februari 1891 benoemd tot pastoor van Stein. Zes jaar later volgde zijn benoeming te Beek, waar hij op 23 november 1897 als nieuwe herder werd geïnstalleerd. Op 1 oktober 1924 ging hij met emeritaat. Hij overleed 'zacht en kalm, ver van zijn geliefde parochie' in het Sittardse ziekenhuis op maandagochtend 11 april 1932, daags na zijn 85ste verjaardag, In de herinnering van zijn parochianen leefde pastoor Voncken tot in de jaren zeventig voort als een rustige, wijze, begripvolle, ongekunstelde man, die met vaderlijke liefde rondging in de parochie, bedroefden troostend, wijze raad gevend aan wie erom vroeg, en dat waren er velen. Hij was een mensenkenner die met fijne tact jong en oud tegemoet trad. Streng en strijdbaar in de verkondiging van het geloof, was hij mild in de pastorale praktijk.
Samenvatting2:
'Een leeuw op de preekstoel en een lam in de biechtstoel', zo zegt men dat ook wel. Op het doodsprentje van de pastoor staat: 'Het hooge streeven van zijn priesterhart was: het Geloof ongeschonden te bewaren in zijn parochie; ( ... ) voor het behoud van dat Geloof in Beek heeft hij nog gebeden op zijn stervenssponde.' Van zijn zestigjarig priesterleven bracht Alphons Voncken er veertig door in Beek, als kapelaan, als pastoor en oud-pastoor. Het was een tijd die gekenmerkt wordt door ingrijpende maatschappelijke veranderingen. De Mijnwet (1901) legde de grondslag voor de Staatsexploitatie van de Limburgse kolenvelden, naast de al langer bestaande particuliere mijnbouw. In 1914 werd Geleen aangewezen als vestigingsplaats van de vierde staatsmijnzetel, de Maurits, die in 1925 in bedrijf kwam en de bron van vast werk en welvaart werd van velen in de nieuwe, westelijke mijnstreek. De uitbreiding van de mijnbouw bracht een enorme bevolkingsaanwas teweeg. De bevolking in het mijngebied verdrievoudigde tussen 1900 en 1940. Beek verdubbelde zijn inwonertal tussen 1914 en 1940, van 3.240 tot ruim 7.000. Er had in Zuid-Limburg een enorme instroom plaats van Noord-Nederlanders en buitenlanders en in het spoor van die duizenden nieuwe Limburgers vonden ook andere zeden en ideeën hun weg naar dit gewest. Dit vervulde de katholieke bovenlaag met de zorg, dat dit zou leiden tot geloofsafval en socialisme. In dit verband mag niet vergeten worden dat aan de mijnwerkersstaking van juni 1917 massaal werd deelgenomen door katholieke arbeiders, en dat de revolutiedreiging van november 1918 de burgerij het angstzweet bezorgde, om maar te zwijgen van de antireligieuze retoriek van het toenmalig socialisme.
Samenvatting3:
Bij pastoor Voncken zal het niet anders geweest zijn. Aan de open groeve memoreerde burgemeester Pie Janssen: '(...) Hij wees en bleef wijzen op de gevaren van de moderne tijd, waartegen moderne afweermiddelen nodig waren. In onze gezagsvijandige tijd was hij een steunpilaar van het gezag, het burgerlijk gezag had zijn aanhoudende steun.' ...........
Geografische namen: