Uw zoekacties: Gedecoreerde architect Piet Mertens : 'Kerksluitingen bieden...

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Gedecoreerde architect Piet Mertens : 'Kerksluitingen bieden nieuwe mogelijkheden'
Datering:
2009
Titel:
Gedecoreerde architect Piet Mertens : 'Kerksluitingen bieden nieuwe mogelijkheden'
Auteur:
Frans van Galen
Titel tijdschrift:
De Sleutel
Afleveringsnummer:
De Sleutel, 2009 (februari), p. 20-21
Samenvatting:
Piet Mertens is een gevoelig mens. Het heeft wellicht te maken met het vak waar hij precies 50 jaar geleden instapte: de architectuur.
Een vak gebouwd op begrippen als schoonheid en harmonie. De laatste decennia gespecialiseerd in de restauratie en renovatie van kerkgebouwen, heeft hij daarin een soort zesde zintuig ontwikkeld. Het maakt hem op dit gebied tot een autoriteit. De waardering vanuit de Kerk voor zijn werk bleek onlangs toen bisschop Wiertz hem kon meedelen dat hij was benoemd tot ridder in de orde van Sint Sylvester.Tijd voor een portret. Het eerste portretje van de jonge Piet Mertens zal genomen zijn in Hoensbroek want daar werd hij op 4 mei 1932 geboren. Het huis dat het gezin Mertens in 1937 betrok en waarin hij nu nog woont, heeft in die zin met zijn latere beroepskeuze te maken dat het lag naast het markante huis van een architect. "Het vak lag letterlijk langs de deur," vat Mertens het begin van zijn interesse voor architectuur samen. "Al als kind praatte ik met de buurman over architectuur en zoals gebleken is: ik ben er nooit over uitgepraat..." Na het Bisschoppelijk College te Sittard koos Mertens op zijn 18 de voor de studie bouwkunde die hij in Delft volgde. "Een stad die mij gaande de studieuze rit inspireerde en boeide. Door zijn geschiedenis — de opleiding zelf was trouwens heel historisch gericht — maar ook omdat je er zag wat er in de toekomst mogelijk zou zijn. Nee, Delft was een mooie stad en echt een bron van inspiratie." De eerste vier jaren na afronding van zijn studie bracht Mertens in Leiden door. "Ik werkte er bij Jan van der Laan, inderdaad de broer van Dom Hans van der Laan. Aan het begin van de jaren zestig werd de traditie in de bouwkunst nog hoog gehouden, maar meer en meer werd het een tijd van vernieuwing en ook op het gebied van architectuur een zoeken naar vernieuwing. In dat spel tussen twee krachten ging je zelf steeds meer je eigen positie bepalen."
Samenvatting2:
Na het overlijden van zijn vader koos Mertens ervoor terug te keren naar Hoensbroek en bij zijn moeder en zus in te trekken. Het bood de jonge architect de mogelijkheid om zijn eigen bureau te beginnen. "Als beginnend architect moest ik klein beginnen en runde een - zoals dat heet - bureau aan huis. Om in eigen onderhoud te kunnen voorzien ging ik half tijds les geven aan de HTS in Heerlen. Dat heeft me gedwongen om het vak echt goed te leren. Want als je les moet geven aan 25 'jonge honden' moet je echt alles over je vak weten. Voor mijn ontwikkeling ook van belang was later mijn directeurschap bij de Academie van Bouwkunst in Maastricht waar ik in contact kwam met de beste architecten uit wat nu de Euregio heet en met beeldende kunstenaars waardoor je een bredere blik op het samenspel van bouwkunst en kunst kreeg. Dat waren heel verrijkende jaren."
Het architectenbureau groeide behoorlijk en Mertens was betrokken bij heel wat nieuwe projecten. Maar vanaf de jaren zeventig ontdekte hij wat hij het liefste deed en het beste kon: historische gebouwen restaureren en/of renoveren. "Mijn eigen interesse ging daarbij uit naar de (her)inrichting van de gebouwen. Als we het beperken tot kerken, alles wat met inhoud te maken heeft: het priesterkoor, de banken, de verlichting, de beelden, het altaar.
Samenvatting3:
Echt, ik heb gevallen meegemaakt dat je denkt: dat altaar dat zou nog misstaan als tafel in een achteraf cafézaaltje... Ik merkte ook dat de verantwoordelijken zich vaak niet bewust waren van de inhoudelijk gezien miserabele toestand van hun kerk. Ze deden zichzelf en de kerkgangers tekort omdat een goed ogende en verzorgde kerkruimte een grote bijdrage kan leveren aan de sacraliteit van de vieringen die er gehouden worden." Mertens prijst zichzelf gelukkig dat zijn architectenbureau zo floreerde dat hij de technische aspecten aan medewerkers en later compagnons kon overlaten. Daardoor kon hij zich vooral richten op de mogelijkheden van herinrichting van kerken. "Het is begrijpelijk dat in de naoorlogse jaren met name door financiële overwegingen heel wat geïmproviseerd moest worden om kerken überhaupt te kunnen laten functioneren. Funest in de jaren zestig was wat ik de tweede 'beeldenstorm' noem, waarbij veel vernield werd en veel verloren is gegaan al werden ook heel wat veranderingen met de beste bedoelingen doorgevoerd. Het had ook te maken met een minachting die was gaan leven voor de neogotiek. Men vond het 19de eeuws imitatiewerk dat erom vroeg om verwijderd te worden. In een eerder leven heb ik die opvatting zelf ook beleden. Maar vanaf een bepaald moment ben ik er echt naar gaan kijken en kwam tot de overtuiging dat deze richting geen nabootsing pur lang was, maar echt nieuwe kwaliteit had geleverd. Dat verdiende een opwaardering die deze bouwstijl dan ook gekregen heeft."
Samenvatting4:
Als Mertens over zijn bemoeienis bij de herinrichting van kerkruimten spreekt, komen telkens begrippen als sacraliteit en architectonische schoonheid terug. Hij zegt dan ook zelf dat hij gaandeweg de jaren steeds meer ingegroeid is in de kern, in het wezen van de kerk als gebouw en als liturgische ruimte. "Ik denk dat ik in zo'n kleine dertig kerken bezig ben geweest en van elk project leer je nog. De uitgangspunten heb je in je hoofd en dan gaat het over de plaats en functie van het altaar, of de ambo een echt spreekgestoelte is, de verlichting goed is, de banken functioneel zijn, of de beelden goed staan. De laatste jaren is ook het aspect van het verminderde kerkbezoek van belang geworden. Vaak gaat daar een stimulerende impuls van uit om de kerk opnieuw in te richten, waardoor de liturgie beter tot haar recht komt. De kathedrale kerk van Roermond is daar een goed voorbeeld van. De overdaad aan banken in de zijbeuken is teruggebracht, het altaar heeft de centrale plaats gekregen die hij verdient, de verlichting ondersteunt het geheel optimaal, om de belangrijkste elementen van vernieuwing te noemen. Daarmee zijn de voorwaarden geschapen om de kathedraal opnieuw te laten uitgroeien tot datgene wat plebaan Theo Willemssen voor ogen stond: een centrum voor liturgie en kerkmuziek in het bisdom Roermond."
Samenvatting5:
Mertens hoopt dat de pijn die de onontkoombare kerksluitingen met zich mee zullen brengen omgezet kan worden naar nieuwe mogelijkheden. Hij pleit als het ware voor het instellen van een 'donorcodicil' voor kerkbesturen. Om te bezien waar, welke cultuur historisch gezien waardevolle objecten door sluiting vrijkomen, het geheel inventariseren om verantwoord een herbestemming te kunnen vinden. "Ik denk dat een flink deel van de kerken dicht zal gaan. Wat open blijft; daar moeten we nieuwe impulsen aan geven. Dat wordt het thema voor de komende jaren: dat de kerken die kunnen blijven bestaan echt de kwaliteit hebben, de sacraliteit en de allure om optimaal te kunnen functioneren." De expertise en energie om daaraan een belangrijke bijdrage te kunnen leveren bezit Piet Mertens op dit moment in meer dan voldoende mate. Na de officiële afsluiting van de restauratie en renovatie van de Gerlachuskerk in Houthem - waarbij hij meer dan 30 jaar betrokken was — staat als alles goed gaat in de tweede helft van dit jaar een nieuw groots project op stapel: de renovatie van de romaanse Sint Pancratiuskerk in Heerlen. Hij verheugt zich daar nu al op... Als je met dit grootse werk in het vooruitzicht vraagt naar zijn favoriete bouwstijl, dan blijkt zijn hart uit te gaan naar de kleine, romaanse kerkjes, want "die eenvoud, die appelleert toch het meest aan ons gelovig gevoel, aan het mystieke." Piet Mertens (76) heeft zich als architect bijzonder ingezet voor de kerkelijke bouwkunst. Zo werden onder zijn leiding onder meer de St. Lambertuskerk in Neeritter (1974), de Sint Corneliuskerk in Heerlerheide (1986), de Sint Martinuskerk in Vijlen (1975 en in de jaren negentig), de St. Cunibertuskerk in Wahlwiller (1979) en de St. Janskerk in Hoensbroek (1990) gerestaureerd.
Samenvatting6:
Ook was hij tussen 1976 en 2007 lid van de Diocesane Commissie Planologie en Bouwzaken. Voorts was hij betrokken bij de renovaties van onder meer de St. Martinuskerk in Venlo, de St. Jozefkerk in Keent (Weert) en de St. Dionysiuskerk in Schinnen. Zijn grootste projecten waren de renovatie van de Sint Christoffel-kathedraal in Roermond in 2005 en de St. Gerlachuskerk in Houthem, die dit jaar werd afgerond. Van 1979-1983 was hij voorzitter van Bond van Nederlandse Architecten (BNA); van 1983-1993 directeur van de Academie van Bouwkunst (Maastricht) en van 1998-2001 voorzitter van de Provinciale Monumentencommissie Limburg.
Geografische namen: