Uw zoekacties: Passie op de balletvloer

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Passie op de balletvloer
Datering:
2013
Titel:
Passie op de balletvloer
Auteur:
René Willems
Foto's door:
Diana Scheilen
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 2/11/2013
Samenvatting:
Joke de Backer leeft voor de dans. Ze is vijfenveertig jaar balletdocente en choreografe. Vijfentwintig jaar geleden heeft ze haar eigen balletstudio geopend. Dat jubileum viert ze met de voorstelling ‘Parels’, doorspekt met hoogtepunten van de voorbije kwart eeuw.

Dansdocente Joke de Backer
Joke de Backer-Exterkate (65) is geboren in Den Bosch. Na de lagere school en de mulo heeft ze in Boxtel de MMS gevolgd, waarna ze voor de jeugdbladen Okki en Taptoe is gaan werken. Na haar huwelijk met Piet de Backer is ze naar Limburg verhuisd. Ze heeft eerst in Heerlen gewoond, daarna in Broekhem en Schin op Geul en ze bewoont sinds kort een penthouse in Broekhem. Als meisje van negen is ze in Den Bosch op ballet gegaan. Het is altijd haar grote passie gebleven. Ze heeft les gegeven aan de muziekschool in Valkenburg en heeft sinds vijfentwintig jaar haar eigen balletstudio in Houthem. In de woonkamer van haar nieuwe appartement in Broekhem hangt een portret van haar kleindochter Sanne aan de muur. Ilse Wielage - „nog steeds een leerlinge van mij” heeft het kind afgebeeld met een balletschoentje als hoedje op het hoofd, de linten elegant rond het sierlijke halsje gedrapeerd. „Ilse heeft onze kleinkinderen geportretteerd met een attribuut dat in haar ogen kenmerkend is voor hun karakter”, legt Joke de Backer uit. „Sem, de observator, draagt bijvoorbeeld de edelsteen waarmee hij altijd speelde aan een veter rond zijn nek. En Casper, die elk detail opmerkt, heeft een ketting van schelpen om. Nikée, de jongste, is binnenkort aan de beurt. Zij is het zonnetje in huis, dus ik verwacht dat Ilse iets doet met licht.
Samenvatting2:
Maar dat laat ik uiteraard helemaal aan haar over.” Sanne is gefascineerd door ballet. „Dat heeft Ilse heel goed gezien.” Heeft uw kleindochter, naast uw passie voor ballet, ook het talent van oma geërfd? „Dat zal de toekomst uitwijzen. Ik vind dat zelf niet belangrijk. Waar het om gaat is dat kinderen plezier beleven aan ballet. Ik probeer eruit te halen wat erin zit. Kinderen met talent geef ik de kans om te laten zien wat ze kunnen; ik gun hun de ruimte om hun talent optimaal te ontplooien. Ik werk net zo graag met kinderen die misschien wat minder begaafd zijn, maar keihard werken om iets moois neer te zetten. In mijn voorstellingen zijn zij ook allemaal even belangrijk: het is niet zo dat de getalenteerde kinderen de hele voorstelling door op de eerste rij dansen, en dat de rest wat figureert op de achtergrond; iedereen komt aan zijn trekken en krijgt van mij de kans om zich te laten zien aan het publiek.” Waar komt die gedrevenheid vandaan? „Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is dat je af en toe een complimentje krijgt. Dat is in de danswereld helaas niet gebruikelijk. Ik heb kort na een voorstelling wel eens met collega’s in de trein gereisd zonder dat zij ook maar met één woord repten over mijn show. Terwijl dat voor jou zo belangrijk kan zijn. Waardering geeft je zelfvertrouwen, waardoor je sterker wordt en een positief zelfbeeld ontwikkelt. Op die manier ontdekken leerlingen de danser in zichzelf en groeien zij uit tot tevreden en gelukkige mensen.” Van wie kreeg u zelf het schouderklopje dat u sterk maakte? „Van mijn eigen dansdocenten. Vlak na de oorlog was ballet alleen weggelegd voor meisjes uit de gegoede kringen. Op de speelplaats keek je met ontzag naar de kinderen die op ballet zaten. Toen ik negen was, begon Els Mulders bij ons in de buurt met balletlessen.
Samenvatting3:
Daarmee werd ballet opeens voor iedereen bereikbaar. Ook voor mij dus. Mijn eerste balletjurkje werd door mijn moeder zelf gemaakt. Voordat ze het witte katoen kon knippen, moest de stof gewassen worden. Ik zie die lappen nog aan de drooglijn hangen. Het feit dat ik dat detail onthouden heb, geeft wel aan hoe graag ik op ballet wilde. Kennelijk zag Els toen al een toekomstige docent in mij, want al snel liet zij zich door mij vervangen als ze zelf verhinderd was en mocht ik drie uur per week les geven aan de allerkleinsten. Bovendien kon met haar toestemming mijn eerste balletgroep beginnen: Chaconne. Het vertrouwen dat ze in mij toonde, gaf mij de kracht om door te gaan.” Ballet is keihard werken, wordt gezegd. Is dat een vooroordeel, of is dansen inderdaad zo zwaar? „Je moet er veel voor over hebben, natuurlijk. Toen ik in Boxtel op de middelbare school zat, moest ik drie keer per week naar Tilburg voor mijn balletles. Dat was vier kilometer fietsen naar het station, met de trein naar Boxtel, daarna met de trein naar Tilburg, na de les terug naar Den Bosch en daarna weer vier kilometer op de fiets naar huis. Dan blijft weinig tijd over, zou je denken. Maar je moet economisch omgaan met je tijd, dan kun je heel veel doen op zo’n dag. In de trein maakte ik mijn huiswerk, om een voorbeeld te noemen, dan had ik dat al af als ik thuiskwam.” U was een geboren dansdocente, zoals uw eigen docente al zag, maar toch duurde het heel lang voordat u de docentenopleiding zou gaan volgen. Hoe kwam dat? „Door Piet, mijn man. Een nichtje van hem zat bij mij in de klas. Zij bracht hem een keertje mee naar een feestje bij ons thuis. Het was liefde op het eerste gezicht: toen ik de deur openmaakte en hem in de ogen keek, was ik verloren. We trouwden en verhuisden naar Limburg, waar hij een baan had gekregen, en ik raakte zwanger van onze oudste zoon Hans.
Samenvatting4:
Later kwam daar nog een tweede zoon bij, onze Roland. Een docentenopleiding was even niet aan de orde.” Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon? „Blijkbaar. Op zwangerschapsgym leerde ik mevrouw Bus kennen, de vrouw van de wethouder in Hoensbroek. Zij vroeg me om in Hoensbroek les te komen geven. Toen we naar Broekhem waren verhuisd, begon ik daar een eigen balletgroep die later opging in de muziekschool van Valkenburg. In die tijd begon de dansopleiding Arnhem in Venlo een nascholing voor docenten. Daar ontmoette ik opnieuw leraren die in mij geloofden: Jürgen Otte, Toos Mutsaers en Liesbeth Wiertz. Ik haalde mijn staatsexamens klassiek en jazzballet en opende op 1 januari 1989 mijn eigen balletschool; eerst in de gymzaal van de school in Broekhem en later in het voormalige Groene Kruisgebouw in Houthem, dat we verbouwden tot balletschool.” Hoeveel leerlingen leerde u de afgelopen vijfentwintig jaar dansen? „Ik heb ze nooit geteld. Maar het moeten er veel zijn geweest: als ikdoor de stad loop, kom ik altijd wel oud-leerlingen tegen. Mensen die ik de liefde voor klassiek ballet heb bijgebracht, zelfvertrouwen heb gegeven en geïnspireerd heb. Zoals mijn dansdocenten míj hebben gemaakt tot wat ik nu ben: een gelukkig en tevreden mens, content dat ik uit mezelf heb gehaald wat erin zat.” De jubileumvoorstelling ‘Parels’ is vandaag en morgen te zien in het Parkstad Limburg Theater in Heerlen. Vanavond om 19.00 uur en morgen om 14.30 uur. Toegangskaarten via: www.parkstadlimburgtheaters.nl
Trefwoorden:
Geografische namen: