Uw zoekacties: Ambacht Rugge Gemeente Edam-Volendam: Bouwvergunningen (Gescand), 1990 - 1999 Sint Gerlach, de heilige van het Geuldal

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Sint Gerlach, de heilige van het Geuldal
Datering:
1948
Titel:
Sint Gerlach, de heilige van het Geuldal
Titel tijdschrift:
Sint Jozef, maandschrift voor het katholieke gezin
Afleveringsnummer:
Sint Jozef, maandschrift voor het katholieke gezin, 16 (1948), bijl. p. 39
Samenvatting:
Hoog boven het prachtige dal waarin het riviertje de Geul stroomt, stond eens het machtige slot van ridder Gerlach van Valkenburg. Hij was een groot en sterk man en de rijke feesten, die hij op zijn kasteel gaf, waren tot in de wijde omtrek befaamd. Want ridder Gerlach hield van pleziermaken en feestvieren, zodat hij daarbij al het andere vergat. Vooral was hij uit op schitterende toumooien. De dapperste ridders kwamen in het kasteel van ridder Gerlach vechten en dikwijls moesten zij dit met hun leven betalen....

Weer reed op zekere dag ridder Gerlach onder het luide geschal der klaroenen het strijdperk binnen, om zijn tegenstander te verslaan. Maar plotseling liep er een page op hem toe en meldde hem een verschrikkelijk nieuws. Want Adelgunde, zijn lieve gemalin, was plotseling door een dodelijk ongeluk getroffen, Ridder Gerlach schrok geweldig: in het bijzijn van alle ridders wierp hij zijn wapens weg en trok zich terug om te treuren over dit groot ongeluk. En opeens dacht hij: wat zou er wel van mij geworden zijn, als ik nu eens plotseling gestorven was? Zijn besluit was genomen. Na de begrafenis van zijn lievevrouw reisde hij naar Rome en ging naar de Paus. Hem vertelde hij alles van zijn lichtzinnig leven en toen vroeg hij de H. Vader, om hem een grote boete op te geven, waarmee hij dit slechte leven bij O.L. Heer zou kunnen goedmaken. Toen zei de Paus, dat hij naar het H. Land moest gaan, om daar zeven jaar lang de arme zieken te verplegen in de grote hospitalen. Dat deed ridder Gerlach. Het was een lange en moeitevolle reis, vol van gevaren. Meerdere malen moesten ze hevige stormen doorstaan en eenmaal ontsnapten ze maar ternauwernood aan de aanval van Mohammedaanse zeerovers. Ridder Gerlach was blij, toen hij eindelijk in de grote stad Jerusalem was. En daar verzorgde hij met liefde en toewijding de vele zieken.
Samenvatting2:
Toen de zeven jaren voorbij waren, kwam hij terug naar Rome en nu zei de Paus hem, dat hij weer naar zijn vaderland moest terugkeren. Onderweg dacht ridder Gerlach na over alles, wat hij die zeven jaren bij de armen en zieken in Jerusalem had meegemaakt. En toen hij thuis kwam, verkocht hij zijn slot en al zijn bezittingen en het geld, dat hij daarvoor kreeg, deelde hij uit aan de armen. Zelf werd hij kluizenaar en ging wonen in een holle boom in Houthem, dicht bij Valkenburg. Daar leefde hij alleen van water en brood. Elke avond trok hij naar Maastricht, om in de St. Servaaskerk de plechtige nacht' en morgendienst bij te wonen. Het was telkens een lange weg, heen en terug, over heuvels en door dalen en als hij weer bij zijn kluis terug was, was hij doodmoe. Maar dan kwamen toch de mensen weer bij hem, armen en zieken, om zijn gebed te vragen en nooit ging er iemand ongetroost van hem heen. Zo leefde hij nog veertien jaar en de roep van zijn heiligheid verspreidde zich over heel Zuid-Limburg. Na zijn dood vond men een bron op de plaats, waar hij geleefd had en veel mensen en zelfs dieren vonden daar weer de gezondheid terug. Ook nu nog bewaart men overal in Zuid-Limburg de herinnering aan die grote heilige.
Geografische namen: