Uw zoekacties: Blank en zwart op de vuist in Heer

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Blank en zwart op de vuist in Heer
Datering:
2009
Titel:
Blank en zwart op de vuist in Heer
Auteur:
Caspar Cillekens
Foto's door:
Harry Heuts, erven Wijnands, Regionaal Historisch Centrum voor Limburg
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 14/11/2009
Samenvatting:
Foto's: Jef en Leny Wijnands bekijken de fotocollectie van hun vader

Geinterneerden schillen aardappels, revue in interneringskamp Vilt, welkom voor Amerikaanse GI’s in Heer. Leon Wijnands fotografeerde van minuut tot minuut de bevrijding van Heer op 13 september 1944. De foto’s lagen jarenlang in een doos. Hij maakte ook unieke opnames van Voor galg en rad, een interneringskamp voor NSB’ers in Vilt. Exact om 5.13 uur in de namiddag maakt hij zijn eerste foto van de Amerikaanse bevrijders. Het is, zoals hij in zijn minutieus bijgehouden dagboek schrijft, een oranje versierde Sherman-tank. Na een paar angstige nachten, doorgebracht in de kelder van zijn huis aan de Concordiastraat in Heer, en na weer een dag vol granaatinslagen wordt op 13 september 1944 om 5.10 uur bij de familie Wijnands op de deur geklopt: ‘Koomp allemaol d’roet, de Amerikaane zeen op ‘t kruuspunt’. Leon Wijnands, een gepassioneerd fotograaf, haalt zijn camera tevoorschijn en begint te fotograferen. Hij maakt die dag tientallen foto’s van Amerikaanse infanteristen van het 117e regiment van de Old Hickory Divisie dat Heer en Wyck, het oostelijk deel van Maastricht, bevrijdt, en van de immense vreugde van zijn dorpsgenoten. De dag erop is hij er al vroeg bij. „9 uur v.m. Je moet eens naar de stad gaan, daar is er sport, dat heb je nooit gezien. Zoo vertelde mij een buurman. Ze zijn bezig met de N.S.B.ers op te halen en de vrouwen ervan de haren te knippen”, schrijft hij in zijn dagboek. Wijnands hoeft niet eens naar de inmiddels bevrijde overkant van de Maas te fietsen. In Heer heerst eveneens een ‘bijltjesdag’-mentaliteit. „Ook op de Scharnerweg en de Mockstraat veel volk, ze hadden juist weer zoo’n NSB. vrouw geknipt.”
Samenvatting2:
Van het kaalknippen van vrouwen die gecollaboreerd hadden met de bezetters of een affaire hadden gehad met een Duitse soldaat heeft hij geen foto’s gemaakt. Het stuitte hem vermoedelijk tegen de borst. In de marge van zijn dagboek heeft hij bij de passage over het kaalknippen geschreven: ‘weglaten’. In totaal heeft Leon Wijnands (1905-1979) op 13 en 14 september meer dan honderd foto’s gemaakt van de bevrijding van Heer en Maastricht. De foto’s hebben tientallen jaren in een doos gelegen. Totdat zijn in Valkenburg wonende dochter Leny (73) naar aanleiding van de onlangs gehouden ‘Week van de Geschiedenis’ aanklopte bij Frans Roebroeks van het Regionaal Historisch Centrum Limburg in Maastricht. Of hij soms iets met de foto’s kon doen? Roebroeks viel bijna van verbazing van zijn stoel toen hij de collectie bekeek. Het is een bijna van minuut tot minuut bijgehouden fotografische kroniek van de bevrijding van Heer. De foto’s zijn van goede kwaliteit. Leon Wijnands dacht er anders over. „Ze zijn niet allen even goed gelukt, dat kwam door de emoties van de afgeloopen uren”, schrijft hij in zijn dagboek op 13 september. Naar aanleiding van de vondst van Leny ging ook broer Jef (71) in Udenhout eens op zoek in zijn archief. Twee nog nooit ontwikkelde fotorolletjes vond hij. Opnames van het interneringskamp ‘Voor Galg en Rad’ in Vilt waar in 1945 NSB’ers en Nederlandse SS’ ers opgesloten zaten. Het zijn unieke opnames. Van het kamp, dat ondergebracht was in een voormalige lagere school in het gehucht tussen Maastricht en Valkenburg, waren tot heden geen foto’s bekend. Wijnands, die als administrateur in het kamp gewerkt heeft, fotografeerde de gevangenen bij het aardappels schillen en tijdens een revue die ze in het kamp opvoerden. Leny en Jef kunnen zich nog vaag herinneren dat vader hen een keer heeft meegenomen naar het kamp.
Samenvatting3:
In een zaal lagen de geïnterneerden. Leny herinnert zich nog de havermoutpannekoekjes die pater Kengen, de geestelijk verzorger in het kamp, uitdeelde. Voor Leon Wijnands, die als boekhouder bij modezaak Mausen in Maastricht werkte, werd het adminstrateurschap in Vilt de opmaat voor een carrière bij het ministerie van Oorlog (later Defensie) in Den Haag. De foto’s van Vilt dateren van 1945.
In juni van dat jaar kwam het kamp in opspraak omdat er tijdelijk uit Bergen-Belsen teruggekeerde joden opgesloten werden. Samen met de NSB’ers en SS’ers. Veel meer dan het eenmalige bezoek aan het kamp in Vilt staat Leny en Jef het komen en gaan van de GI’s in hun huis in Heer bij. Al snel ging bij de Amerikanen het verhaal rond dat hun vader pasfoto’s kon maken en ze snel kon ontwikkelen in zijn donkere kamer op zolder. „Pa werkte overdag bij Mausen. Na zijn werk was hij avonden en nachten in touw om pasfoto’s te maken en af te werken.” De soldaten en officieren stonden en masse voor de deur van hun ouderlijk huis. Omdat pa pas ‘s avonds om zeven uur thuis kwam van zijn werk, werd Leny op de stoep gezet en hoefde ze maar een zin in het Engels uit te spreken: ‘My daddy is not at home. Come back at 7 o’clock.’ En ze kwamen terug. Met tientallen tegelijk. Allemaal wilden ze zo snel mogelijk een pasfoto om die samen met een brief naar het thuisfront te sturen. Het leidde, zo herinnert Leny zich, in dat najaar wel eens tot herrie in huize Wijnands. Blanke en zwarte soldaten kregen het met elkaar aan de stok. Leon Wijnands was het gedoe op een gegeven moment zo beu dat hij de knoop doorhakte: voortaan mochten blanke soldaten alleen op maandag, woensdag en vrijdag komen en de zwarte GI’s, die veelal in ondersteuningseenheden werkten, op dinsdag, donderdag en zaterdag.
Samenvatting4:
Was hij in elk geval gevrijwaard van gevreigel in zijn huis. Het schiet hen nu opeens te binnen dat bij de veldkeuken van de Amerikanen aan de Damstraat in Heer de blanke en zwarte GI’s apart bediend werden. „Daar lette je als kind niet op”, zegt Jef. Als kind snapte je tijdens de oorlog wel meer dingen niet, vertelt Leny. Bij hen in de straat woonde een NSB-gezin. „Ze hadden een dochter. Een heel mooi meisje. Je mocht niet meer met haar spelen, kreeg je te horen. Als kind begreep je er niks van.” De bevrijding was een feest. De Amerikaanse officieren, die in de goede kamer de stafkaarten aan de muur hingen, waren gul. Leny en Jef kregen meer chocolade dan hun maagjes konden verwerken.
Geografische namen: