MAASTRICHT – Het Antwerpse geïllustreerde weekblad „De Post” publiceerde in het nummer van de vorige week een eerste aflevering van een reportage over de zaak Anneke Beekman. Sommige, zinsneden in dit verhaal, ’ alsmede een onduidelijke mededeling omtrent de bron, waaruit het blad zegt geput te hebben, suggereren dat het de beschikking zou hebben gehad over een „Dagboek” dat mevrouw G. Langendijk – van Moorst, de oorspronkelijke voogdes, zou hebben bij gehouden.

Sommige bladen hebben naar aanleiding van de publikaties in „De Post” kommentaar gegeven, waarin zij mevr. Langendijk – van Moorst ter zake ernstige verwijten menen te moeten doen.
Mevrouw Langendijk – van Moorst heeft nu aan de pers de volgende verklaring ter publikatie aangeboden:
„Mevrouw Gé Langendijk – van Moorst te Valkenburg – Houthem deelt, naar aanleiding van mededelingen in diverse bladen, dat zij aan een Antwerps geïllustreerd weekblad een door haar bijgehouden dagboek ter publikatie ter beschikking zou hebben gesteld, of zelf tot publikatie in dat weekblad zou zijn overgegaan, mede: dat zij geen enkel contact, rechtstreeks noch onrechtstreeks, heeft gehad of heeft met bedoeld weekblad, noch met iemand, die aan dit blad medewerkt; dat zij het haar toegeschreven dagboek aan niemand ter publikatie heeft aangeboden; dat de publikaties van het Antwerps weekblad bij hun verschijnen voor haar even nieuw als voor elk lezer van dit blad waren en dat het haar een volslagen raadsel is, hoe het Antwerpse weekblad kan mededelen of suggereren haar dagboek in bezit te hebben, laat staan daaruit kan publiceren. Zij deelt verder mede, dat de nodige stappen zijn gedaan om deze zaak op te helderen.”

Naar de redactie van genoemd Antwerps geïllustreerd weekblad (~De Post”) het A.N.P. mededeelt, heeft zij niet de beschikking over het dagboek van de dames van Moorst. Zij heeft echter wel inzage gehad van de inhoud.