Uw zoekacties: De verschrikkelijke zestiende eeuw

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
De verschrikkelijke zestiende eeuw
Datering:
1995
Titel:
De verschrikkelijke zestiende eeuw
Auteur:
Jan G.M. Notten
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 2, nr. 1, augustus 1995, p. 1-4
Samenvatting:
1.Het was 31 oktober 1517, toen Maarten Luther, priester en Augustijner eremiet, afkomstig uit Erfurt, 95 stellingen hechtte aan de poort van de slotkerk in Wittenberg. Het was een protest tegen de regeling van de aflaten in de kerk maar spoedig ontwikkelde Luther zich tot een heuse prediker van een nieuw geloof: de mens is van nature bedorven, de zonde van Adam en Eva is niet meer goed te maken. Goede werken hebben slechts zin door de verdienste van Christus. Al in 1520 werd zijn leer door Paus Leo X veroordeeld. Luther overleed in 1546.
Niet lang na zijn protest, rond 1534, scheidde Jean Calvijn zich van de kerk af; hij woonde in Genève, predikte dat de bijbel de enige bron van onze kennis moest zijn en verzamelde vele leerlingen om zich heen. Ook hij werd een vurig tegenstander van de roomse kerk. Calvijn overleed in 1564.
Twee mannen uit de zestiende eeuw die de samenleving ingrijpend hebben veranderd. Ieder enigszins geschoold mens heeft van ze gehoord, weet dat ze de grondleggers zijn van wat we nu het protestantisme noemen en dat ze in de zestiende eeuw hebben geleefd.
De nieuwe godsdienst verspreidde zich verbazingwekkend snel over geheel West-Europa en veroorzaakte een vloedgolf van twist en tweedracht, van vervolging en moord, van oorlog en verwoesting. De eerste lutherse geschriften circuleerden al in 1518 in Antwerpen en in 1520 in Luik. De katholieke kerk vervolgde de afvalligen met grote verbetenheid, maar met niet veel succes. In de jaren dertig van deze krankzinnige zestiende eeuw stierven in Maastricht de ketters met tientallen op de brandstapel en tien jaar later gebeurde dat ook in Valkenburg. Zo werd bijvoorbeeld op 22 augustus 1545 Clara Vrencken verbrand, nadat ze 15 dagen gevangen had gezeten op het kasteel. Reden van de executie: ze had onderdak verleend aan ketters en hing de nieuwe godsdienst aan.
Samenvatting2:
2.Zo zag de wereld er uit in de zestiende eeuw. Ook bij ons. Verwarring en verdeeldheid alom. De paus ging over tot de oprichting van nieuwe, kleinere bisdommen zodat de bisschoppen in hun bisdom het godsdienstonderricht beter konden organiseren en tevens de ketters sneller konden opsporen. Houthem had sinds mensenheugenis behoord tot de grote parochie Meerssen en die hoorde tot het bisdom Luik. Dat bisdom werd in 1559 gehalveerd en Houthem werd ingedeeld bij het nieuwe bisdom Roermond.
De katholieke kerk zag hoe haar imperium instortte. Miljoenen gelovigen wendden zich tot de nieuwe leer. In zijn streven om orde op zaken te stellen riep Paus Paulus II het Concilie van Trente bijeen. Deze bisschoppenvergadering duurde van 1545 tot 1563. Met onderbrekingen natuurlijk. Twee keer werden de ongeveer 250 bisschoppen naar huis gestuurd vanwege pest-epidemieën en oorlogen. Alle geloofspunten, bijvoorbeeld over de erfzonde, de Bijbel, de sacramanten en de aflaten werden opnieuw geformuleerd. Ook werd bepaald dat een pastoor een register van doopsels en huwelijken moest aanleggen. In Houthem begint het huwelijksregister overigens pas in 1611 en het doopregister in 1612. Dat bewijst dat Houthem in die jaren zelfstandige parochie was.

3.Wie zich realiseert dat naast al deze religieuze strubbelingen ook nog een vreselijke oorlog woedde tussen de Hollanders en de Spanjaarden - wreed en onoverzichtelijk zoals Bosnië nu - begrijpt dat de zestiende eeuw voor de gewone man een meer dan rampzalige tijd is geweest.
De Tachtigjarige Oorlog begon in 1568. In het najaar viel Willem van Oranje vanuit Duitsland onze streken binnen en hij trok rovend en brandstichtend rond. Een week lang verbleef hij op kasteel Wittem en op 2 oktober veroverde hij Valkenburg. Maar toen hij weg was, namen de Spanjaarden de Geulstad weer in. Valkenburg en omgeving ondergingen de ene herovering na de andere.
Samenvatting3:
Steeds opnieuw kwamen er nieuwe soldaten. Dat waren geen militairen zoals we ze nu kennen: mannen die voor hun vaderland vechten; dat is pas door Napoleon "uitgevonden". In die zestiende eeuw bestond er geen dienstplicht, oorlogen werden gevoerd door een soort van beroepsmilitairen, meestal van een tamelijk laag allooi. Ze pakten wat ze pakken konden en plunderden de dorpen die ze veroverd hadden. De kapitein kneep een oogje dicht, want nu hoefde hij ze geen soldij te betalen.

4.Houthem beleefde een rampjaar in 1574. De troepen van Lodewijk van Nassau verwoestten het kloostergebouw "tot in den grond', zoals Habets het in 1869 formuleert ("Houthem Sint Gerlach en het adelijk vrouwenstift aldaar"). "Bij zijn vertrek uit Valkenburg", aldus Habets, "lag het platteland verwoest en de abdijen Kloosterrrade en St. Gerlach in puin en asch". Voor de zusters was er niets meer te eten en ze werden ondergebracht in het vrouwenstift Engelport bij Cochem aan de Moezel. Hoe lang? Dat wist Habets niet en wij nu nog niet. Vijf jaar later werd het stift wederom door een ramp getroffen: in 1579 overleden liefst 12 nonnen aan de pest. Onder hen was priorin Isabella van Zievel. Over deze pest schreven Habets en Franquinet in de vorige eeuw en mevrouw Koch in haar recent verschenen boek. Maar of de zusters toen weer in Houthem woonden of nog in Cochem verbleven? We weten het niet. In 1575 (een jaar na het klooster in Houthem) ging ook kasteel Schaloen in vlammen op; in 1576 (of 1579?) werd Genhoes door Spaanse troepen in brand gestoken. De chaos in deze streek moet onbeschrijfelijk zijn geweest.

5.Wie verder leest, stoot op een aantal opmerkelijke zaken. Daar is bijvoorbeeld het feit dat er in 1575 een nieuwe proost werd gekozen: Erasmus Ghoye.
De verwoesting door de troepen van Lodewijk van Nassau was precies één jaar geleden en er woonde geen enkele non in Houthem. Vreemd tijdstip om een proost te benoemen.
Samenvatting4:
En we beschikken over een aantal akten uit de jaren 1581, 1588, 1589 over aan- en verkopen door de proost. Waaruit men zou kunnen afleiden dat het leven in het klooster gewoon doorging. Het is verleidelijk om aan te nemen dat die beschrijving van 1584 ("puin en asch") op zijn minst overdreven is. Trouwens, in de laatste jaren van de zestiende eeuw, 25 jaar na de verwoesting, gebeurden er in Houthem zeer belangwekkende dingen. Erasmus Ghoye toonde zich een ijverig proost die de zaken energiek aanpakte. Het staat nergens zo geschreven maar het lijkt erop alsof hij zich door God geroepen voelde om de parochie Houthem en de proosdij nieuw leven in te blazen in de strijd tegen de aanstormende ketters. In 1599 werd de bekende bron van Gerlachus teruggevonden: de put, waarvan het water in wijn veranderde toen de Heilige in 1164 of 1165 overleed. De bron was al jaren onvindbaar en toen de priorin dat op zekere dag aan bisschop Cuyckius vertelde, zei deze: "Zoek maar goed naar de fonteyn van den H. Gerlach". Op Hemelvaartsdag 1599 gingen twee vrome mannen op zoek en tot hun grote vreugde ontdekten ze de put. En de bisschop die toevallig in Valkenburg aanwezig was, kwam naar Houthem om de put te zegenen. Dat werd een groot feest in aanwezigheid van ondermeer de pastoors van Valkenburg, Hulsberg en Gronsveld. Erasmus Ghoye ontdekte datzelfde jaar ook het eeuwenoude levensverhaal van Gerlachus, dat in 1225 of daaromtrent geschreven was door een verder onbekende priester die destijds in het klooster in Houthem verbleef. Erasmus liet het verhaal drukken in het jaar 1600. Bovendien is volgens sommigen in datzelfde jaar 1599 de Houthemse schutterij Sint Martinus opgericht. Maar dat Ghoye zich inspande om het klooster weer op te bouwen, daar lezen we niets van. Is het wel zo ernstig beschadigd geweest?
Samenvatting5:
6.Zo ziet men het gebeuren dat Houthem - dat net een zelfstandige parochie was geworden - een kwarteeuw na de rampzalige gebeurtenissen in de jaren zeventig, onder impuls van proost Erasmus Ghoye en met steun van bisschop Cuyckius, rond de eeuwwisseling nieuw leven ingeblazen kreeg. Het dorp begon aan een glansperiode als bedevaartsoord. Het klooster werd een bloeiend centrum van katholiek geloof. Terwijl het 25 jaar geleden "tot den bodem" was afgebrand?

Van de zestiende eeuw weten we dat het een waanzinnige tijd is geweest. Vol veldslagen, plunderingen, verwoestingen en godsdienstoorlogen. Van Houthem zelf weten we niet veel meer dan wat Jos Habets al in 1869 verzameld heeft. De echte geschiedenis van de parochie Houthem en het klooster van Sint Gerlach moet nog geschreven worden.
Geografische namen: