Uw zoekacties: Zoeken Amy's 'jongens' gaat door

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Zoeken Amy's 'jongens' gaat door
Datering:
2010
Titel:
Zoeken Amy's 'jongens' gaat door
Auteur:
René Willems
Foto's door:
Johannes Timmermans
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
DDL, 24/6/2010
Samenvatting:
Foto: Wiel Bemelmans voor zijn ouderlijk huis aan de Walravenstraat: 'Het laat me niet los.'

WeTSTE NOG
Na lang zoeken heeft Wiel Bemelmans ontdekt wat in de oorlog met Amy Cok is gebeurd. Maar zijn zoektocht gaat door: hij hoopt ook haar jongens te vinden. 'Wij kinderen waren vrienden van elkaar. Je merkte helemaal niet dat die jongens uit de grote stad kwamen, het waren net zulke kwajongens als wij.' Hij heeft wel een paar traantjes gelaten toen hij de brief van het Joods Historisch Museum las, geeft Wiel Bemelmans toe. "Ik wist dat Amy Cok niet meer leefde. Maar ik had nooit verwacht dat ze al in 1942 in Auschwitz was gestorven. Daar schrok ik toch wel van, ja." Het lot van Amy Cok kent hij nu dus. Maar rust heeft Bemelmans nog altijd niet. Uit diezelfde brief van het Joods Historisch Museum blijkt dat haar twee zoons de oorlog hebben overleefd, en dat ze dus wellicht nog leven. En Bemelmans' zoektocht is pas afgerond als hij ook 'de jongens', met wie hij als kind vaak speelde, heeft gevonden. Bemelmans' ouders woonden voor de oorlog aan de Walravenstraat in Valkenburg, een smal straatje tussen de Grotestraat en het Walramplein. Zijn vader werkte bij een drukkerij in Aken. Het loon dat pa Bemelmans daar verdiende was bescheiden. Daarom probeerde zijn vrouw wat bij te verdienen door kamers te verhuren. In die jaren trad in dancing Pavillon de Joodse zangeres Amy Cok op. Zij logeerde in het chique hotel l'Empereur. Haar twee zoontjes, Herman en Bobby, sliepen bij moeder Bemelmans. "Ma lette op de jongens als Amy 's avonds moest werken", vertelt Bemelmans. In het najaar van 1941 moesten Amy Cok en haar jongens terug naar Amsterdam.
Samenvatting2:
"Ik zie ze nog de Tienschuurstraat uit lopen, richting station", vertelt Bemelmans. "Mijn moeder jankte als een klein kind. Kennelijk had zij in de gaten dat we die familie nooit meer terug zouden zien." Vele, vele jaren later ging Bemelmans op zoek naar Amy Cok en haar jongens. "Ik kwam regelmatig op de Amerikaanse begraafplaats in Margraten", legt hij uit. "Daar kwamen allerlei herinneringen aan de oorlogstijd boven, ook aan die bijzondere familie uit Amsterdam." Maar waar hij ook zocht, hij kon de familie Cok niet meer traceren. Tot Liza Callenbach zijn verhaal hoorde. Zij nam contact op met het Joods Historisch Museum in Amsterdam. En daar konden ze Bemelmans inderdaad helpen: Amy Cok heette in werkelijkheid Eva Cok-de Wilde, was getrouwd met de Amsterdamse musicus Machiel Cok en had twee zoontjes: de oudste heette inderdaad Herman, maar de jongste Mozes. Het museum had slecht nieuws voor Bemelmans: 'Helaas moet ik u meedelen dat Eva Cok op 10 september 1942 in Auschwitz werd vermoord. Ook haar man kwam daar op 28 februari 1943 om het leven.' "Dat was even slikken", zegt Bemelmans. Maar het museum had ook nog iets positiefs te melden: 'Volgens het digitaal monument van de Joodse gemeenschap in Nederland hebben de twee zoontjes de oorlog overleefd.' "Ze moeten nu in de zeventig zijn", zegt Bemelmans, "net als ik. Er is dus een goede kans dat ze nog leven." En dus zoekt Bemelmans onvermoeibaar door. Hij wil een oproep plaatsen in het Nieuw Israëlitisch Weekblad, dat door veel Joden in Nederland en Israël wordt gelezen. "Als ze het zelf niet lezen, wordt het misschien gezien door iemand die hen kent", zegt hij. "Want ik zou hen zo graag nog eens ontmoeten: zolang ik niet weet hoe het hen vergaan is, blijft dat verhaal door mijn hoofd spoken."
Geografische namen: