Onder het toeziend oog van politie en justitie kon een bende Limburgse ladingdieven maandenlang zijn slag slaan. Verschillende leden van de bende zijn zeker een halfjaar gevolgd (van oktober 2005 tot half april 2006): hun telefoons zijn afgeluisterd, ze werden geobserveerd en de politie plaatste peilbakens op hun auto's. Volgens de Maastrichtse officier van justitie Leonard Geuns is dat geen uitzonderlijk lange periode. "We hebben die tijd nodig gehad om het hele netwerk goed in kaart te brengen. Bovendien zou hun straf beperkt zijn gebleven als we ze al na enkele diefstallen hadden opgepakt. Nu hebben we tientallen feiten verzameld." Hij geeft toe dat een aantal transporteurs slachtoffer is geworden van deze werkwijze. Een deel van de buit is wel teruggevonden bij huiszoekingen. De rechtbank in Maastricht heeft dinsdag een begin gemaakt met de inhoudelijke behandeling van de strafzaak tegen de ladingdieven. In totaal werden tientallen verdachten aangehouden, van wie er uiteindelijk 'vijftien à twintig', aldus Geuns na afloop van de zitting, voor de rechter worden gebracht. Dinsdag moesten vier hoofdverdachten voorkomen. Zij beriepen zich op hun zwijgrecht. De 36-jarige Patrick F. uit Maasbracht wordt door het openbaar ministerie gezien als oprichter en leider van de criminele organisatie, die het stelen van vrachtwagens en vooral hun ladingen als doel had. Samen met zijn vriendin Esther van der Z. (32) en haar broer David (25) uit Valkenburg [van der Zander uit Vroenhof, Houthem] en Jordie P. (29) uit Brunssum zou hij de diefstallen hebben voorbereid en uitgevoerd. De bende zou voor circa dertig miljoen euro hebben buit gemaakt en schade aangericht. De vrachtwagens, die in het hele land en ook in België en Luxemburg werden gestolen, werden gedumpt en in brand gestoken.