Uw zoekacties: Voorlopers : Charmant voor de gasten, streng voor de keuken

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Voorlopers : Charmant voor de gasten, streng voor de keuken
Datering:
2017
Titel:
Voorlopers : Charmant voor de gasten, streng voor de keuken
Auteur:
Ray Simoen
Foto's door:
Anton Werker
Titel tijdschrift:
De Limburger
Afleveringsnummer:
De Limburger, 26/6/2017
Samenvatting:
Met foto: Alfons - Funs -Stevens.

Portretten van Limburgse voorlopers, bekende en soms iets minder bekende personen, die nog steeds van zich doen spreken. Vandaag: Alfons -Funs- Stevens

Een perfectionist, brandend van ambitie om met zijn restaurant hotel prinses Juliana in Valkenburg tot de top van de Nederlandse gastronomie te behoren. Hard voor zichzelf en zijn personeel, maar uiterst charmant voor zijn vele gasten en een sprankelend causeur als het werk erop zat. Nog altijd wordt in Nederlandse gastronomische kringen met bewondering gesproken over Alfons- ‘Funs’- Stevens (1916-1985) de Valkenburgse gasthee-reigenaar van hotel prinses Juliana. „Van der Valk leerde Nederlanders buiten de deur eten. Funs Stevens leerde hen op niveau te eten”, zei Cas Spijkers (1946-2011) eens. Spijkers was een oud-leerling van Stevens en werd later in zijn carrière de kok, die Nederland leerde om op het eigen fornuis meer te doen dan een eitje bakken. Funs Stevens was de zoon van de gelijknamige huisschilder, die samen met zijn Duitse vrouw Maria Keuschen in 1914 een klein hotel pension begon in Valkenburg. Dat is dan een bij welvarend Nederland geliefd vakantieoord, dat over een goede treinverbinding met het westen beschikte. Zuid-Limburg werd toen het Klein-Zwitserland van Nederland genoemd. In 1942 neemt Funs de zaak over van zijn ouders. Hij had toen al een gedegen horecaopleiding achter de rug met stages in Brussel, Londen en Genève: niet gebruikelijk voor een klein pension. Een van zijn eerste daden was om Juliana het hele jaar open te houden. „Hij had er genoeg van om ieder jaar nieuw personeel in dienst te nemen. Zo kreeg je nooit kwaliteit in huis”, aldus zijn zoon en opvolger Paul. Om nog meer kwaliteit in huis te halen trok Stevens naar de bakermat van de Europese gastronomie, Frankrijk: iets wat niemand toen in ‘Nederland-blikopenerland’ deed.
Samenvatting2:
Zes tot acht weken reisde hij in zijn auto met drie man van zijn personeel door Frankrijk. Altijd een notitieblokje bij de hand om vast te leggen wat hij gezien, gehoord, gegeten en gedronken had. Dankzij zijn grote charme wist hij bij tal van bekende Franse koks recepten los te peuteren. Bij alle gerenommeerde wijnhuizen kwam hij binnen. Veel koks haalde hij over om in Valkenburg zijn personeel te scholen. „Het heeft kapitalen gekost, mijn vader kocht altijd meer wijn dan hij nodig had”, aldus zoon Paul. Maar het loonde.
In 1958, een jaar nadat Michelin met zijn sterren in Nederland was begonnen, krijgt Stevens als eerste een ster. In 1960 volgde de tweede. Van overal stromen jonge ambitieuze koks en obers toe om bij Stevens het vak te mogen leren. Robert Kranenborg, Cas Spijkers, Pierre Wind, Toine Hermsen, Margot Reuten, Petro Kools, Nico Boreas, Otto Nijenhuis, Andy Brauers en nog vele andere, die nu tot de top van de Nederlandse gastronomie behoren, werkten of liepen stage in ‘Juliana’. Stevens keek verder dan zijn eigen restaurant. Om de Limburgse gastronomie naar een hoger niveau te tillen werkte hij samen met andere vooraanstaande restaurants. Met Jan Grothausen van de Hamert in Wellerlooi richtte hij de club van vijf op: Château Neercanne, Au Coin des Bons Enfants, Hotel de la Station in Roermond, Juliana en De Hamert. Zij keken bij elkaar in de keuken, kochten samen wijn en bediscussieerden nieuwe ontwikkelingen in de horeca. In 1982 droeg deze Limburgse gastronomische pionier ‘Juliana’ over aan zijn zoon Paul. Maar hij liet zich nog dagelijks zien. Om te kijken of alles nog naar (zijn) wens verliep.
Geografische namen: