Uw zoekacties: "Verzamelde gedichten" van Jan Hanlo : Prachtig verzorgde ui...

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
"Verzamelde gedichten" van Jan Hanlo : Prachtig verzorgde uitgave : "Oote" kreeg Nawoord en (mislukt) vervolg
Datering:
1958
Titel:
"Verzamelde gedichten" van Jan Hanlo : Prachtig verzorgde uitgave : "Oote" kreeg Nawoord en (mislukt) vervolg
Auteur:
Paul Haimon
Titel tijdschrift:
Limburgsch Dagblad
Afleveringsnummer:
Limburgsch Dagblad, 25/11/1958
Samenvatting:
ONDER de stroom van najaars-uitgaven, waarbij dit jaar ook weer verscheidene werken zijn van Limburgse auteurs, zullen de „Verzamelde gedichten” van Jan Hanlo waarschijnlijk slechts in echt literaire en artistieke kringen de belangstelling trekken, doch daar zal men het door G. A. van Oorschot te Amsterdam zo bijzonder fraai uitgegeven boek met welbehagen in handen nemen. Het boek is een waar juweel en mag zeker, ongeacht wat straks een jury daarover zal zeggen tot de best verzorgde boeken van dit jaar gelden. Iedere dichter van naam zou met zulke uitgave in zijn nopjes zijn en Jan Hanlo is het voorrecht van deze verzamel-uitgave reeds beschoren na publicatie van slechts een drietal niet zo uitgebreide bundels.

Band en omslag zijn van H. Salden in wit de titel en de naam van de auteur, in grote dofzwarte letters het monogram, op een ondergrond van chromaatgeel, zuivere verdeling van bladspiegel, gezet in Garamont en afgedrukt op opdikkend papier. In de reeks „Verzamelde Gedichten” waarvoor van Oorschot opmerkelijke uitgaven bracht, ook van auteurs die nog geen algemene bekendheid genoten (Hans Lodeizen, Richard Minne, Jac. van Hattum, de Züid-Afrikaanse dichteres Ellsabeth Eybers), is dit boek een der fraaiste naar de vorm, de uiterlijke verzorging.
Samenvatting2:

Uit zijn periode 1944-1956

De inhoud is Jan Hanlo zoals hij zich in de periode tussen 1944 en 1956 heeft geuit. Alles wat hij aan gedichten en invallen heeft geschreven, werd opgenomen; er zijn nog drie probeersels uit 1930 aan toegevoegd. Als de dichter zich in een latere periode niet definitief had ontwikkeld, zou men ze als zwakke rijmen gelaten hebben, nu ziet men opeens een bepaald beeld dat er uitschiet.
„Natte auto’s -- Gaan en komen -- Loodrecht op de -- Druppelzegen!..; hier is het woord loodrecht ineens verrassend. In het tweede gedichtje is dit het woord „zachte” in de Verzen: „In het zachte gladde water -- Tot de groene zachte bodem.”
De werkelijke Jan Hanlo begint echter eerst in 1944, hij was toen 32 jaar oud, had iets getekend, ook iets gecomponeerd, had een middelbare akte Engels gehaald, deed nog staatsexamen Gymnasium, ging aan de Amsterdamse Univerislteit - ik meen bij prof, Revesz - psychologie studeren, moest toen gaan werken in Berlijn maar eclipseerde al heel spoedig. Bij dé bevrijding trok hij naar Amsterdam en werd er „The English Master”, de langste tijd aan het Handelsinstituut Schoefers; in het voorjaar van dit jaar, toen een ernstige ziekte het naderende einde van zijn moeder in Houthem-St. Gerlach liet vermoeden verliet hij Amsterdam om de zeer bijzondere vrouw die mevrouw Hanlo was, spiritueel, met een hevige hartelijke belangstelling voor alle verkwikkende dingen des levens, het waarmerk der christelijke beschaving in haar wezen, nog jong genoeg om zelfs de nieuwe poëzie aan te voelen, in haar laatste levensmaanden tot steun te zijn. Het ergste voor de verder alleenstaande en ook wat vereenzaamde dichter gebeurde; zijn moeder stierf nadat zij echter nog had mogen beleven, dat aan haar zoon voor zijn gedicht „Niet ongelijk” (titel-gedicht voor zijn laatst verschenen bundel) de poëzie-prijs der stad Amsterdam was toegekend.
Samenvatting3:
Een officiële erkenning die nu echter nog wordt overtroffen door deze uitgave van zijn „Verzamelde Gedichten”. Want men moet iets betekenen, als in Holland daartoe een uitgever overgaat. Zelden zal dit iemand met zó weinig en in zó korte tijd zijn gelukt als Jan Hanlo

„Oote” was het einde

„OOTE” was een einde, wie daaraan mocht twijfelen, eventueel de dichter ervan zélf, heeft dat kunnen beleven in de variaties die na de publicatie her en der zijn vervaardigd én, gelukkig, zelden gepubliceerd. Jan Hanlo heeft nog eenmaal niet in de geluidsnabootsing van „De Mus”, dat is een grapje nog verder dan „Oote” willen gaan.
„Een paar vreemde teksten” heet dit geval, het is het alfabet door elkaar geklutst, zonder dat er meer dan twee uitspreekbare regels te voorschijn kwamen. De eerste regel is mooi. Zo: hasabawafo. Dan komt iets, dat we uit respect voor het vak van de drukker alreeds niet meer overschrijven. Het Is een der bij dragen die we nog niet eerder lazen, maar hier is zelfs het grapje mislukt. Jammer dat Jan Hanlo aan de bekoring om nog verder te gaan dan „Oote” heeft toegegeven; het gaat opeens lijken op de humorist die zichzelf grappig vindt en de succesnummers van eerst nog eens iets nadrukkelijker herhaalt, en dan blijken ze opeens flauw te zijn. Gelukkig staat er heel wat méér en van, andere kwaliteit in dit ongeveer 100 pagina’s tellende verzenboek (met enkele korte proza-stukjes o.a. de allercharmantste ontboezeming in het Antwerps), ik vind dat de verzen met ’n iets prosodische vorm „Wij komen ter wereld”, „Herleven de Nachten”, „Aan de raven”, „De zonen van de boer” bij herlezing het meeste winnen. Blijvend zijn ook ’s-Morgens, „misschien” „je” en andere speelse poëtische kleine verzen, muzikaal verwerkt. Uiteindelijk zal de poëzie, wat daar in selfdefence ook anders over gezegd is, alléén in het musische haar behoud vinden. Jan Hanlo droeg zijn „Verzamelde Gedichten" op aan Mai, zoals hij zijn moeder bleef noemen.
Geografische namen: