Toen hij erop attent werd gemaakt dat de viering van de achthonderdste sterfdag van St. Gerlachus in de zestiger jaren vanwege de toenmalige restauratie van de kerk voorbij was gegaan, zonder daar veel aandacht aan te besteden, werd het idee geboren dat 25 jaar later in te halen. Er werd een stichting in het leven geroepen van mensen uit het dorp die daar hun schouders onder wilden zetten. Het werd een glorieus gebeuren met als hoogtepunt een ommegang op tweede Pinksterdag 1990. Tienduizenden bezoekers zagen een stoet door de straten van Houthem trekken waarin talrijke inwoners het leven van St. Gerlachus uitbeelden in verschillende ‘tableaux vivants’ gebaseerd op de fresco’s in de kerk. Alle bekende parochies waar St. Gerlachus vereerd wordt, werden uitgenodigd om met een beeld van de heilige mee te trekken en vrijwel alle gaven aan de oproep gehoor. Ook de geestelijkheid uit de wijde omtrek en spirituele groepen trokken mee om uitdrukking te geven aan hun verering van St. Gerlach.
Maar de stichting ontplooide meer activiteiten. Zo werd een nieuwe uitgave van de Vita van St. Gerlachus verzorgd. Bij de presentatie tijdens een symposium in de kerk bleek de belangstelling ervoor zeer groot was. Ook werd een wetenschappelijk onderzoek naar het fenomeen kluizenaar in de tijd dat St. Gerlachus leefde in opdracht gegeven aan de universiteit van Nijmegen. Het onderzoek werd opgedragen aan mevrouw Mulder-Bakker uit Groningen.

Het resulteerde in de uitgave van het boek ‘De kluizenaar in de eik’. In het kader van dit onderzoek werd ook de tunicella van St. Gerlachus door een gerenommeerd instituut, de Abegg-Stiftung in Regisburg (Zwitserland) onderzocht en gerestaureerd. In deze tijd ontstond het idee om een museum of schatkamer in te richten waarin het leven en de verering van St. Gerlachus tot uitdrukking kon komen. Bij de restauratie van het complex werd een ruimte daarvoor bestemd en binnenkort zal deze wens van pastoor Keulers ook werkelijkheid worden. In een later stadium werd ook het gebeente van St. Gerlachus onderzocht aan de universiteit van Groningen, met als resultaat dat het gebeente inderdaad stamt uit de tijd dat St. Gerlach leefde.
Om de lokale geschiedenis nog meer onder de aandacht van de Houthemenaren te brengen werd de werkgroep ‘Houthems Verleden’ in het leven geroepen. Een aantal enthousiaste personen ging aan de slag om zoveel mogelijk historische informatie over ons dorp boven water te krijgen. Zo werden foto’s en archivalia verzameld, lezingen gegeven en plannen voor de toekomst gemaakt. Uiteindelijk leidde dit tot de oprichting van onze heemkundevereniging, nu 15 jaar geleden. Pastoor Keulers was vanaf het begin een enthousiaste medebestuurder, die zijn pastorie graag beschikbaar stelde voor vergaderingen van het bestuur.
Hierbij betuigde hij zich steeds een uitstekend gastheer! Zonder anderen tekort te willen doen, meen ik dat mede door zijn enthousiasme onze vereniging tot grote bloei gekomen is, waarvoor we hem veel dank verschuldigd zijn.

1e H. Mis opgedragen in de St. Martinuskerk te Beek.
V.l.n.r. mevr. Keulers-Smeijsters, mevr. Paula Cobben-Keulers,
pater Jos Keulers, mr. Leon Cobben en Hub Keulers.