Uw zoekacties: Herinneringen uit mijn Houthemse jeugd (9)

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Herinneringen uit mijn Houthemse jeugd (9)
Datering:
2008
Titel:
Herinneringen uit mijn Houthemse jeugd (9)
Auteur:
Jos Bielders
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, 15 (2008) nr. 1 (juni), p. 15-16
Samenvatting:
Onlangs stond in krant dat men zich in Houthem begint te verzetten tegen de verkeersdrukte in het dorp. Niet verwonderlijk. Door de langgerekte lintbebouwing heeft een groot deel van het dorp last van drukte, stank en fijnstof. Ook is er nog de snelweg A79 die het schitterende, glooiende landschap doorsnijdt, veel geluidsoverlast achterlatend.
In mijn jeugd was de bank bij de, onlangs gerooide, eik boven aan het Kallebergswègske, de plek waar de spreekwoordelijke stilte verliefde stelletjes uitnodigde elkaar woorden in de oren te fluisteren zonder afgeleid te worden door voorbij razende blikken op wielen. Verliefdheid hoort immers met tederheid te worden verkondigd. De stilte was daar zo intens dat je de trein, in die tijd nog voortbewogen door een stoomlocomotief, uit Valkenburg kon horen vertrekken en je de minuten kon tellen totdat hij puffend en hijgend in Houthem weer tot stilstand kwam. Auto’s waren in die tijd een bezienswaardigheid, als er een de van Caldenborghsweg beklom, liepen de huizen leeg om te kijken wat er aan de hand was. Meestal betrof het een vrachtwagen die iets moest komen ophalen of afleveren. De bezitter ervan vond het prima dat wij als kwajongens, altijd op ontdekkingsreis, in de cabine klommen om ons daar heel erg stoer te gaan zitten voelen.
Samenvatting2:
Toen vlak na de oorlog het toerisme weer op gang kwam en het treinverkeer nog niet mogelijk was door de her en der vernielde infrastructuur, werden de logés, die in huize Bielders een paar weken op vakantie kwamen, gebracht met een knalgele Bols-vrachtwagen. Ze werden als goederen uitgeladen, met stijve benen werd de logeerplek verkend.

Paard en wagen, bakfietsen en karretjes achter fietsen, daar bewoog men zich mee. Mijn vaders timmerbedrijf bediende zich van een handkar om van karwei naar klus te gaan. Toen veel later ook in ons dorp de gemotoriseerde gekte toesloeg en ook het timmerbedrijf mee moest in de vaart der volkeren, reed mijn oom Harrie het Volkswagenbusje met dezelfde snelheid door het dorp als vroeger gebeurde met de handkar. Dat er meer dan twee versnellingen onder de kap zaten wilde hij niet weten. Mijn vader daarentegen legde achter het stuur een onverschrokkenheid aan de dag die ons zijn hele leven lang heeft verbaasd. Hij moet minstens een dozijn engelbewaarders hebben gehad want tot echte brokken is hij nooit gekomen.

Terug naar het heden. Vergelijk deze nu eens met bijgaande foto welke ik aantrof in het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Als er al een auto door het dorp reed kon de chauffeur daarvan zich permitteren de hele breedte van de weg tot zijn domein te rekenen.

Autorijden was toen een verpozing, een aangenaam tijdverdrijf. Een auto is tegenwoordig een verlengstuk van je lichaam. De voorste wielen zijn je voeten, de achterste wielen zijn je ellebogen en zoals we weten worden die niet altijd uit begrip voor de ander gebruikt.
Trefwoorden:
Geografische namen: