Uw zoekacties: Achter de staasie

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Achter de staasie
Datering:
2007
Titel:
Achter de staasie
Auteur:
Jos Bielders
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 14, nr. 1, juni 2007, p. 13-16
Samenvatting:
Had ik het in mijn vorige bijdrage over het station, deze keer gaat het erom hoe de leefwereld achter het Houthemse station er uitzag in mijn jeugd.
De belangrijkste straat was toen de van Caldenborghsweg die in die tijd de naam weg met recht verdiende, onverhard met diepe sporen van de vele karren en spaarzame auto's die er kwamen. De karren waren van de boeren en het autobezit was in die dagen aan slechts weinigen voorbehouden. De karrensporen dienden bij regenval ook als afvoergeul voor het hemelwater.
Bij zware buien stroomde de modder over de spoorwegovergang om uiteindelijk onder aan de 'staasieberg' voor de ijzerwinkel van Philippens tot stilstand te komen.

De weg ging aan het eind, voor bij de laatste villa aan de rechterkant, over in een smal pad dat uiteindelijk voerde naar het bankje onder de oude eik, welke een aantal jaren geleden jammerlijk het loodje heeft moeten leggen wegens toegenomen ouderdomskwalen.
De twee overige straten voerden ons of naar het huis van Limpens, om die reden door mijn vader consequent aangeduid als ‘Limpensdeweg’, of naar het stort met daarachter de volkstuintjes. Voor het overige was er alleen boerenland met koren in de zomer en bieten in de winter. Daarmee is het territorium afgebakend waar wij, de jeugd van 'achter de staasie', zich vrijelijk kon uitleven.
Veel jeugd was er overigens niet. Het waren voornamelijk jongens die op straat hun vertier zochten en ....vonden. De Janssen-, Reintjes- en Bielders-kinderen waren de enige. En toevallig waren in die gezinnen de meisjes robuust in de minderheid.
Samenvatting2:
De ouderen waren vooral de bewoners van het protestants-christelijke bejaardentehuis 'Avondvrede'. Die bevolkten het immens grote pand onder aan de weg en een dependance, gevestigd in de eerdergenoemde villa aan het eind van de 'kallebergsweeg'.

Die splitsing in twee verblijven bood de altijd op kattenkwaad beluste jeugd een unieke kans om het voortdurend sluimerende generatieconflict aan te wakkeren.
Er moest immers drie keer per dag eten bezorgd worden vanuit de centrale keuken in de hoofdvestiging naar de dependance. Dat was de taak van Roelof, de huisknecht. Ook niet meer de jongste en eveneens niet de snuggerste. Hij liep met een groot dienblad met dampende gerechten zijn driedagelijkse route van beneden aan de weg naar de grote villa aan het eind. Aangezien in de herfst en winter de weg in grote duisternis was gehuld, straatlantaarns waren er niet, gebruikte Roelof zijn stem als misthoorn. Hij zong dat het een lieve lust was, voor de jeugd een teken dat hij eraan kwam. Deze wijze van foeragering was daardoor uitermate geschikt om er geregeld een klein feestje van te maken. Tussen twee aan de kant verstopte belhamels werd een touw gelegd dat aangespannen werd op het moment dat Roelof zingend en beladen met de heerlijk geurende lekkernijen passeerde. Het gevolg laat zich raden. Het vrolijke gezang ging over in gevloek van de struikelende huisknecht en de dampende schotels kletterden in de modder. Operatie geslaagd, de daders verdwenen ongezien maar met groot plezier in de duisternis.
Natuurlijk waren wij wel zo verstandig dit kunstje niet te vaak achter elkaar te vertonen, dan zou door Avondvrede immers zwaarder materieel worden ingezet voor de bevoorrading van de uitgehongerde oudjes boven aan de weg. Juist op momenten dat niemand het verwachtte, sloegen we toe.
Samenvatting3:
De van Caldenborghsweg werd later verbreed, waarvoor de huizen allemaal een stuk voortuin moesten afstaan, verhard en voorzien van straatverlichting en trottoir. Het werd al met al daardoor een echte straat waar steeds meer weilanden en landbouwpercelen werden bebouwd.

Groot was de verontwaardiging toen na de oorlog aan het begin en einde van de weg eenvoudige gemeentehuisjes werden gebouwd. De aanvankelijke bewoners werden gedwongen om grote, wat sjiekere huizen, compleet met erker, te bouwen. Nu waren de bök aan de macht en die hadden een ander soort mores.
Een groot deel van deze huizen is later weer gesloopt, mede in verband met de komst van de snelweg naar Heerlen. Deze heeft voor altijd de rust verstoord die er heerste in dit landelijke gebied. Een desastreuze aantasting van het mooie glooiende landschap.

Houthem, opgestoten in de vaart der ontwikkeling, is er ‘achter de staasie’ niet fraaier op geworden. De politiek vanuit het gemeentehuis in Valkenburg heeft altijd weinig oog gehad voor de buitengebieden waartoe Houthem na de inlijving is gaan behoren. Democratie is de vrijheid je eigen verdrukker te kiezen. Toch is het ook nu een gemeenschap waar het anders voelt dan in de rest van het dorp.
Geschiedenis kan je niet zien, zoals je ook gras niet kunt zien groeien.

Daarom schrijven we er hier in dit onvolprezen heemkundeblad de kolommen mee vol.
Trefwoorden:
Geografische namen: