Uw zoekacties: Herinneringen uit mijn Houthemse jeugd (3)

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Herinneringen uit mijn Houthemse jeugd (3)
Datering:
2001
Titel:
Herinneringen uit mijn Houthemse jeugd (3)
Auteur:
Jos Bielders
Titel tijdschrift:
't Sjtegelke
Afleveringsnummer:
't Sjtegelke, jrg. 8, nr. 2, december 2001, p. 21-22
Samenvatting:
Toen de rust in het dorp weer was teruggekeerd toen alle militairen verder waren getrokken, was het de kunst voor iedereen om de draad weer op te pakken. De wereld leek op een kip die z’n veren schudt nadat hij van z’n nachtelijke stok is gewipt en met opgeheven hoofd de nieuwe dag inspecteert. Zo verging het de Houthemenaren ook, er moest vaak van voren af aan worden begonnen.
Ook in ons gezin was dat zo. Mijn vader had het geluk dat hij een timmerbedrijf runde, samen met z’n broer. Timmerwerk was er na de oorlog genoeg te doen. Na jaren van achterstallig onderhoud en her en der ook wat oorlogsschade, was er veel werk aan de winkel. Al snel liep de weekagenda dan ook uit met vele gemaakte overuren. Wanneer dan de Houthemse gemeenschap Jeu genoeg had belaagd, lag er bij thuiskomst voor hem ook een waslijst aan klussen die geklaard moesten worden. Desem kneden, oven opstoken, brood en vla bakken, ‘sjansen’ verzamelen, konijnenhokken timmeren, voer zoeken voor deze langoren, aardappelen poten, de tuin onderhouden, het huis opknappen…., teveel om op te noemen.
Daarnaast had in ons gezin ook elk kind een vastomlijnde taak, anders zou het in ons huisgezin elke dag een Poolse landdag worden.
Pa en Mam maakten een lijst van werkzaamheden en verdeelden die, zonder onderscheid des kinds, aan ieder van ons. Dus na school was het omkleden geblazen en aan de slag.
Ons huis leek zo kort na de oorlog het meest op wat in het vakjargon wordt aangeduid als een gemengd bedrijf. Eigen voorzieningen voor groenten, het houden van kippen en ook het varken en schaap ontbraken niet in ons miniboerenbedrijfje. Het graan dat nodig was om de broden te bakken werd gewonnen door in de zomermaanden te ‘zeumeren’ en het bij elkaar gesprokkelde graan zelf te dorsen. Het werd gemalen met behulp van de koffiemolen die tegen zoveel belasting niet bestand was en dus na gloeiend heet te zijn geworden, de geest gaf.
Samenvatting2:
Dan moest er, tot ons aller opluchting een afkoelingsperiode worden doorgevoerd of het graan moest naar ‘de meule’.

Bij boer Schaepkens werden enkele bunders aardappelen gekocht die we dan avond na avond in de herfstkou op onze knieën zaten uit te sorteren in ‘’t sjop’ dat Pa en Opa achter in de tuin hadden gebouwd.
Melk werd bijna dagelijks gehaald bij dezelfde boer waardoor wij elke steen van het Kallebergsweegske kenden. Zo kwam Jan Splinter door de winter in die dagen.
Toch bleken al die inspanningen niet genoeg om de alsmaar hongerige monden van de vijf opgroeiende koters te voeden. Jong en hardwerken betekent ook een grote eetlust, een soort perpetuum mobile dus.
Mam’s organisatietalent werd erdoor geprikkeld. Ze spelde de krant op zoek naar een goed betalende neventaak. Het werd na enig wikken en wegen een contract met ‘de Erven Lucas Bols’. Deze jeneverstoker had namelijk al vroeg de kennis in huis die tegenwoordig wordt aangeduid met ‘human resource management’. Deze aanpak betekende dat het personeel, met het hele gezin, door deze firma in de gelegenheid werd gesteld om 14 dagen vakantie te vieren in de Zuid-Limburgse heuvels.

En zo geschiedde het dat op een mooie juni-zaterdag een knalgele vrachtwagen voor de deur stopte waaruit, tot ons aller verbazing, de familie Van Limburg uit Amstelveen stapte. Een geregelde dienstregeling bij de NS was er toen nog niet en dus was dit een alternatief dat de naam Bols tot in alle uithoeken van ons dorp bracht. De familie van Limburg kwam niet met lege handen; voor de heer des huizes was er een mooi kruikje ‘zeer oude genever’ en voor de chef du pension was er een lekker likeurtje. Dat alles uit de eigen destilleerderij. Er zijn er in de loop van de jaren heel wat bijgekomen. Ze zijn niet allemaal leeggedronken en dat betekent dat ik er in elk geval nog altijd een heb staan waarvan de inhoud tot in de eeuwigheid goed blijft.
Onze stulp had er een belangrijke negotie bij gekregen: die van pension.
(Wordt vervolgd)
Trefwoorden:
Geografische namen: