Uw zoekacties: De 'kuil van Curfs'

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
De 'kuil van Curfs'
Datering:
2012
Titel:
De 'kuil van Curfs'
Auteur:
Franck den Dulk ism Frans Bergsteijn en Wiel Curfs
Foto's door:
Hub Inde Braekt
Titel tijdschrift:
Markant
Afleveringsnummer:
Markant, 4 (2012), nr. 29 (augustus), p. 18-21
Samenvatting:
Foto: * Ooit in de jaren 90 gefotografeerd vanuit en luchtballon. Inmiddels is deze 'kuil van Curfs'een adembenemend natuurgebied in wording, dat vanaf een nieuw voetpad is gade te slaan .....

Foto: Mathieu Hubert Curfs deed zijn bedrijfje al spoedig uitgroeien tot toonaangevende leverancier. Op de foto in deze advertentie uit 1940 onder meer een silo met Jacobsladder en op de voorgrond een 'peperbus' waarvandaan de elektriciteit betrokken werd

Foto: Vlnr ir Roukens en dhr. Versteijnen van het Staatszicht Mijnwezen en rechts W.M.H. (Wim) Curfs.

Foto Links: op de bodem van de 'kuil van Curfs' mergelwinning met in het midden een mobile brekerinstallatie.

Foto: Mergelbreken, vlnr: Albert Cloot, Hubert Ackermans, Mathieu Curfs en Hubert In de Braekt.

Foto: Rechts: product wordt uitgereden.

Foto Boven: het laadperron van de nabij gelegen kalkbranderij van Schunk aan de Geulweg waar Pol Cabo (van de vroegere uitspanning van Polke') met zijn op gas rijdende kieper 'slam' (mijnslik) komt leveren als brandstof voor de oven.

Foto: Op de foto daaronder de restanten anno 2012.

Foto Links: wie tegenover de smalle brug over de Geul (aan het einde van de Eigen weg') rechts langs de oorspronkelijke tunnel-uitgang het brede bospad omhoog gaat, treft vrij snel aan de rechterhand de nu opengestelde, oorspronkelijke asfalt en werkweg die naar de pasgebouwde stalen bordessentrap lijdt. Eenmaal boven, voert een pad u langs de groeve en biedt verderop (o.a. via een verder liggend uitkijk bordes) spectaculaire vergezichten en een goed beeld van de totale groeve.

De 'kuil van Curfs', zo werd (en wordt) de vroegere Berg en Terblijtse mergelgroeve van de familie Curfs genoemd. Mathias Hubertus Curfs dreef begin vorige eeuw een van eerste kalkbranderijtjes, waar er in de jaren 20 al velen van waren in Zuid-Limburg. Boeren kwamen met hun karren de kalk halen om er hun land mee te bemesten, zoals al eeuwen geleden de Romeinen dat deden.
Samenvatting2:
De benodigde mergel kwam uit een afgraving langs de Geul, het begin van de groeve. Uiteindelijk zou de Curfsgroeve zo'n 80 voetbalvelden groot worden bij een maximale diepte van circa 40 meter. In 2009 liep de concessie af en is de productie gestopt. Wat blijft is een adembenemend gebied waar stichting het Limburgs Landschap in opdracht van eigenaar Provincie Limburg het beheer voert en ijvert voor ontwikkeling en instandhouding van allerlei bijzondere natuurlijke aspecten. Aan de noordzijde van de 'kuil van Curfs' is inmiddels een voetpad gerealiseerd, vanwaar wandelaars de spectaculaire mix van industrieel verleden en de verovering daarvan door de natuur kunnen gadeslaan. Werden in onderaardse groeven vooral blokken gebroken voor de karakteristieke Limburgse bouw, in de zogenaamde daggroeven', werd mergel gedolven en gebroken voor kalkproductie bestemd voor onder meer bemesting en witkalk (ook al voor die bekende Limburgse witte huizen en boerderijen). De vanaf de Krijttijd - ongeveer 127 miljoen jaar geleden - ontstane mergel is langs de Geul hier en daar zichtbaar aan de wanden van het in de loop van miljoenen jaren uitgesleten Geuldal. Maar voor de exploitatie van de mergel in de rondom, hoger gelegen gebieden, moest een reis door de tijd gemaakt worden. Al gravend baande men zich (met steeds geavanceerder machines) een weg door het zogenaamde afdek' van chronologische tijdvakken. Van boven naar beneden, van jong naar onwaarschijnlijk oud. Van het (tegenwoordig nog durende) tijdvak Holoceen, via Pleistoceen, Plioceen, Mioceen, Oligoceen en Eoceen om tenslotte, na circa 40 meter diep graafwerk, bij de Krijttijd aan te komen op de bodem van de vroegere oerzee, daar waar de resten van miljarden schelpdieren zich tot de zachtgele mergel gevormd hebben.
Samenvatting3:
Nadat de genoemde tijdperken in de hoogopgaande wanden aan het daglicht gekomen waren, begon het eigenlijke werk: de delving van de mergel, ter plaatse ongeveer 25 meter dik tot op een diepte van 54 meter boven NAP (Nieuw Amsterdamse pijl), daar waar in het hooggelegen Zuid-Limburg het grondwater begint. De grond werd terrasgewijs, laag na laag afgegraven. Eerst met eenvoudige machines, vanaf de jaren zeventig met geavanceerde, zogenaamde twinmotor scrapers die per halve minuut zo'n 35 m3 grond konden oppakken en in zich opnemen. Giganten van meer dan een miljoen gulden per stuk en met wielen met een doorsnede van ruim 2 meter, waarvan een buitenbandje alleen al 12.000 gulden kostte. De firma Curfs had drie van deze geweldenaars in dienst. Het diepe, verre gegrom van machines, onderin en langs de randen van de kuil was tot voor kort een bekend geluid voor de omringende bewoners! Ook een bekend geluid waren vroeger de ontploffingen, veroorzaakt door de in de mergel ingeboorde buskruitladingen, die in serie tot ontploffing gebracht werden. Daarmee werd de mergellaag 'iets losgewoeld', waarna een graafmachine de mergelwand afbreekt en een laadschop de vrachtwagens vult. De vrachtwagen stort vervolgens de brokken op het rooster van een brekerinstallatie, waarin de brokken verpulvert worden. De brokken die niet door het rooster konden werden met voorhamers handmatig aan kleinere stukken geslagen. Een 'Jakobsladder' (een bijna verticale lopende band met emmerbakken) transporteerde de fijne mergel naar een silo's waaronder vrachtwagens gevuld konden worden om ten slotte het product (via de bekende 'Eigen weg') naar bijvoorbeeld een kunstmestfabriek te vervoeren. Maar ook liep er een spoor uit WO II (organisation Todt) vanaf de silo naar Meerssen waarmee de mergel getransporteerd werd. De mergelwinning werd gecontroleerd door het Staatstoezicht op de mijnen, in het bijzonder waar het de veiligheid betrof. Op gezette tijden kwam men langs bij de familie Curfs.
Samenvatting4:
Het bedrijf is in de jaren 60 opgesplitst in vier divisies, waar inmiddels de derde generatie Curfs leiding gaf aan respectievelijk de Mergelexploitatie (Wiel Curfs), het Grondverzetbedrijf (Paul Curfs), de Onderhoudsmaatschappij (Theo Curfs) en de Transportmaatschappij (Eugene Curfs) en had al met al zo'n 35 man in dienst. De belangrijkste afnemers waren SBB (Stikstof bindingsbedrijf, later opgegaan in UKF - Unie van Kunst-mestfabrieken), DSM in Geleen en Ankersmit in Itteren, die voor haar textielfabriek in Deventer de kalk gebruikte voor het logen van de stoffen. Het was deze fabriek die eind jaren 80 het bedrijf van Curfs uit strategische overwegingen aankocht en de verder exploitatie ter hand nam. Dit duurde tot 2009, inmiddels onder de naam Ankerpoort, waarmee een einde kwam aan de concessie. De concessie, de vergunning voor de exploitatie, liep toen af en werd niet meer verlengd. Een van de voorwaarden voor de concessie was dat men per 1 meter diep ontgonnen hectare een gulden afdroeg aan een speciaal fonds, dat bestemd was voor het eindafwerkingsplan', dat in werking zou treden zodra de concessie af zou lopen. Hiermee is en wordt de herinrichting, beheer en onderhoud inmiddels deels bekostigd. Rond de groeve is een raster geplaatst waarlangs aan de noordzijde een nieuw aangelegd wandelpad loopt, dat te bereiken is via een 30 meter hoogopgaande stalen trap met tussenliggende bordessen, die bereikbaar is via de vroegere asfalten werkweg naar de groeve. In de groeve grazen inmiddels 35 geiten die er voor moeten zorgen dat niet alles dichtgroeit, zodat enerzijds een natuurlijke variatie gewaarborgd is, maar dat ook de terrasvormige afgraving zichtbaar blijft voor de wandelaar, als instructieve herinnering aan de ruim 80 jaar mergelexploitatie die hier plaatsgevonden heeft. En waarmee de (oer)geschiedenis van de kuil van Curfs' en al die werkers die er in de loop der jaren hun brood verdiend hebben recht gedaan wordt.
Geografische namen: