Uw zoekacties: Dienst van De Hout, de Plantsoenen en de Begraafplaatsen te Haarlem Karin Eyck even uit de schaduw : BEELDENDE KUNST Dubbeltento...

Artikelen ( Heemkundevereniging Houthem-St.Gerlach )

beacon
 
 
Artikel
Karin Eyck even uit de schaduw : BEELDENDE KUNST Dubbeltentoonstelling van kunstenaarsechtpaar Charles en Karin Eyck in Wittem en Valkenburg
Datering:
2015
Titel:
Karin Eyck even uit de schaduw : BEELDENDE KUNST Dubbeltentoonstelling van kunstenaarsechtpaar Charles en Karin Eyck in Wittem en Valkenburg
Auteur:
Adri Gorissen
Foto's door:
Museum Land van Valkenburg
Titel tijdschrift:
Dagblad De Limburger
Afleveringsnummer:
Dagblad De Limburger, 26/6/2015
Samenvatting:
Foto's:
- Links: Zoon Ragnar in atelier Ravensbos (Charles); rechtsboven: Karin getekend door Charles; rechtsonder: Zweeds landschap (Karin).
- ‘Celliste’ (Karin).

Echtelieden die beiden schilderden, dat waren Charles en Karin Eyck. Hun werk wordt belicht in een dubbeltentoonstelling in Wittem en Valkenburg die zondag opent.

Kunstenaar Charles Eyck (1897-1983) en zijn vrouw Karin Eyck-Meyer (1901-1996) organiseren ergens in de jaren vijftig van de vorige eeuw een kleine verkooptentoonstelling in hun woning Ravensbos te Schimmert. Eén van de bezoekers is erg gecharmeerd van een geëxposeerd schilderijtje en wil het graag kopen. Tot hij hoort dat het van Karin is, dan is de interesse meteen weg. Kleinzoon Charles Eyck jr. haalt het verhaal aan om de verhoudingen tussen de beide kunstenaars en echtelieden te schetsen. Uit zijn relaas wordt duidelijk dat voor zijn grootvader de hoofdrol is weggelegd in het huwelijk, voor zijn grootmoeder is er een rol op de achtergrond. Een ietwat dienende functie, waarin ze ervoor zorgt dat het in 1938 gebouwde Ravensbos een goed thuis voor haar man is, waar hij in alle rust aan zijn expressionistische oeuvre kan werken. Ze beschermt hem tegen de buitenwereld die altijd wat van hem wil. Met die rol is ze best tevreden, weet Charles jr. „Dat is voor haar heel goed geweest”, stelt hij, „daardoor kon ze zonder bemoeienis van wie dan ook aan haar eigen oeuvre werken, hoefde ze zich er niet mee bezig te houden of haar schilderwerk goed in de markt lag en waren onderhandelingen en compromissen met opdrachtgevers overbodig.” De in Meerssen geboren en op jonge leeftijd doof geworden Charles Eyck leert Karin Meyer kennen nadat hij in 1922 de Prix de Rome (de belangrijkste Nederlandse prijs voor jonge en talentvolle beeldende kunstenaars) wint. Met het prijzengeld maakt hij een studiereis door Italië en Spanje.
Samenvatting2:
In Italië ontmoet hij Karin, die in Stockholm de kunstacademie heeft gedaan en vervolgens door haar vader op kunstreis is gestuurd om een vriendje te vergeten. Ze vallen voor elkaar en samen reizen ze verder door de mediterrane wereld. In 1929 gaan ze terug naar Nederland en daar boekt hij vervolgens grote successen, vooral doordat hij heel veel kerkelijke opdrachten krijgt. Karin blijft al die tijd zelf schilderen en zal er tijdens hun huwelijksjaren ook niet mee stoppen. „Ze zette vooral Zweedse jeugdherinneringen op het doek”, vertelt Charles jr. „Zo is er een jeugdtafereel waarop te zien is hoe haar vader met een boot aankomt en op de aanlegsteiger met bloemen wordt begroet. Verder maakte ze pastels met religieuze onderwerpen en heel veel portretten van familieleden, vrienden en bekenden. Die portretten vind ik het mooiste onderdeel van haar werk.” Haar werk is heel anders dan dat van zijn grootvader, stelt de kleinzoon. „In de stakerige figuren in de landschappen van mijn grootmoeder zie je iets van haar bewondering voor de stilering van menselijke figuren door Giacometti, en in de kleuren zie je haar waardering voor Chagall. Ze heeft een zekere romantische inslag waarbij ze terugkijkt naar het verleden. Grootvader heeft die romantisch-nostalgische inslag ook, maar hij laat zich door het nu leiden, hij legt vast wat allemaal door menselijke invloed verandert. Je ziet bij hem altijd de moderne tijd het landschap intrekken, soms door er simpelweg een telegraafpaal of een verkeersbord in vast te leggen.” Opa Charles is - en dat is volgens de kleinzoon het belangrijkste verschil tussen de echtelieden - voortdurend gericht op het naar buiten brengen van zijn werk en is enorm productief. Oma interesseert dat veel minder en hoeft ook niet per se te exposeren.
Samenvatting3:
De grote productie van grootvader maakt dat de kwaliteit van zijn werk wel eens minder is, vindt Charles jr. Hij herinnert zich dat als hij logeerde op Ravensbos hij meestal ’s morgens om acht uur door opa voor het ontbijt werd gewekt. „Grootvader had dan al een paar uur gewerkt en zei dan vaak achteloos: ik heb al drie schilderijen opgezet.” Een andere herinnering is dat de kleinkinderen altijd het atelier van grootvader konden binnenlopen. „Je was er altijd welkom en hij nodigde daar ook heel veel mensen uit. Bij oma was dat anders, daar mocht je zomaar niet naar binnen. Het was echt haar territorium.” Of ze veel met elkaar spraken over hun werk, weet hij niet. „Ze waren niet zo van de dialoog en gingen ieder hun eigen weg, zeker wat hun werk betrof.” Hij kent ook maar één werk waar ze samen aan hebben gewerkt: een beeld van Maria met kind. „De eerste tekening daarvoor heeft grootmoeder gemaakt, grootvader heeft die uitgewerkt en collega-kunstenaar Frans Gast heeft het beeld geboetseerd. Wij kleinkinderen noemden dat altijd de Chafraka: Charles, Frans en Kaka, dat was haar troetelnaam.” Door de expositie in Museum Het Land van Valkenburg, waar de nadruk ligt op haar schilderijen en waar veel nooit eerder geëxposeerde portretten worden getoond, treedt Karin Eyck even uit de schaduw van haar man Charles. Die hoeft zich niet tekort gedaan te voelen, want in de Kloosterbibliotheek van Wittem zijn veel landschappen van zijn hand te zien uit de periode vóór 1950. Bovendien wordt in Valkenburg de sfeer van zijn atelier in Ravensbos opgeroepen met door de familie ter beschikking gesteld materiaal. Exposities ‘Karin en Charles Eyck op Ravensbos’ in Museum Land van Valkenburg en ‘Charles Eyck verzameld uit particuliere collecties’ in Kloosterbibliotheek Wittem, t/m 30 augustus.
Geografische namen: