De plattegrond van Groningen is verschenen bij het artikel van D. de Vries Reilingh, 'De cholera te Groningen. Vervolg en slot.' (pp. 641-645) in het op 15 februari 1833 verschenen deel 17 van de Bijdragen tot de kennis en behandeling van den Aziatischen buikloop in Nederland, onder redactie van D.J.A. Arntzenius. De Groningse plattegrond is gebaseerd op een gelijksoortige plattegrond betreffende choleragevallen in Scheveningen, eerder door Arntzenius gepubliceerd. Op de Groningse plattegrond zijn met de cijfers 1-100 de woonplaatsen van de eerste honderd cholerapatiënten aangeduid, in chronologische volgorde van melding. Enkele gebouwen, die in het kader van de bestrijding van de ziekte een rol speelden, zijn met letters aangegeven: A) het stadhuis, tevens de zetel van de cholera-commissie, B) Martinikerk, C) Akerk, D) Nieuwe Kerk, E) de kazerne aan het Nieuwe Kerkhof, F) het arsenaal aan het Schuitendiep, dat als ‘cholera-ziekenhuis’ was ingericht, G) de kazerne in de Kleine Peperstraat, als ‘gewoon ziekenhuis’ in gebruik, en H) de ‘Militaire Ziekenzaal’ in het voormalige Prinsenhof aan het Martinikerkhof. Ook overeenkomstig Arntzenius’ plattegrond van Scheveningen, waarop mede de waterafvoer is aangegeven, vindt men op de plattegrond van Groningen de afwateringsgoten en -riolen buiten de diepen rond de binnenstad.

Verso een lijst der pleinen en straten