Uw zoekacties: Verzameling F. van der Tuuk, 1613 - 19e eeuw

662 Verzameling F. van der Tuuk, 1613 - 19e eeuw ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
662   Verzameling F. van der Tuuk, 1613 - 19e eeuw
Toelichting
De hier beschreven stukken vormen geen archief. Zij zijn misschien ten dele afkomstig van de familie van der Tuuk (zoals bijvoorbeeld particuliere stukken als in nr. 4), ten dele door leden of aanverwanten van dat geslacht in hoedanigheid opgemaakt of ontvangen (zoals bijvoorbeeld de nrs. 15 en 103), ten dele misschien ook door hen in verband met hun persoonlijke belangen van anderen verkregen.
Mr. F. van der Tuuk zelf was notaris; zonder twijfel zijn hem in die hoedanigheid ook stukken toevertrouwd. Fragmenten vindt men van archieven (bijvoorbeeld van de Omlander compagnie, van het veenschap der Oostermoersche en Zuidenveldsche venen). Maar het was ondoenlijk (ook door de talrijke afschriften), om een archief te vormen.
Daarom zijn de stukken niet ingedeeld en slechts chronologisch geplaatst, de afschriften daarbij stellend in hun (vermoedelijke) tijd van vervaardiging; aan het slot volgen die stukken, waarvan alleen een eeuwjaar was te noemen. Op deze wijze zijn tenminste de stukken te gebruiken.
Belangrijke stukken komen in deze verzameling voor. Het is alleen te betreuren, dat de vroegere eigenaars er niet meer zorg aan hebben gegeven, waardoor zij meer tot hun recht konden komen.
laatste wijziging 13-07-2021
135 beschreven archiefstukken
Catalogus
1 "Copia van een coopbrief" (door Johan Mepsche als rentmeester van de stad Groningen aan prof. Borgesius e.a.) "van vier en twintig lotten veen" (aan de Pekel A). "1649"., 1649
2 "Conditiën van de verhuyringe der veenen in de Pekel, beraemt bij de h. heeren borgemeesteren ende raadt in Groningen". - Voorwaarden, waarop de venen in de Pekela verhuurd zullen worden, door burgemeesteren en raad van Groningen vastgesteld, 1651 jan 23
3 Afschrift van het "Acc(oort) tusschen de stadt Gr(oningen) en de geïnteresseerden in de Monnike-veenen wegens 't afvoeren van turf door Sapmeer, 1651", circa 1651
4 Testament van Tyerdt Yeens en zijn vrouw Rench Douues, waarbij zij de langstlevende het levenslang vruchtgebruik van hun goederen maken, 1665 nov 6
5 Afschrift van artikel 5 uit een ordannantie van burgemeesteren en raad in Groningen van 30 december 1667, bevelende de doop van de kinderen van "pausgesinde" "in onse publicke kercken", circa 1667
6 Ordonnantie van burgemeesteren en raad in Groningen, voor Veendam en Wildervank vaststellende de prijs van het brood en het bier en bevelende voor alles "oprechte elle, mate ende gewichte" te gebruiken, 1681 feb 7. Gedrukt
6a Resolutie van de participanten van de Ommelander Compagnie, 1669 maart 24
7 Stukken betreffende de terugvordering door Titia van Walta wed. G. de Mepsche, raadsheer, als erfgenaam van R. de Mepsche, rentmeester, van de belanghebbende grondeigenaars aan het Oosterdiep in Veendam van de kosten van herstel van verlaten in dat diep, 1687/90. Met stukken betreffende "het maeken ende verstellen" van het verlaat van 1665; en een paar retroacta, 1639 en circa 1669
8 Ordonnantie van burgemeesteren en raad op de overdracht door beklemde meiers van hun rechten op eigendommen van de stad Groningen in Sappemeer enz., 1705 jan 14. Gedrukt
9 Afschriften van stukken van 1706 en 1707, waarin bepalingen over de wijziging van het contract van 21 maart 1649 tussen de Ommelanden en Wirto Matthiae, bepaaldelijk over het graven van het hoofddiep in de Meedener venen, circa 1709
10 "Order op het luiden in Veendam". - Afschrift van de extract-resolutie van gedeputeerde staten van Stad en Lande van 11 februari 1710, goedkeurende de geïnsereerde "Opstellinge van de heeren kerkvoogden in Veendam wegens het overtollig luyden met de klocke bij versterf en begrafenissen", circa 1710
11 Afschrift van de - door burgemeesteren en raad van Groningen op 10 december 1714 goedgekeurde - willekeur van 22 november 1714 op de ontginning van de Medemer en andere venen (Ommelander Compie. venen) in Veendam, circa 1714
12 Notarieel extract uit een akte van 17 oktober 1656 en notarieel afschrift van een akte van 7 mei 1658, waarbij Adriaen Geerts Wildervank en zijn vrouw Margaretha Hardenbarchs veen verkopen boven Muntendam, aan de westzijde in de Compagnie, strekkende over de Olde AE in 't Monnicke-veen, 1717
13 Afschrift van de willekeur van 19 april 1719 op de turfgraverij, vastgesteld door de veengenoten van de Monnike-veenen in de Borger-Compagnie (van de Monnike-Swette tot de Orangevaart), te Veendam, circa 1719
14 Afschrift van het "Contract en wilkeur raekende de Medemer en andre veenen, bevorens bekent onder de naam van de Ommelander-Compagnie en nu by verscheiden eigenaers bezeten, om te dienen tot een vasten voet en ordre waerna werken en lasten inkomstig te setten en te dragen", - door de belanghebbenden vastgesteld 22 November 1714 (en door burgemeesteren en raad van Groningen bekrachtigd 10 December 1714). Met afschriften van een extract-resolutie van burgemeesteren en raad van 14 maart 1718, houdende wijziging van art. 5 van de willekeur, en een ongedateerde aanvulling van de willekeur , circa 1720
15 "Dijkbrief van 't jaar 1727. - "Nº. 96". - "Dykrolle". - "Jacob Roelfs en cons. c. heer gesw. Nauta. Dr. Emmerij orig. Dr. Nauta c" - dijkbrief voor wateren en wegen in Veendam, vastgesteld door de belanghebbende eigenerfden, 25 oktober 1724; en goedgekeurd te Zuidbroek 17 december 1724, 1724
16 "Decisie van haar hoog mog. van den jaere 1726." - Extract-resolutie van de staten van Stad en Lande, houdende aanneming door beide leden van de "decisie by de heeren haar hoog mog. gedeputeerden over de tot dusverre tusschen beyde de leeden swevende differenten geformeert.", 1726 apr 17. Gedrukt
17 "Willekeur der veengenooten van de veenen, gelegen in de jurisdictiën der stadt Groningen, 18 December 1727, goedgekeurd door heeren burgemeesteren en raad van Groningen 20 December 1727 en 12 Maart 1728". - Reglement op het graven van turf, 1728. Gedrukt
18 Afschriften van: 1. een resolutie van 17 september 1721 van de belanghebbende participanten van de Munnickeveenen in Veendam, en 2. een resolutie van 21 juli 1729 van burgemeesteren en raad van Groningen, genoemde belanghebbende machtigend tot het opmeten naar dagwerken van de in de Munnike-veenen boven de Munnike-zwette te graven turf, circa 1729
19 "Resolutie der edele mooghende h. heeren borgemeesteren ende raadt omtrent de willekeur der turffgraverije". - Afschrift van het besluit van 24 april 1731 van burgemeesteren en raad van Groningen, dat de willekeur op de turfgraverije te ... 6 jaren van kracht zal zijn, terwijl aan gecommitteerden wordt opgedragen het ontwerpen van een nieuw reglement, 1731
20 "Ordre en reglement, waarna de ingezetenen in de Pekela aangaande het begraven van haar veen, met den aankleve van dien, haar zullen hebben te reguleren". - Reglement op de vervening in de Pekela, vastgesteld en goedgekeurd door burgemeesteren en raad van Groningen, 1732 feb 18. Gedrukt
21 Afschrift van de missive van 9 april 1737 van de stadhouder aan ..., verslag gevende van het voorgevallene ter "monstering van de Ommelander landdagscomparanten"., 1737
22 Verklaring door Peter Jans Schudt en Hindrick IJa(c)obs Moijbrock, dat Isaac Freriksz. en ds. Eppo Botterman de weg ten noorden de Ommerlanderwijke in Veendam, van de molen naar het verlaat, naast hun landen altijd hebben laten maken op eigen kosten, 1739 apr 30
23 "Willekeur en ordre waarna de schipperen in Veendam, Wildervank en verder in het Oldambt, onder dese gilde behorig, haar sullen moeten reguleren, ingevolge apostille der edele mog. h.h. borgemeesteren en raad in dato den 2 Febr. 1737", met een "Nadere ampliatie en alteratie", 1743 feb 19
24 "Diploma van den 2 December 1749". - Afschrift van de opdracht door de staten van Stad en Lande van het erfstadhouderschap en kapitein- en admiraal-generaalschap van hun provincie aan zijn hoogheid Willem Karel Hendrik Friso en zijn manlijke en vrouwelijke nakomelingen, circa 1749
25 Afschrift van het vonnis van burgemeesteren en raad in Groningen van 25 april 1755, in het geschil tussen J. ter Pelkwijk en cons. als geïnteresseerden in de zogenaamde Omlander-Compagnie in Veendam tegen dr. H. Forsten, wegens zijn plaatsnemen in de kerkbank van de compagnie te Veendam. Onvolledig, circa 1755
26 "Request", met bijlagen, "van de gesworen (Dr. L.) Sijlman en consorten." (burgers en ingezetenen der provincie van Stad en Lande aan de staten dier provincie) "over het gedaene arrest van derselver goederen in Oost-Friesland" op last der keizerlijke administratie, 1757
27 "Contract en willekeur rakende de nieuwe compagnie gelegen in de zogenaamde Ommerlander-Compagnie tusschen Nº. 13 en 14 zuidzijde, om te dienen tot een vaste voet, waernae een iegelijk in dezelve sig in dezelve sig in 't toekomstige zal moeten reguleren", door de deelhebbers en eigenaars vastgesteld 8 mei 1758, en door burgemeesteren en raad van Groningen bekrachtigd 21 juni 1758, circa 1758
28 Afdruk van een missive van 30 december 1758 van de erfprinses van Hessen-Cassel aan de staten-generaal, met verzoek om tussenkomst bij het Franse hof ten behoeve van het graafschap Hanau; met begeleidend schrijven van de gedeputeerden van Stad en Lande ter generaliteit aan hun committenten, 20 januari 1759; - en met afschrift van de besluiten door de staten van Holland en West-Friesland terzake op 8-12 februari 1759 genomen, 1759
29 "Order en willekeur, waarna de schipperen van de Wildervank en Veendam, en verder in het Oldambt onder dezelfde gilde behorig, haar zullen moeten reguleren, ingevolge apostille der edele mog.h. borgemeesteren en raad in dato den 4 Febr. 1764". - Reglement voor het gilde der schippers uit Veendam, Wildervank en Oldambt, 1764. Gedrukt
30 "Informatie van en omtrent het proces van den heer borgemeester W. Sikkema en cons. in qte. over het uitzetten van den Dollardtijk". - Memorie, met bijlagen, betreffende het proces, voor burgemeesteren en raad van Groningen gevoerd door de burgemeester W. Sikkema c.s. (als gemachtigden van het merendeel van de belanghebbende ingelanden van het kerspel Oostwold en Oostwoldemer Hamrick) tegen Zwijko Emmen c.s. (als gemachtigden van de karspelen van het Wold-Oldambt) tot medewerking aan de verlegging van de Dollarddijk, 1764
31 Afschrift van de bouwverordening voor de Pekela A door burgemeesteren en raad van Groningen op 13 april 1768 vastgesteld, circa 1768
32 "Condijtiën van de uitdoeninge van de veenen bij het Bareveld in 't voorjaar van Aº. 1769" - "Conditiën waarop ... borgemeesteren ende raadt in Groningen ... publijck an de meestbiedende gedenken te verkopen de vergravinge van het veen gelegen in de Boven-Wildervank"., circa 1769
33 Akten, waarbij Albert Hindriks Groen, voor zich en zijn vrouw Meentje Jans, in eeuwigdurende erfpacht overdraagt aan Reneko Klaasen een tuin, waarop K.'s huis, aan de zuidzijde van de Omlander Compagnie in Veendam tegen 4 gld. per jaar, 7 maart 1708, - en cedeert aan Thomas Smit, koopman, dezelfde tuin, waaruit genoemde pacht , 1769 jul 17
34 Afschrift van de voorwaarden van 1777, waarop de ingelanden "aan de noordzijde in het Sappemeer en het Hoogezant", strekkende van de Knijpslaane tot aan de Jagerswijke en soo vervolgens tot aan de swettedijk van die van Noordbroek", met hun landerijen zullen sworden toegelaten tot "uitwateringe" tot de Drie Delfzijlen, circa 1777
35 "Dykbriev van 1779". - Afschrift van de dijkbrief van 30 april 1779, vastgesteld door de collatoren en schatgeveren van Zuidbroek en Muntendam, goedgekeurd door het gericht van het Wold-Oldambt op 18 mei 1779, circa 1779
36 Rekest van Hindrik Jans Klatter en Grietje Roseboom aan burgemeesteren en raad van Groningen, om voor het door hen aan S.H.W. Grijp, weduwe van de rentmeester P. Sijlman gekochte recht van de vaste altijddurende beklemming van 2 roggemolens in de Boven- en de Beneden-Pekela, met de daarbij behorende behuizingen, rosmolens, landerijen enz., als vaste beklemde meiers te worden te boek gebracht; - met difficulterende apostille, waarbij echter de verzoekers wel teboekbrenging wordt toegezegd, onder voorwaarde dat de molens bij eventuele verplaatsing weer op stadsgrond zullen worden gezet, 1784
37 Rapport van de heren van Lynden van Hemmen en andere hoogmogende gedeputeerden tot de zaken van Vlaanderen met gecommitteerden uit de raad van state aan de staten-generaal, betreffende de vraag hoe bevriende mogendheden de republiek zouden kunnen helpen terzake van de opmars van Oostenrijkse troepen naar de grenzen, 1784
38 "Conditiën van verhuring van het verlaat in Veendam". - Akte van verhuring door de gecommitteerden van de vijf leden van Veendam, Wildervank en Omlander-wijk aan Jacob Hendriks van het verlaat in het Westerdiep te Veendam, 1788 dec 23
39 Notificatie van burgemeesteren en raad van Groningen betreffende de door de turfschippers aan de verlaatmeesters van de benedenste verlaten te Barreveld en te Veendam te doene verantwoording, waar de door hen vervoerd wordende turf is gegraven, 1791 dec 29. Gedrukt
40 "6. Harm Jans cª. Tjapke Jans & cons. Dr. van Iddekinge f 2-2. - Schippers-gilde-rolle van Veendam en Wildervank". - Afschrift der gilderol, vastgesteld door de schippers van Veendam en Wildervank "en verder in den Oldambte" op 25 januari 1772, en goedgekeurd door de drost van de beide Oldambten op 31 januari 1772 , circa 1792
41 "Conditiën van verhuiring van een veenplaate, ten noord-oosten van 't nieuwe canaal in de Boven-Wildervank Nº. 14. "1792", door gecommitteerden van burgemeesteren en raad van Groningen aan Willem Hegge, 1792
42 "Motiven van rechte in casu secundae revisionis, aan de edel mogende h. heren gecommitteerde reviseurs overgegeeven door Sywertje Aylts weduwe Eenje Tonkes" en alter door haar erfgenamen Hindrik Pieters en Pieter Egberts in haar (hun) proces tegen Edzo Tonkes en cons., over de vraag of appèl mogelijk is van een scheidsrechterlijke uitspraak, ingevolge een overeenkomst daartoe, waarin een "clausule van renunciatie an appel of reductie". Gedrukt, 1793
43 Gunstig geapostilleerd rekest van Hendrik Hendriks Houwink en Klaas Reenkes, respectievelijk als gevolmachtigde van de participanten van het verlaat in de Omlander wijk onder Veendam en van de landgebruikers langs de Omlander wijk en de zuidzijde van de Zuidwending onder Veendam, aan burgemeesteren en raad van Groningen om tol te mogen heffen van de gebruikers van de weg langs en de klapbrug over genoemd water, 1794
44 "Reglement", volgens hetwelk een "algemeene nationale vergadering" door het volk van Nederland" zal worden bijeengeroepen en werkzaam zijn, 1795
45 "Plan" voor het bijeenroepen van "het volk van Nederland" in "een algemeene vergadering" ter bepaling van de regeringsvorm, 1795. Met een oproep "Aan het volk van Friesland" tot wijziging van de bestaande regeringsvorm, 1795
46 Brieven (van 1797) en afschriften van stukken (van 1788 - 1797) betreffende de overname door de Oostermoersche veengenoten van (het onderhoud van) de Oostermoersche vaart, de afpaling van de Drentse venen van de Groningse en de afvoer van het Drentse turf door de Groningse wateren, door L. Grevylink toegezonden aan T. Aapkens en Jurrijn Koerts, 1797
47 "Poincten door de municipaliteit der stad Groningen overgegeven aan de gecomm. van de landschap Drenthe en der veeneigenaren van de Oostermoersche en Zuidenveldsche veenen, om daarop den doorvoer door de stadswateren toe te laten, in dato den ...1) 1798; - alsmede poincten tegen dezelve overgegeven door laatstgenoemde gecommitteerden aan de municipaliteit der stad Groningen, in dato den ...1) 1798", 1798
48 "Ordre waerna d'ingezeten van Veendam ende Wildervanck in het verleende octroye ofte vrydom van impositiën op de generale middelen beraemt volgens resolutie van de staten van Stad en Lande de dato den 11 December jongst (n.l. 1657) zich sullen hebben te reguleren.", circa 1800
49 Afschrift van de akte van burgemeesteren en raad van Groningen van 16 april 1750, waarbij de belanghebbende ingezetenen van de Wildervank en die der Oostermoersche venen bekrachtigen de overeenkomst van 6 januari 1713 tussen genoemde partijen betreffende de opstrek en genot van de Anner venen ten noordoosten van de Semslinie en de aanleg en het onderhoud van de voor de afvoer van de Drentse turf nodige kanalen in aansluiting met die onder de Wildervank, circa 1800
662 Verzameling F. van der Tuuk, 1613 - 19e eeuw
Catalogus
49
Afschrift van de akte van burgemeesteren en raad van Groningen van 16 april 1750, waarbij de belanghebbende ingezetenen van de Wildervank en die der Oostermoersche venen bekrachtigen de overeenkomst van 6 januari 1713 tussen genoemde partijen betreffende de opstrek en genot van de Anner venen ten noordoosten van de Semslinie en de aanleg en het onderhoud van de voor de afvoer van de Drentse turf nodige kanalen in aansluiting met die onder de Wildervank, circa 1800
Datering:
circa 1800
Omvang:
1 stuk
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 09-03-2007
50 "Copieel contract nopens de Veenhuister veenen". - 2 afschriften van de akte van 10 mei 1771, waarbij Wubbe Koilers c.s. overdragen aan A.H. Berghuis, als rentmeester van de stad Groningen, een stuk veengrond ten oosten van de Semslinie langs de Barkelasloot tot aan de grens van Onstwedde, circa 1800
51 Afschriften van stukken van 1767 - 1801 betreffende de vergraving van de Oostermoersche venen en de afvoer van het Drentse turf door de Groninger wateren, circa 1801
52 Afschrift van: 1. de overeenkomst van 31 maart 1801 tussen de landgebruikers zwettend aan de weg langs de Zuidwendinge van de Harm Orsets, dicht bij de Omlander wijk gelegen, klapbrug tot aan nr. 15 aan de zuidkant van de Zuidwendinge, omtrent het onderhoud van en de schouw over die weg, - 2. de "wegrolle", op die overeenkomst gegrond, circa 1801
53 Sententie van het hof van Friesland inzake (de?) erfgenamen van Acke Terwisscha revidenten, en de curator over de gerepudieerden boedel van Engelbertus Alexander Kannart toe Lieaukema, in leven leraar van de Roomsgezinde gemeente te Warga, gerevideerde, betreffende de betaling van een obligatie ten laste van A.T., 1802. Met retroacta en enige aantekeningen, 1535, 1609, '12/13, '14, '96/7, 1716/22, '18, '20, '22, '23, '89, '98
54 "Willekeur op de onderhuuring der ploegen tot de turv-gravery, in Veendam cum annexis, Wildervank, Pekel A, Westerwoldsche Stadscanaal, beneffens Kiel, Annerveensche Compe., Eext, Gieter- en Bonner-venen, dato 23 February 1804." - "Willekeur en reglement op de turv-gravery in Veendam cum annexis, Wildervank, Pekel A, Westerwoldsche Stadscanaal, beneffens Kiel, Annerveensche Compagnie, Eext, Gieter- en Bonner-venen" vastgesteld door de volmachten over de turfgraverij, 23 Februari 1804; ,met ondergeschreven bekrachtigingen door de belanghebbenden te Wildervank, in de Kijl en Anderveensche compagnie, en van Gieter- en Bonnerveen, 1804 feb 29 - mrt 3
55 Extract-resolutie van het departementaal bestuur van Stad en Lande van Groningen van 29 juni 1804, waarbij aan ds. M. van der Tuuk, predikant te Veendam, een vergoeding van ƒ 125,-- per jaar wordt toegekend wegens de toekenning bij publicatie van 4 mei 1803 van het recht van zegelen in de gehele Borger- en Trips-compagnie aan de drost van de jurisdictie van het Gorecht en Sappemeer, 1804
56 Afschriften van stukken van 1801 - 1804 betreffende de oplossing door de drost van de beide Oldambten van het geschil tussen de dijkrichters van de Wildervank en die van het Westerdiep en het Oosterdiep in Veendam, circa 1804 en z.j
57 "Reglement op het gebruik van het hoofddiep, zoo Ooster- als Westerdiep en verders te Veendam, wat betreft de doorvaart door klappen en draayen, opgemaakt door de dijkrigteren van hetzelve Ooster- en Westerdiep", 28 oktober 1805; goedgekeurd door de drost van de beide Oldambten, 1805 nov 12
58 "Willekeur betreffende de watermolen van de westkant de Kalkwijk cum annexis, door de geïnteresseerden en participanten opgemaakt en beraamd", 16 juli 1804; en bekrachtigd door de drost van het gerecht van Selwerd en Sappemeer, 1807 jun 23
59 "Memorie van F.J. Wortelbuur en consorten, veengebruikers in de Pekela, Veendam en Wildervank". - Verzoek van F.J. Wortelbuur c.s., verveners in de Pekela, Veendam en Wildervank, aan de koning om, in verband met de treurige toestand van de veenkoloniën, de toegezegde afschaffing van de turfbelasting te doen doorgaan, 1809 - 1810
60 "Instructie voor den stadsopzigter." - Instructie voor de opzichter van de stadsvenen in Wildervank c.a., vastgesteld door burgemeester en wethouders van de stad Groningen onder goedkeuring van de landdrost in het departement Groningen, 1810 jan 11
61 Afschrift van het rekest, met bijlagen, van circa 1811 van de eigenaars van de sluis of het verlaat c.a. in het diep beneden in Veendam aan de prefect van het departement van de Wester-Eems om erkenning van hun eigendomsrecht op genoemd voorwerp, circa 1811
62 (Minutele?) missive van de schout van de gemeente Zuidbroek aan de commissaris van het kwartier Winschoten betreffende de door deze geopperde stichting van een kerkgebouw te Muntendam, 1814 jul 8
63 Minuteel rapport van de commissaris in het district Winschoten J.R. Modderman aan de gouverneur van de provincie Groningen over de van Drentse zijde gevorderde en van Groningse zijde bestreden "inlating der zoogenaamde Drentsche veenen in de reeds van deze (Groningsche) zyde tot aan dezelve voortgezette canalen, door Sappemeer, Hoogezand en de stad Groningen, uitvloeyende in de Hunze", 1814 okt 23
64 "Rekwest van een aanzienlijk aantal eigenaren en verveneeneren van lage- of baggerveenen in de provincie Groningen, aan de edelmogende heeren staten-generaal van het koningrijk der Nederlanden, in Augustus 1816 ingediend tegen de voorgedragen belasting op den turf." - Verzoek van verveners in de provincie Groningen aan de staten-generaal om afschaffing van de turfbelasting, 1816
65 Stukken betreffende het verzoek van de dijkrichters van de Nieuwe Compagnie, in de Omlander Compagnie tussen "Nºs. 13 en 14 zuidzijde, aan gedeputeerde staten van Groningen om na verhoor van partijen te beslissen tussen hen en enkele met name genoemden, die weigeren mee te werken aan de aanleg van een rijweg in plaats van de twee "drayen" over de hoofdvaart en de "batten" tussen de plaatsen, 1817
66 Afschrift van het Koninklijk Besluit (K.B.) van 5 april 1817, tot wijziging van het K.B. van 21 november 1815, betreffende de grensscheiding tussen Westerwolde en Drenthe en de afvoer van het Drentse turf door de wateren van de stad Groningen, circa 1817
67 "Convenant voor de inlating in de canalen der stad Groningen van de producten der Oostermoersche venen, den 17 Mei 1817 gesloten, tusschen de stad Groningen en eenige Drentsche markten van het Oostermoer en Zuidenveld". Met tarief van de verlaats-, brug- en weggelden. J. Eerelman, Stadskanaal, z.j. Gedrukt
68 "Resolutie nopens het aanleggen van baggelderyen in de nabyheid van wegen, dyken, waterleidingen enz." - Afschrift van de extract-resolutie van gedeputeerde staten van Groningen van 22 april 1818 nr. 26, houdende aanschrijving aan de schouten om te zorgen, dat overeenkomstig de publicatie van de staten van 14 december 1778 geen "ontgrondingen" plaats hebben binnen een bepaalde afstand van wegen en wateren, en om de namen van de verveners op te geven, die reeds binnen die afstand waren gevorderd, circa 1818
69 Stukken betreffende de vordering van J.G. Oosterbeek, predikant van de Hervormde gemeente in Wildervank, tegen de dijkrichters en participanten aldaar tot uitkering van zijn aandeel in de opbrengst van het verlaatsgeld ook van de uit Westerwole en Drenthe afkomstige turf, 1819 - 1821
70 "Profijtelijke staat van het verlaat te Martenshoek, gecollecteerd door Lucas J. Swart 1819". - Staat van ontvangsten van het verlaat te Martenshoek, gecollecteerd door Lucas J. Swart, en afgesloten voor A. van Panhuijs, ontvanger van de stad Groningen, 1819 - 1826
71 Aantekening omtrent de inhoud van stukken van 21 maart 1649, 1706 en 1707 betreffende de verhouding van de Meedemer venen tot de aanleg en het onderhoud van de Omlander wijk en de Zuidwendinge en hun recht op doorvaart door het Veendammer of Wildervankster verlaat, circa 1820
72 Koninklijk Besluit van 3 februari 1820 nr. 62, betreffende de "hergraving, uitdieping en schoonhouding van binnenkanalen in de provincie Groningen, waarvan het onderhoud aan karspels of particulieren incumbeert"., 1820. Afschrift
73 Aantekening van de stukken, welke hebben gediend in een geschil tussen de gecommitteerden tot de directie van het Veendammer verlaat en die van de Wildervank, circa 1820
74 Aantekening omtrent een bijeenkomst op 27 februari 1821 van schuitenvoerders van Veendam en Wildervank op Groningen vice versa; met afschrift van een overeenkomst van 9 januari 1759 tussen de snikvaarders van de Wildervank met de belanghebbende in de Omlanderwijk en de aangelanden van de Zuidwendinge omtrent de "snikvaart", 1821
75 Reglement voor het Tien-karspelen-zijlvest, goedgekeurd en bekrachtigd bij K.B. van 6 januari 1822 nr. 12, 1822. Gedrukt
76 Afschrift van een vonnis van 22 mei 1822 door de rechtbank van eerste aanleg te Winschoten gewezen tussen Jan Koerts Meyer en Christina Hindriks Meyer, echtgenote van Willem Hindriks Oosterveld (als wettelijke erfgenamen van hun zuster Neeltje Hindriks Meyer, echtgenote van Koert Hindriks Sluiter) enerzijds als eisers, en Koert Hindriks Meyer Sluiter anderzijds als gedaagde, waarbij de eisers niet ontvankelijk worden verklaard in hun eis tot nietigverklaring van het testament van hun zuster. Met afschrift van het deurwaardersexploit, waarbij het vonnis aan eisers is betekend, [1822]
77 Rapport van de schout van de gemeente Veendam aan gedeputeerde staten van Groningen naar aanleiding van een verzoek van E. van Linge betreffende het onderhoud van een pand in de weg "aan" de Omlander wijk, 1824
78 "Statuten der naamlooze maatschappij, opgerigt den 3 Maart 1825, onder de firma Drouwenderveenmaatschappij, gevestigd te Drouwenderveen, en goedgekeurd bij K.B. van 18 Augustus 1825 nº. 171", 1825. Gedrukt
79 Processtukken inzake Anna Habbina Alberda van Menkema, vrouw van mr. Hemmo Hylico Nauta, op Rikkerda te Lutjegast, tegen haar beklemde meier Albert Wybrands Ploeg en zijn vrouw Antje Klasens te Grootegast, tot betaling van een zesjarig geschenk, 1825 - 1826. Met retroacta van 1759
80 Stukken betreffende het optreden door de dijkrichters van het Westerdiep in Veendam, ingevolge aanschrijving van het Westerdiep in Veendam, ingevolge aanschrijving van burgemeester en assessoren van die gemeente, tegen nalatig onderhoud van percelen in de Kerklaan , 1827
81 "Afschrift van de wetten over de Ommelanderwykster klappen en batten onder den firma van willekeur opgerigt den 22 Februari 1799". - Afschrift van de willekeur van 22 februari 1799, vastgesteld door de gezamenlijke belanghebbenden van de Ommelander Compagnie onder Veendam en op 23 februari 1799 goedgekeurd door de drost van de beide Oldambten, betreffende de bouw en het onderhoud van klapbruggen over de hoofdvaart en van dubbele batten tussen de plaatsen aan de noordzijde van het diep; - en van verklaringen van 1799 en 1800 van aangelanden, dat zij hun aandeel in de weg langs de vaart schouwbaar zullen onderhouden en de willekeur eerbiedigen, circa 1830
82 "Adres over de vergraving der hooge veenen en diens kolonisatie, benevens eenige bezwaren en bedenkingen tegen de wet op den turf-accijns van den 26 December 1833, ingediend door J. Uniken en consorten aan de Tweede Kamer der staten-generaal in December 1835", 1835
83 Door de aannemer ondertekend bestek van een nieuwe klapbrug "in het tweede dwarsdiep van de markte van Gasselternyveen", voor rekening van de volmachten te zetten, 1838
84 Afschrift van een "Adres aan de Tweede Kamer der staten-generaal door de kamer van koophandel en fabrieken te Groningen over het ontwerp van wet houdende het tarief op den in-, uit- en doorvoer. November 1844", 1844
85 Afschrift van het verhandelde in de vergadering van participanten van de Wildervank op 26 augustus 1815 betreffende de afvoer van de Drentse turf door de Wildervankse wateren, circa 1846
86 Voorwaarden voor de verpachting door burgemeester en wethouders van Groningen van de inning van het verlaatsgeld te Martenshoek en het gebruik van een behuizing aldaar, 1873. Gedrukt
87 Rapport inzake het beklemrecht, 1878 jul 10
88 Rapport inzake het beklemrecht, 1879 mei 3
89 "Betreffendt 't retour". - Verhandeling, naar aanleiding van een casus-positie, met de slotsom, dat de "wetgevers dit confusum chaös het subretour seer wijslijk en voorsigtelijk hebben uitgesloten; en van de vaderen des tot heden, so dikwijls het gemoveerd is, verworpen"., 18e eeuw
Afschrift van de, van een schetstekening vergezelde, verklaring van J. Sems van 10 oktober 1615 betreffende zijn weer oprichten van grenspalen en bakens tussen Drenthe en Westerwolde, 2e helft 18e eeuw
91 Afschriften van de voorwaarden van verhuring van de venen in Sappemeer en Foxhol door burgemeesteren en raad in Groningen, door hen vastgesteld op 8 december 1628, 19e eeuw
92 Afschriften van: 1. de overeenkomst tussen de gecommitteerden van burgemeesteren en raad in Groningen en drost, scheppers en zijlvesten van het Termunter-zijl-vest van 12 december 1635 over een betere afleiding van de veenwateren "in den Oldambte" en bevordering der scheepvaart naar de stad; - en 2. de resolutie van genoemde drost, scheppers en zijlvesten van 14 mei 1637 tot uitvoering van deze overeenkomst en een gelijksoortige van 4 mei 1637, 19e eeuw
93 Afschrift van de toekenning van 1657 door burgemeesteren en raad van de stad Groningen aan de veengenoten van Veendam en Wildervank van een zegel voor hun kerspel overeenkomstig hun ontwerp, 18e eeuw
94 "11. Resolutie van borgemeesteren en raadt (van Groningen) weegens de aprobatie (door hen) van 't oprigtingscontract van 't Veendammer verlaat ... 20 Maaij 1671". Afschrift, 18e eeuw
95 Extract-resoluties van burgemeesteren en raad in Groningen van 24 juni 1720 en 25 oktober 1728, bevattende de regelingen van een trekvaart een tweede trekvaart van Groningen naar Pekela, 19e eeuw
96 Afschrift van de "dijkrolle van 't Oosterdiep in Veendam anno 1724 den 17 Decemb.", midden 18e eeuw
97 Afschrift van de - door burgemeesteren en raad van Groningen op 7 februari 1726 goedgekeurde - door de stadsmeiers en veengenoten in de Oude- en de Nieuwe Pekela op 1 februari 1726 ontworpen willekeur op de turfgraverij, laatst 18e eeuw
98 Afschrift van de opdracht van 31 december 1783 door de participanten van de Wildervank op de "ordinaire gecommitteerden tot het stellen der daghuren van het Ooster- en Westerdiep" tot het naar hun inzicht doen afbranden in het voorjaar van "alle heyde en pionten op de plaatsen staande", 19e eeuw
99 Afschriften (gemerkt Q., R., S.) van stukken van 1815 betreffende "de inlating van de Drentsche veenen in de stadskanalen" van Groningen, 19e eeuw
100 Afschrift van de overeenkomst van 25 april 1820 tussen het gemeentebestuur van de Nieuwe Pekela en de dijkrichters van en gecommitteerden over het Omlanderwijkster verlaat omtrent de wederzijdse rechten en plichten bij verlenging van de wijk, uitkomende bij het einde van de Omlander wijk, tot in laatstgenoemde wijk, 19e eeuw
101 Afschrift van een (concept?) overeenkomst tussen de rentmeester van de stadsvenen en Ter Apel, namens de gemeente Groningen, en enige scheepsbouwers op het Stadskanaal omtrent de verwijding door de gemeente van verlaten en oevermuren tegen extra-verlaatsgeld en vergoeding van eventuele schade aan de sluisdeuren, circa midden 19e eeuw
102 Afschriften van stukken van 1718 (1882); - en extract uit het K.B. van 24 september 1825 nr. 160 (1825); - betreffene het herstellen van de dijken in Groningen en de daarvoor van rijkswege "verleende onderstanden", 1825 en 1882
103 "Heffing van het pastoorsgeld van de turf, gegraven uit het veenschap de Oostermoersche en Zuiderveldsche veenen bij het beneden-Veendammer verlaat". - Rapport van O.L. Kniphorst en M. van den Tuuk, leden van het hoofdbestuur van het veenschap van de Oostermoersche en Zuidenveldsche venen, omtrent het niet verplicht zijn tot betaling van "pastoorsgeld" van de turf, gegraven uit dat veenschap bij het beneden-Veendammer verlaat, en omtrent de middelen om aan die heffing een eind te maken, z.j
Aanvulling
laatste wijziging 13-07-2021
135 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Beschrijving:
Catalogus van de verzameling F. van der Tuuk
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1919
Laatste uitvoer:
13-07-2021
Omvang:
0,36 m standaardarchiefberging
Licentie:
CC0 1.0 Public Domain Dedication
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Tuuk, van der, 1600 - 1900
laatste wijziging 13-07-2021
135 beschreven archiefstukken