Kenmerken

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Inleiding

1.1 De Borg Farmsum

1.2 Supplement

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1 Archiefbescheiden van bepaalde personen

Inventaris

2 Archiefbescheiden, die niet tot bepaalde personen zijn te herleiden

3 Archiefbescheiden van verschillende kerken in bezit van bewoners van de borg

4 Werken in de bibliotheek bibliotheek

5. Supplement-inventaris

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Regest 579 , 1587 October 1: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden verklaren, dat Oede Onsta tho Oldersum, voor haren man caspar van der Wenghe, Luloff en Albertt Tiaerda van Starckenborch met hunne huisvrouwen Hidda en Abele Onsta gezusteren, met advijs van Allertt Tamminga en Gerardus Werningk, pastor te Middelstum, eene scheiding en deeling hebben aangegaan van het huis Wetsinghe met zijn toebehooren en van alle landen en heerden, aangeërfd van hunnen vader Aepke Onsta.
In den jaere onses Heren duesentt vijffhondertt soeven ende tachtentich op den ersten dach Octobris

Regestenlijst

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Records 401 t/m 500

Records 501 t/m 600

Regest 580 , 1588 Juni 31 (sic!): Luitenant en hoofdmannen, kennis genomen hebbende van een geschil tusschen den abt tho Grijsemonneken, den commandeur van Oesterweerum en die van Wagenborgen, waarbij de Raad der stad Groningen intercedeert, aanklagers ter eene, en den abt tho Thesinge, den proost tho Schiltwolde, Aijlcko Wijncken, Popko Uffkens, Fecco Ompteda en Remmert van Beerum als gekozen commissie tot de "nije kaijnghe", verweerders, ter andere zijde, over het weggraven van aarde en zoden van den zomerdijk, bevelen de commissie "in desen end andere zaaken nhavolgende hoere commission voert te varen", en te zorgen dat de "nije kaijnghe" ten spoedigste gereed komt.
Denn een ennd dartichstenn Junij anno vijfftijnn hondert acht ende tachtentich

Regest 581 , 1588 October 14: Johan Wifringk, lid der hoofdmannenkamer van Stad en Ommelanden van Groeningen, verklaart, dat Derck Janssen en Ide zijne huisvrouw hebben verkocht en overgedragen aan Jr. Casper van der Wenge, hoofdling in Oldersum en Sawert, en Ode Onsta, ehelieden, eene hoeveelheid lands bedoeld bij den brief d.d. 1583 Februari 7 (n°. 550), waardoor deze is getrokken.
In den jaere uns Heeren dusent vijfhundert acht ende tachtentich den veertijnden dach Octobris

Regest 582 , 1588 November 25: Ludolph Tijaerda van Starckenborch en Hidde Onsta, ehelieden, verklaren, dat zij hunne huwelijksvoorwaarden, opgemaakt den 10en November 1586, in eenige punten hebben gewijzigd.
Actum in den jaere ons Heeren duisent vijfhondert achtentich achte op den vijfendetwintichsten Novembris opte sunte Katerinendach

Regest 583 , 1589 Juni 20: Johan Arents van die Cruistee, Ko. Mat. commissaris, redger te Leens etc., verklaart, dat Gerrit Gerrits en Jantien, ehelieden, Tyemme Tyemkens en Ebell, ehelieden, Onno Boewkens, Johan Menckens en Eltien, ehelieden, verkocht en overgedragen hebben aan Cornelis Isbrants en Eltien, ehelieden, eenig land onder Leens.
In den jaer ons Heeren duiszent vijffhundert negen ende tachtentich op den twintichsten dach Juinius

Regest 584 , 1589 December 13.: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden verklaren een vidimus te hebben gegeven van de setma en sententie, vervat in de oorkonde van 1587 Augustus 28 (no. 578).
In den jare onses Heren duisent vijffhundert negen ende tachtentich den dartinden Decembris

Regest 585 , 1590 Mei 20: Johan de Mepsche op den Ham, Allert Gaijnkenga, Harmen Clandt en Fecko Ompteda verklaren hunne zegelen te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de huwelijksvoorwaarden van Frederik de Mepsche en Oda Entens.
Actum den twijntichsten Maij anno een dusent vijffhondertt negentich

Regest 586 , 1591 Mei 17: Johan tho Lellens de olde, hoofdling, verklaart, dat Jasper Broes, baardscheerder te Schiltwolde, mede namens Trijne zijne huisvrouw, heeft verkocht en overgedragen aan Hindrick Holmichs en Roeleff, ehelieden, de jaarlijksche rente, bedoeld bij den brief van 1558 Juni 14 (n°. 426), waardoor deze gestoken is.
In den jaer unss Heren duesent vijffhondert eenendetnegentich den soeventijnden dach Maij

Regest 587 , 1592 Maart 22: Symon Polman verklaart te hebben verkocht aan zijnen neef Antonis Polman en diens huisvrouw Margareta van Dijeffholt eene hoeveelheid bouwland onder den klokslag van Runen en in Runeres.
Gescheedt int jar ons Heeren duisent vijffhondert tweundetnegentich den 22 dach Martij stylo novo

Regest 588 , 1592 April 16: Johan Arennts van die Cruistee, redger te Leenns, Whee enz., verklaart, dat Tijarck Melles, mede namens Rijckell zijne vrouw, heeft verkocht en overgedragen aan Frerick Garbrannts en Greete, ehelieden, eenig land onder Leenns.
In den jaer ons Heren duiszent vijff hundertt twee unde tnegentich op denn sesteinden dach Aprilis

Regest 589 , 1592 April 16: Johann Arennts van de Cruistee, redger te Leenns, Whee enz., verklaart, dat Popke Abels en Kunne, ehelieden, hebben verkocht en overgedragen aan Frerick Garbrannts en Grete, ehelieden, eenig land onder Leens.
In den jaer ons Heren duisennt vijffhundertt twee unde tnegentich op den sesteinden dach Aprilis

Regest 590 , 1592 April 20: Gerhardus Werninck, pastor te Middelstum, geeft eene verklaring betreffende den aankoop door Merchien Dircks, dochter van Dirck Jacobs, van land onder Garrelsweer, bedoeld bij den brief d.d. 1587 Juli 6 (n°. 577), waardoor deze brief is gestoken.
Anno vijfteinhundert tweendtnegentich den twintichsten Aprilis

Regest 591 , 1592 April 27: Johannes Grott, notarius publicus te Emden, verklaart, dat hij, ter requisitie van Eilcko Onste, hoofdling in Wetzinge en Sowerde en ritmeester in dienst der geunieerde provinciën, bijgestaan door Erhard Altingh, der rechten doctor, op den 25en April 1592, heeft geinsinueerd Edzard, graaf van Oostfriesland om aan gezegden heer Onste zijn huisraad, kasten enz. weder over te geven en afrekening met hem te houden wegens achterstallige soldij en renten, en dat graaf Edzard den 27en April een door hem, notarius, in het stuk medegedeeld antwoord heeft gegeven.
Geschehen seint diese dinge im Jahre fünfzehen hundertt und in dem zweij und neunzigsten Jahre . . . den 27 Aprilis

Regest 592 , 1592 Mei 6: Johannes Grott, notarius publicus te Emden, verklaart, dat hij, ter requisitie van Eilcko Unste, hoofdling in Wetzinga, Souwerda en Vehrhildersum en ritmeester in dienst der geunieerde provinciën, bijgestaan door Erhard Altingh, der rechten doctor, wederom den 5en Mei naar aanleiding van het ontvangen antwoord heeft geinsinueerd Edzard, graaf van Oostfriesland, om genoemden heer Unste weder te geven zijne kast met daarin liggende zegels, brieven etc. (wederrechtelijk door den graaf geopend, gelijk ook met een kast van zijne nicht, de huisvrouw van Didrig Snoij (Sonnoij) is geschied) en afrekening te houden wegens achterstallige soldij en renten, en dat graaf Edzard den 6 Mei een door hem, notaris, in het stuk medegedeeld antwoord heeft gegeven.
Geschehen seint dise dinge im Jahre fünfzehen hundertt und in dem zweij und neunzigsten Jahre . . . den 6 Maij

Regest 593 , 1592 October 1: Gerhardus Werninck, pastor te Middelstum, verklaart, dat Peter Jacobs, broeder van wijlen Derck Jacobs, heeft verkocht en overgedragen aan Johan Heines te Middelstum het grasland onder Garrelsweer, bedoeld bij den brief d.d. 1592 April 20 (no. 590), waardoor deze brief is gestoken.
Datum in den jair unses Heren dusent viffhundert twie end negentich den eersten der mandt Octobris

Regest 594 , 1592 November 12: Taco Horringius, prepositus van het convent te Schildwolde, verklaart, dat jonker Edsert Rengers als collator der kerk te Schildwolde en de kerkvoogden aldaar hem op zijn verzoek hebben toegestaan eene rustplaats of "begraffenisse" in die kerk, zijnde dit geheel onverplicht en dus zonder prejudicie voor het vervolg.
In den jaere ons Heeren een dusent fijffhundert tweentnegenlich des dages nae Martini episcopi

Regest 595 , 1593 Juni 1: Harmen Hendricks, redger ten Post, geeft uitspraak in een geschil tusschen juffer Elisabeth Rengers en de volmachten van het kerspel, Claes Eenkes en Hilbrant Frailema, over de betaling eener aan wijlen Elisabeth's vader verschuldigde pachtsom.
Actum den len Junius a° duisent wijffhondert dre ende negentich

Regest 596 , 1593 Augustus 12: Fecko Ompteda, Hindrich Ompteda, Luike Ompteda namens haren man Claes Schaffer, Everth Enthens, Tieke Enthens mede voor hare drie zusters Harmen, Gholde en Bawe Enthens, Tietke Enthens weduwe van Egberth Clanth, Everth Enthens en Amele Enthens verklaren, als gezamentlijke erfgenamen, eene scheiding te hebben aangegaan van de nalatenschap hunner tante Anne Enthens.
Actum den tualfften dach Augusti anno duisent viffhundert dree unde negentich

Regest 597 , 1594 Mei 14: Hindrich Ompteda, hoofdling te Uthuisen, en Appollonia van Jettebroeck, zijne huisvrouw, verklaren den eersten Mei 1594 te hebben verkocht en overgedragen aan Everth Enthens en Amele zijne zuster eene hoeveelheid lands op Godtlinser uiterdijk, nader in de acte omschreven.
Gegheven in dem jaere unses Heeren duisent viffhunderth viehr unde tnegentich den viehrteinden dach Maij

Regest 598 , 1594 December 2: Balthazar Ripperda, "thom Venhuisz erffgeseten", hoofdling te Witwert, Holwirda enz., verklaart verkocht te hebben aan Jochem Ripperda, hoofdling te Pharmsum, Dam etc., de helft van een hof met de behuizinge daarop staande, met andere "warffsteden" en plaatsen, gelegen te Pharmsum, Weitwert en Oterdom.
Actum den 2 Decembris anno etc. 94

Regest 599 , 1594 December 14 (oude stijl): Harmen Sickinga, hoofdling te Suijdtwolde, Uthusen en Meeden, verklaart, dat Heijne Heijnens en Anna zijne vrouw verkocht hebben en overgedragen aan doctor Sicke van Dekema, hoofdling te Jellum, Tammingaborch en in de Marna, en juffer Hille Tamminga, ehelieden, de jaarrente van 12 embder gld. met de hoofdsom, bedoeld bij den brief d.d. 1566 Juni 23 (no. 483), waardoor deze gestoken is.
Gegeven in den jaere uns Heeren duijsent vijffhundert veer ende tnegentich den veertijnden Decembris nade olde stijl

Regest 600 , 1595 Maart 7: Wrijtzer ten Holthe, hoofdling in de Zeerijp, oorkondt, dat Everth Enthens mede namens Amele zijne zuster ter eene, en Sicke Hermens met Gheertruidth zijne vrouw ter andere zijde, verklaren den 6en Mei 1594 eene wisseling van landerijen te hebben aangegaan, waarbij Everth Enthens eenige landen bekomt onder 't Zandth gelegen.
Gegheven in dem jaere unses Heeren duisent viffhunderth viff unde tnegentich den soevenden dach Martij

Regest 600* , 1595 Juli 5: Gerryt Crabbe, redger in de Marne, verklaart, dat Eilart van Schaer en zijne vrouw Willemtien Menckema hebben verkocht en overgedragen aan Johan Jansen Olij van Amsterdan en zijne vrouw huis en land te Elens in 't Groote Reetscap in de Marne, Blama en Gayckuma genoemd, groot 9 grazen.
Actum den vijfften Julii anno Duisent vijffhondert ende vijff end tnegentich

Regest 601 , 1595 November 12: Johan Rengers ten Post verklaart "verset" te hebben aan Derck Dercks en Anna Lambers, ehelieden, een heem onder ten Post op zekere voorwaarden.
Datum anno XVC vijff ende tnegentich den 12 Novembris

Regest 602 , 1596 Februari 8: Albert Conders verklaart te hebben verkocht en overgedragen aan zijnen zwager Roleff Valcke eenig land onder Garneweer.
Gegeven ihn den jaer unses Heren dusent vijffhondertt ses end tnegentich den achten Februari

Regest 603 , 1596 Mei 25 (oude stijl): Ailco Wijncken, overste schepper der Drie Delfzijlen, Dirck van Batenborch, schepper, in plaats der heeren prelaten, Mello Coenders, medeburgemeester in Gronninghen, alsmede de geërfden in de karspelen Engelbert en Middelbert en Claes Willems richter aldaar, geven als compromissarissen eene uitspraak in het geschil tusschen de scheppers van Scharmster Delffzijll en de eigenerfden met de huislieden en inwoners van Engelbert en Middelbert over het verschuldigde zijlschot.
Up den vijff end twintichsten Maij anno vijfftinhundert sees unde tnegentich stilo veteri

Regest 604 , 1596 Augustus 3: Ailco Wijncken, hoofdling tho Beninghaheem, overste schepper der Drie Delfzijlen, geeft eene aanschrijving betreffende het naleven der ordonnantie van 1513 en de confirmatie daarvan in 1575, over het graven van turf.
Gegeven under mijnnen phitschaffte den derden Augusti duisenntt vijffhondert sesz end tnegentich

Regest 605 , 1596 December 16: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden van Gronningen gelasten Claes Jacobs te Elderhusen zekere landen, welke hij van de gebroeders Herman en Baltazer Ripperda in huur en gebruik had, ongebruikt te laten en voor Ludgeri in handen te stellen van Conradt van Renssen, redger, als volmacht.
Den 16en Decembris 1596

Regest 606 , 1597 April 17: Hemmo Clama, grietman te Vysvliet, verklaart, dat Harco Iwema, caverende voor Asse Bockema, zijne huisvrouw, en Hero Papma, mede namens zijne vrouw Reen Iwema, eene scheiding hebben aangegaan van de landerijen, nagelaten door hunne ouders Luppo Iwema en Wege Cruisenga.
Int jaer een duisent vijffhundert soeven ende tnegentich den 17en Aprilis

Regest 607 , 1597 Mei 24: Albertus Hindricus, grietman van Vredewolt, verklaart met onderteekening en zegel bekrachtigd te hebben de uitspraak door compromismannen gedaan in het geschil over de erfscheiding tusschen de erfgenamen van Drewes Iwema en Reemke zijne huisvrouw.
Op denn XXIII Maij 1597

Regest 608 , 1597 September 8: Buttho Ausema, hoofdling te Uthuissen en op de Meeden, en Geese van Cloester, zijne vrouw, verklaren verkocht te hebben aan Wrytzer ten Holte, hoofdling te Bauckum en in Zeerijp, de rechtinge en heerlijkheid, vallende op Eysemaheerd in de Zeerijp.
In den yaere ons Heeren duisent vijffhondert soeven und tnegentich den achsten dach Septembris

Regest 609 , 1597 September 30: Frederich Coenders tho Helpen, hoofdling tho Faen, Claes Cater, hoofdling tho Fraem en Huisinge, Johan Clandt, hoofdling tho Usquarth, en Fecko Ornpteda, hoofdling upt Zandth, verklaren hunne zegels te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de huwelijksvoorwaarden van Abel Coenders en Tietke Enthens.
Gegheven im jaere onses Heeren duisent vijffhundert und soevenendetnegentich den dartichsten dach Septembris

Regest 610 , 1597 October 16: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden van Groningen verklaren ten verzoeke der schuldeischers van de kerk te Myddelstum, bij wijze van een keerskoop geveild te hebben een stuk land onder Dornewertt, waarvan kooper is geworden Henrich Sybolts, wijnhuisknecht, in naam en van wege Evertt Entens.
In den jaere unses Heren duisent vijffhundert soeven und tnegentich den sestijnden dach des mantz Octobris

Regest 611 , 1598 Januari 5: Egbertt Leeuwe, jonker en hoofdling te Oldehove en Veerhuisen, verklaart, dat Thonnis Butinck, burger in Groningen, en Aleidt Pouwels, ehelieden, hebben verkocht en overgedragen aan Johan Renghers, hoofdling ten Poste, en Bauwe Jensema een rentebrief van 500 emder gld. rentende 30 emder gld. jaarlijks, als bedoeld is bij den brief dd. 1560 Juli 24 (no. 437), waardoor deze gestoken is.
Actum in den jaere unses leven Salichmaekers geboert duisent vijffhondertt acht ende tnegentich den 5en Januarij

Regest 612 , 1598 Maart 25: Frederick de Mepsche met Ode Entens, ehelieden, en juffer Peye Entens verklaren te hebben verkocht en overgedragen aan Warmolt Hillebrandes en Cataryna van Frytema, ehelieden, hunne van hunne ouders aangekomen borch te Hersens, met bijbehoorende landerijen en het jus patronatus, op nader in het stuk omschreven conditien.
Up den 25en Martii 1598

Regest 613 , 1598 Juni 17: Fredrich de Mepsche met Oede Entens, ehelieden, en Peye Entens, hunne zuster, ter eene, en Warmolt Hilbrandes met Catrijna van Frijtema zijne vrouw ter andere zijde, verklaren eene wisseling van huizen, landerijen en rentebrieven te hebben aangegaan, waarbij Fredrich de Mepsche, tegen afstand van den borch te Harssens met annexe gerechtigheden, land verkrijgt onder Oosterwijtwerd, benevens zekere rentebrieven.
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert achte und tnegentich den soeventijnden Junij

Regest 614 , 1598 Juni 20: De schepperen der drie zijlvestschappen, "als Delffzijlen, Auwerderzijll en Wijnsummer- en Schaphalsterzijlen" bevestigen het tusschen hen aangegaan verbond d.d. 1531 Juni 16 (no. 309)

Regest 615 , 1598 October 10: Hilbrant Baukens, geconstitueerd redger in Pharmsum, verklaart, dat Hindrick Brandtz, burger der stad Ernbden, heeft verkocht en overgedragen aan Waldrick Hindrixs een heem te Pharmsum, nader in de acte omschreven.
Actum den teinden Octobris anno vifteinhundert acht ende tnegentich

Regest 616 , 1598 November 2: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden verklaren een vidimus te hebben gegeven van de sententie vervat in de oorkonde d.d. 1532 Mei 31 (n°. 313).
In den jaere unses Heren duisent vijffhundert acht undt tnegentich den anderden dach des maents Novembris

Regest 616* , 1599 Februari 5: Assnerus Zandt, redger te Harssens en Adorp, verklaart, dat hij Tetke Enthens, vrouw van Abel Coenders, en hare zuster Amele Enthens, als eigenaren instelt en erkent van tien grazen lands, genoemd het Suyder Uterdijkck, waarvan de koopbrief niet meer aanwezig was, en hetwelk afkomstig was van Fredrich d' Mepsche, juffer Oede Entens zijne vrouw en juffer Peye Enthens haar zuster, over welk land een proces is gevoerd.
In den jare unses Heren duysent vijffhondert negen unde tnegentich den vijfften dach Februarii

Regest 617 , 1599 Februari 9: Harman Wifringh, Redmar Koenynck, Edzerdt Rengers te Hellem en Warmolt Hillebrandes, compromissarissen in de scheiding tusschen Johan Rengers en zijne drie zusters, van de door hunnen vader, Edzerdt Rengers, nagelaten goederen, gelegen te ten Post en elders, verklaren die scheiding te hebben bewerkstelligd en ieder zijn deel te hebben toegewezen.
Up den 9en Februarij 1599

Regest 617* , 1599 Februari 13: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden verklaren ten verzoeke der schuldeischers van wijlen Anna van Buermania, weduwe Johan van Ewsum, bij wijze van een keerskoop geveild te hebben een heerd lands onder Canthens, waarvan koopers zijn geworden Abel Conders toe Helpen en zijne vrouw Teteke Enthens, onder beding van een lijftocht voor Claes Cather.
In den jaere unses Heeren duisentt vijffhundertt negen ende tnegentich den dartienden dach des maendts Februaii

Regest 618 , 1599 April 17: Johan van Gennip, redger te Woltersum, verklaart, dat Johan Funck, "anders Swijter", en Marijtien, zijne vrouw, karspellieden in de Harckstede, hebben overgedragen aan Johan Clant te Scarmer hun aandeel in een redgerrecht in de Harckstede.
Anno vijfftijnhundert negen ende tnegentich den seeventijnden dach Aprilis

Regest 619 , 1599 April 28 (oude stijl): Johan van Gennip, redger te Woltersum, verklaart, dat Geert Sasse en Jantijen, zijne vrouw, karspellieden in de Harckstede, hebben overgedragen aan Johan Clant te Scharmer het redgerrecht, vallende op hunne heerd in de Harckstede.
Anno duisent vijffhundert negen ende tnegentich den acht ende twintichsten dach Aprilis stilo veteri

Regest 620 , 1599 Augustus 24: Claes Helt verklaart, dat Albert Wifringk heeft verkocht en overgegeven aan burgemeester Johan Wifringk zijn oom en Harmen tom Camp, diens huisvrouw, de jaarlijksche rente van "ses enckede golden embderguldens", bedoeld en omschreven in de oorkonde van 1557 Juni 20 (no. 419).
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert negenundetnegentich den veerundetwintichsten Augusti

619 Borg Farmsum, 1246 - 1912

Regestenlijst

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren