Kenmerken

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Inleiding

1.1 De Borg Farmsum

1.2 Supplement

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1 Archiefbescheiden van bepaalde personen

Inventaris

2 Archiefbescheiden, die niet tot bepaalde personen zijn te herleiden

3 Archiefbescheiden van verschillende kerken in bezit van bewoners van de borg

4 Werken in de bibliotheek bibliotheek

5. Supplement-inventaris

laatste wijziging 15-05-2019

1.812 beschreven archiefstukken

13 gedigitaliseerd

totaal 452 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Regest 386* , 1552 Januari 20: Menolt Ompta, hoveling, redger te Uithuizen en Meeden, verklaart, dat Thomas Thonijssoen en Catharina zijne vrouw hebben verkocht aan Albert Nemkens en Anna zijne vrouw, wonende te Cantens op Surijngaheem, een derde deel onverscheiden in Hemyngecamp enz. te Kantens met hun deel in het redgerrecht, heerlijkheden en een kerkbank.
In denn jare ons Heeren duysent vijffhondert twee unde vijfftich op sunte Sebastianus dach

Regestenlijst

Records 1 t/m 100

Records 101 t/m 200

Records 201 t/m 300

Records 301 t/m 400

Regest 387 , 1552 September 24: Notarius Gossuinus Lunynck te Deventer verklaart, dat Uniko Ripperda, heer in Dickhusenn, voor zich als procuratores heeft ingesteld magister Henricus Beerstratenn, Henricus Bertoldinck en Bernardus Dickhennecken, vicarii van Munster, om in solidum namens hem voor den officiaal te verschijnen, ten einde eene bepaling betrekkelijk het jus patronatus van Tjamsweer te exhibeeren, en als getuige voortebrengen magister Johannes Knipperdollinck, decanus ecclesie divi Pauli in Munster.
Anno a Christo nato millesimo quingentesimo quinquagesimo secundo die vero Sabbati vigesima quartamensis Septembris

Regest 388 , 1552 October 8: De officiaal der Munstersche curie gelast, op instantie van Uniko Ripperda, heer van Howerdenn enz., allen, wien het moge aangaan, opteroepen ad feriam quartam proximam, ten einde kennis te nemen van eenige "positiones et articulos", betreffende het collatierecht der kerk van Tjamsweer.
Datum anno Domini XVC LII die octava mensis Octobris

Regest 389 , 1552 October 8: De officiaal der Munstersche curie gelast, op instantie van Uniko Ripperda, heer van Holwerda enz., opteroepen ad feriam quartam proximam magister Johannes Knipperdollinck, ecclesie divi Pauli decanus, ten einde als beëedigd getuige verklaringen afteleggen, "super nonnullis positionibus et articulis", betrekking hebbende op de vroeger genoemde collatie van Tjamsweer.
Datum anno Domini millesimo quinqentesimo quinquagesimo secundo die octava mensis Octobris

Regest 390 , 1552 October 8: De officiaal der Munstersche curie, "judex ordinarius", verklaart, dat voor hem is verschenen magister Rembertus Preckinck, "causarum juratus", gemachtigde van Uniko Ripperda, heer in Holwerda, Uitwerdt en Dyckhusen, met verzoek om een tot de Munstersche jurisdictie behoorende getuige te mogen oproepen, tot staving en conservatie van des heeren Ripperda's jus patronatus der kerk te Tjamsweer; dat dit verzoek is toegestaan en notaris Gerhardus Lennepp ab Embrica is belast met het schrijven der citatien.
Anno a nativitate Domini Servatoris nostri millesimo quingentesimo quinquagesimo secundo, die quidem Sabbati octava mensis Octobris

Regest 391 , 1552 October 12: De officiaal van Munster verklaart, dat voor den notaris en scriba Gerhardus Lennepp is verschenen magister Hinricus Beerstratenn, als gevolmachtigde van Uniko Ripperda, krachtens zeker documentum constitutionis, afgegeven door den Deventerschen canunnik en notaris Goswinus Lunynck, en dat deze volgens de bevoegdheid hem daarbij toegekend, in zijne plaats subsitueerde magister Rembertus Preckinck met uitgebreide volmacht.
Acta fuerunt et sunt hec in domo solite residentie ipsius domini procuratoris substituentis infra emunitatem Majoris ecclesie Monasteriensis situata, . . . die duodecima Octobris, anno millesimo quingentesimo quinquagesimo secundo

Regest 392 , 1552 October 12.: De officiaal van Munster verklaart, dat, met inachtneming van den termijn der 2 litteræ citatoriales, voor hem is verschenen magister Rembertus Preckinck, welke verzocht hen, die niet tijdig aan de citatien gevolg gaven, contumaces te verklaren, en Johannes Knipperdollinck, decanus, als getuige te mogen doen hooren, en dat, dit verzoek toegestaan zijnde, gezegde Johannes den eed op het evangelie heeft afgelegd.
Anno Domini millesimo quingentesimo quinquagesimo secundo eodem insuper die quo proxime suprascripto in paradiso ecclesie Monasteriensis in quo jura reddi et cause audiri solent

Regest 393 , 1552 October (na 12 en vóór 15): Rembertus Preckinck, procurator namens Uniko Ripperda, heer in Holwerda enz., brengt voor den officiaal der Munstersche curie verschillende "positiones et articulos" te berde, waarbij hij zich begeeft in een historisch onderzoek der parochie van Tjamsweer sinds 1513, en aantoont, dat Eggert, de vader van Uniko Ripperda, en na hem zijn zoon steeds erkend zijn en gehandeld hebben als patroni laici der kerk van Tjamsweer, van welk een en ander hij officieele erkenning verzoekt

Regest 394 , 1552 October (na 12 en vóór 15): Magister Johannes Knipperdollinck, ecclesie divi Pauli decanus te Munster, legt, met goedvinden van den officiaal, en na op het gewicht zijner verklaring te zijn gewezen, getuigenis af betreffende de verschillende "positiones et articuli", namens Uniko Ripperda te berde gebracht betreffende de collatie der kerk van Tjamsweer

Regest 395 , 1552 October 15: Magister Rembertus Preckinck brengt het testimonium, afgelegd door den decanus Johannes Knipperdollingh, en geschreven door notaris Gerhardus Lennepp, ter tafel, en verzoekt den officiaal, dat het stuk op gebruikelijke wijze geteekend en gezegeld moge worden, hetgeen toegestaan zijnde, het Zegel der Munstersche curie en de onderteekening van den notaris der curie, Gerhardus Lennep, zijn aangebracht. Getuigen Gerhardus Leystinck en Pancratius Volberti, notarii.
Sic actum et datum . . . anno millesimo quingentesimo quinquagesimo secundo die Sabbati decima quinta predicti mensis Octobris

Regest 395* , 1553 Januari 19: Mello Brorsuma tho Scheltkuma, overrichter te Zandeweer, verklaart, dat Albert Nemkens en Anna zijne vrouw, wonende op Suydynghaheem te Kantens, hebben toegestaan aan Johan, Christoffer en Wigboldt van Ewsum, hovelingen te Middelstum, de naarkoop van het land, vermeld in den brief van 20 januari 1552, waaraan deze brief is getransfigeerd.
Inn den jaer uns Heeren duysentt vijffhondertt drie ende vijfftien op den negentienden dach Januarii

Regest 396 , 1552 October 19: Stadhouder en hoofdmannen van Stad en Ommelanden van Groeninghen geven eene uitspraak in het geschil tusschen "de redschuppen des Ooster- en Westerdeels van Wester-Fijwelinnghe ampte" en den abt te Thesinghe, wegens de reparatie en het onderhoud van een stuk weg tusschen den Bueren en Dijckeshorne.
Actum op den negentijnden dach Octobris anno etc. LII

Regest 397 , 1553 Februari 28: Gerardus Alberti, pastor in Zeryp, Johan then Holten, hoofdling, Popko Entens, Ewo Winsens, en Hynryck in die Groe, kerkvoogden te Zeryp, verklaren verpacht te hebben aan Johan Eppens en Menke zijne vrouw een huis met heem en appelhof.
Anno Domini dusent vijffhundert unde dree unde vijfftych up Dynxstdach nae Reminiscere

Regest 398 , 1553 Mei 30: Hermen Ompteda, hoofdling opt Sant, verklaart, dat Alle Popkens en Hiinno Harkens met Aechte zijne vrouw hebben gegeven en overgedragen aan Johan then Holte, hoofdling in Zeeryp, drie heerlijkheden en rechtingen, vallende op de heerd te Oestrum in Enummer kerspel.
In dem jaeren uns Heren duesent vijffhondert dree unde vijfftych des Dynxsdaege voer Sacramenti

Regest 399 , 1553 Juni 17: Burgemeesteren en raad van Groeningen verklaren, dat Derck van Ballen, voormond, Reynt Alberda, Gheerdt Wifringk en Frederick Coningk, voogden over Albart, de nagelaten dochter van Gheerdt van Ballen, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Harmen Gysens eene jaarlijksche rente van 12 "golden geldersche rijder", te beuren uit een huis met toebehooren aan de zuidzijde van de Brede Markt.
Ghegheven in den jare unss Heren dusent vijffhundert dre ende vijfftich Saterdages post Viti et Modesti

Regest 400 , 1553 Juli 20: Hermannus Budde, clericus der Munstersche diocese, woonachtig in den Dam, notarius publicus oorkondt, dat Cornelius de Lethen, pastor in Thamswer bij den Dam, heeft verklaard, dat hij, door ouderdom en voortschrijdende gebreken zijn ambt niet meer behoorlijk kunnende waarnemen, dit vrijwillig, zonder eenigen invloed van buiten, neerlegt in de handen van Unico Ripperda, na den dood van zijnen broeder Eggeric collator der kerk van Tjamsweer, welke Eggeric hem, Cornelius, voor vele jaren had aangesteld.
Acta sunt hæc in ipsa prænominata parochiali ecclesia ante chorum in Thamswer . . . anno a Christi Servatoris nostri nativitate millesimo quingentesimo quinquagesimo tertio die vero vicesima mensis Julij

Regest 401 , 1553 Juli 24: Edtzaerdt Renghers verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Berte Janssen eene jaarlijksche rente van 5 Embder gld., te beuren uit eene heerd lands te ten Post.
Ynt jaer ons Heren dusent viffhundert dre ende vifftich up avende Jacobi apostoli

Regest 402 , 1553 Juli 25: Goetze, Johan, Luytken en Derck Schaffer, gebroederen, verklaren verkocht en overgedragen te hebben aan Edzart Rengars eene behuizinge met kelder en toebehooren, gelegen op de stadsmuur tegenover Wittewerumerhuis.
In den jaer unsz Heren dusent vijffhundert drie en vijfftich up daghe Jacobi apostoli

Regest 403 , 1554 Mei 19: Stadhouder en hoofdmannen in de Stad en Ommelanden verklaren, dat doctor Ufko Uffkens en Edzart Rengers, als voogden van de nagelaten kinderen van Bartolt Enthens, ter eene en Peter Enthens ter andere zijde eene scheiding hebben aangegaan van de landen en goederen aangeërfd van wijlen Meye Enthens, na advies van Peter Clasens te Harsens en Heyne Sywerts te Cantens.
Int jaer onses Heeren duisent vijffhundert veer ende vijfftich den negen tijndeen dach Maij

Regest 404 , 1554 November 16: Is van gelijken inhoud als de oorkonde d.d. 1551 December 31.
Ghegeven inden jaere uns Heren dusent vijffhundert veer ende vijfftich Vrijdaghes na Martini in den wijnter

Regest 405 , 1554 December 25: Johan Schaffer, Derck Schafferszoon, verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan zijnen neef Edzardt Rengers zijn huis, gelegen aan de stadsmuren, aan het noorden van de Poelepoort.
In den jaere onses Heren vijfftijn hundert ende veer ende vijfftich up Nativitatis Domini

Regest 406 , 1554 December 25: Edzardt Rengers, hoofdeling tho Poste, verklaart op zich genomen te hebben in de plaats van Johan Schaffer te betalen eene jaarlijksche rente van 20 Emder gulden uit een huis gelegen op de noordzijde van Poelepoort.
In den jare unses Heren vijfftijnhundert ende veer ende vijfftich up Nativitatis Domini

Regest 407 , 1555 Februari 25: Harmen Omteda, hoofdling opt Sandt, verklaart bij schenking overgedragen te hebben aan Johan ten Holte, hoofdling te Zeerijp, de heerlijkheid en rechtinge vallende op Omthaheert te Spijck.
Gegeven und geschreven int jaer unses Heren dusent vijfhundert und vijff und vijftych des Maendaeges in de Vastelavendt

Regest 408 , 1555 Juni 23: Edtzaerdt Renghers van den Post verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Jacob Janssen en Teteke zijne vrouw, eene jaarlijksche rente van 10 emdergulden, te beuren uit Tuwingaheert onder ten Post.
Int jaer ons Heren dusent viffhundert viff end viftich up avende Johanns Babtistendach

Regest 409 , 1555 November 30: Edzert Rengers, hoofdling ten Poste, verklaart verkocht en overgedragen te hebben aan Jacob Vinckenborch eene jaarlijksche rente van twaalf rijder gulden, te beuren uit Tuwingehuis en -heerd onder ten Post.
In den jaer unss Heeren duesent vijff hundert vijff en vijfftich up dage Andree apostoli

Regest 409* , 1556 Januari 8: Albertus Wilhelmi, abt te Rottum en proost te Usquert, Johannes Swijnderman prior, Egbertus Ebijnge, Johannes Bernardi seniores, Johannes Hinrici en andere conventualen van dat klooster, verklaren te hebben verkocht aan Johan van Ewssum, ridder, te Middelstum, hun redgerrecht, vallende op een heerd lands te Eyssingehusen, 't Hues ter Muren genoemd, en twee overrechten in het kerspel van Eelswart, vallende op Wateringeheem en Syckenheem.
In denn jare uns Heeren dusentt vijffhondert ende sessenvijfftich.
Up Wonesdach na hillige Dreconingendage

Regest 410 , 1556 Maart 15: Johan Camptuijn, Rolef Hoijtijnge en Johan Woltijnge, voogden van de vicarie te Anlo, met hun kerspel verklaren, dat de erfgenamen van wijlen Bartolt Entens hebben afgelost eene hoeveelheid rogge met de achterstallige renten.
Anno dusent vijfhondert zes en vijftijch den vijftijnden dach Martii

619 Borg Farmsum, 1246 - 1912

Regestenlijst

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren