Uw zoekacties: Familie Beckering Vinckers, 1609 - 1931

489 Familie Beckering Vinckers, 1609 - 1931 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
In 1974 schonk ir. J.A. Beckering Vinckers te Velp een aantal charters en stukken aan het rijksarchief in Groningen (Aanwinst 1974.21). In deze schenking bevonden zich stukken betreffende de familie Vinckers, de familie Beckering en de familie Beckering Vinckers. De kinderen van Jan Vinckers (1821 - 1891) en zijn vrouw Jantje Westenbrink Meyer (1832 - 1871) namen nl. bij Koninklijk Besluit van 17 februari 1898 nr. 1 (zie ook inv.nr. 54) vóór hun geslachtsnaam Vinckers, de naam Beckering aan, evenals hun vader Jan Vinckers. Ook hun wettig nageslacht zou later de naam Beckering Vinckers dragen.
De stukken betreffende leden der familie beginnen met Harco Ilpsema Vinckers (1759 - 1837), die, evenals zijn voorouders in rechte lijn, afkomstig was van Winschoten, waar hij koopman, winkelier en postmeester was.
De oudste stukken betreffende de familie zijn afkomstig van zijn oom Meinardus Vinckers (1718 - 1797) die predikant was te Wehe. Onder de stukken betreffende de goederen bevinden zich oudere stukken. Meint Claassen Vinckers (geboren te Winschoten in 1656) was getrouwd met Aletta Brontsema. Hij was secretaris der Ommelanden van 1682 - 1695. Aletta was afkomstig van Lellens en zij erfde van haar moeder Aechtjen Ilpsema de Ilpsemaheerd te Schildwolde. Deze Ilpsemaheerd heette later Vinckersum. Bront Hayes Vinckers (1690 - 1750), zoon van Meint Claassen Vinckers en Aletta Brontsema, woonde op Vinckersum.
Verdere gegevens over de familie Beckering Vinckers kan men vinden in Gens Nostra, maandblad der Nederlandse Genealogische Vereniging jaargang XXII, 1967 nr. 5-6 blz. 161-219.
Aan de inventaris is een zegellijst toegevoegd, een genealogie en een index op geografische en persoonsnamen.
Inventaris
3. Stukken betreffende de goederen
91 Akte van schuldvordering en overdracht door luitenant Petrus Vinckers en diens vrouw Elisabeth Ebels aan Rudolph Ebels, Aafjen Ebels bijgestaan door haar man Engelbertus Brucherus en Henricus Stenhuis als voogd over de minderjarige zoon van het overleden echtpaar burgemeester Enno Ebels en Cornelia Stenhuis van een behuizinge, Rengerda genaamd, met de singels, behovingen en 34 grazen land, gelegen in het karspel Godlinze, alsmede het gestoelte en de grafkelder in de kerk en de graven op het kerkhof van Godlinze, tegen betaling van een jaarlijkse lijfrente van 175 caroli guldens aan cedenten, 200 aan de weduwe, of na haar dood 1.000 ineens aan de erfgenamen van haar man of 2.000 ineens aan de weduwnaar, verleden voor burgemeesters van Appingedam, 1754
489 Familie Beckering Vinckers, 1609 - 1931
Inventaris
3. Stukken betreffende de goederen
91
Akte van schuldvordering en overdracht door luitenant Petrus Vinckers en diens vrouw Elisabeth Ebels aan Rudolph Ebels, Aafjen Ebels bijgestaan door haar man Engelbertus Brucherus en Henricus Stenhuis als voogd over de minderjarige zoon van het overleden echtpaar burgemeester Enno Ebels en Cornelia Stenhuis van een behuizinge, Rengerda genaamd, met de singels, behovingen en 34 grazen land, gelegen in het karspel Godlinze, alsmede het gestoelte en de grafkelder in de kerk en de graven op het kerkhof van Godlinze, tegen betaling van een jaarlijkse lijfrente van 175 caroli guldens aan cedenten, 200 aan de weduwe, of na haar dood 1.000 ineens aan de erfgenamen van haar man of 2.000 ineens aan de weduwnaar, verleden voor burgemeesters van Appingedam, 1754
Datering:
1754
Omvang:
1 charter
NB:
In dorso: "Ondergeschreven verklaaren in alle deelen te approbeeren sodane dese twee transfixe contracten, als door mijn swager en suster met Enno Ebels en sijn huisvrouw, en haar descendenten opgerigt, en deselve van die waarde te houden, als of die mede hadden beleden, actum Stedum den 27 meert 1755 (w.g.) Elko Herma... Frychie Ebels". Dit charter is gestoken door dat van 1743 aug 29, zie inv. nrs. 90 en 114.
Organisatie: Groninger Archieven

Kenmerken

Beschrijving:
Inventaris van het archief van de familie Beckering Vinckers
Bewerker:
J.H. de Vey Mestdagh en J. Ellerbroek-Wellinga
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1980 (herziene versie 2009)
Omvang:
0,8 m standaardarchiefberging
Archiefvormer(s):