2583 Westerwolde, Stadsheerlijkheid Wedde, 1316-1618 ( Groninger Archieven )
2583
Westerwolde, Stadsheerlijkheid Wedde, 1316-1618
Toelichting
Het in het oosten van de provincie Groningen gelegen Westerwolde stond in de 15e eeuw al in de belangstelling van het Groninger stadsbestuur. Het streepje land lag toen ingeklemd tussen ondoordringbare venen en moerassen. Kerkelijk hoorde het onder het bisdom Osnabrück, maar in het jaar 1316 had het – vrijwillig – de bisschop van Münster als beschermer aangenomen. Van veel Münsterse invloed in het gebied was echter geen sprake. In de praktijk heerste hier het hoofdelingengeslacht Addinga.
In 1443 maakte de stad Groningen met Egge Addinga de afspraak dat de stedelingen Egges burcht in Wedde mochten gebruiken als militair steunpunt. Deze overeenkomst past bij de pogingen die Groningen in die jaren ondernam om voet aan de grond te krijgen in de streken bij de Eems. Het ging de stad daarbij niet zozeer om de gebieden zelf, maar om de handelswegen in die buurt. Van belang was vooral de route tussen Groningen en Münsterland. Groningers en Westfalingen ondervonden veel hinder van het Emder stapelrecht. Alle goederen die via de Eems werden aan- en afgevoerd, moesten in Emden te koop worden aangeboden. Daardoor kon het gebeuren dat Westfaalse goederen de Groninger markt niet bereikten. Omgekeerd was dat ook zo. Groninger exportprodukten bleven vaak in Emden steken en kwamen niet te bestemder plaatse in Westfalen of verder naar het zuiden. Het was daarom zaak Emden te omzeilen. Dit was mogelijk wanneer men de pas over de Bourtange geschikt zou kunnen maken om met wagens het uitgestrekte veengebied over te steken. In 1457 hebben Groningen en Münster een plan gemaakt voor de aanleg zo’n verbindingsweg, maar tot uitvoering kwam het niet.
Gedurende de volgende decennia deden zich herhaaldelijk problemen voor tussen de Addinga’s en de bevolking van Westerwolde. De oude afspraken tussen Groningen en de hoofdelingenfamilie golden niet meer en de stad koos de kant van de ingezetenen. Ze deed dat niet in de laatste plaats omdat zij en Hayo Addinga ruzie hadden over het bezit van de Reiderlander dorpen Blijham en Bellingwolde. Groningen wilde dit overblijfsel van het in de Dollard verdwenen Reiderland bij het Oldambt voegen, een gebied waarover de stad toen reeds het bewind voerde. Addinga verzette zich daartegen, maar de Groningers wisten in 1478 zijn burcht in Wedde te veroveren. Groningen werd hierdoor in feite de baas in Westerwolde. De stad heeft geprobeerd om haar positie ook officieel geregeld te krijgen door het maken van afspraken met de bisschop van Münster en de keizer. Dat leek te gaan lukken, maar in 1498 raakte de stad Groningen zelf in politieke moeilijkheden en moest haar ambities ten aanzien van Westerwolde opgeven. De bisschop van Münster hernam zijn rechten in het gebied.
Na een korte periode waarin de hertog van Gelre het bewind over Westerwolde voerde, kwam het gebied in 1536 – net als Stad en Lande van Groningen – onder Karel V te ressorteren. Deze gaf het landje in leen aan zijn stadhouder George Schenck van Toutenburg. Karels opvolger Filips II beleende er in 1561 Jean de Ligne mee. Deze, beter bekend als de graaf van Aremberg die in 1568 in de slag bij Heiligerlee door Adolf en Lodewijk van Nassau werd verslagen en gedood, liet het gebied na aan zijn vrouw Margaretha van der Marck en hun zoon Karel van Aremberg. Diens zoon Filips van Aremberg verkocht het landje in 1617 aan de Amsterdamse koopman Willem van den Hove, die het in 1619 doorverkocht aan de stad Groningen. Het gebied was voor haar interessant doordat het bezit ervan uitzicht bood op de aanwas van vruchtbare landerijen door inpoldering van de Dollard.
Westerwolde kreeg ongeveer dezelfde status als het Gorecht en het Oldambt, gebieden waarin de stad Groningen al sinds enige eeuwen de overheidsrechten uitoefende en die daarom ‘stadsjurisdicties’ werden genoemd.
Met het verwerven van de rechten kwam ook het archief van de heerlijkheid in handen van de stadsbestuurders. Vroegere inventarisatoren hebben de betrokken documenten beschreven als onderdeel van het zgn. ‘Stadsarchief voor de Reductie (toegang 2100). Omdat Westerwolde en het heerlijkheidsarchief pas na de Reductie (1594) zijn verworven, is besloten om deze stukken als een afzonderlijk fonds te beschrijven.
laatste wijziging 20-04-2021
102 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 2.829 bestanden
Inventaris
943 Bijlagen bij de rekeningen van de drost van Wedde, 1567-1576, 1589-1593
943.1 1567-1568 i
2583 Westerwolde, Stadsheerlijkheid Wedde, 1316-1618
Inventaris
943 Bijlagen bij de rekeningen van de drost van Wedde, 1567-1576, 1589-1593
943 Bijlagen bij de rekeningen van de drost van Wedde, 1567-1576, 1589-1593
943.1
1567-1568
Datering:
1567-1568
Trefwoorden:
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 09-01-2011
1 gedigitaliseerd
totaal 92 bestanden
laatste wijziging 20-04-2021
102 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 2.829 bestanden
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van de (latere) stadsheerlijkheid Wedde (Westerwolde)
Bewerker:
J. van den Broek
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
2011
Laatste uitvoer:
20-04-2021
Omvang:
35,98 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Eerder onderdeel van "rood voor reductie" (rvr) (toegangsnummer 2100)
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 20-04-2021
102 beschreven archiefstukken
102 gedigitaliseerd
totaal 2.829 bestanden