Uw zoekacties: Zeist, Brinkhove 9000 Stadsbestuur van Groningen (1), 1246 - 1594

2100 Stadsbestuur van Groningen (1), 1246 - 1594 ( Groninger Archieven )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

2100 Stadsbestuur van Groningen (1), 1246 - 1594

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Groninger Archieven

Bekijk gegevens Groninger Archieven

Toelichting

Het Archief

De archieftoegang

Literatuur

Afkortingen en literatuurverwijzingen i

laatste wijziging 06-09-2022

3.909 beschreven archiefstukken

3.870 gedigitaliseerd

totaal 79.573 bestanden

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Groninger Archieven

Bekijk gegevens Groninger Archieven

Inventaris

1. Archief van de secretarie

Toon details van deze beschrijving

1.01. Stukken van algemene aard

Toon details van deze beschrijving

1.01.1. Regelgeving

Toon details van deze beschrijving

1.01.2. Ingekomen brieven vóór 1550

Toon details van deze beschrijving

1.01.3. Ingekomen stukken 1550-1594

Toon details van deze beschrijving

1191 Dankbriefjes van regeringsfunctionarissen en andere personen wegens de ontvangst van geschenken, 1551-1570

Toon details van deze beschrijving

1462 Brieven, ingekomen bij burgemeesters en raad of burgemeesters en raad, oud en nieuw, met taalmannen, gezworen meente en bouwmeesters van de gilden, 1551, 1552, 1554-1573, 1577, 1579-1594

Toon details van deze beschrijving

1462.1 Brief van Maria van Hongarije, houdende opdracht gestreng te waken tegen speculatie en prijsopdrijving van graan en noodvoorraden aan te leggen om in geval van nood de eenvoudige bevolking te kunnen helpen, 18 september 1551. 1 stuk i

1462.2 Dankbrief van de graaf van Arenberg voor de hem toegezonden informatie over troepenbewegingen in Thüringen, 26 december 1551. 1 stuk i

1462.3 Brief van Maria van Hongarije, houdende opdracht in overleg met de landcommandeur van Maastricht de nodige defensieve maatregelen te treffen vanwege de militaire dreiging vanuit Saksen en 'Oistland', en op te treden tegen verdachte Oostfriezen, met name een priester, gehuwd met de schoonzuster van Karel bastaard van Gelre, 27 oktober 1552. 1 stuk i

1462.4 Ordonnantie van Maria van Hongarije, houdende bevel landlopers en straatschenders in hechtenis te nemen en tegen 15 januari 1555 naar Antwerpen te brengen om dienst te doen op de galeien, 4 december 1554. Met begeleidende brief van de graaf van Arenberg aan luitenant en hoofdmannen en burgemeesters en raad, 12 december 1554. Met afschrift door Egbert Alting, 31 december 1554. 3 stukken i

1462.5 Brief van de graaf van Arenberg ten geleide van een ordonnantie inzake het aanhouden van inheemse soldaten, met bevel dit stuk af te kondigen en op te treden tegen de overtreders, 21 februari 1555. 1 stuk i

1462.6 Brief van het stadsbestuur van Soest met het verzoek om opheldering inzake het gerucht dat Emden door wederdopers zou zijn ingenomen, 21 juli 1555. 1 stuk i

1462.7 Verzoekschrift van Hayko en Eltyo Frezen aan burgemeesters en raad om vrijgeleide ten einde zich te Groningen te kunnen verdedigen, Door Egbert Alting gedateerd 16 januari 1556. Met aantekening van Egbert Alting over de overhandiging van dit stuk aan burgemeesters en raad door Eppe Emkens te Muntendam, 17 januari 1556, en een brief van de requestranten met een herhaling van het verzoek om vrijgeleide, 22 januari 1556. 2 stukken i

1462.8 Stukken betreffende het ter beschikking stellen van buskruit aan de koning ten behoeve van de oorlog met Frankrijk, 26 juli en 3 augustus 1557. 2 stukken i

1462.9 Brief van de graaf van Arenberg, houdende mededeling van de overwinning van Emmanuel Filibert van Savoye over de Fransen bij Saint Quentin, 11 augustus 1557. 1 stuk i

1462.21 Verzoekschrift van Wigbolt, weduwe van rentmeester Hiëronymus Frederici, met verzoek om uitstel van de aan haar gerichte dagvaarding, [1558 ?]. 1 stuk i

1462.10 Brief van de graaf van Arenberg aan de Staten van Stad en Lande met de opdracht een door luitenant Johan de Mepsche over te brengen voordracht te accepteren, 15 mei 1558. 1 stuk i

1462.11 Brief van de graaf van Arenberg met het verzoek een of twee raadsheren voor overleg naar Vollenhove te sturen, 1 juni 1558. 1 stuk i

1462.12 Brief van de graaf van Arenberg houdende mededeling van de overwinning van de koninklijke troepen op de Fransen die Duinkerken en andere plaatsen in Vlaanderen bezet hielden, 14 juli 1558. 1 stuk i

1462.13 Brief van Engelbert van Ensse, drost te Coevorden en van het landschap Drenthe, houdende verzoek om betaling van de eerste termijn van een bede en een verering, die door Stad en Lande aan stadhouder Arenberg zijn toegezegd, en medededeling van enkele berichten over de oorlog met Frankrijk, 16 september 1558. 1 stuk i

1462.15 Geloofsbrief van Bernhard, elect en confirmaat te Münster, voor zijn gezanten dr. Abraham Spengler en notaris mr. Gerhard Lennep, die hij naar Stad en Lande afvaardigt naar aanleiding van klachten van de koning over de toestand van de geestelijke jurisdictie, 21 februari 1559. 1 stuk i

1462.16 Verzoekschrift van een onbekende om interpretatie door de gezworen meente van een tegen de ketterse sekten uitgevaardigd plakkaat, Door Egbert Alting gedateerd op 31 maart 1559. 1 stuk i

1462.17 Briefwisseling tussen burgemeesters en raad van Emden en die van Groningen inzake het verstrekken van informatie over de om geloofsredenen uitgewezen Groningers die in Emden het burgerschap van die stad hebben aangevraagd, 17 april, 3 en 6 mei 1559. 3 stukken i

1462.18 Verzoekschrift van Bartold Wicheringe om weer in de stad Groningen te mogen wonen, omdat hij onbedoeld in strijd met het plakkaat van burgemeesters en raad heeft gehandeld, Met afwijzende beschikking, 18 augustus 1559. 1 stuk i

1462.19 Brief van de graaf van Arenberg ten geleide van een supplicatie van de inwoners van Appingedam, waarin zij vragen om afwikkeling van het hangende proces met de stad, en van een verzoekschrift van de inwoners van Farmsum, met de opdracht schriftelijk van repliek te dienen, 24 december 1559. 1 stuk i

1462.22 Postscriptum van de stadhouder inzake een Groninger klacht over het feit dat burger Ludeken Bruens een paard zou zijn ontnomen door de ambtman van Drenthe, [1560?]. 1 stuk i

1462.14 Brief van de graaf van Arenberg, houdende mededeling van zijn aanstaande vertrek als afgevaardigde van de koning naar de rijksdag te Augsburg en advies om zich tijdens zijn afwezigheid eventueel tot de hertog van Savoye te wenden, 25 januari 1560. 1 stuk i

1462.20 Verzoekschrift van Lyse van Besten en de andere jufferen ter verbetering van de 'nye watering', om vergoeding van de grond die zij zijn kwijtgeraakt door de aanleg van een straat en om compensatie voor het verlies aan vrijheid dat zij lijden door de bouw van nieuwe huizen, Door Egbert Alting gedateerd op 5 juli 1560. 1 stuk i

1462.24 Brief van Regnerus Meynardus over zijn studie, 8 april 1561. 1 stuk i

1462.23 Brief van het stadsbestuur van Emden, houdende waarschuwing tegen de ketter Hinrich Niclaessen of Hinrich van Amsterdam en verzoek om eventuele inlichtingen over hem, 8 december 1561. 1 stuk i

1462.25 Brief van de graaf van Arenberg, houdende opdracht tijdens zijn aanstaande afwezigheid zorgvuldig acht te slaan op de belangen van de koning en het gemene best, en in het bijzonder de sekten en verboden predikanten in de gaten te houden, 25 mei 1562. 1 stuk i

1462.26 Brief van de graaf van Arenberg, houdende protest tegen de voortijdige jachtpartij van Willem Ubbena in de nabijheid van het huis te Coevorden, met waarschuwing aan alle ingezetenen van Groningen om zich van dergelijke activiteiten te onthouden, 1 augustus 1563. 1 stuk i

1462.27 Brief van de graaf van Arenberg, houdende verzoek de ambtman van het Gorecht, Johan Valcke, ertoe te brengen zijn schuld te betalen aan de Zwolse hospes van zijn zoon, Henrick van Uyterwijck, 19 september 1563. 1 stuk i

1462.28 Brief van het stadsbestuur van Hamburg ter ondersteuning van het verzoek van zijn burger Herman Backhus om betaling van het hem door accijnsmeester Lambert ten Holte te Delfzijl ontnomen Hamburger bier, 8 maart 1564. 1 stuk i

1462.29 Brief van Johan Albrecht, hertog te Mecklenburg en vorst te Wenden, houdende verzoek om hem een goed paard te bezorgen en zijn ambtman Michaell Triebsess toe te staan zelf op het platteland enige paarden te kopen, 20 juni 1564. 1 stuk i

1462.30 Brief van de graaf van Arenberg, houdende bericht van het overlijden van keizer Ferdinand en de opdracht rouwplechtigheden te doen houden, 24 augustus 1564. 1 stuk i

1462.32 Brief van Margaretha van Parma waarin zij haar tevredenheid uitdrukt over het door bemiddeling van Philippus Coebel bereikte vergelijk tussen Stad en Lande en de stad vraagt zich met betrekking tot de kwestie van de accijnzen in de Ommelanden toegeeflijk op te stellen, dan wel de bezwaren schriftelijk aan haar kenbaar te maken, 23 september 1564. 1 stuk i

1462.31 Brieven van Hans van Aurich inzake zijn geschil met de heer van Ruinen, 16 oktober 1564 en 1565. 2 stukken i

1462.33 Brief van de graaf van Arenberg, houdende bevel te bidden en goede werken te verrichten tot verdrijving van de Turken van Malta, 15 juli 1565. 1 stuk i

1462.34 Brief van de graaf van Arenberg, houdende bericht van ontvangst van brieven van 22 en 23 september, 8 oktober 1565. 1 stuk i

1462.35 Brief van Margaretha van Parma aan burgemeesters en raad ten geleide van een afschrift van een request van de syndicus der Ommelanden, bij haar ingediend naar aanleiding van het verzoek van burgemeesters en raad d.d. 7 november 1565 tot verlenging van de hun verleende termijn ter beantwoording van een Ommelander verzoekschrift. Met afschrift van het Ommelander request, 30 november 1565. 2 stukken i

1462.46 Verzoekschrift van Anna Sasschers om genade in verband met het feit dat zij, in weerwil van het afgekondigde verbod, heeft deelgenomen aan bijeenkomsten waarbij bijbeluitleg werd gegeven, [1566 ?]. 1 stuk i

1462.41 Brief van het stadsbestuur van Emden met het verzoek de Emder stadsdienaar Derck recht te doen in zijn geschil met pastoor mr. Ranck Koninck, 26 februari 1566. 1 stuk i

1462.45 Brief van burgemeesters en raad van Bremen, houdende verzoek om de Groninger burger Roelof van Ruinen ertoe te bewegen de door hem bij de Bremer Jacob Bolte bestelde weite te Amsterdam in ontvangst te nemen en betalen, 13 april 1566. 1 stuk i

1462.37 Brief van Wilhelm, landgraaf van Hesse en graaf te Catzenelnbogen, houdende dankzegging voor het toegezonden paard, 26 april 1566. 1 stuk i

1462.43 Brief van de drost van Lingen aan dr. Albert Wyfrink, ambtman van de beide Oldambten, opdat deze, ten behoeve van de nagelaten kinderen van de door Oemko Poppen om het leven gebrachte Heinrich Bolecke, zorgt voor de inventarisatie en beslaglegging op diens nagelaten goederen voor betaling van een bloedgeld, 15 mei 1566. 1 stuk i

1462.38 Brief van president en raden in Friesland inzake hun houding ten opzichte van de Zweedse vrijbuiters, die omtrent de Scholbalg en het Vlie op koopvaarders jagen, 27 mei 1566. 1 stuk i

1462.44 Brief van voogd en schepenen van de vrije heerlijkheid Türnich met het verzoek om ten behoeve van hun ingezetene Hans van der Hagen Kruickenbecker de Groninger burger Everard van Setterick ertoe te brengen de koopsom voor enkele paarden te betalen aan Johan van Gelre, Willem van Coesfeld en Jorgen Hohenschild, 15 mei 1566. 1 stuk i

1462.42 Stukken betreffende een vordering van de Paderborner burger Johan Reneckens op Herman Hoepenbinders, moeder van Harmen Roelofs, 14 augustus en 28 september 1566. 2 stukken i

1462.39 Brief van de graaf van Arenberg inzake het impertinente optreden van een Groninger delegatie in de zaak van het door de Ommelanden verworven octrooi, 28 augustus 1566. 1 stuk i

1462.40 Brief van de graaf van Arenberg, houdende bevel op te treden tegen de ketterse predikaties in Groninger huizen, 29 augustus 1566. 1 stuk i

1462.47 Brief van Arenberg in antwoord op een schrijven van burgemeesters en raad van 22 oktober 1566, houdende mededeling dat hij, gezien de politiek van het Hof, geen steun kan geven aan het in de brief gedane verzoek om goedkeuring en, in tegendeel, een strikte naleving van de gegeven instructies tot herstel van de oude situatie in godsdienstzaken eist, 18 januari 1567. 1 stuk i

1462.48 Brief van de graaf van Arenberg in antwoord op een schrijven van burgemeesters en raad van 15 februari 1567, met de oproep hem schriftelijk of mondeling mede te delen welke regelingen zijn getroffen om tegemoet te komen aan de wensen van het Hof, 17 februari 1567. 1 stuk i

1462.49 Brief van de graaf van Arenberg in antwoord op een schrijven van burgemeesters en raad van 5 maart 1567 waarin hij meedeelt blij te zijn met het bericht dat de Minderbroederskerk weer in katholieke handen is, en het stadsbestuur oproept ervoor te zorgen dat de aangerichte schade wordt hersteld en de katholieke eredienst weer op de oude voet wordt uitgeoefend, 8 maart 1567. 1 stuk i

1462.50 Brief van de graaf van Arenberg in antwoord op missives van burgemeesters en raad van 17 en 24 april 1567 waarin hij meedeelt blij te zijn met het bericht dat er geen predikaties meer worden gehouden en de predikanten zijn vertrokken, maar daarbij het stadsbestuur opnieuw oproept ervoor te zorgen dat de aangerichte schade wordt hersteld en de katholieke eredienst weer op de oude voet wordt uitgeoefend, 30 april 1567. 1 stuk i

1462.51 Brief van de graaf van Arenberg aan burgemeesters en raad, oud en nieuw, taalmannen van de gezworen meente en bouwmeesters van de gilden met de mededeling, dat hij dr. Johan de Mepsche heeft afgevaardigd met mondelinge voorstellen waarop hij antwoord verwacht, 12 mei 1567. 1 stuk i

1462.53 Brief van de graaf van Arenberg uit Harlingen met de mededeling dat hij de brief van burgemeesters en raad heeft ontvangen en te gelegener tijd zal doorgeven aan Margaretha van Parma, 21 mei 1567. 1 stuk i

1462.55 Brief van de graaf van Arenberg waarin deze mededeelt het schrijven van het Groninger stadsbestuur van 26 mei 1567 met afschrift van een brief aan Margaretha van Parma ontvangen te hebben, maar van zijn kant voorlopig geen actie te kunnen ondernemen tot ondersteuning van de Groningse verlangens, 27 mei 1567. 1 stuk i

1462.60 Brief van Margaretha van Parma, houdende mededeling dat de koning van plan is voor het einde van de zomer naar de Nederlanden te komen om orde op zaken te stellen, en met het bevel de namen dergenen, die uit de stad zijn vertrokken of dat nog zullen doen, te noteren en hiervan mededeling te doen aan de bevolking, 3 juli 1567. 1 stuk i

1462.65 Brieven van het stadsbestuur van Emden en Unico Manningha, drost in die stad, in antwoord van klachten van burgemeesters en raad van Groningen over de aanhouding te Emden van Groninger schippers, 12 en 13 september 1567. 2 stukken i

1462.66 Ontvangstbewijs voor stadsbode Jurien inzake brieven aan stadhouder Arenberg, waarop via de post antwoord is verzonden, 28 september 1567. 1 stuk i

1462.67 Brief van de graaf van Arenberg in antwoord op een schrijven van 13 september 1567 met kopie van een aan Margaretha van Parma gerichte brief, waarin hij het Groninger stadsbestuur oproept geduld te hebben en getrouw de instructies van de hertog van Alva op te volgen, die door Johan de Mepsche zullen worden overgebracht, 28 september 1567. 1 stuk i

1462.68 Brief van de graaf van Arenberg waarin hij aankondigt naar Frankrijk te zullen vertrekken en opdracht geeft om tijdens zijn afwezigheid de bevelen van luitenant Van Groesbeek op te volgen, 24 oktober 1567. 1 stuk i

1462.73 Brieven van Anna van Oldenburg en Delmenhorst, gravin in Oost-Friesland, en burgemeesters en raad van Emden met het verzoek Dirck Boeth van Oldenburg, dienaar van jonker Hoijcko Manningha te Pewsum, die onderweg van Groningen naar Coevorden tussen Haren en Helpman gemolesteerd is, aan zijn recht te helpen. Met bijbehorende verzoekschriften van Dirck, 20 en 26 februari 1568. 4 stukken i

1462.75 Brief van enkele burgers en inwoners van Groningen [aan het stadsbestuur] houdende oproep zich te houden aan de eed aan de koning en met het dreigement de weerspannigen te zullen straffen, 7 mei 1568. 1 stuk i

1462.76 Geloofsbrief van de Ommelander Statenleden voor enkelen van hen voor een missie naar de raad van Groningen om diens standpunt te vernemen over hetgeen graaf Lodewijk van Nassau met de vertegenwoordigers van de Ommelanden te Appingedam heeft besproken, 8 mei 1568. Met afschrift van een door graaf Lodewijk ondertekende verklaring inzake de Ommelander interpretatie van zijn propositie en kopie van het mandaat van luitenant en hoofdmannen van 5 mei 1568, waarbij het de Ommelander statenleden wordt toegestaan om met Lodewijk van Nassau te beraadslagen, 9 mei 1568. 3 stukken i

1462.77 Brief van de graaf van Arenberg in antwoord op een schrijven van het stadsbestuur van 6 mei met kopie van het rondschrijven van Lodewijk van Nassau, houdende mededeling van zijn voornemen spoedig naar Harlingen en Leeuwarden te vertrekken, en verzoek stand te houden en berichten over veranderingen van de toestand aan hem door te geven, 9 mei 1568. 1 stuk i

1462.78 Brief van de graaf van Arenberg in antwoord op een schrijven van het stadsbestuur van 12 mei inzake de nederlaag van de eigen vendels onder Haren en over het gebeurde in Appingedam, houdende mededeling van zijn spoedige komst, 13 mei 1568. 1 stuk i

1462.79 Verzoekschrift van Christoffer Jurgens voor zichzelf en uit naam van de andere door graaf Lodewijk van Nassau te Appingedam gevangen gehouden Groningers, om vrijlating van 's graven tromslager, die te Groningen wordt vastgehouden. Met verzoekschrift van de overige Groningse gevangenen te Appingedam, Door Egbert Alting gedateerd op 18 mei 1568. 2 stukken i

1462.80 Verzoekschrift van Kunne Goltsmit om bevrijd te worden van de landsknechten die zij na terugkeer van Dijksterhuis in haar huis aantrof, en om bescherming tegen de overlast die ze ondervindt bij het drijven van haar handel. Door Egbert Alting gedateerd op 19 mei 1568. Met brief van haar man Isebrant Goltsmit uit Emden, waaruit blijkt dat zijn herhaald verblijf te Appingedam verband houdt met zijn werk ten behoeve van het Grijzemonnikenklooster, 15 mei 1568. 2 stukken i

1462.82 Brief van Jacob Husinge aan burgemeester Albert Rolteman met het verzoek een bakkersvrouw of broodverkoopster behulpzaam te zijn, die al voor meer dan 600 daalders brood heeft geleverd aan de soldaten te Groningen, maar daarvoor nog geen betaling heeft gekregen, 22 mei 1568. 1 stuk i

1462.83 Bevelschriften van Lodewijk van Nassau uit Appingedam en Heiligerlee aan burgemeesters en raad van Groningen, de inwoners van het Oldambt, het Westerkwartier en het gebied tussen Oldambt en Damsterdiep om respectievelijk afgevaardigden te sturen, door de vijand achtergelaten goederen aan de rechter te Winschoten over te dragen, en schatting, achterstallige pachten en schulden aan hemzelf te betalen, 4, 28 en 31 mei, 1 en 4 juni 1568. Afschriften, mogelijk alle gemaakt op 19 april 1569. 5 stukken i

1462.63 Brief van Margaretha van der Marck, weduwe van de graaf van Arenberg, met het verzoek een toegezegde som geld aan Joachim Ubbena mee te geven en haar op de hoogte te houden van de militaire ontwikkelingen, 6 juli 1568. 1 stuk i

1462.85 Memorie van antwoord van de schoenmaker Geert van Oldenzeel op een klacht van 'W. Knokenhouwersche' terzake van de aankoop van een huid, volgens haar zeggen afkomstig van haar gestolen koe, Door Egbert Alting gedateerd op 21 juli 1568. 1 stuk i

1462.87 Afscheidsbrief van Margaretha van der Marck, weduwe van de graaf van Arenberg, aan de Staten van Stad en Lande van Groningen, 30 juli 1568. Afschrift naar een origineel, blijkens aantekening van Egbert Alting, ontvangen van secretaris Everhardus. 1 stuk i

1462.88 Brief van Gisbert Aernsma te Leeuwarden, houdende mededeling dat hij niet in de gelegenheid is in te gaan op het aanbod syndicus van Groningen te worden, 23 augustus 1568. 1 stuk i

1462.89 Brief van Thomas Gramaye, raad en eerste rekenmeester in Gelderland uit Arnhem, met de mededeling dat twee onbeheerde paarden, afkomstig uit Groningen, tegen betaling van de door hem gemaakte kosten bij hem kunnen worden afgehaald, 7 september 1568. 1 stuk i

1462.90 Brief van Karel van Brimeu, graaf te Megen, houdende opdracht drie lasten weite en drie lasten rogge te malen en ter beschikking te houden van het leger, 20 september 1568. 1 stuk i

1462.93 Brief van Johan de Mepsche te Aduard met het verzoek de in bijgevoegde, aan luitenant en hoofdmannen gerichte, brief van Unico Manninga, drost te Emden, d.d. 24 september 1568 beschreven kwestie te behandelen, betreffende de ten tijde van de oorlog bij enkele inwoners van Jemgum ontvreemde brouwketels, aambeelden en gereedschappen, die zich te Groningen zouden bevinden, 5 oktober 1568. 2 stukken i

1462.91 Brief van Gabriel Oliveri te Haren aan burgemeester Joachim Ubbena te Helpman met het verzoek stenen van Haren en Helpman naar Marsburg te doen vervoeren, 14 oktober 1568. 1 stuk i

1462.94 Brief van Johan de Mepsche ten geleide van een aan luitenant en hoofdmannen gerichte brief van de heer van Groesbeek van 23 oktober 1568 en een brief van commissaris Gabriël Olivier van 18 oktober 1568 aan Groesbeek inzake de proviandering van het werkvolk te Marsburg en de van Groninger zijde gewenste arrestatie van een van Oliviers ondergeschikten, 28 oktober 1568. Afschriften. 3 stukken i

1462.92 Brief van Johan de Mepsche ten geleide van brieven van Viglius en Zeger van Groesbeek, waarover hij de dag tevoren met de Groningse gezanten heeft gesproken en met het verzoek dat uit de opbrengst van de goederen van Lubbe, weduwe van Gelmer Eissens in de Boteringestraat, een bedrag van 5 koningsdalers wordt betaald aan Gertgen, de voedster van zijn kind, 28 oktober 1568. 1 stuk i

1462.95 Brief van Johan de Mepsche, houdende verzoek deel te willen nemen aan een op verzoek van de Ommelanden door hem uitgeschreven landdag op 8 november 1568 ter bespreking van de lasten die de bevolking van de militaire activiteiten ondervindt, 30 oktober 1568. 1 stuk i

1462.96 Brief van Johan de Mepsche ten geleide van een kopie van een schrijven van de hertog van Alva aan de Raad van State d.d. 20 oktober 1568 over een overwinning op de rebellen bij Tienen, 1 november 1568. 2 stukken i

1462.97 Brief van Johan de Mepsche houdende advies om op de komende landdag met de Ommelanden de vraag te bespreken of er geld kan worden bijeengebracht om de soldaten zolang tevreden te stellen, en waarschuwing om niet te tolereren dat rebellen naar de stad en haar jurisdicties terugkeren en dat in de stad geschriften tegen Alva en voor de geuzen worden verspreid. Met postscriptum, houdende advies op te treden tegen de zeerover Jan Abels, die te Warffum een visser heeft beroofd, 6 november 1568. 2 stukken i

1462.98 Brief van ambtman Herman Clant, houdende verslag van zijn inspectie van de verlaten weem te Midwolda, 9 november 1568. 1 stuk i

1462.99 Brief van Matthias Orth aan burgemeester Derck Schaffer met de vraag of de door de stad aan Arenberg geschonken 1000 dalers gebruikt kunnen worden om de Groningse schulden van de weduwe Arenberg af te lossen, 26 november 1568. 1 stuk i

1462.100 Brieven van de Groninger gezanten ten Hove aan burgemeesters en raad, houdende mededelingen over hun pogingen toegang te krijgen tot de hertog van Alva om hem te verzoeken de stad van bezetting te bevrijden, over hun handelingen teneinde uitstel te krijgen voor het opstellen van een dupliek op een Ommelander stuk, over het gebeurde op 29 november 1568 en over verschillende militaire gebeurtenissen, 17 en 26 november, 5, 13, 18 en 25 december 1568. 6 stukken i

1462.107 Brief van de hertog van Alva, houdende aankondiging van de komst naar Groningen van de heer van Billy met zes vendels Waalse soldaten ter aflossing van de reeds aanwezige troepen, met bevel hem bij het betrekken van het garnizoen behulpzaam te zijn en hem te gehoorzamen, 31 december 1568. 1 stuk i

1462.126 Brief van Jarich van Botnia, drost te Coevorden, aan het stadsbestuur met het verzoek om hem de stadsscherprechter ter beschikking te stellen om enige gevangen aan een 'scherpe examinatie' te onderwerpen. , 3 juni 1569. 1 stuk i

1462.149 Brieven van Peter van Statijn en Claes Koene, bevelhebbers over 24 haakschutten in het Oldambt, aan burgemeesters en raad van Groningen. Met enkele bijlagen, 15 oktober - 31 december 1569. 1 omslag i

1462.150 Brieven van Georgien Westendorp aan burgemeesters en raad vanuit Delfzijl en Appingedam inzake de oorlogshandelingen aan de Eems en de versterking van de kustplaatsen, 9 november - 22 december 1569. 1 omslag i

1462.104 Bevelschrift van Jacob Husinge, overste-luitenant onder wijlen de graaf van Arenberg en Zeger van Groesbeek, aan de kerspelen van Fivelgo en het Oldambt om volmachten te sturen om te aanhoren wat zij moeten bijdragen tot het onderhoud van de troepen bij Marsburg. Met lijst van kerspelen en opgave van de verschillende oppervlakten en geschatte hoeveelheden benodigde goederen., [1569]. 1 stuk i

1462.153 Verzoekschrift van de inwoners van Winsum aan burgemeesters en raad van Groningen in hun kwaliteit van principaal collator van pastorie en kosterij te Winsum om Tjaert Janssens de kosterij te ontnemen wegens diens wangedrag en hem door een geschikte koster-schoolmeester te vervangen, Zonder datum. 1 stuk i

1462.197 Stuk houdende verklaringen van Herman Wiubens, Luicko Muermesseler, Ello Willbens, Rennolt Ockens, Hebelo Eggens en Sybelo Sybelenns over de reactie van heer Johan van Steenwijk, pastoor te Meeden, op de ontvreemding van zijn koeien, [1569 of 1570]. 1 stuk i

1462.154 Brief van Herman Clant, ambtman van beide Oldambten, aan burgemeesters met het verzoek hem te laten weten of hij kan ingaan op het verzoek van Matthias Orth om wagens te leveren voor het vervoer van proviand van Winschoten naar het huis te Wedde, 3 januari 1569. Met een afschrift van een bevelschrift over dit onderwerp van Zeger van Groesbeek van 10 december 1568. 2 stukken i

1462.103 Brief van Theodericus Nicolai uit Grijzemonniken aan burgemeester Albert Rolteman met verzoek om advies over de aan te nemen houding ten opzichte van het bevel van de legeraanvoerders om bij te dragen aan het onderhoud van de troepen bij Marsburg, 4 januari 1569. 1 stuk i

1462.101 Brief van het stadsbestuur van Emden met het verzoek zijn burgeres Alijdt Jacobs te helpen bij het verkrijgen van het erfgoed, dat haar te Groningen overleden zoon uit haar eerste huwelijk met Jacob Schroer heeft nagelaten, 9 januari 1569. 1 stuk i

1462.102 Brief van de heer van Berlaymont met het verzoek Jehan van der Vennen te helpen met het verkopen [?] van haver, 9 januari 1569. 1 stuk i

1462.105 Brief van de stad Zwolle in antwoord op een verzoekschrift van Willem Peters Bijlinckheer om het door Aylcko Onsta in beslag genomen geld vrij te geven, met de mededeling dat Aylcko en zijn vrouw metterwoon uit Zwolle zijn vertrokken en het Zwolse stadsbestuur niets voor hem kan doen, 20 januari 1569. 1 stuk i

1462.106 Brieven van het stadsbestuur van Schüttorf met het verzoek hun burgers Arendt ten Kohlenberg, Grethe Steins, Geert Brunderich en zijn zwager Bernd ten Daelenbroeck behulpzaam te zijn bij het verkrijgen van de hun toekomende nalatenschappen van hun te Groningen overleden verwanten, 11, 20 en 29 januari 1569. 3 stukken i

1462.110 Brief van Zeger van Groesbeek met het verzoek geen gerechtelijke stappen te ondernemen tegen zijn luitenant Jacob Husing, omdat de betreffende schulden zullen worden voldaan, 25 februari 1569. 1 stuk i

1462.108 Brief van Zeger van Groesbeek met het verzoek de creditoren van de houder der koninklijke post te Groningen tot geduld te manen, zodat deze functionaris in Groningen ongehinderd zijn werk kan doen, 27 februari 1569. 1 stuk i

1462.113 Brief van de graaf van Megen ter bevestiging van de ontvangst en het doorzenden aan de hertog van Alva van Groningse brieven van 28 februari en 1 maart 1569, inzake een onjuist opschrift op een bevelschrift van Alva en over het gebrek aan geld om de soldaten van Billy te betalen, 6 maart 1569. 1 stuk i

1462.109 Brief van Zeger van Groesbeek met het verzoek bij de behandeling van de appelzaak van Gerdt Thyssen te Ootmarsum rekening te houden met het hofrecht en door middel van de benoeming van een commissaris partijen aan hun recht te helpen, 27 februari 1569. Met verzoekschrift van Gerdt Thyssen aan Zeger van Groesbeek inzake een erfeniskwestie. 2 stukken i

1462.114 Brief van Margaretha van der Marck ter bevestiging van de ontvangst van de Groningse brief van 11 maart 1569, waarbij zij meedeelt bereid te zijn haar invloed ten gunste van de stad aan te wenden en het huwelijk aankondigt van haar oudste dochter met de graaf van Lalaing, 17 maart 1569. 1 stuk i

1462.111 Brief van de hertog van Alva, houdende opdracht de zaak tegen de gevangen vaandrig Jehan Haeck te instrueren en hem met advies en stukken naar Brussel te zenden, 12 maart 1569. Met begeleidend schrijven van de graaf van Megen, 24 maart 1569. 2 stukken i

1462.119 Aanbevelingsbrief van Erich zur Hoya, Ritpergk en Bruchausen, heer te Esens, Stedesdorf en Witmund voor zijn onderdaan Hans van Brunswijk ter ondersteuning van diens vordering op Hubert Fox inzake een huis met toebehoren, ingediend bij de raad van Groningen, 28 maart 1569. Met een verzoekschrift van Hans van Brunswijk aan de heer van Esens, 24 maart 1569. 2 stukken i

1462.112 Brieven van landsschrijver Johan Mus van Coevorden met het verzoek de Groningse scherprechter te sturen voor het verhoor van een op bevel van drost Jarich van Botnija in hechtenis genomen misdadiger, 30 maart en 11 april 1569. 2 stukken i

1462.115 Brief van het stadsbestuur van Leeuwarden met het verzoek ten behoeve van de behandeling van het voor hem dienende geding tussen Dionysius Kethel als curator voor Heyne Fockesz. tegen de Leeuwarder burger Pier Piersz. getuigen te horen aan de hand van de bijgevoegde artikelen, 16 april 1569. 1 stuk i

1462.117 Brief van Margaretha van der Marck, houdende mededeling van de ontvangst van het schrijven van Groningen van 15 april 1569, en aankondiging in Brussel ten behoeve van Groningen op te zullen treden, 27 april 1569. 1 stuk i

1462.121 Brief van Wybrant Bornstra, houdende uitnodiging een deputatie te sturen naar Douai, waar hij op 13 juni 1569 een feest zal geven ter gelegenheid van zijn doctoraat, 28 april 1569. 1 stuk i

1462.120 Brief van de hertog van Alva met het verzoek de burgers en herbergiers in Groningen ertoe te brengen de soldaten van Billy voorlopig op krediet te onderhouden, 29 april 1569. 1 stuk i

1462.118 Brief van de drossaart van het land van Bergen uit Bergen op Zoom aan de richter te Groningen met het verzoek de soldaat Hans Fockx te willen horen, 4 mei 1569. 1 stuk i

1462.122 Brief van Margaretha van der Marck ter bevestiging van de ontvangst van de Groningse brief van 28 april 1569 en haar voornemen te Brussel te pleiten tegen de Groningen opgelegde weeklening ter hoogte van 650 gulden, 7 mei 1569. 1 stuk i

1462.116 Brief van het stadsbestuur van Leeuwarden met het verzoek de echtgenote van de te Deutz gevangen zittende Jan Odesz. van Sneek behulpzaam te zijn met het opnemen en certificeren van getuigenverklaringen, 12 mei 1569. 1 stuk i

1462.124 Brief van procureur Daniël Schaerlants te Brussel houdende mededeling over hetgeen hij heeft gedaan met de aan regeringspersonen gerichte brieven die hij op 4 mei uit Groningen had ontvangen, 12 mei 1569. 1 stuk i

1462.123 Brief van het stadsbestuur van Bremen, houdende verzoek om Geeske Werenborges te helpen haar vordering op de Groninger Hilbrant Muter te innen, 20 mei 1569. 1 stuk i

1462.127 Brief van het stadsbestuur van Emden, houdende verzoek de Emder burgeres te helpen bij het innen van het geld, dat de Groningse Etke Heines haar schuldig is, 4 juni 1569. 1 stuk i

1462.128 Brieven van het stadsbestuur van Bremen en Paul Cornelis te Emden inzake een vordering van Huder Hilmers en Hinrick Rust op de Groninger Otto van Vullen, 4 juni en 2 juli 1569. 2 stukken i

1462.130 Brief van burgemeesters en raad van Minden in antwoord op een schrijven van Groningen ter ondersteuning van de vordering van de Groninger burgers Evert van Sittern en Clawes Wilms inzake het door ene te Minden overleden Botte nagelaten geld, houdende mededeling, dat betrokkene buiten hun jurisdictie zou zijn overleden, 13 juni 1569. 1 stuk i

1462.129 Brief van burgemeesters en schepenen van Steenwijk, houdende verzoek om informatie over een door hen in arrest genomen dief, die zich Joachim Jansz. van Groningen noemt en wiens moeder, de spinster Elsebij Jansen, zou wonen in de Breesteghe bij de Boteringepoort, 18 juni 1569. 1 stuk i

1462.132 Brief van Margaretha van der Marck ter ondersteuning van Johan van Ballen en diens vader in een geschil, hangende voor burgemeesters en raad te Groningen, 30 juni 1569. 1 stuk i

1462.131 Brief van Johan Thedema Schatter, Berend ten Camp, Johan Barnda en Eijlerdt Alma te Emden, mede namens de andere Groningers, wier namen op 22 juni 1569 zijn afgeroepen als degenen die zich voor de hertog van Alva moeten verantwoorden voor de gebeurtenissen in 1566, houdende verzoek om ondersteuning van stadswege, 4 juli 1569. 1 stuk i

1462.134 Brief van het stadsbestuur van Brugge met het verzoek getuigen te horen ten behoeve van een proces tussen Wigbolt Fredericks als eiser en Adriaen de Voocht, 'clerc van de becommerden' te Brugge en als zodanig beheerder van de goederen van Pieter St. Vincent de la Torre, gedaagde, 18 juli 1569. 1 stuk i

1462.135 Brief van de procureur Jan van Ghindertalen aan het stadsbestuur van Gorinchem met het verzoek iemand te sturen om het de stad toekomende geld op te halen uit de opbrengst van de verkoping van de goederen van mr. Delcampo, 18 juli 1569. 1 stuk i

1462.133 Brief van het stadsbestuur van Bremen met het verzoek om genoegdoening voor de Bremer burgers Luder Hilmers, Hinrick Rustes en Johan Luders' vrouw, creditoren van de Groninger Otto van Vullen wegens geleverd bier, 25 juli 1569. Met concept voor een certificatie van burgemeesters en raad van Groningen inzake het vredeloos leggen van Otto van Vullen en de aankondiging van de openbare verkoop van zijn goederen. 2 stukken i

1462.136 Briefwisseling tussen het stadsbestuur en Joachim Panser over de tegen de arrestant Albert Schalcke ingebrachte beschuldigingen, 30 juli-6 augustus 1569. 6 stukken i

1462.137 Brieven van Reiner Fritema, grietman van West-Dongeradeel inzake de zaak Wolter Wolters, 22 augustus, 11 september en 28 oktober 1569. 3 stukken i

1462.146 Brief van de hertog van Alva aan het Groninger stadsbestuur met het verzoek Gabrio de Servillon, commandeur van de orde van Malta, en zijn gevolg passend onderdak en alle nodige bijstand te verlenen, 22 augustus 1569. 1 stuk i

1462.138 Publicatie van burgemeesters en raad, houdende oproep van grondwerkers en bouwvakkers om deel te nemen aan de aanbesteding van het op te richten kasteel, 1 september 1569. Met aan het Groninger stadsbestuur toegezonden bevelschrift en publicatie in het Frans en Nederlandse vertalingen daarvan, 24 augustus 1569. 1 omslag i

1462.139 Brief van Jarich van Botnia uit Coevorden met het verzoek de nieuw ingevoerde accijnzen ongedaan te maken of hun rechtmatigheid schriftelijk aan te tonen, 25 augustus 1569. 1 stuk i

1462.140 Brief van het stadsbestuur van Lemgo aan burgemeesters en raad van Groningen, houdende verzoek ervoor te zorgen dat hun burger Sander Tillill te Groningen niet meer zal worden lastig gevallen wegens zijn inmiddels betaalde schuld aan Carstien Lamberts, 2 september 1569. 1 stuk i

1462.142 Brief van Herman Clant te Zuidbroek aan burgemeesters en raad met het verzoek tijdens zijn afwezigheid de zaak van Ayso Ubbens en enkele andere zaken, die wegens het niet doorgaan van generale rechtdagen zijn blijven liggen, in behandeling te willen nemen, 30 september 1569. 1 stuk i

1462.141 Brief van Nicolaus Marumius uit Emden aan burgemeesters en raad, houdende mededeling dat hij gezien de omstandigheden niet kan ingaan op het aanbod zijn vroegere functie in de school te Groningen weer op zich te nemen, 1 oktober 1569. 1 stuk i

1462.143 Brief van de hertog van Alva aan burgemeesters en raad in antwoord op hun brief en verzoekschrift van 24 september 1569, waarin wordt meegedeeld dat de bouw van het kasteel spoedig zal beginnen, dat er na de voltooiing ervan soldaten gelegerd zullen worden en de stad bevrijd zal worden van het garnizoen, 1 oktober 1569. Met begeleidend schrijven van de graaf van Megen uit Leeuwarden d.d. 6 oktober 1569 en een aantekening van Egbert Alting inzake de aanschrijftitel van de graaf van Megen. 3 stukken i

1462.144 Brief van het Hof van Friesland aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek om informatie of afschriften van stukken ten laste van Griet Jans, geboortig uit Deventer, nu in hechtenis te Leeuwarden, maar voordien uit detentie te Groningen ontsnapt, 6 oktober 1569. 1 stuk i

1462.145 Brief van Zeger van Groesbeek uit Buitenpost aan burgemeesters en raad met het verzoek postrijder Hanske te Groningen te voorzien van hooi en haver, 8 oktober 1569. 1 stuk i

1462.147.1 Akte van aanstelling van Peter van Statijn en Claes Koene om 24 haakschutten te werven en met hen een maand lang de wacht te betrekken aan de Oldambtster zeedijk, Minuut. 10 oktober 1569. 1 stuk i

1462.147.2 Brief van Matthias Orth aan burgemeesters en raad met het verzoek de inwoners van het Oldambt te laten meehelpen met het herstel van het huis te Wedde, 10 oktober 1569. Met mandaat van het Groninger stadsbestuur aan de inwoners van Winschoten, Westerlee, Meeden en Muntendam om te Wedde graafwerk te verrichten en desgevraagd de wacht op het huis te betrekken, 13 oktober 1569. 2 stukken i

1462.148 Brief van Ernst Mulert, drost van Lingen, met het verzoek aan te geven op welke manier hij het best zijn borg Gerdt Johan Heynen schadeloos kan stellen die is aangesproken voor het Groningse vaandel dat Ernst na de slag bij Heiligerlee had geleend, 10 oktober 1569. 1 stuk i

1462.147.3 Brieven en mandaten inzake het optreden van de haakschutten onder bevel van Peter van Statijn en Claes Koene en de op de inwoners van het Oldambt rustende plicht de soldaten te onderhouden en mee te helpen bij het houden van de wacht. Minuten, 16, 20, 21 en 23 oktober 1569. 1 stuk i

1462.147.4 Klaagschriften van de inwoners van het Oosterambt van het Oldambt en van de kerspelen Noordbroek, Zuidbroek en Meeden inzake het onderhoud van de 24 haakschutten onder het bevel van Peter van Statijn en Claes Koene, 20 oktober 1569. 2 stukken i

1462.147.5 Verklaring van Joachim Ubbena over de rol van Peter van Statijn bij een op initiatief van functionarissen van de graaf van Megen en de heer van Groesbeek voorgenomen aanslag op Oterdum, 22 oktober 1569. 1 stuk i

1462.151 Brieven van Elssche, weduwe van Goedeke Vogels te Oldenburg, aan burgemeesters en raad in antwoord op een dagvaarding ten verzoeke van de Groninger burger Geert Bier, 2 en 24 november 1569. 2 stukken i

1462.152 Brief van bisschop Johan Knijff aan burgemeesters en raad van Groningen, houdende verzoek kapelaan Johan Huibers te ontslaan van de verplichting enkele soldaten te onderhouden, 30 december 1569. 1 stuk i

1462.155 Brieven van hopman Joachim Panser te Reide aan burgemeester Joachim Ubbena en burgemeesters en raad over de levering van hout en proviand voor zijn soldaten, 8, 10 en 13 januari 1570. 1 omslag i

1462.156 Dankbetuiging van president en raden des konings in Holland, Zeeland en Friesland wegens de van Groningen ontvangen waarschuwing voor een aanslag van de watergeuzen op Den Haag of Den Briel, 1 januari 1570. 1 stuk i

1462.209 Request van de gevangene François Bailleuf aan burgemeesters en raad om hem in de gelegenheid te stellen zijn rantsoen te verdienen door het verrichten van werkzaamheden , Ongedateerd. 1 stuk i

1462.210 Request van de Groninger burger Johan Barnda aan burgemeesters en raad om hem toestemming te verlenen zich weer in de stad te vestigen, onder betuiging van zijn bereidheid zich aan de justitie te onderwerpen, Ongedateerd. 1 stuk i

1462.157 Brief van Zeger van Groesbeek aan burgemeesters en raad, houdende mededeling dat hij in reactie op hun brief zich schriftelijk gewend heeft tot enkele personen aan het Hof, 11 januari 1570. 1 stuk i

1462.160 Brief van het stadsbestuur van Leeuwarden aan dat van Groningen met het verzoek te bevorderen dat aan Cunera Dircks, echtgenote van Jarich Wopckens te Leeuwarden, spoedig recht wordt gedaan in haar procedure tegen de creditoren van Lulof Coenders, 20 januari 1570. 1 stuk i

1462.163 Brief van burgemeesters en raadmannen van Bremen aan het stadsbestuur van Groningen met het verzoek hun burger Luder Hilmersz. aan zijn recht te helpen tegen de Groninger Haye Hiddennsz, 20 januari 1570. 1 stuk i

1462.158 Verzoekschrift van Reyner Frytema, grietman van Dongeradeel ten westen van de Peasens, om Wolter Wolters genade te schenken, Zonder datum [1570]. 1 stuk i

1462.159 Brief van de schulte van Anloo aan luitenant Johan de Mepsche met het verzoek paarden en wagens te sturen om de door de stad gekochte bomen naar het water te brengen, 29 januari 1570. Met - op een los strookje papier - een opmerking van de schrijver over de mogelijkheid een te Eext gevelde boom te vervangen door een andere of het daarvoor betaalde geld terug te krijgen indien hij niet mocht blijken te deugen. 2 stukken i

1462.162 Protocol van een getuigenverhoor, afgenomen ten verzoeke van de raad van Hasselt, inzake de noodzaak van het herstel van de brug over het Zwarte Water bij Hasselt. Met de bijbehorende vragen waarop de getuigen moesten worden gehoord. Minuut, 10 februari 1570. 1 stuk i

1462.167 Brieven van Joachim Ubbena uit Appingedam aan burgemeesters en raad van Groningen inzake zijn ontmoeting met Caspar de Robles, 24 februari 1570. 2 stukken i

1462.164 Brief van Joachim Ubbena uit Appingedam aan burgemeesters en raad van Groningen over verschillende aangelegenheden, 18 februari 1570. 1 stuk i

1462.168 Brief van Joost van Cleve en Evert Simons uit de omgeving van Amsterdam aan burgemeesters en raad van Groningen met het verzoek relevante informatie door te zenden naar Antwerpen, 22 februari 1570. 1 stuk i

1462.169 Brief van Caspar de Robles en Joachim Ubbena uit Appingedam aan burgemeesters en raad van Groningen met het verzoek de weduwe van Evert Lewe vrij te stellen van de 100 gulden zetgeld waarop zij getaxeerd was, 25 februari 1570. 1 stuk i

1462.170 Brief van Joachim Ubbena uit Appingedam aan burgemeesters en raad van Groningen met het verzoek om schuiten en andere vaartuigen te vorderen om de uit Deventer afkomstige soldaten die in Farmsum, Oterdum, diverse kloosters en elders gelegerd zijn en die op bevel van Caspar de Robles worden teruggetrokken, naar Zuidlaren te vervoeren en voor de nodige fourage te zorgen, 2 maart 1570. Met een losse notitie van Egbert Alting inzake het verzoek van De Robles aan het stadsbestuur om een achttal wagens ter beschikking te stellen voor het vervoer van de bagage van de soldaten, 3 maart 1570. 2 stukken i

1462.172 Brief van Christof Engelbertz, gograaf en richter van stad en land van Lingen, aan burgemeesters en raad van Groningen, met verzoek om voorrang voor de toner van de brief inzake diens vordering op de Groninger burger Tonnys Kremer, 4 maart 1570. 1 stuk i

1462.176 Stukken betreffende het oprichten van een monument te Heiligerlee op de plaats waar in 1568 de graaf van Arenberg de dood vond, 5 en 7 maart, 15 april 1570. 3 stukken i

1462.173 Stukken betreffende een verzoek van Parceval Balocus, houder van de bank van lening te Utrecht, om octrooi teneinde in Groningen een soortgelijke bank te mogen oprichten, Maart 1570. 3 stukken i

1462.174 Memorie van Georgien van Westendorp aan secretaris Alting inzake de inhoud van een aan de graaf van Megen te schrijven missive met de suggestie zich voor het voor de weeklening voor de soldaten benodigde geld tot Friesland te wenden, 2 april 1570. 1 stuk i

1462.175 Brief van Karel van Brimeu, graaf van Megen, aan burgemeesters en raad met aankondiging van zijn voornemen bij Alva te pleiten voor lastenverlichting voor de stad Groningen, 5 april 1570. 1 stuk i

1462.178 Brieven van het stadsbestuur van Kleef en Karel van Brimeu, graaf van Megen en stadhouder in Gelre, Zutphen, Friesland, Overijssel, Groningen en Lingen, aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek ervoor te zorgen dat Matthias Koep, burger van Emmerik, in het bezit gesteld wordt van de 170 daler en 26 stuivers die Coert Coenrades hem schuldig is, 10 en 20 april 1570. 2 stukken i

1462.179 Brief van het stadsbestuur van Zutphen aan dat van Groningen met verzoek Tilman Kistemaicker behulpzaam te zijn bij de afwikkeling van de nalatenschap van zijn schoonmoeder Anna Hopperts, 15 april 1570. 1 stuk i

1462.177 Brief van Zijrck van Donia, grietman van Collumerlandt, aan burgemeesters en raad van Groningen met verzoek om medewerking bij de tenuitvoerlegging van een sententie van zijn gerecht tegen Claes Harckema, 18 april 1570. Met twee bijlagen d.d. 7 oktober en 13 december 1569. 3 stukken i

1462.183 Brief van burgemeesters en raad van Weissenburg aan de Rijn aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek om Martin Soldt behulpzaam te zijn bij het in bezit nemen van het aan zijn echtgenote Susanna, dochter van wijlen Meijsse en Rudolf Hertgers, toekomende aandeel van de nalatenschap, 3 mei 1570. 1 stuk i

1462.185 Stuk, houdende Franse vertaling van een oorspronkelijk in het Spaans gestelde beschrijving van de plechtige inzegening van het huwelijk tussen koning Filips II en Anna van Oostenrijk, die op 4 mei 1570 te Praag plaatsvond, [Mei 1570]. 1 stuk i

1462.180 Brief van dr. Hilmer Diurken te Emden aan de burgemeester van Groningen met verzoek hem en zijn gevolmachtigde Gerrit Goltsmit van Emden behulpzaam te zijn bij de invordering van een schuld van 52 dalers bij de weduwe Kunne Sickens Schroder in de Ebbingestraat wegens aan haar zoon Sicko Almersma te Augsburg ten tijde van diens ziekte voorgeschoten geld, 9 mei 1570. 1 stuk i

1462.181 Brief van de kerkvoogden van Noord- en Zuidbroek aan burgemeesters en raad van Groningen met verzoek om advies inzake een voorstel van de commissaris van de bisschop van Münster, die hen heeft voorgehouden dat een geschenk aan de genoemde bisschop hem wellicht ertoe zou kunnen brengen om bij de koning, die wegens gepleegde 'excessen' tegen de kerk en het concilie van Trente van plan zou zijn het landschap in het verderf te storten, clementie te bepleiten, [Begin mei 1570]. 1 stuk i

1462.182 Brief van Jurgen Swarte, ambtman te Norden, aan burgemeesters en raad van Groningen met antwoord op hun schriftelijk verzoek om informatie inzake een geval van doodslag, welke door Lambert Micheels van Emlicheim in 1567 te Norden in de kroeg van Udo Muyrmeister zou zijn gepleegd, 11 mei 1570. 1 stuk i

1462.184 Brief van burgemeesters en raden van Rotterdam aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek te bevorderen dat aan Nicolas Henrickz. recht wordt gedaan in zijn proces tegen de voogden van de kinderen van wijlen Franchois Henrickz. inzake een bij sententie van burgemeesters en raad van 6 maart 1561 in rechte geconsigneerd bedrag aan geld, 17 mei 1570. 1 stuk i

1462.188 Brief van de Margaretha van der Marck, weduwe van Arenberg, aan het stadsbestuur van Groningen met de mededeling dat zij niet in staat is invloed uit te oefenen op het Brusselse Hof teneinde lastenverlichting voor Groningen te bewerken, 10 juni 1570. 1 stuk i

1462.187 Brief van de procureur Daniël Scarlans te Brussel aan burgemeesters en raad inzake zijn bemoeienis met het bezorgen van brieven uit Groningen aan hoogwaardigheidsbekleders in Brussel en de ontvangst van 3 ponden vlaams, 11 juni 1570. 1 stuk i

1462.186 Brief van de zeilmaker IJsbrant Lamberts te Enkhuizen aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek om betaling van een op 22 februari 1570 door hem op bestelling van kapitein Peter Thyssen gemaakt zeil voor een oorlogsschip, 19 juni 1570. 1 stuk i

1462.191 Brief van de graaf Van Megen uit Leeuwarden aan burgemeesters en raad, houdende verzoek om het huis van Gerkesklooster in de stad Groningen van inkwartiering met soldaten te vrijwaren, 19 juli 1570. 1 stuk i

1462.189 Brief van Karel van Brimeu, graaf van Megen en stadhouder van Gelre, Zutphen, Friesland, Overijssel, Groningen en Lingen, aan burgemeesters en raad, houdende mededeling van de wijze waarop de landvoogd een geschil heeft beslecht tussen bevelhebber Mondragon en het stadsbestuur van Deventer over de arrestatie van een Deventer burger, welke tevens van toepassing zal zijn wanneer zich te Groningen een vergelijkbaar geval zou voordoen, 15 juli 1570. 1 stuk i

1462.193 Stukken inzake een verzoek van Frederick Snucksen en Asmus Mommensen uit Husum aan het stadsbestuur van Groningen om vergoeding te ontvangen van de schade die de Groningers aan hun te Farmsum achtergelaten schip hadden toegebracht door het zonder hun toestemming te gebruiken als oorlogsschip, Juli en augustus 1570. 3 stukken i

1462.190 Brief van het Hof van Friesland te Leeuwarden aan burgemeesters en raad houdende verzoek om de arrestant Pieter Hendricksz., van wie het Hof een bekentenis heeft ontvangen, nog enkele dagen vast te houden opdat de procureur generaal zelf hem zal kunnen horen, 19 juli 1570. 1 stuk i

1462.192 Brief van Johan de Mepsche uit Spiers aan burgemeesters en raad houdende aanzegging om, in overeenstemming met een aan hemzelf gerichte brief van de graaf van Megen welke hij als bijlage meezendt, maatregelen te nemen tot het weren van Joden uit Groningen, 2 augustus 1570. Met bijlage van 19 juli 1570. 2 stukken i

1462.196 Proces-verbaal door Doede Tjarks van het afhoren door de burgemeesters Albert Rolteman en Albert Jarges van de rekening van de erfgenamen van wijlen Tyacko Eltkens en Luwert Tiddinga, in leven kerkvoogden van Midwolda, over de restanten van 1566, de inkomsten van 1567 en de helft der inkomsten over 1568, welke aan graaf Lodewijk van Nassau is afgedragen, 4 augustus 1570. 1 stuk i

1462.198 Brief van de Groningse gezanten naar de graaf van Megen waarin zij burgemeesters en raad mededeling doen van het feit dat zij nog niet in audientie zijn ontvangen omdat de hoogwaardigheidsbekleders bezet zijn vanwege de aankomst van de koningin in Nijmegen, 15 augustus 1570. 1 stuk i

1462.194 Verzoekschrift van Johan Claessens te Midwolda aan burgemeesters en raad van Groningen om ertoe bij te dragen dat Doede Tjarks spoedig een oordeel zal kunnen vellen in de rechtszaak tussen hemzelf en de voormonden van de kinderen van wijlen Sappe Luppens, 17 augustus 1570. 1 stuk i

1462.195 Stukken betreffende een geschil tussen de erfgenamen van wijlen Wessel Hartgers en de Vrouwe van Kniphuisen en Tymen Wilhelms, 17 augustus 1570 en 30 januari 1571. 2 stukken i

1462.200 Brief van luitenant Johan de Mepsche vanuit Spiers aan burgemeesters en raad van Groningen inzake de belangrijkste onderwerpen van de daar plaats hebbende beraadslagingen, 4 augustus 1570. 1 stuk i

1462.199 Aanbevelingsbrieven van Unico Manninga, drost te Emden, gericht aan burgemeesters en raad van Groningen ten behoeve van Joost van Gesseke en zijn vrouw om hen in het bezit te stellen van enige onroerende goederen en geld dat laatstgenoemde toebehoort en te Groningen in beslag genomen is, 29 augustus en 16 september 1570. Met recepta door Egbert Alting d.d. 1 en 19 september 1570. 2 stukken i

1462.201 Brief van stadhouder Zeger van Groesbeek, graaf van Megen, aan burgemeesters en raad van Groningen met verzoek om de openbare verkoop van een huis van Evert Evertzen, burger van Dokkum, uit te stellen totdat deze zijn schulden kan voldoen met de vergoeding die hij nog van de koning tegoed heeft voor de door hem aan de soldaten te Wedde geleverde proviand, 6 september 1570. Met ongedateerd request van Evert Evertzen aan de stadhouder. 2 stukken i

1462.203 Brief van burgemeesters en raad van Osnabrück aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek om verificatie van de mededeling van een ingezetene van Osnabrück, genaamd Anna, dat zij te Groningen in het huwelijk zou zijn getreden met Johan Godekinck en van hem een dochter Geseke heeft gebaard, 12 september 1570. 1 stuk i

1462.202 Brieven van Unico Manninga, drost te Emden, en gravin Anna van Oost-Friesland en Delmenhorst aan burgemeesters en raad van Groningen in antwoord op hun verzoeken om medewerking bij hun pogingen het door vrijbuiters onder bevel van kapitein Wolter Frans te Norden geroofde schip met lading van de Groninger burger Bartholomeus Meertens vrij te krijgen, 13 september en 1 oktober 1570. Met recepta door Egbert Alting van 13 september en 3 oktober 1570. 2 stukken i

1462.204 Brief van gravin Anna van Oost-Friesland aan burgemeesters en raad in Groningen houdende mededeling dat zij, gezien haar pogingen de vrijbuiters uit de Oostfriese wateren te verwijderen, niet in de gelegenheid is met deze in contact te treden teneinde de vrijlating van de Groningse burger Filips Abne te bewerken. Met postscriptum inzake de ontvangst van een schrijven van burgemeesters en raad over Bartholomeüs Meertens, 20 september 1570. Met gelijktijdige afschriften [door Johan Julsing?]. 4 stukken i

1462.205 Brief van gravin Anna van Oost-Friesland aan burgemeesters en raad in Groningen houdende mededeling dat haar onderdanen, in weerwil van de geruchten welke onder Groningers de ronde doen, geen hulp verlenen aan de vrijbuiters of aanhangers van Oranje, dat de enkelingen die zich daaraan per ongeluk hebben schuldig hebben gemaakt, gevangen zijn gezet en dat zij bij gefundeerde klachten bereid is de nodige maatregelen te nemen, 29 september 1570. 1 stuk i

1462.206 Brief van Doede Tjarks aan burgemeesters en raad ten geleide van een aan hem ter hand gestelde brief welke geadresseerd was aan burgemeester Herman Clant en waarin inwoners van Noordbroek werden beschuldigd van het wegnemen van drijfgoed, met verzoek om overname van deze zaak of aanwijzing voor de behandeling ervan en suggestie om, desgewenst, een datum voor een warf te bepalen, 7 december 1570. 1 stuk i

1462.207 Brief van Hermen Kock, rentmeester in Eemsland, aan burgemeesters en raad, houdende verzoek om de toner van de brief toestemming te geven tot het uitvoeren van een vat boter, 15 december 1570. 1 stuk i

1462.208 Brief van Doede Tjarks, rechter in het Oldambt, aan burgemeesters en raad inzake de arrestatie van een vijftal vrijbuiters op het eiland Ulsda waarbij een van zijn mannen is omgekomen en een ander zwaar gewond, met verzoek om schriftelijke aanwijzingen over de vraag hoe verder met de arrestanten gehandeld moet worden, 29 op 30 december 1570. 1 stuk i

1462.211 Brief van Karel van Brimeu, graaf van Megen, aan burgemeesters en raad inzake het uitblijven van een besluit van Alva over de opheffing van de weeklening voor de soldaten, 20 april 1571. 1 stuk i

1462.212 Brief van Herman Clant, ambtman in de beide Oldambten, aan burgemeesters en raad houdende verzoek hem via in rechtsdienaar Jacup Reijnens te laten weten of zij van plan zijn binnenkort een warf te houden en wat er gedaan moet worden met de heerloze knechten die het land onveilig maken, 10 januari 1572. 1 stuk i

1462.213 Brief van Ernst Mulert, drost te Lingen, aan burgemeesters en raad houdende verzoek zijn dienaar Johan Effens behulpzaam te zijn bij het invorderen van een som gelds die zijn voormond, wijlen de Groninger burger Tonnis Kremer, tijdens zijn minderjarigheid had beheerd en nu onder de erfgenamen van laatstgenoemde berust, 21 januari 1572. 1 stuk i

1462.215 Brief van Daniel Scarlans, procureur te Brussel, aan het stadsbestuur van Groningen houdende mededeling dat het resultaat van zijn en Willem Geerts' bemoeienissen ter uitvoering van hetgeen het stadsbestuur bij zijn brief van 25 januari 1572 had opgedragen, door Willem zal worden meegedeeld, onder aanbieding van zijn bereidheid om de stad Groningen ook in toekomende gevallen van dienst te zijn, 9 februari 1572. 1 stuk i

1462.216 Brief van Frederik II, koning van Denemarken etc., aan het stadsbestuur van Groningen met verzoek om de afwikkeling te bespoedigen van de erfeniskwestie van Lammert van Groningen, welke voor de Groningse raad dient, 13 februari 1572. Met verzoekschrift van Lammert van Groningen aan Frederik, 14 februari 1572. 2 stukken i

1462.214 Brief van President en Raden van de koning in Friesland aan luitenant en hoofdmannen en het stadsbestuur van Groningen houdende verzoek om zorg te willen dragen voor de tenuitvoerlegging van hun sententie ten voordele van Jacob Pieters en zijn vrouw Jantien uit Sneek en ten laste van Jacob Huysinge te Groningen, 23 februari 1572. 1 stuk i

1462.219 Brief van Adolf van Noorwegen, hertog in Sleeswijk Holstein, graaf in Oldenburg etc., aan burgemeesters en raad met verzoek zijn ritmeester Jose van Qualen behulpzaam te zijn bij de aankoop van een goed zwart paard, 3 maart 1572. 1 stuk i

1462.235 Brief van het stadsbestuur van Wismar aan burgemeesters en raad, houdende verzoek om informatie over de stand van zaken met betrekking tot de door wijlen Peter van Werdt, alias Rover, te Groningen nagelaten goederen, 12 maart 1572. 1 stuk i

1462.218 Brief van de hertog van Alva aan het stadsbestuur, houdende opdracht om recht te doen in het geschil tussen hopman Johan van Warmelo te Diepenheim en Herman Enens, gewezen secretaris van Groningen, 15 maart 1572. Met bijlagen, 23 februari, 20 juni 1571, 23 januari 1572. 5 stukken i

1462.217 Brieven van het Gronings gezantschap naar het Hof te Brussel, gericht aan het stadsbestuur, houdende berichten over haar vorderingen en de stappen van de Ommelanders in hun geschil met de stad, 19 en 25 maart 1572. 2 stukken i

1462.220 Brief van burgemeesters en raad van Emden aan hun collega's in Groningen met verzoek Folkerdt Wantscher behulpzaam te zijn bij zijn poging tot het incasseren van de vordering die hij heeft op de goederen van Eylerdt Alma, burger te Groningen, 20 april 1572. 1 stuk i

1462.221 Brieven van syndicus Georgien van Westendorp aan burgemeesters en raad, geschreven vanuit Leeuwarden, 27 april en 3 mei 1572. 2 stukken i

1462.224 Brief van het stadsbestuur van Deventer aan burgemeesters en raad in Groningen met het verzoek hun burger Joest Henricxssen behulpzaam te zijn bij zijn poging tot het incasseren van zijn vordering op de goederen van wijlen Tonnis Michielsz Kremer, burger te Groningen, 1 mei 1572. Ontvangen op 15 mei 1572. 1 stuk i

1462.222 Brief van Caspar de Robles aan burgemeesters en raad met verzoek ermee in te stemmen dat syndicus Westendorp nog enige dagen te Leeuwarden blijft voor de behandeling van gewichtige zaken, 3 mei 1572. 1 stuk i

1462.223.1 Brief van Gilles van Berlaymont, vrijheer van Hierges, aan luitenant Johan de Mepsche, houdende mededeling van zijn voorlopige benoeming tot stadhouder in Gelderland, het graafschap Zutphen, Friesland, Overijssel, Groningen, Lingen etc., en bevel tot het op de gebruikelijke manier doen publiceren van het bijgevoegde stuk inzake de prolongatie van het 'generaal pardon', 4 mei 1572. Afschrift door Johannes Julsing. 1 stuk i

2100 Stadsbestuur van Groningen (1), 1246 - 1594

Inventaris

1. Archief van de secretarie

1.01. Stukken van algemene aard

1.01.3. Ingekomen stukken 1550-1594

1462 Brieven, ingekomen bij burgemeesters en raad of burgemeesters en raad, oud en nieuw, met taalmannen, gezworen meente en bouwmeesters van de gilden, 1551, 1552, 1554-1573, 1577, 1579-1594

Delen

Doorsturen per email

Delen via Facebook

Delen via X (Twitter)

Printen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Favoriet of een notitie maken

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Stuur een reactie naar Groninger Archieven

Bekijk gegevens Groninger Archieven

1462.223.1

Brief van Gilles van Berlaymont, vrijheer van Hierges, aan luitenant Johan de Mepsche, houdende mededeling van zijn voorlopige benoeming tot stadhouder in Gelderland, het graafschap Zutphen, Friesland, Overijssel, Groningen, Lingen etc., en bevel tot het op de gebruikelijke manier doen publiceren van het bijgevoegde stuk inzake de prolongatie van het 'generaal pardon', 4 mei 1572. Afschrift door Johannes Julsing. 1 stuk

4 mei 1572. Afschrift door Johannes Julsing

1 stuk

Ontvangen op 12 mei 1572. Blijkens dorsale aantekening van secretaris Alting is de brief dezelfde dag nog beantwoord. De tekst van het antwoord bevindt zich in het brievenprotol (inv.nr. 16.1, fol. 275) en gaat over de manier waarop het stadsbestuur gewoon is in voorkomend geval door regeringspersonen benaderd te worden. B&R willen niet via de Luitenant, maar rechtstreeks uitgenodigd worden om plakkaten uit te vaardigen. De tekst van de prolongatie van het generaal pardon ontbreekt bij dit afschrift.
Betreft Register Feith 1572.54

Trefwoorden: