1183 Buurt- en brandputten, 1750 - 1864 ( Groninger Archieven )
1183
Buurt- en brandputten, 1750 - 1864
Inleiding.
Weinig archiefbescheiden zijn bewaard gebleven van de buurt- en brandputten, die de stad Groningen tot in de 20e eeuw heeft gekend. Van slechts vijf putten op een totaal van meer dan vijftig zijn archivalia aanwezig. Wanneer de eerste put gegraven is, is niet bekend; in de stadsrekening van 1548 wordt reeds gesproken van de "wynhuesputte", vele putten zullen echter eerder gedolven zijn.
Naarmate de stad groter werd en het drinkwater uit de bestaande putten niet meer toereikend was, werden in verschillende buurten en straten door de omwonenden op gezamenlijke kosten zgn. buurtputten gegraven, die alleen door voorgenoemde personen, d.w.z. gerechtigden, mochten worden benut. Na de pestepidemie van 1623 * bemoeide ook de stedelijke overheid zich met de drinkwatervoorziening, een resolutie van burgemeesteren en raad van 13 augustus 1625 belastte de raadsheren Ter Borch en Tiassens "omme twee putten te doen maecken d'ene in Ebbinge ende d'andere in St. Johanstraet, wel verstaende buiten last van de stat tot costen van de nabuiren daeromtrent wonende". In 1643 treffen we dan ook diverse putten in de stad aan (kaart E. Haubois). In 1731 werd zelfs subsidie gegeven voor het graven van een put: "de respective nabuiren deeser stadt publijcque putten te mogen setten, waertoe de stadt sal suppediteren een summa van honderdt en vijftigh car. gld.". *
De putgerechtigden kozen uit hun midden een of meer putmeesters, die belast werden met de zorg over en het toezicht op de put, terwijl zij jaarlijks rekening moesten doen van gedane uitgaven. *
In 1820 werden de putmeesters door het stadsbestuur verzocht een kohier op te stellen van alle putgerechtigden van de onder hun beheer staande putten, * terwijl sinds 1822 de benoeming van putmeesters door burgemeesteren en wethouders geschiedde, die eveneens de rekening goedkeurden. *
Steeds meer ging de stad ertoe over het alleenrecht over de putten en pompen te verkrijgen. In 1863 richtte zij zich daartoe tot de onderscheidene putmeesters met de vraag, of de gerechtigden geen afstand wilden doen van hun recht; de stad was gaarne bereid de putten met de onkosten daaraan verbonden over te nemen. Velen gaven gehoor.
Enkele jaren later, in 1878, sloot de gemeente Groningen een overeenkomst met een maatschappij betreffende de aanleg van een waterleidingnet in de stad. * In 1894 werd bovendien bepaald dat putten, die naar het oordeel van deskundigen voor de gezondheid nadelig water opleverden, door burgemeester en wethouders in "onbruikbare toestand" konden worden gebracht. * In het bouwreglement van 1905 werd het hebben van een aansluiting op de waterleiding voor nieuw te bouwen woningen zelfs verplicht gesteld, * een bepaling die ten aanzien van de drinkwatervoorziening een nieuw tijdperk inluidde, maar aan de putten en pompen hun oorspronkelijk doel ontnam.
laatste wijziging 14-04-2018
11 beschreven archiefstukken
Inventaris.
5. Put St. Jansstraat. Nr. 92a.
11 Goedgekeurde rekeningen, waarin opgenomen kohieren van putgerechtigden, 1860 - 1864
1183 Buurt- en brandputten, 1750 - 1864
Inventaris.
5. Put St. Jansstraat. Nr. 92a.
11
Goedgekeurde rekeningen, waarin opgenomen kohieren van putgerechtigden, 1860 - 1864
laatste wijziging 14-04-2018
11 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van stukken betreffende buurt- en brandputten te Groningen, 1750-1864.
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
2003
Omvang:
0,65 m standaardarchiefberging
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
11 beschreven archiefstukken