23 Kerspel Uithuizen, 1701 - 1785 ( Groninger Archieven )
23
Kerspel Uithuizen, 1701 - 1785
Inleiding
Het kerspelarchief Uithuizen heeft vele jaren als een zelfstandige eenheid (2e supplement) deel uit gemaakt van de huisarchieven Menkema en Dijksterhuis. Bij de herinventarisatie van de kerspelarchieven leek het mij echter raadzaam om het kerspelarchief van dat huisarchief af te scheiden en toe te voegen tot het reeds bestaande fonds van kerspelarchieven. Aan de hier onderstaande inleiding en inventaris van het door W.J. Formsma geïnventariseerde supplement heb ik niets veranderd. i
De Ommelander kerspelen hebben het nauwelijks tot een eigen bestuursorganisatie gebracht. De oorzaak moet wel gelegen hebben in de overheersende positie, die de jonkers als een soort dorpsheren hebben ingenomen, immers in het Oldambt heeft zich wel een, zij het ook zeer eenvoudig, kerspelbestuur ontwikkeld. Ook bleef er in de dorpen niet zo bijzonder veel te regelen over, wanneer de bestuurderen van kerk en waterschap en de rechter hun taak vervulden. i
Tot de vorming van een dagelijks bestuur leidde dit dan ook niet. Toch eiste het weinige, dat er overbleef voorziening. Daartoe behoorde in de eerste plaats wel inning der provinciale belastingen, voornamelijk de verponding. Dit geschiedde door de schatbeurder. Deze werd gekozen door de kerspellieden, waarschijnlijk wel allen, die in de verponding waren aangeslagen, dus alle landgebruikers. Jaarlijks werd een rekendag gehouden. Daar legde de schatbeurder de kwitanties over van het betaalde verpondingsgeld. Het overschot stelde hij ter hand aan de heer of vrouwe van Menkema. Deze deed daaruit de overige betalingen voor het kerspel benevens uit enkele andere inkomsten zoals het straatgeld en het biezejagersgeld. De uitgaven bestonden uit uitgaven voor de straat, de lantarens, het tractement en de kleren voor de biesjager, herstellingen aan kerspelwerken en andere kleinigheden. i
Op de jaarlijkse rekendagen werd de rekening gesloten. Daar hadden de kerspellieden dan tevens gelegenheid over andere kerspelzaken te spreken. Behalve de schatbeurder was er nog een andere kerspeldienaar, namelijk de kerspelsoldaat, roderoede of biezejager dus een veldwachter, in dienst van het kerspel. Uithuizen had er samen een met Usquert. Dan kon een kerspel, waar geen eigenerfden wonen, op de landdagen vertegenwoordigd worden door twee door het kerspel aangewezen volmachten. i
Ook voor andere, speciale doeleinden werden soms volmachten aangewezen. Doorgaans was dat of de heer van Menkema alleen, of met iemand anders. Zij bleven volmachten ad hoc en ontwikkelden zich door aanwezigheid van de dorpsheer, althans in Uithuizen, niet tot een dagelijks bestuur. De redger, of zijn geconstitueerde richter, was immers steeds in functie. Tot hem kon het provinciaal of Ommelander bestuur zich steeds wenden en zijn taak was niet zo uitsluitend rechtsprekend dat dat hij zich niet op andere terrein mocht bewegen. De grenzen van de jurisdictie Uithuizen vielen evenwel niet samen met die van het kerkelijk kerspel. i
Een moeilijk punt is nog de verhouding tot het Winsummer- en Schaphalsterzijlvest. Uithuizen is namelijk als schepperij een onderdeel van dit zijlvest. Nu valt het territoir van het kerspel niet samen met dat van de scheppeij. De Aldingahuisterzijleed b.v. is een onderdeel van de schepperij Uithuizen, maar ligt in het kerspel Usquert. Niet alles wat tot de "waterstaat" behoort, behoorde tot de taak van de schepper. Ook het kerspel had zijn eigen objecten. De beschikbare gegevens kunnen niet altijd duidelijk maken, hoe het precies geweest is. Dan was er nog het Uithuizer-dijkrecht, een instelling die speciaal het onderhoud der zeedijken verzorgde en een eigen organisatie bezat. i
Door de instelling der gemeenten verloren de kerspelen grotendeels hun reden van bestaan. Het is niet bekend of het kerspel toen meteen verdwenen is, of dat het nog een tijd lang heeft voortbestaan voor het beheer der speciale kerspelobjecten. i
De hier geschetste verhoudingen maken het duidelijk, dat ook van een kerspelarchief nauwelijks sprake is. Zoals de kas van het kerspel op Menkema bewaard bleef, zo zullen daar ook de stukken, die het kerspel raakten, gebleven zijn. Toen het huisarchief Menkema geordend is (VROA XXVII (1904), blz. 315-424; XLV, 2 (1922), blz. 559-585) zijn ze daarvan afgescheiden, met andere, welke bij rechterlijke of waterschapsarchieven gevoegd zijn. Het is de vraag, of ze niet beter bij het eerder genoemde huisarchief hadden kunnen blijven. Nu dit evenwel niet geschied is, zijn ze afzonderlijk genummerd en als een 2e supplement achter dit huisarchief geplaatst. i
Zie voor een uitgebreide inleiding over de kerspelorganisatie de inventaris van het archief van het kerspel Aduard (toegangsnummer 4). Deze inventaris verscheen eerder in druk in C. Tromp, De Groningse kerspelarchieven (Groningen 1982). i
laatste wijziging 14-04-2018
15 beschreven archiefstukken
Inventaris
13 Stukken betreffende het onderhoud van de straat te Uithuizen
23 Kerspel Uithuizen, 1701 - 1785
Inventaris
13
Stukken betreffende het onderhoud van de straat te Uithuizen
laatste wijziging 14-04-2018
15 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het kerspel Uithuizen
Bewerker:
C. Tromp
Behoort tot collectie:
Rijk
Laatste Publicatie:
1982 (bewerkt in 2009)
Omvang:
0,12 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Zie voor algemene inleiding inventaris kerspel Aduard (Toegangsnummer 4)
Licentie:
Categorie:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 14-04-2018
15 beschreven archiefstukken