1473 Heilige Geestgasthuis, 1284 - 1955 ( Groninger Archieven )
1473
Heilige Geestgasthuis, 1284 - 1955
Inleiding
Van het archief van het Heilige Geest Gasthuis is in den loop der tijden blijkbaar veel verloren gegaan, zoodat uit de overblijfselen slechts een zeer gebrekkige geschiedenis is op te bouwen. Speciaal de grijze monumenten uit een ver verleden gingen te niet, en slechts enkele sporen wijzen nog op de kindsheid der stichting. Het zijn vooral de oorkonden, die nog van dat verleden getuigen. Het oudste aanwezige charter is van 1284, doch daar uit den inhoud van dit stuk de band met het archief niet blijkt, kan het moeilijk dienen als bewijs voor het bestaan der stichting in genoemd jaar. Beter bewijs levert een Latijnsche oorkonde van 1319, waar reeds bij een overdracht van landerijen de provisor als kooper optreedt voor het convent. De vroegere archiefregeling is echter voor ons onnaspeurlijk geworden. Wel vindt men op verschillende oorkonden oude nummers terug, maar de sleutel tot die regeling in een cartularium of in oude inventarissen ontbreekt. Een staatboekje uit het jaar 1587 van "alle upkomstein ende warrijcheijden" van het convent is het oudste specimen van gevoerde administratie, "het olde Huirsetterboek" (1627 - 1775) het eerste geregeld bijgehouden register, doch de eerste aanwezige rekeningen en resolutien dateeren pas uit het laatst der 17e en het begin van de 18e eeuw.
De charters en losse stukken van het archief, reeds in 1846 ter archievenkamer der stad Groningen gedeponeerd werden in 1883 overgebracht naar het nieuw gebouwde Rijksarchief, terwijl de overbrenging der registers in 1909 en 1910 volgde. Het is thans op de gebruikelijke wijze geordend en geïnventariseerd met inachtneming van de voorschriften der Handleiding. De stukken, die blijkens daarop aangebrachte aanteekening in het archief werden gevonden, doch waarvan de betrekking tot dit archief niet kon worden aangetoond, zijn vereenigd in een appendix, die op gelijke wijze is ingedeeld als de inventaris zelf.
In het oudste gedeelte van den inventaris is de term "convent" gebezigd, als beter passend bij de oude instelling met haar broeders en zusters, in het latere gedeelte de toen gebruikelijke term "gasthuis". De grens is ongeveer te trekken in het midden der 16e eeuw, doch ook daarna komen in de oorkonden beide benamingen nog afwisselend voor. Daar "hofstede" in de charters de betekenis had van "erf, waarop een huis gebouwd werd", evenals het woord "heem", zijn de bezittingen, met deze termen aangeduid, ingedeeld bij de huizen en kamers; waar, "erf" was gebezigd in den zin van "goed" zijn ze gerangschikt onder de landerijen.
In het oudste gedeelte van den inventaris is de term "convent" gebezigd, als beter passend bij de oude instelling met haar broeders en zusters, in het latere gedeelte de toen gebruikelijke term "gasthuis". De grens is ongeveer te trekken in het midden der 16e eeuw, doch ook daarna komen in de oorkonden beide benamingen nog afwisselend voor. Daar "hofstede" in de charters de betekenis had van "erf, waarop een huis gebouwd werd", evenals het woord "heem", zijn de bezittingen, met deze termen aangeduid, ingedeeld bij de huizen en kamers; waar, "erf" was gebezigd in den zin van "goed" zijn ze gerangschikt onder de landerijen.
Bij het bewerken der regesten is bij beknoptheid van vorm in de eerste plaats gestreefd naar getrouwheid van weergave en volledigheid, zoodat op alle in de oorkonden genoemde punten minstens even de aandacht werd gevestigd. Het scheen mij toch in het belang van topographie en historie, dat bijvoorbeeld de grenzen van bezittingen nauwkeurig werden aangeduid, en ook verdere bezonderheden niet geheel in de oorkonde begraven bleven. Voor den gebruiker zal dit mijn inziens de waarde der regesten verhoogen, terwijl het hem tevens zal aanmoedigen de bijzaken, die hem belangrijk schijnen, in de oorspronkelijke stukken na te gaan. Ook bij het verloren gaan van origineelen is volledigheid der regesten een niet te onderschatten voordeel. Waar echter het regest te lang zou worden, zijn uit praktische overweging verkortingen aangebracht.
Het geringe aantal oorkonden na 1600 heeft geleid tot het opnemen in de regestenlijst van alle charters, origineelen en afschriften.
De namen zijn in hun oorspronkelijke spelling behouden, doch het "domus sanctie spiritus" etc. uit Latijnsche oorkonden, dat toch den toen gebruikelijken term niet weergeeft, is vertaald door het Heilige Geest Gasthuis. Deze moderne benaming is gemakshalve eveneens gebezigd, waarin het regest de oude vorm reeds eenmaal genoemd was.
Het geringe aantal oorkonden na 1600 heeft geleid tot het opnemen in de regestenlijst van alle charters, origineelen en afschriften.
De namen zijn in hun oorspronkelijke spelling behouden, doch het "domus sanctie spiritus" etc. uit Latijnsche oorkonden, dat toch den toen gebruikelijken term niet weergeeft, is vertaald door het Heilige Geest Gasthuis. Deze moderne benaming is gemakshalve eveneens gebezigd, waarin het regest de oude vorm reeds eenmaal genoemd was.
Van de dorsale aanteekeningen zijn de 18e eeuwsche, als van te jongen datum, niet meer overgenomen.
Om de aanhalingen eenigszins te beperken, is het woord "her" met zijn varianten weergegeven door "heer", dat natuurlijk in den middeleeuwschen zin van ridder of geestelijke moet worden verstaan.
In de Handleiding is het woord "getransfigeerd" nu eens gebruikt in de transitieve betekenis "gestoken door", dan eens in de intransitieve "doorstoken", of wel zijn de beide beteekenissen in één woord veerenigd. Duidelijkheidshalve zij hier opgemerkt dat in deze regesten het woord alleen in de intransitieven zin moet worden opgevat.
Met "aanhangend zegel" wordt hier bedoeld een zegel waarvan de staart door een insnijding van de oorkonde is gestoken. Van "afhangend zegel" wordt gesproken, als een strook van de oorkonde zelf als zegelstaart dienst doet.
Groningen, 1910 (w.g. ) C.E.C. Bruining
De inventaris van het archief van het Heilige Geest Gasthuis van C.E.C. Bruining uit 1910 is in 2009 en 2019 opnieuw bewerkt. In 2009 werd een aantal archiefstukken toegevoegd en andere werden verplaatst naar archieven waarin zij beter thuishoorden. Ook werd de ordening van de beschrijvingen in een aantal gevallen veranderd. In 2019 werd een ongeïnventariseerd deel van het archief beschreven. Die beschrijvingen zijn aan de inventaris uit 1910 en 2009 toegevoegd, waarbij de indeling in rubrieken is gehandhaafd en de oude nummering niet is veranderd. Als gevolg van de wijzigingen in 2009 en 2019 staan de beschrijvingen niet meer in numerieke volgorde.
C. Tromp, 2019
Om de aanhalingen eenigszins te beperken, is het woord "her" met zijn varianten weergegeven door "heer", dat natuurlijk in den middeleeuwschen zin van ridder of geestelijke moet worden verstaan.
In de Handleiding is het woord "getransfigeerd" nu eens gebruikt in de transitieve betekenis "gestoken door", dan eens in de intransitieve "doorstoken", of wel zijn de beide beteekenissen in één woord veerenigd. Duidelijkheidshalve zij hier opgemerkt dat in deze regesten het woord alleen in de intransitieven zin moet worden opgevat.
Met "aanhangend zegel" wordt hier bedoeld een zegel waarvan de staart door een insnijding van de oorkonde is gestoken. Van "afhangend zegel" wordt gesproken, als een strook van de oorkonde zelf als zegelstaart dienst doet.
Groningen, 1910 (w.g. ) C.E.C. Bruining
De inventaris van het archief van het Heilige Geest Gasthuis van C.E.C. Bruining uit 1910 is in 2009 en 2019 opnieuw bewerkt. In 2009 werd een aantal archiefstukken toegevoegd en andere werden verplaatst naar archieven waarin zij beter thuishoorden. Ook werd de ordening van de beschrijvingen in een aantal gevallen veranderd. In 2019 werd een ongeïnventariseerd deel van het archief beschreven. Die beschrijvingen zijn aan de inventaris uit 1910 en 2009 toegevoegd, waarbij de indeling in rubrieken is gehandhaafd en de oude nummering niet is veranderd. Als gevolg van de wijzigingen in 2009 en 2019 staan de beschrijvingen niet meer in numerieke volgorde.
C. Tromp, 2019
laatste wijziging 31-08-2023
1.100 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 31-08-2023
1.100 beschreven archiefstukken
Regestenlijst
Regest 295 , 1616 April 17 (Desen 17 Aprilis anno 1616.): Lodewijck Schultes en Sicke Eisinge, raadsheren, en Geert Evertsen, voogden over “Hilligen Geests Gasthuis” te Groningen * , met Hindrick van der Marve, kapitein, verklaren, dat zij in erfkoop hebben verkocht en overgedragen aan Harmen Boldewijn en Truide, echtelieden, een ven land bij Dungehorn, waarop genoemde Boldewijn reeds is begonnen te “tichelen”, ten zuiden begrensd door het land van Redmar Koninck en ten noorden door dat van “S. Meertenskerck”, voor 200 Emder gl. per gras, met bepaling, dat Boldewijn de mede gemeten en door hem te betalen weg van af de Herenwech tot aan de landen achter genoemde ven voor verkopers zal onderhouden en tevens 1/3 van de Reijdtdijck, tot nu toe geheel in onderhoud bij het gasthuis en genoemde kapitein.
Minuut op papier met de handtekeningen van Lodewijck Schultz, Sycke Eijsinge, Gert Eeverdes, Hendrick van der Marve en Harmen Boldewijn. Inv. n°. 134.
In dorso: concept tuschen van der Marve de gasthuisvogeden van Hill. Geest ende Harmen Boldewijn.
Minuut op papier met de handtekeningen van Lodewijck Schultz, Sycke Eijsinge, Gert Eeverdes, Hendrick van der Marve en Harmen Boldewijn. Inv. n°. 134.
In dorso: concept tuschen van der Marve de gasthuisvogeden van Hill. Geest ende Harmen Boldewijn.
1473 Heilige Geestgasthuis, 1284 - 1955
Regestenlijst
Regest 295
, 1616 April 17 (Desen 17 Aprilis anno 1616.): Lodewijck Schultes en Sicke Eisinge, raadsheren, en Geert Evertsen, voogden over “Hilligen Geests Gasthuis” te Groningen * , met Hindrick van der Marve, kapitein, verklaren, dat zij in erfkoop hebben verkocht en overgedragen aan Harmen Boldewijn en Truide, echtelieden, een ven land bij Dungehorn, waarop genoemde Boldewijn reeds is begonnen te “tichelen”, ten zuiden begrensd door het land van Redmar Koninck en ten noorden door dat van “S. Meertenskerck”, voor 200 Emder gl. per gras, met bepaling, dat Boldewijn de mede gemeten en door hem te betalen weg van af de Herenwech tot aan de landen achter genoemde ven voor verkopers zal onderhouden en tevens 1/3 van de Reijdtdijck, tot nu toe geheel in onderhoud bij het gasthuis en genoemde kapitein.
Minuut op papier met de handtekeningen van Lodewijck Schultz, Sycke Eijsinge, Gert Eeverdes, Hendrick van der Marve en Harmen Boldewijn. Inv. n°. 134.
In dorso: concept tuschen van der Marve de gasthuisvogeden van Hill. Geest ende Harmen Boldewijn.
Minuut op papier met de handtekeningen van Lodewijck Schultz, Sycke Eijsinge, Gert Eeverdes, Hendrick van der Marve en Harmen Boldewijn. Inv. n°. 134.
In dorso: concept tuschen van der Marve de gasthuisvogeden van Hill. Geest ende Harmen Boldewijn.
Datering:
1616 April 17 (Desen 17 Aprilis anno 1616.)
Zie ook:
Organisatie: Groninger Archieven
laatste wijziging 01-11-2010
laatste wijziging 31-08-2023
1.100 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het Heiligen Geestgasthuis
Bewerker:
C.E.C. Bruining
Behoort tot collectie:
Gemeente Groningen
Laatste Publicatie:
1910 (bewerkt in 2010 en 2019)
Laatste uitvoer:
30-08-2023
Omvang:
13 m standaardarchiefberging
Bijzonderheden:
Oorspronkelijk geschreven inventaris uit 1910
Licentie:
Categorie:
Zie ook:
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 31-08-2023
1.100 beschreven archiefstukken