Op een open laadbak van een vrachtwagen een decor van links geschilderde huizen en verder doeken met horizontale en verticale strepen. De wielen van de kar zijn bedenkt door een plaat met daarop geverfd ‘De Haghe Spelers’. De aankleding bestaat uit een bank en enkele kleine boompjes in pot.
Voor de bank staat een schlemielige man in donker pak die, terwijl hij half van haar is afgekeerd, praat tegen een vrouw in bloes en lange rok. Ziijn hoed is op de grond gevallen. Voor de kar zijn hoofden van toeschouwende kinderen zichtbaar. Voor beide acteurs hangt een microfoon.

Op een open laadbak van een vrachtwagen een decor van een muur beschilderd met ranken en rechts een gebouwtje dat een bakkerswinkel voorstelt. Op de wagen luidsprekers en speakerboxen.
Windbuil en Platzak, twee hongerige zwervers proberen aan eten te komen bij het bakkerspaar Marianne en Wouter door ze voor de gek te houden. Te laat merken ze dat ze zelf voor de gek worden gehouden.
Bakker Wouter en zijn vrouw Marianne zitten in hun winkel en kijken door het raam. Boven het raam een onleesbare tekst.

Op een open laadbak van een vrachtwagen een decor van een muur beschilderd met ranken en rechts een gebouwtje dat een bakkerswinkel voorstelt. Op de wagen luidsprekers en speakerboxen.
Windbuil en Platzak, twee hongerige zwervers proberen aan eten te komen bij het bakkerspaar Marianne en Wouter door ze voor de gek te houden. Te laat merken ze dat ze zelf voor de gek worden gehouden.
Op de muur is een tekst geschreven: de bakker is gek. Bakker Wouter in zijn uitgaanskleren en zijn vrouw Marianne praten met elkaar voor de bakkerswinkel. Rechts kijkt de nar toe.