(Extract) Wij, schepenen en regeerders van Oirschot beloven als schuldenaars wegens geleend geld aan Margriet dochter van Bartholomeus Willems die per heden datum over een jaar de som, van 160 pattacons te betalen door zijne majesteit gevalueerd geld, met onderwijl een rente van 20 gulden per jaar. Indien er dan niet wordt betaald, blijft de rente doorlopen totdat de hoofdsom is afgelost. Datum 29 april 1631, concordiam attestor G. Goossens, 19 februari 1644., 1645

(Extract) Wij, schepenen en regeerders van Oirschot beloven als schuldenaars wegens geleend geld aan Joorden Jan Melissen die per a.s. St. Jans Baptistdag anno 1632 de som van 63 gulden en daarnaast nog 100 pattacons te betalen met onderwijl een rente van 17 gulden. Indien er dan niet wordt betaald, blijft de rente doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. Datum 20 juni 1631 (Jan Stockelamns heeft hierop per 16 april 1636 125 gulden betaald, datum 22 februari 1639. Gerart Goossens als secretaris heeft 188 gulden in dukatons betaald en daarmee is alles afgelost) Concordiam attestor G. Goossens, 10 februari 1644., 1645

Aanbrengen van de ruiters en soldaten, gekomen op 1 augustus 1645 namiddags omstreeks 3 uur en vertrokken in de avond, gelogeerd zijnde in herdgang de Kerkhof, onder commando van een vaandrig van Gelder, getuigen Ekerschot en Esch., Mathijs van der Achter, 3 personen 3 paarden, Anthonis Henricks van Esch, 2 personen 2 paarden, Cornelis Ekerschot 4 personen 4 paarden, Daniel Hoppenbrouwers, 2 personen 2 paarden, Peter Michiels, 2 personen 2 paarden, Joost de Leeuw, 6 personen 6 paarden, Soldaten : Bernaert Janssen Kempen 14 soldaten gedronken een halve pot wijn, Cathalijn weduwe van Jan van Esch, de alferis en 24 soldaten, heeft een pot wijn gedronken, 1645

(Extract) Wij, schepenen en regeerders van Oirschot beloven als schuldenaars wegens geleend geld aan Jan Hendrik Marcelis en aan Jan Aerts de jonge als voogden over de de kinderen van, wijlen Marcelis Lambert Francken die per a.s. St. Jans Baptistdag anno 1632 de som van 400 gulden te betalen met onderwijl een rente van 22 gulden per jaar. Als er dan niet wordt betaald. blijft de rente doorlopen totdat de hoofdsom is afgelost. Datum 20 juni 1631(in margine : met instemmnmg van partijen doorgehaald, ondertekend G. Goossens, concordiam attestor G. Goossens, secretaris 19 februari 1644., 1645