10274 Gemeentebestuur Son, 1521-1810 ( Regionaal Historisch Centrum Eindhoven )
10274
Gemeentebestuur Son, 1521-1810
Inventaris
INLEIDING
1. Archiefvormer
10274 Gemeentebestuur Son, 1521-1810
INLEIDING
1. Archiefvormer
De gemeente voor 1810 verenigt de inwoners van een bepaald gebied en voert gezamenlijk het beheer over eigendommen (de “gemeynt”), financiën en voert de voorschriften uit die vanuit de hogere overheden worden uitgevaardigd. De gemeente was belast met de zorg voor rust en veiligheid voor de inwoners.
De belangen van die inwoners worden behartigd door een aantal vertegenwoordigers, de schepenen. Deze worden voor een bepaalde periode uit de bevolking gekozen en beedigd door de vertegenwoordiger van de landsheer (eerst de hertog, later de Staten-Generaal).
Op bestuurlijk terrein waren de schepenen belast met alle zaken die zich voordeden. Voor de financiën waren er burgemeesters, voor de belastingen waren er collecteurs. Armenzorg was toevertrouwd aan de Tafel van de Heilige Geest en de armmeesters; voor de financiele zaken met betrekking tot de kerk waren er kerkmeesters.
Dezen legden allen verantwoording af van hun financiele beheer voor de schepenen. De rekeningen van de landsbelastingen ( verpondingen, gemene middelen etc.) werden ter goedkeuring voorgelegd aan de Leen- en Tolkamer te ’s-Hertogenbosch.
De schepenen hadden naast bestuurlijke taken ook de zorg voor de rechtspraak. De vertegen-woordiger van de landsheer, de drossaard, fungeerde daarbij als openbare aanklager (officier van justitie); de schepenen wezen vonnis. Het ressort van een schepenbank besloeg in veel gevallen meerdere dorpen of gemeenten. De archiefstukken die betrekking hebben op deze justitiele taken zijn afgezonderd en opgenomen als archief van de schepenbank.
Son vormde met Breugel een schepenbank.
De belangen van die inwoners worden behartigd door een aantal vertegenwoordigers, de schepenen. Deze worden voor een bepaalde periode uit de bevolking gekozen en beedigd door de vertegenwoordiger van de landsheer (eerst de hertog, later de Staten-Generaal).
Op bestuurlijk terrein waren de schepenen belast met alle zaken die zich voordeden. Voor de financiën waren er burgemeesters, voor de belastingen waren er collecteurs. Armenzorg was toevertrouwd aan de Tafel van de Heilige Geest en de armmeesters; voor de financiele zaken met betrekking tot de kerk waren er kerkmeesters.
Dezen legden allen verantwoording af van hun financiele beheer voor de schepenen. De rekeningen van de landsbelastingen ( verpondingen, gemene middelen etc.) werden ter goedkeuring voorgelegd aan de Leen- en Tolkamer te ’s-Hertogenbosch.
De schepenen hadden naast bestuurlijke taken ook de zorg voor de rechtspraak. De vertegen-woordiger van de landsheer, de drossaard, fungeerde daarbij als openbare aanklager (officier van justitie); de schepenen wezen vonnis. Het ressort van een schepenbank besloeg in veel gevallen meerdere dorpen of gemeenten. De archiefstukken die betrekking hebben op deze justitiele taken zijn afgezonderd en opgenomen als archief van de schepenbank.
Son vormde met Breugel een schepenbank.
laatste wijziging 15-01-2020
671 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 15-01-2020
671 beschreven archiefstukken