In 1964 beginnen in Nuenen de voorbereidingen van de viering van het feit, dat het in 1965 tachtig jaar geleden is dat Vincent van Gogh in Nuenen zijn schilderij “De aardappeleters” maakte. Het bestuur van de Eindhovense studentenvereniging DEMOS raakt hierbij betrokken en vat het plan op om in 1965 een gildendag in Nuenen te organiseren. Het bestuur van DEMOS neemt hiertoe contact op met het bestuur van de Kring van Brabantse Gilden. Dit bestuur meldt dat deelname van de gilden niet mogelijk is omdat de organisatie niet in handen is van de Kring.
Teneinde dit probleem op te lossen besluit het bestuur van DEMOS zelf een gilde op te richten en aansluiting te zoeken bij de Kring. De organisatie van de festiviteiten kan nu een aanvang nemen. Op zondag 9 mei 1965 wordt in Nuenen een gildendag georganiseerd door het nieuwe Eindhovense studentengilde, dat later de naam St. Achilleus krijgt.
Het schieten bij het gilde St. Achileus gebeurt met een flobbergeweer met korrelvizier. Het gilde zelf heeft er een in eigendom, daarnaast hebben enkele gildenbroeders er zelf een aangeschaft.
Er zijn twee varianten in het schieten, het wip- en puistschieten. Wipschieten houdt in dat er geschoten wordt op metalen plaatjes (“wippen”) die zijn bevestigd boven op de schietboom. De grootte van de wippen varieert van ½ cm² bij het opgelegd schieten tot enkele cm² bij het vrije-hand schieten. De schietafstand bedraagt 15-20 meter.
Het puistschieten bestaat uit het schieten op een stuk hout (“puit”) dat boven op de paal is bevestigd. Het gilde organiseert zelf wedstrijden en neemt deel aan andere gildendagen in het land. Een van de belangrijkste wedstrijden in het jaar blijft natuurlijk het eigen koningschieten.
Voor de leden bestaat de mogelijkheid zich in de schietsport te bekwamen op de wekelijkse oefenavond. Ook voor de inwendige mens wordt goed gezorgd: er is een maandelijkse borrelavond en een jaarlijkse teerdag.

De levensduur van het gilde is echter vrij beperkt. Blijkbaar slaat de gedachte van de gilden toch niet zo aan bij de studenten. In een bestuursvergadering van 1 augustus 1973 blijkt dat het gilde niet levensvatbaar meer is en besluit men over te gaan tot een slapend gildebestaan. Het saldo van de financiën wordt in beheer gegeven aan de raadsheer Centrum van het gilde, zo ook het flobbergeweer. Het vendel gaat naar het St. Martinusgilde van Tongelre. Het archief en het gildezilver wordt in bewaring gegeven aan het Gemeentearchief van Eindhoven.

Voorwaarde is dat de voorwerpen bij heroprichting van het gilde teruggevorderd kunnen worden door het gildebestuur. De inv. nrs. 8, 9, 10, 24 en 25 zijn op 14 november 2007 vernietigd. Het betreft financiële stukken, blanco stukken, krantenknipsels en cliches.

Op 9 oktober 2009 zijn de voorwerpen door het bestuur van de Noordbrabantse federatie van schuttersgilden, kring Kempenland opgehaald en uit het depot van het Regionaal Historisch Centrum te Eindhoven meegenomen. In de inventaris waren dat de nrs. 27 t/m 44.