9 Gerecht van Dordrecht ( Regionaal Archief Dordrecht )
9
Gerecht van Dordrecht
Aanwijzingen voor de gebruiker
laatste wijziging 28-03-2024
2.011 beschreven archiefstukken
232 gedigitaliseerd
totaal 41.672 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 28-03-2024
2.011 beschreven archiefstukken
232 gedigitaliseerd
totaal 41.672 bestanden
Inventaris
3. Registratie van rechtshandelingen
Gerecht bevoegd tot het uitgeven van akten noodzakelijk voor het toenemende schriftelijke rechtsverkeer. Afgegeven akten werden geregistreerd in protocollen. In tegenstelling tot de actenboeken (inventarisnummers 75-96) gaat het niet om vonnissen of andere uitspraken van het gerecht, maar om zogenaamde niet-contentieuze zaken (ook wel voluntaire rechtspraak genoemd), zoals volmachten, transporten van onroerend goed, hypotheken en huwelijken; deze laatste aanvankelijk voor zover het huwelijk niet voor de gereformeerde kerk werd voltrokken; na 1695 registreerde het gerecht alle huwelijken.
De registratie van transporten van onroerend goed werd in Holland in 1560 verplicht gesteld; het Dordtse gerecht had dit echter al eerder in praktijk gebracht.
Veel van dit soort akten passeren na 1811 voor notarissen; deels gebeurde dat ook in de zeventiende en achttiende eeuw. Om echter rechtsgeldigheid in rechtszaken te hebben, moesten ze door het betreffende gerecht formeel worden geaccepteerd (justificatie).
Na de opheffing van de plaatselijke gerechten in 1811 is een deel van deze schepenprotocollen als retroacta van nieuw opgezette administraties (burgerlijke stand, registratie onroerend goed) beschouwd en aan die administraties toegevoegd. Andere protocollen werden naar de nieuw opgerichte rechtbanken overgebracht.
Aanvankelijk had het gerecht voldoende aan één protocol, waarin alle soorten akten konden worden geregistreerd, zij het dat elke secretaris (waarvan Dordrecht er minstens twee, en in de zestiende eeuw soms zelfs meer) gelijktijdig in dienst had, zijn eigen register voerde. Vanaf 1593 worden verschillende soorten registers aangelegd, dan in enkelvoud.
De registratie van transporten van onroerend goed werd in Holland in 1560 verplicht gesteld; het Dordtse gerecht had dit echter al eerder in praktijk gebracht.
Veel van dit soort akten passeren na 1811 voor notarissen; deels gebeurde dat ook in de zeventiende en achttiende eeuw. Om echter rechtsgeldigheid in rechtszaken te hebben, moesten ze door het betreffende gerecht formeel worden geaccepteerd (justificatie).
Na de opheffing van de plaatselijke gerechten in 1811 is een deel van deze schepenprotocollen als retroacta van nieuw opgezette administraties (burgerlijke stand, registratie onroerend goed) beschouwd en aan die administraties toegevoegd. Andere protocollen werden naar de nieuw opgerichte rechtbanken overgebracht.
Aanvankelijk had het gerecht voldoende aan één protocol, waarin alle soorten akten konden worden geregistreerd, zij het dat elke secretaris (waarvan Dordrecht er minstens twee, en in de zestiende eeuw soms zelfs meer) gelijktijdig in dienst had, zijn eigen register voerde. Vanaf 1593 worden verschillende soorten registers aangelegd, dan in enkelvoud.
3.8. Burgerschap
1858 Register houdende aantekening van de verklaringen van roomse priesters waarop zij conform het plakkaat van de Staten van Holland van 21 september 1730 werden toegelaten
9 Gerecht van Dordrecht
Inventaris
3. Registratie van rechtshandelingen
3.8. Burgerschap
1858
Register houdende aantekening van de verklaringen van roomse priesters waarop zij conform het plakkaat van de Staten van Holland van 21 september 1730 werden toegelaten
Datering:
1730 - 1795
Omvang:
1 deel
Organisatie: Regionaal Archief Dordrecht
laatste wijziging 12-09-2014
laatste wijziging 28-03-2024
2.011 beschreven archiefstukken
232 gedigitaliseerd
totaal 41.672 bestanden
Kenmerken
Datering:
1450 - 1811
Auteur:
P.J. Horsman (2012)
Omvang:
49,63 meter
Licentie:
Titel inventaris:
Gerecht van Dordrecht
Categorie:
laatste wijziging 28-03-2024
2.011 beschreven archiefstukken
232 gedigitaliseerd
totaal 41.672 bestanden