Ook de armlastige inwoners van Puttershoek hadden ernstig te kampen met de gevolgen van de wereldwijde economische crisis. Daarom werd in 1931, ten behoeve van de steunverlening aan inwoners die dit nodig hadden, het Plaatselijk Crisis-Comité opgericht, dat bestond uit vijftien personen: de voorzitter/burgemeester, de secretaris, en dertien gewone leden. De gemeenteontvanger trad als penningmeester op.
De aanvragen om steun werden door het comité verdeeld in groep A en B. Aan aanvragers in groep A kon alleen steun worden verleend uit gelden, die door giften waren samengebracht. Bedrijfssteun werd uitgesloten. In groep B hoorden de aanvragers thuis die door het Nationaal Crisis-Comité waren aangegeven. Bij steun in natura, die steun had verreweg de voorkeur, moet worden gedacht aan het verstrekken van: boven- en onderkleding, kledingstoffen, klompen, beddengoed en levensmiddelen in de wintermaanden.
Ook werden aan enkele kleine zelfstandigen steun in geld en natura verleend.
Naast de ruime bijdragen door het Nationaal Crisis-Comité in Den Haag leverde ook plaatselijke inzamelingen het nodige op.

In 1936 werden de werkzaamheden van het Nationaal Crisis-Comité beëindigd, waarmee ook een einde kwam aan het voortbestaan van het Plaatselijk Crisis-Comité te Puttershoek.