De Commissie van (Plaatselijk) Toezicht op het Lager Onderwijs – ook wel Schoolcommissie genaamd - begon haar werkzaamheden op 1 mei 1921 en bestond uit vijf door de gemeenteraad benoemde leden. Zij benoemde zelf - uit haar midden - de voorzitter en de secretaris. De commissie vergaderde minstens eenmaal per maand.
Ook na de totstandkoming van de Lager-Onderwijs 1920 bleef zij, onder dezelfde naam, voortbestaan.

In 1936 werd bij wet de 'verplichte' aanwezigheid van plaatselijke commissies van toezicht op het lager onderwijs opgeheven. Met ingang van 1 januari 1937 werd de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs te Puttershoek opgeheven. Dat gebeurde, omdat naar het oordeel van de gemeenteraad een dergelijke commissie zonder bezwaar kon worden gemist en opheffing ervan een bezuinigingseffect zou opleveren.